NL8900666A - Verpakking voor vloeistoffen. - Google Patents

Description

Verpakking voor vloeistoffen.

De uitvinding heeft betrekking op een verpakking voor vloeistoffen, met een vloeistofdichte, vormvaste houder die nabij zijn bodem is voorzien van een afsluitbare uit-stroomklep.

Een bekende verpakking van dit type bestaat uit een kartonnen doos, binnen welke een flexibele, vloeistofdichte kunststof zak is aangebracht. De kunststof zak bezit een uitstroomtuit, die zich door de wand van de kartonnen doos uitstrekt en die de afsluitbare uitstroomklep vormt.

Een dergelijke verpakking is geschikt voor het opnemen van diverse produkten. Hierbij kan worden gedacht aan dranken, zoals wijn, of aan huishoudelijke produkten, zoals vloeibaar wasmiddel of wasverzachter. Deze verpakking vindt steeds meer toepassingen, aangezien deze milieuvriendelijker is en een groter gebruiksgemak bezit dan de gebruikelijke kunststof verpakkingen .

Deze bekende verpakking bezit echter als nadeel, dat de uitstroomklep zich telkens nabij de bodem van de vormvaste houder en dus dicht bij een ondersteunend vlak bevindt. Hierdoor is het niet of nauwelijks mogelijk om onder deze uitstroomklep een beker, glas of dergelijke te plaatsen voor het opnemen van een vloeistofhoeveelheid. Teneinde dit te kunnen bereiken moet de verpakking worden opgetild of op de rand van een verhoging worden geplaatst, waarbij de uitstroomklep voorbij deze rand uitsteekt.

De uitvinding beoogt een verpakking van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, waarbij dit nadeel op eenvoudige, doch niettemin doeltreffende wijze is opgeheven.

Hiertoe bezit de verpakking volgens de uitvinding het kenmerk, dat de vormvaste houder in hoogterichting verschuifbaar is opgenomen in een hulsvormige buitenhouder, die is voorzien van organen voor het in een bepaalde stand ten opzichte daarvan fixeren van de vormvaste houder en die een uitsparing bezit voor het opnemen van de uitstroomklep van de houder.

De vormvaste houder kan thans ten opzichte van de hulsvormige buitenhouder op een hoger niveau worden gebracht ten opzichte van het ondersteunende vlak. In deze stand bevindt de uitstroomklep zich eveneens op een grotere afstand van het ondersteunende vlak en is het mogelijk om onder deze uitstroomklep een beker, glas of dergelijke te plaatsen en hierin vloeistof te schenken door het openen van de uitstroomklep. In de neergelaten stand van de houder bezit de verpakking afmetingen, die verwaarloosbaar groter zijn dan de afmetingen van de vormvaste houder.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de verpakking volgens de uitvinding worden de fixeerorganen gevormd door ten minste één uit de wand van de hulsvormige buitenhouder naar binnen vouwbaar materiaaldeel. Wanneer de vormvaste houder ten opzichte van de buitenhouder omhoog is geschoven wordt onder de bodem van de houder het materiaaldeel naar binnen gevouwen. De bodem van de houder kan thans op dit naar binnen gevouwen materiaaldeel rusten, zodat een benedenwaartse verplaatsing van de houder wordt tegengegaan.

Verder is het van voordeel, wanneer het naar binnen vouwbare materiaaldeel tijdens het naar binnen vouwen een dode stand passeert. Op deze wijze wordt voorkomen, dat het materiaaldeel onbedoeld terug kan bewegen naar de uitgangspositie.

Wanneer de houder in doorsnede een rechthoekige vorm bezit, is het mogelijk, dat het naar binnen vouwbare materiaaldeel ter plaatse van een vertikale ribbe van de buitenhouder is aangebracht en bestaat uit twee ter plaatse van deze ribbe met een van hun zijden op elkaar aansluitende driehoekige gebieden, waarvan telkens de bovenste zijde bestaat uit een materiaaldoorsnijding, terwijl telkens de onderste zijde een vouwlijn omvat.

