NL9400650A - Verpakking aan te brengen op en om een van een flensrand voorziene bakvormige houder alsmede een gereedschap en een werkwijze voor het met een dergelijk gereedschap aanbrengen van de verpakking op de houder. - Google Patents

Description

Titel: Verpakking aan te brengen op en om een van een flens- rand voorziene bakvormige houder alsmede een gereedschap en een werkwijze voor het met een dergelijk gereedschap aanbrengen van de verpakking op de houder

De uitvinding heeft betrekking op een verpakking aan te brengen op en om een van een flensrand voorziene bakvormige houder voor in het bijzonder het opnemen van planten en bloemen, welke verpakking is vervaardigd uit een materiaal met verende eigenschappen en een eigen stijfheid en bestaande uit een kokerelement, dat een omtreksvlak gevormd door onderling door vouwlijnen verbonden panelen heeft en althans aan een, een onderrand vormend uiteinde open is uitgevoerd in welk uit-eindegebied borgmiddelen in de vorm van ten minste een plaatselijke uitsparing voor het doorlaten van een deel van de flensrand aanwezig zijn, een en ander zodanig, dat bij een op de houder geplaatste verpakking de door een uitsparing reikende delen van de flensrand althans in het gebied rond die uitsparing tot voorbij de buitenomtrek van de verpakking uitsteken.

Een dergelijke verpakking is bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 9202159. De daaruit bekende verpakking is vervaardigd uit een relatief stijf materiaal, waarbij de uitvoeringsvorm met de tot buiten de verpakking reikende flensranddelen bestemd is voor in hoofdzaak ronde houders. De uitsparingen zijn daarbij centraal in de wandpanelen van de afgeknot pyramide-vormige verpakking nabij het smalle open uiteinde daarvan aangebracht. Het oppervlak van de vrije doorlaat van de verpakking ter plaatse van de uitsparingen is ten minste gelijk aan het bovenoppervlak van de houder, zodat bij van bovenaf ingeschoven houder de wanddelen veerkrachtig kunnen vervormen voor het doorlaten van de houder totdat flensranddelen door de uitsparingen kunnen reiken en de verpakking in zijn uitgangsvorm kan terugveren. Dit vereist het gebruik van relatief stijf materiaal en een in hoofdzaak ronde vorm van de houder.

Met de uitvinding wordt beoogd een verpakking van het in de aanhef bedoelde type geschikt te maken voor toepassing op een in hoofdzaak rechthoekige houder.

Dit wordt overeenkomstig de uitvinding bereikt, als het kokerelement is samengesteld uit ten minste drie zijwand-panelen die over althans een deel van hun hoogte uitgaande van de onderrand paarsgewijs zijn verbonden door hoekpanelen en althans elk hoekpaneel is voorzien van een plaatselijke uitsparing, waarbij van drie in omtreksrichting van het kokerelement gezien elkaar opvolgende, zich in hoogterichting van het kokerelement uitstrekkende vouwlijnen tussen zijwand- en hoekpanelen er ten minste twee niet evenwijdig lopen. Door deze maatregelen wordt een verpakking verkregen die betrouwbaar op een bakvormige houder kan worden vastgezet door het van bovenaf in de verpakking laten zakken van een bakvormige houder, waarbij vanaf een zeker moment de flensrand van de bakvormige houder althans de hoekpanelen naar buiten toe vervormt totdat flensranddelen in de uitsparingen terecht komen. Op dat moment veren de hoekpanelen terug in hun uitgangsstand waardoor de verpakking op de bakvormige houder zit vastgesnapt.