Een aldus gevormd materiaaldeel bezit in de uitgangspositie een stabiele stand, terwijl in de naar binnen gevouwen positie eveneens een zeer stabiele stand en een stevige ondersteuning van de vormvaste houder wordt verkregen.

Overeenkomstig een andere uitvoeringsvorm van de verpakking volgens de uitvinding is het gunstig, wanneer de buitenhouder vier, elk op een andere vertikale ribbe aangebrachte, naar binnen vouwbare materiaaldelen bezit. Bij een aldus gevormde verpakking wordt ook een zware vormvaste houder op betrouwbare wijze gefixeerd.

Het is verder mogelijk, dat de uitsparing een zodanige afmeting bezit, dat de uitstroomklep in de hoogste stand van de vormvaste houder ten opzichte van de buitenhouder aanligt tegen de bovenste rand van de uitsparing. Bij een dergelijke uitvoeringsvorm wordt de verpakking tevens gefixeerd met betrekking tot een beweging in de tegengestelde richting.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een buitenhouder voor toepassing bij een verpakking volgens de uitvinding. Hierbij is het mogelijk, dat de uitsparing is opgevuld door een via scheurperforaties of dergelijke verwijderbare materiaalstrook.

De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld van de verpakking volgens de uitvinding is weergegeven.

Fig. 1 toont een uitvoeringsvorm van een verpakking volgens de uitvinding in een eerste stand;

Fig. 2 toont de verpakking uit fig. 1 in een tweede stand, en fig. 3 toont een detail van fig. 2 op grotere schaal.

De in fig. 1 weergegeven verpakking voor vloeistoffen of dergelijke bezit een vloeistofdichte, vormvaste houder 1. Deze houder 1 bestaat bijvoorbeeld uit een kartonnen omhulling, die aan de binnenzijde is voorzien van een vloeistofdichte kunststof zak. Deze, niet getoonde, kunststof zak kan hierbij aan de binnenwand van de kartonnen omhulling zijn gehecht, doch het is tevens mogelijk dat de kunststof zak los in de kartonnen omhulling is aangebracht.

In de buurt van zijn bodem is de houder 1 voorzien van een afsluitbare uitstroomklep 2, waarvoor elk bekend type kraan of dergelijke kan worden toegepast. Met behulp van deze uitstroomklep 2 kan vloeistof uit de houder 1 worden afgetapt. Hierbij wordt opgemerkt, dat de uitstroomklep 2 zich, voorafgaande aan het eerste gebruik, in een speciaal hiervoor gevormde uitsparing van de houder 1 kan bevinden en voor het gebruik op de betreffende plaats, nabij de bodem, in de wand van de houder 1 kan worden aangebracht. De verbinding met de eventueel aanwezige kunststof zak wordt hierbij op enige bekende wijze tot stand gebracht. Een aldus gevormde verpakking bezit voorafgaande aan het eerste gebruik een compacte vorm waarbij generlei uitstekende delen aanwezig zijn.

Aan de bovenzijde van de houder 1 is verder een handvat 3 aangebracht teneinde de gehele verpakking op eenvoudige wijze te kunnen dragen.

De verpakking bezit verder een hulsvormige buitenhouder 4. Deze buitenhouder 4 is voorzien van fixeerorganen 5 met een later nader te beschrijven functie. Zoals duidelijk zichtbaar is in fig. 1 is de hoogte-afmeting van de buitenhouder 4 in de getoonde uitvoeringsvorm gelijk aan de hoogte-afmeting van de vormvaste houder 1. Derhalve bezit de verpakking in de in fig. 1 getoonde stand afmetingen, die nagenoeg gelijk zijn aan de afmetingen van de vormvaste houder 1. Tevens blijkt, dat de vorm van de buitenhouder 4 is aangepast aan de rechthoekige vorm van de vormvaste houder 1, zodat de buitenhouder 4 deze vormvaste houder 1 overal nauwsluitend omhult. Hierdoor wordt bewerkstelligd dat de buitenhouder en houder zonder extra hulpmiddelen onder normale omstandigheden niet ten opzichte van elkaar verschuiven.

De fixeerorganen 5 bestaan uit naar binnen vouw-bare materiaaldelen, welke telkens worden gevormd door ter plaatse van een vertikale ribbe 6 van de buitenhouder 4 op elkaar aansluitende driehoekige gebieden 7. De bovenste zijde van elk driehoekig gebied 7 bestaat uit een materiaaldoor— snijding 8, terwijl de onderste zijde een vouwlijn 9 omvat.

Tenslotte blijkt uit fig. 1, dat de buitenhouder 4 is voorzien van een uitsparing 10, die bedoeld is voor het opnemen van de uitstroomklep 2 van de houder 1. Het is mogelijk, dat een gebruiker deze uitsparing zelf vormt, doordat corresponderende scheurperforaties in de buitenhouder zijn aangebracht ter verwijdering van een materiaalstrook.

Fig. 2 toont de stand, waarin de houder 1 ten opzichte van de buitenhouder 4 in bovenwaartse richting is verschoven. De onderrand 11 van de houder 1 is hierbij zo ver omhoog bewogen, dat het mogelijk is om de fixeerorganen 5 naar binnen te vouwen, waardoor een omlaag bewegen van de houder 1 ten opzichte van de buitenhouder 4 wordt verhinderd.

In de in fig. 2 getoonde stand bevindt de uit-stroomklep 2 zich op enige afstand van het, niet getoonde, ondersteunende vlak van de verpakking. Hierdoor is het mogelijk om onder deze uitstroomklep 2 een beker, glas of dergelijke te plaatsen om uit de uitstroomklep 2 stromende vloeistof op te vangen. Hierbij verschaft de uitsparing 10 eveneens op gunstige wijze ruimte voor het onder de uitstroomklep 2 plaatsen van een dergelijk glas of beker. In de hier beschreven uitvoeringsvorm geldt verder, dat de uitstroomklep 2 in de in fig. 2 getoonde stand nagenoeg aanligt tegen de bovenste begrenzingsrand van de uitsparing 10. Hierdoor wordt de onderlinge stand tussen de houder 1 en de buitenhouder 4, in combinatie met de fixeerorganen 5, volledig vastgelegd.

De werking van de fixeerorganen 5 wordt duidelijk uit de op grotere schaal weergegeven fig. 3. Hierin zijn opnieuw de houder 1 alsmede de buitenhouder 4 zichtbaar. De onderrand 11 van de houder 1 bevindt zich op een zodanige hoogte, dat het mogelijk is om de driehoekige gebieden 7 van de fixeerorganen 5 binnenwaarts te vouwen. Tijdens dit binnenwaarts vouwen van deze driehoekige gebieden 7 passeert het fixeerorgaan 5 een dode stand, zodat de verkregen, naar binnen gevouwen positie stabiel is.

Naast de vouwlijnen 9 bezit het fixeerorgaan 5 tevens een vouwlijn 12, die in de uitgangspositie deel uitmaakt van de ribbe 6 van de buitenhouder 4.

De materiaaldoorsnijding 8 heeft geleid tot de bovenranden 13 van de driehoekige gebieden 7. Deze bovenranden 13 vormen de feitelijke ondersteuning voor de bodem en onderrand 11 van de houder 1.

In de getoonde uitvoeringsvorm bezit de buitenhouder 4 vier fixeerorganen 5 ter plaatse van de verticale ribben 6. Vanzelfsprekend is het mogelijk om een ander aantal fixeerorganen 5 toe te passen. Dit kan mede afhankelijk zijn van de vorm van de houder 1 en de buitenhouder 4. Tevens bestaat de mogelijkheid, dat er fixeerorganen zijn aangebracht op verschillende hoogtes, zodat de houder 1 ten opzichte van de buitenhouder 4 op verschillende hoogtes kan worden gefixeerd.

Het activeren van de fixeerorganen 5 is uitermate eenvoudig. Nadat de houder 1 omhoog is bewogen behoeft slechts een lichte druk op de materiaaldelen te worden uitgeoefend, totdat deze de dode stand hebben gepasseerd, waarna de driehoekige gebieden 7 automatisch de fixeerstand innemen. Het desactiveren van de fixeerorganen 5 geschiedt eveneens uitermate eenvoudig door een tegengesteld gerichte drukkracht uit te oefenen op de driehoekige gebieden 7. Na het passeren van de dode stand nemen deze dan opnieuw automatisch de uitgangspositie in, waarna de houder 1 weer omlaag kan worden geschoven ten opzichte van de buitenhouder 4.