Het spreekt voor zich, dat de verpakking in het gebied boven de uitsparingen zodanig dient te zijn gedimensioneerd, dat de bakvormige houder door de verpakking heen is te schuiven. Is er sprake van een relatief stijf materiaal, dan verdient het de voorkeur, dat de binnenomtrek van de verpakking net boven de uitsparingen groter is dan de buitenomtrek van de flensrand van de bakvormige houder. Wordt gewerkt met minder stijf materiaal dat een eventueel geringe rek toelaat, dan kan zelfs gekozen worden voor een binnenomtrek van de verpakking net boven de uitsparingen die kleiner is. dan de buitenomtrek van de flensrand van de bakvormige houder. Dat in het laatste geval na het terugveren van de eerst uitgerekte hoekpanelen een betrouwbare vastzetting van de verpakking op de bakvormige houder wordt verkregen, zal geen verdere toelichting behoeven. Doch ook in het eerstbedoelde geval is een dergelijke borging verzekerd, omdat in feite al de naar hun rechte stand teruggeveerde hoekpanelen gelijktijdig moeten worden uitgebogen om de in de uitsparingen geborgde flensranddelen uit die uitsparingen te lossen.

Zoals uit het voorgaande moge blijken is aldus een verpakking verkregen, die niet alleen naast op ronde ook op veelhoekige bakvormige houders is aan te brengen, doch tevens ook desgewenst uit vrij licht materiaal kan worden vervaardigd.

De verpakking volgens de uitvinding dient derhalve in zijn gebruiksstand een zodanige vorm te hebben, dat een bakvormige houder van bovenaf in het kokerelement kan worden geschoven en nabij de onderzijde van het kokerelement ten opzichte daarvan wordt geborgd. Om dit effect te bewerkstelligen wordt er een voorkeur voor uitgesproken, dat de hoekpanelen een trapeziumvorm hebben. De zijwandpanelen kunnen dan elke andere geschikte vorm hebben, zoals bijvoorbeeld een rechthoek. Wordt er echter naar gestreefd de wand van het kokerelement zoveel mogelijk in het verticale verlengde van de bakvormige houder te brengen, zodat aangrenzende bakvormige houders tegen elkaar of vrijwel tegen elkaar kunnen worden geplaatst, dan verdient het de voorkeur, dat de zijwand- en de hoekpanelen de vorm van een al dan niet gelijkbenig trapezium hebben, en wel in het bijzonder, dat gezien in de richting van het open uiteinde de zijwandpanelen een versmallende en de hoekpanelen een verwijdende trapeziumvorm hebben. Aldus is het zelfs mogelijk het kokerelement een over zijn gehele hoogte vrijwel gelijkblijvende omtreksafmeting te geven. De bakvormige houder kan dan van bovenaf in het kokerelement worden geschoven, tijdens welke verplaatsing de panelen vrijwel conform de buitenomtrek van de flensrand van de bakvormige houder worden uitgebogen, totdat de uitsparingen worden bereikt, waarna de hoekpanelen tot in een vlakke configuratie boven de bakvormige houder terugveren en aldus de verpakking op de houder vastzetten. Het aldus van bovenaf in het kokerelement schuiven van de bakvormige houder heeft in het bijzonder voordelen als de bakvormige houder gebruikt wordt voor het transporteren van al dan niet in potten opgenomen bloemen of planten, die veelal een naar boven toe divergerende vorm hebben, dat wil zeggen naar buiten toe uitkragende delen. Worden deze uitkragende delen vanaf de onderzijde benaderd naar elkaar toe gedrukt, dan is het aldus compacteren van de planten of bloemen uit te voeren zonder dat deze worden beschadigd.

Indien een aantal bakvormige houders met daarop aangebrachte verpakking gelijktijdig moet worden gehanteerd, bijvoorbeeld ten behoeve van opslag of transport, verdient het overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding de voorkeur, dat de zijwandpanelen een al dan niet gelijk-benige en/of identieke driehoekvorm hebben. Als dan twee hoekpunten van de driehoekvorm aan de onderrand zijn gesitueerd en het derde hoekpunt aan een tegenover de onderrand gelegen bovenrand van het kokerelement, krijgt het koker-element een rechthoekige bovenrand, waarvan de hoekpunten bij gebruik van een rechthoekige bakvormige houder boven de hoekpunten van die houder zijn gelegen. Als daarbij de afmetingen en configuratie van de omtrek van de bovenrand van het kokerelement zijn afgestemd op die van de flensrand van de bakvormige houder, is een aantal bakvormige houders met daarop aangebrachte verpakking zonder tussenruimten tegen elkaar te plaatsen.