Naast de in het voorgaande getoonde vormgeving van de fixeerorganen 5 zijn tal van andere uitvoeringsvormen denkbaar. Het is bijvoorbeeld mogelijk, dat uitgaande van een ribbe vier, paarsgewijs op elkaar aansluitende en evenwijdige materiaaldoorsnijdingen zijn aangebracht, waardoor twee rechthoekige gebieden worden verkregen, die eveneens na het passeren van een dode stand naar binnen vouwbaar zijn.

Naast de reeds in het voorgaande genoemde voordelen van de verpakking bezit deze het voordeel, dat de combinatie buitenhouder-houder zowel als transportverpakking alsmede als consumentenverpakking fungeert. De houder kan hierbij op de gebruikelijke wijze zijn voorzien van produktinformatie, terwijl de buitenhouder een de verkoop stimulerende opdruk kan bezitten.

De uitvinding is niet beperkt tot de in het voorgaande beschreven uitvoeringsvorm, die binnen het kader der uitvinding op velerlei wijze kan worden gevarieerd.

Claims (10)

1. Verpakking voor vloeistoffen, met een vloeistofdichte, vormvaste houder die nabij zijn bodem is voorzien van een afsluitbare uitstroomklep, met het kenmerk, dat de vormvaste houder (1) in hoogterichting verschuifbaar is opgenomen in een hulsvormige buitenhouder (4), die is voorzien van organen (5) voor het in een bepaalde stand ten opzichte daarvan fixeren van de vormvaste houder (1) en die een uitsparing (10) bezit voor het opnemen van de uitstroomklep (2) van de houder (1).

2. Verpakking volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de fixeerorganen (5) worden gevormd door ten minste één uit de wand van de hulsvormige buitenhouder (4) naar binnen vouwbaar materiaaldeel (7, 7).

3. Verpakking volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het naar binnen vouwbare materiaaldeel (7, 7) tijdens het naar binnen vouwen een dode stand passeert .

4. Verpakking volgens conclusie 2 of 3, waarbij de houder in doorsnede een rechthoekige vorm bezit, met het kenmerk, dat het naar binnen vouwbare materiaal-deel (7, 7) ter plaatse van een vertikale ribbe (6) van de buitenhouder (4) is aangebracht en bestaat uit twee ter plaatse van deze ribbe (6) met een van hun zijden (12) op elkaar aansluitende driehoekige gebieden (7), waarvan telkens de bovenste zijde bestaat uit een materiaaldoorsnijding (8), terwijl telkens de onderste zijde een vouwlijn (9) omvat.

5. Verpakking volgens conclusie 4, met het het kenmerk, dat de buitenhouder (4) vier, elk op een andere vertikale ribbe (6) aangebrachte, naar binnen vouwbare materiaaldelen (7, 7) bezit.

6. Verpakking volgens één der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de buitenhouder (4) is voorzien van een aantal, op verschillende hoogtes aangebrachte, fixeerorganen (5).

7. Verpakking volgens één der conclusies 1-6, met het kenmerk, dat de uitsparing (10) een zodanige af- meting bezit, dat de uitstroomklep (2) in de hoogste stand van de vormvaste houder (1) ten opzichte van de buitenhouder (4) aanligt tegen de bovenste rand van de uitsparing (10).

8. Verpakking volgens één der conclusies 1-7, met het k e n m e r k, dat de hoogte-afmeting van de buitenhouder (4) ten hoogste gelijk is aan de hoogte-afmeting van de vormvaste houder (1).

9. Buitenhouder voor toepassing bij een verpakking volgens één der voorgaande conclusies.

10. Buitenhouder volgens conclusie 9, m e t het kenmerk, dat de uitsparing (10) is opgevuld door een via scheurperforaties of dergelijke verwijderbare materiaal-strook.