In laatstbedoeld geval heeft de verpakking een als het ware rechte kokervorm, hetgeen bij snel, bijvoorbeeld machinaal, aangebrachte verpakkingen tot gevolg zou kunnen hebben, dat de ten opzichte van planten of bloemen omhoog komende bovenrand als een soort mes fungeert en zodoende beschadigingen zou kunnen veroorzaken. In die gevallen verdient het de voorkeur, dat uitgaande van een tegenover de onderrand gelegen bovenrand van het kokerelement nabij de hoekpunten een aantal insnijdingen is aangebracht, een en ander zodanig, dat het kokerelement naar buiten toe uitbuig-bare bovenrandgebieden heeft en aldaar tijdelijk een trechtervormige configuratie kan aannemen. De insnijdingen kunnen daarbij, afhankelijk van de configuratie van het kokerelement, een vouwlijn volgen of in een hoekpaneel zijn aangebracht.

Zoals vermeld, dient een bakvormige houder van bovenaf in een verpakking te worden geschoven totdat flensranddelen in de uitsparingen van het kokerelement grijpen. Om dit op snelle en relatief eenvoudige wijze te kunnen bewerkstelligen heeft de uitvinding tevens betrekking op een gereedschap voorzien van een aan ten minste een uiteinde open, kokervormige mal voorzien van een aantal wanddelen overeenkomend met het aantal zijwandpanelen van de aan te brengen verpakking en zodanig gedimensioneerd, dat de zijwandpanelen van een zich in zijn aanbrengstand bevindende verpakking althans deels kunnen aanliggen tegen de binnenoppervlakken van de wanddelen, waarbij regelmiddelen aanwezig zijn voor het tot stand brengen, in stand houden en weer opheffen van bedoeld aanliggen. Aldus is de verpakking met behulp van het gereedschap snel en eenvoudig in zijn open, ontvangende stand te brengen en te houden. Als daarbij de verpakking bijvoorbeeld met onderdrukmiddelen in het gereedschap wordt vastgehouden, is een relatief grote, doch over het gehele oppervlak van het kokervormige element te verdelen vasthoudkracht te realiseren, zodat ook als het kokerelement is vervaardigd van relatief zwak materiaal, zoals papier, het risico dat het kokerelement stuk scheurt tijdens het aanbrengen zich niet of nauwelijks voordoet. Tevens is op die wijze effectief de vereiste kracht te leveren in geval het kokerelement iets moet oprekken om de flensranddelen tot in de uitsparingen te laten geraken. Op deze wijze is uiterst betrouwbaar en zeer snel een verpakking op een bakvormige houder aan te brengen.

Onder verwijzing naar in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeelden zal de verpakking volgens de uitvinding alsmede het gereedschap om een dergelijke verpakking op een bakvormige houder te plaatsen thans nader worden beschreven en toegelicht. Daarbij toont: fig. 1 in zijaanzicht een eerste uitvoeringsvorm van de verpakking volgens de uitvinding in samengevouwen toestand; fig. 2 in perspectief de verpakking volgens fig. 1 geplaatst op een bakvormige houder; fig. 3 in perspectief een tweede uitvoeringsvorm van de verpakking volgens de uitvinding geplaatst op een bakvormige houder; fig. 4 in perspectief een derde uitvoeringsvorm van de verpakking volgens de uitvinding geplaatst op een bakvormige houder; fig. 5 en 6 elk een mogelijk uitvoeringsdetail; en fig. 7 op uiterst schematische wijze een inrichting voor het op en om een bakvormige houder aanbrengen van een verpakking volgens fig. 2.

In de figuren 1 en 2 is een verpakking 1 weergegeven, die is bedoeld voor het plaatsen op een bakvormige houder 2 met een flensrand 3 met afgeronde hoeken. De verpakking 1 is voorzien van twee tegenover elkaar gelegen, identieke zijwand-panelen 4 en twee kleinere, eveneens tegenover elkaar gelegen, identieke zijwandpanelen 5. De zijwandpanelen hebben alle de vorm van een gelijkbenig trapezium en zijn onderling verbonden door vier identieke hoekpanelen 6, die alle de vorm van een gelijkbenige driehoek hebben en middels vouwlijnen 7 zijn verbonden met de aangrenzende zijwandpanelen. Om de verpakking in de in fig. 1 weergegeven platte opslag- en transportstand te kunnen brengen zijn de zijwandpanelen 5 centraal voorzien van een extra vouwlijn 8. In de hoekpanelen 5 zijn verder uitsparingen 9 aangebracht, die zich evenwijdig aan de basis van het driehoekige paneel over de volle breedte daarvan uitstrekken en een hoogte hebben die overeenkomt met die van de flensrand 3. In de zijwandpanelen kunnen verder nog diverse andere voorzieningen zijn aangebracht, zoals een uitsparing 10a voor het kunnen lezen van een bar-code aangebracht op de houder 2 en een keur- en display-klep met scheurperforatie 10b voor het van opzij kunnen bekijken van de verpakte artikelen, bijvoorbeeld planten of bloemen, en twee handvatopeningen 10c in de zijwandpanelen 5.

Zoals uit fig. 2 blijkt, is de bakvormige houder 2 zodanig in de verpakking 1 geschoven, dat de hoekdelen van de flensrand 3 door de uitsparingen 9 reiken. Door het aanbrengen van de hoekpanelen 6 tussen de zijwandpanelen 4 en 5 heeft de verpakking ter hoogte van de flensrand 3 een achthoekige dwarsdoorsnede, waarbij de hoekpanelen 6 door de aanwezigheid van de uitsparingen 9 de hoekgebieden van de flensrand 3 als het ware kunnen afsnijden, waardoor een betrouwbare borging van de verpakking 1 op de bakvormige houder 2 is verkregen. Op de wijze waarop, en in het bijzonder machinaal, de verbinding tussen houder en verpakking tot stand is te brengen, zal verderop nog terug worden gekomen.

In fig. 3 is een verpakking 11 weergegeven die op de wijze van fig. 1 is voorzien van twee grote zijwandpanelen 14 en twee kleine zijwandpanelen 15, alle wederom in de vorm van een gelijkbenig trapezium. De zijwandpanelen 14 en 15 zijn alle aan weerszijden verbonden met een hoekpaneel 16 middels vouwlijnen 17. Evenals de zijwandpanelen hebben de onderling gelijke hoekpanelen 16 alle de vorm van een gelijkbenig trapezium. De hoekpanelen 1 zijn verder alle voorzien van een uitsparing 19, die zich over de volle breedte van een hoekpaneel evenwijdig aan de basis daarvan uitstrekt en een hoogte heeft corresponderend met die van de flensrand 3.

Doordat zowel de zijwandpanelen 14 en 15 als de hoekpanelen 16 een naar boven toe wijder wordende trapeziumvorm hebben, wordt een vanaf de bakvormige houder uitlopende verpakking 11 verkregen. Bij de verpakking 1 volgens fig. 2 lopen de driehoekige hoekpanelen 6 in bovenwaartse richting toe. Bij deze configuratie kunnen de diverse afmetingen van de verpakking 1 zodanig worden gekozen, dat de bovenranden van de verpakking 1 vrijwel recht boven de buitenrand van de flensrand 3 zijn gelegen, zodat een aantal bakvormige houders 2 met verpakking 1 onderling contact makend naast elkaar kunnen worden geplaatst. Een verder verschil tussen de verpakkingen 1 en 11 is gelegen in de vorm van de bovenrand, die bij verpakking 1 rechthoekig is en bij verpakking 11 achthoekig.

Beide zijwandpanelen 15 zijn verder voorzien van een scheurlijn 20, die zich vanaf het in fig. 3 gezien achter gelegen bovenhoekpunt diagonaal over het paneel uitstrekt en bij het vorengelegen hoekpaneel 16 op enige afstand boven de flensrand 3 op het hoekpaneel 16 en het vorengelegen zijwand- paneel 14 evenwijdig aan de flensrand 3 doorloopt. Middels deze scheurlijn 20 kan een deel van de verpakking 11 worden verwijderd, waarmee de zich in de bakvormige houder 2 bevindende artikelen op een verkooppunt zonder verdere handelingen in een aantrekkelijke display-stand kunnen worden gebracht.

In fig. 3 is een verpakking 21 weergegeven bedoeld om te worden aangebracht op een ronde bakvormige houder 22 met een flensrand 23. De verpakking 21 is samengesteld uit vier identieke wandpanelen 24 in de vorm van een gelijkbenig trapezium, welke wandpanelen 24 onderling zijn verbonden door vier identieke hoekpanelen 26 in de vorm van een gelijkbenige driehoek, waarbij de diverse panelen op elkaar aansluiten middels vouwlijnen 27. De hoekpanelen 26 zijn elk voorzien van een uitsparing 29 voor het doorlaten van een deel van de flensrand 23.

In het bovenstaande is opgemerkt, dat de binnenomtrek van het bovenrandgebied van een verpakking ongeveer gelijk kan zijn aan de buitenomtrek van de flensrand. Voor het aanbrengen van een verpakking op een houder dient deze van bovenaf in een geopende verpakking te worden geschoven tot flensranddelen in de uitsparingen snappen. Als de buitenomtrek van de flensrand daarbij ongeveer dezelfde afmeting heeft als de binnenomtrek van de bovenrand van de verpakking kan dit aanleiding geven tot omslachtige inbrenghandelingen. Alsdan kan het de voorkeur verdienen, dat de verpakking uitgaande van de bovenrand in ten minste een van de hoekpunten is voorzien van een insnijding.

De figuren 5 en 6 geven voorbeelden van een dergelijke uitvoeringsvorm. Zo is in fig. 5 een insnijding 31 aangebracht, die zich uitstrekt volgens een hoogtelijn in een driehoekig hoekpaneel en eindigt in een ponsgat 32 om het gevaar voor verder inscheuren tot een minimum te beperken. In fig. 6 is een uitvoeringsvorm weergegeven, waarbij de zijwandpanelen boven het bovenste hoekpunt van een hoekpaneel zijn verlengd en over dat verlengde deel door een insnijding 33 eindigend in een ponsgat 34 onderling zijn gescheiden. Het spreekt voor zich, dat bij elk hoekpunt een dergelijk insnijding aanwezig kan zijn en dat deze anders dan centraal in een hoekpaneel kan zijn aangebracht. Zo kan een insnijding bijvoorbeeld een vouwlijn tussen een hoekpaneel en een zijwandpaneel volgen.

In fig. 7 zijn een gereedschap 41 en een steunvlak 42 weergegeven, die op verder niet weergegeven wijze op en neer verplaatsbaar zijn. Het gereedschap 41 heeft de vorm van een dubbelwandig, aan beide uiteinden open, kokervormig element waarvan een deel 43 een binnenomtrek heeft die zodanig is bemeten dat daarin een op een bakvormige houder aan te brengen verpakking in zijn aanbrengstand kan worden opgenomen. De in fig. 7 weergegeven verpakking 1 is in het voorgaande nader beschreven onder verwijzing naar de figuren 1 en 2, waarbij die verpakking bovendien op elk hoekpunt is voorzien van een insnijding 31 volgens fig. 5. Het gereedschap 41 heeft verder een buitenwaarts uitgebogen bovenrandgebied 44, dat in het gebied in het verlengde van de binnenwanden van het dubbelwandige deel 43 is voorzien van een groot aantal boringen 45. Soortgelijke boringen zijn aanwezig in de binnenwand van het dubbelwandige deel 43. De binnenruimte van het dubbelwandig uitgevoerde gereedschap 41 is op niet nader weergegeven wijze verbonden met een onderdrukbron. Aan de onderranden van het deel 43 zijn stuitranden 45 aangebracht.

Voor het aanbrengen van de verpakking 1 op de in fig.

7 niet, doch in fig. 2 wel weergegeven bakvormige houder 2 wordt als volgt te werk gegaan.

In een stand als weergegeven in fig. 7 waarbij het gereedschap 41 zich boven het steunvlak 42 bevindt, wordt de verpakking 1 in opengeklapte stand in het gereedschap 41 geplaatst, waarbij een middels de boringen 45 opgewekte aanzuiging de zijwandpanelen tegen de binnenwanden van het gereedschap aan doet liggen en de stuitranden 45 voorkomen dat de verpakking 1 geheel of gedeeltelijk door het gereedschap 41 heen wordt getrokken. Door de in de verpakking 1 aanwezige insnijdingen 31 conform fig. 5 zullen de bovenrandgebieden van de verpakking trechtervormig uitgebogen tegen het bovenrandgebied 44 van het gereedschap 41 worden gezogen, zodat een van bovenaf inbrengen van een bakvormige houder soepel en zonder problemen kan plaats hebben ook als de omtreksafmeting van de bovenrand van de verpakking nauwelijks afwijkt van die van de flensrand van de bakvormige houder.

Nadat aldus een verpakking 1 in het gereedschap 41 is ondergebracht, wordt het steunvlak 42 door het gereedschap 41 heen omhoog gebracht tot een stand boven dat gereedschap. Vervolgens wordt een bakvormige houder met te verpakken inhoud in een ten opzichte van het gereedschap gecentreerde stand op het steunvlak 42 geplaatst en het samenstel van gereedschap 41 en verpakking 1 omhoog gebracht tot de flensrandhoeken van de bakvormige houder in de uitsparingen 19 grijpen op de wijze als getoond in fig. 2. Zou zich het gevaar voordoen dat bij dit op en om de houder trekken van de verpakking een kracht met een bepaalde waarde wordt overschreden, dan is met verder niet weergegeven middelen een, van het steunvlak loskomen van de houder te verhinderen.

Het aldus op en om de houder trekken van de verpakking heeft in het bijzonder voordelen als de in de bakvormige houder opgenomen artikelen tot buiten die houder uitkragende planten of bloemen zijn. Bij het omhoog brengen van het gereedschap met de daarin opgenomen en aan zijn bovenuiteinde trechtervormig uitgebogen verpakking worden de uitkragende bloemen en planten van onderaf benaderd. Zoals bekend zijn planten en bloemen op die wijze met het kleinste risico op beschadiging samen te drukken tot een compactere massa. Zodoende zijn de uitkragende bloemen of planten zonder problemen onder te brengen in een ten opzichte van de bakvormige houder niet of nagenoeg niet uitkragende verpakking.

Bij het weer omlaag brengen van het gereedschap 41 tot in de in fig. 7 getoonde stand blijft, mede door het uitschakelen van de onderdrukbron, de verpakking 1 in zijn op de houder geborgde stand achter, waarbij de aanvankelijk buitenwaarts uitgebogen bovenranddelen van de verpakking weer terugveren naar een rechtere, in het verlengde van het overige deel van de verpakking gelegen stand. Na eventueel loskoppelen wordt de bakvormige houder met daarop aangebrachte verpakking al dan niet mechanisch van het steunvlak 42 afgepakt, waarna het steunvlak 42 door het gereedschap 41 heen weer naar zijn in fig. 7 getoonde uitgangsstand wordt gebracht en de ver-pakkingsaanbrengcyclus is voltooid.

Het spreekt vanzelf, dat er binnen het kader van de uitvinding als neergelegd in de bijgaande conclusies nog vele wijzigingen en varianten mogelijk zijn. Zo hoeven de zijwand-panelen niet alle of paarsgewijs identiek te zijn, terwijl ook andere vormen als gelijkbenige trapezia mogelijk zijn, zoals bijvoorbeeld rechthoeken. Verder kunnen de boven- en onderranden in plaats van recht horizontaal, bijvoorbeeld uit esthetisch oogpunt, elke gewenste vorm hebben. Gesproken is over een in opwaartse richting wijder wordende of rechte verpakking. Door een geschikt gebruik van insnijdingen zoals bijvoorbeeld getoond in de figuren 5 en 6, en een zekere elasticiteit van het verpakkingsmateriaal is ook een in opwaartse richting toelopende vorm te realiseren. In geval de verpakking in opwaartse richting wijder wordt, zal in vele gevallen kunnen worden afgezien van het aanbrengen van insnijdingen. In een dergelijk geval zal het bovenrandgebied van een gereedschap voor het aanbrengen van een dergelijke verpakking geen extra uitgebogen vorm hebben, maar een vorm overeenkomend met die van de uitgeklapte verpakking. De middelen voor het vastzetten van een verpakking in het gereedschap zijn omschreven als een onderdrukbron die middels boringen in het dubbelwandige gereedschap een zuigwerking op de verpakking kan uitoefenen. Uiteraard kunnen voor het verkrijgen van het gewenste vasthoudeffect ook andere geschikte middelen worden gebruikt, waarbij bijvoorbeeld gedacht kan worden aan middelen om de verpakking elektrostatisch aan te trekken. In het voorgaande is gesproken over rechthoekige en ronde bakvormige houders. Het zal duidelijk zijn, dat de uitvinding ook toepasbaar is bij anders gevormde houders, bijvoorbeeld bij houders met drie of meer dan vier hoeken dan wel met een ovale vorm.

Claims (17)

1. Verpakking aan te brengen op en om een van een flens-rand voorziene bakvormige houder voor in het bijzonder het opnemen van planten en bloemen, welke verpakking is vervaardigd uit een materiaal met verende eigenschappen en een eigen stijfheid en bestaande uit een kokerelement, dat een omtreks-vlak gevormd door onderling door vouwlijnen verbonden panelen heeft en althans aan een, een onderrand vormend uiteinde open is uitgevoerd in welk uiteindegebied borgmiddelen in de vorm van ten minste een plaatselijke uitsparing voor het doorlaten van een deel van de flensrand aanwezig zijn, een en ander zodanig, dat bij een op de houder geplaatste verpakking de door een uitsparing reikende delen van de flensrand althans in het gebied rond die uitsparing tot voorbij de buitenomtrek van de verpakking uitsteken, met het kenmerk, dat het kokerelement is samengesteld uit ten minste drie zijwandpanelen die over althans een deel van hun hoogte uitgaande van de onderrand paarsgewijs zijn verbonden door hoekpanelen en althans elk hoekpaneel is voorzien van een plaatselijke uitsparing, waarbij van drie in omtreksrichting van het kokerelement gezien elkaar opvolgende, zich in hoogterichting van het kokerelement uitstrekkende vouwlijnen tussen zijwand- en hoekpanelen er ten minste twee niet evenwijdig lopen.

2. Verpakking volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de hoekpanelen een trapeziumvorm hebben.

3. Verpakking volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de zijwand- en de hoekpanelen een trapeziumvorm hebben.

4. Verpakking volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat elk trapeziumvormig paneel de vorm van een gelijkbenig trapezium heeft.

5. Verpakking volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat gezien in de richting van het open uiteinde de zijwand-panelen een versmallende en de hoekpanelen een verwijdende trapeziumvorm hebben.

6. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de zijwandpanelen een driehoekvorm hebben.

7. Verpakking volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat twee hoekpunten van de driehoekvorm aan de onderrand zijn gesitueerd en het derde hoekpunt aan een tegenover de onderrand gelegen bovenrand van het kokerelement.

8. Verpakking volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat elk driehoekig paneel de vorm van een gelijkbenige driehoek heeft.

9. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat alle hoekpanelen identiek zijn.

10. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat uitgaande van een tegenover de onderrand gelegen bovenrand van het kokerelement nabij de hoekpunten een aantal insnijdingen is aangebracht, een en ander zodanig, dat het kokerelement naar buiten toe uitbuigbare bovenrandgebieden heeft en aldaar tijdelijk een trechtervormige configuratie kan aannemen.

11. Verpakking volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat een insnijding een vouwlijn volgt.

12. Verpakking volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat een insnijding in een hoekpaneel is aangebracht.

13. Gereedschap voor het aanbrengen van een verpakking volgens een der voorgaande conclusies, voorzien van een aan ten minste een uiteinde open, kokervormige mal voorzien van een aantal wanddelen overeenkomend met het aantal zijwand-panelen van de aan te brengen verpakking en zodanig gedimensioneerd, dat de zijwandpanelen van een zich in zijn aan-brengstand bevindende verpakking althans deels kunnen aanliggen tegen de binnenoppervlakken van de wanddelen, waarbij middelen aanwezig zijn voor het tot stand brengen, in stand houden en weer opheffen van bedoeld aanliggen.

14. Gereedschap volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat bedoeld aanliggen door onderdrukmiddelen wordt verzorgd.

15. Gereedschap volgens conclusie 13 of 14, met het kenmerk, dat de kokervormige mal bij zijn ene open uiteinde een vrije doorlaat heeft die is afgestemd op de configuratie van de onderrand van een zich in zijn aanbrengstand bevindende verpakking en bij zijn andere open uiteinde een trechtervormig uitlopende configuratie, waarbij althans in het gebied van de trechtervormig uitlopende configuratie bedoelde middelen voor het tot stand brengen, in stand houden en weer opheffen van bedoeld aanliggen aanwezig zijn.

16. Werkwijze voor het aanbrengen van een verpakking volgens een der conclusies 1-12 onder gebruikmaking van een gereedschap volgens een der conclusies 13-15 op een van een flensrand voorziene houder, omvattende het in het gereedschap in aanliggend contact, dat wil zeggen in een aanbrengstand brengen van een verpakking, het plaatsen van een bakvormige houder op een zich in lijn boven het samenstel van gereedschap en verpakking bevindend steunvlak, het in het samenstel brengen van de bakvormige houder door het ten opzichte van elkaar verplaatsen van steunvlak en samenstel tot delen van de flensrand in en door de plaatselijke uitsparingen van de verpakking reiken en het vervolgens uit het gereedschap brengen van de bakvormige houder met daarop vastgezette verpakking door het ten opzichte van elkaar verplaatsen van steunvlak en gereedschap.

17. Werkwijze volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat na het in het gereedschap in de aanbrengstand brengen van de verpakking het steunvlak door het samenstel van gereedschap en verpakking omhoog wordt verplaatst tot in een stand boven het samenstel, vervolgens een bakvormige houder op het steunvlak wordt geplaatst, het samenstel omhoog om de bakvormige houder wordt geschoven tot de verpakking op de bakvormige houder is vastgezet, het gereedschap tot onder het steunvlak wordt verplaatst, de bakvormige houder met daarop vastgezette verpakking wordt verwijderd van het steunvlak en dit laatste weer omlaag tot onder het gereedschap wordt verplaatst.