NL9302255A - Opvouwbare tent. - Google Patents

Description

OPVOUWBARE TENT

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een tent, omvattende een tentdoek en een frame dat gevormd wordt door zich in opgezette toestand in een vertikaal vlak uitstrekkende poortconstructies en zich hoofdzakelijk loodrecht op de poortconstructies uitstrekkende, in opgezette toestand horizontale stangen, waarbij de poortoon-structies binnen het vertikale vlak schamierbaar zijn.

Een dergelijke tent is bekend uit de Britse octrooiaanvrage 2200152.

Deze tent omvat een frame dat weliswaar opvouwbaar is, doch dat in de opgevouwen toestand aanzienlijke afmetingen heeft. Uiteraard is het weliswaar mogelijk de tent zodanige afmetingen te geven, dat deze ook in opgevouwen toestand beperkte afmetingen heeft, doch dan wordt het toepassingsgebied van de tent aanzienlijk beperkt.

Het doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een tent die, ook wanneer de tent aanzienlijke afmetingen heeft, tot een zodanig kleine eenheid kan worden opgevouwen, dat deze gemakkelijk getransporteerd kan worden. Hierbij zij opgemerkt dat de tent in eerste instantie bedoeld is voor toepassing bij werkzaamheden, bijvoorbeeld grondwerken, installatiewerken of in de bouwnijverheid, die bij voorkeur droog moeten worden uitgevoerd. Aldus zal de tent aanzienlijke afmetingen moeten hebben om in een dergelijke situatie toepasbaar te zijn. Hierbij zij opgemerkt dat een dergelijke tent dus tenminste stahoogte moet hebben.

Dit doel wordt bereikt, doordat de poortconstructies schuifbaar zijn op de horizontale stangen.

Als gevolg van deze maatregel is de tent niet alleen opvouwbaar in de eerste richting, namelijk in het vlak van de poortconstructies, doch eveneens opvouwbaar, of tenminste opschuifbaar in een zich loodrecht daarop uitstrekkende richting.

Dit betekent dat een tent met grotere afmetingen, zoals dit toepasbaar is bij bouwwerkzaamheden, ook kan worden samengevouwen tot een transporteerbare eenheid.

Een andere eis is dat een dergelijke tent snel kan worden opgezet en kan worden afgebroken. Hierbij zij opgemerkt dat het als gevolg van bijvoorbeeld snel veranderende weersomstandigheden noodzakelijk kan zijn om de tent snel op te zetten, bijvoorbeeld bij het verrichten van werkzaamheden aan materiaal dat tegen vocht beschermd moet worden.

Hiertoe voorziet de uitvinding in het feit dat de poortconstructies elk door stijlen worden gevormd die in de nok scharnierbaar met elkaar verbonden zijn, en die elk één scharnier omvatten. Deze maatregel draagt er zorg voor dat de tent in een zo kort mogelijke tijd kan worden opgezet, of kan worden afgebroken.

Verder wordt er op gewezen dat volgens een aantrekkelijke voorkeursuitvoeringsvorm het tentdoek vast met het frame verbonden is.

De hier geschetste tent maakt een dergelijke constructie mogelijk, waarbij het feit dat het tentdoek vast met het frame verbonden is een extra factor is die het snel opzetten en het snel afbreken van de tent bevordert.

Vervolgens zal de onderhavige uitvinding worden toegelicht aan de hand van bijgaande tekeningen, waarin voorstellen: figuur 1: een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht van een tent volgens de uitvinding; figuur 2: een perspectivisch aanzicht van een in de eerste dimensie samengevouwen tent volgens de onderhavige uitvinding; figuur 3: een perspectivisch aanzicht van de bij het opvouwen van de tent vrijkomende stangen; figuur 4: een perspectivisch aanzicht van tent volgens de onderhavige uitvinding, nadat de tent tot het minimale volume is opgevouwen; figuur 5: een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht van een tent volgens de uitvinding tijdens het op een alternatieve wijze opvouwen ervan.

figuur 6: een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch detailaanzicht volgens de pijl VI in figuur 1; figuur 7: een gedeeltelijk weggebroken detailaan-zichtvolgens de pijl VII in figuur 1; figuur 8: een detailaanzicht volgens de pijl VIII in figuur 1? figuur 9: een detailaanzicht van een scharnier volgens pijl IX in figuur 4? figuur 10: een detailaanzicht van een verbindingscon-structie tussen twee elementen van de verbindingsstaven volgens de pijl X in figuur 1; en figuur 11: een perspectivisch aanzicht van een alternatieve constructie voor de in figuur 6 afgebeelde constructie.

In figuur 1 is een tent 1 volgens de onderhavige uitvinding afgeheeld. De tent 1 wordt gevormd door een frame 2 en tentdoek 3. Het frame 2 omvat in essentie vier poortconstructies 4,5,6,7 die onderling worden verbonden door zich horizontaal uitstrekkende stangen 8,9,10. De poortconstructies 4,5,6,7 zijn elk geleidbaar aangebracht op elk van de horizontale stangen 8,9,10. In de in figuur 1 afgebeelde situatie is de tent uitgezet.

Volgens het getoonde uitvoeringsvoorbeeld heeft de tent een hoogte van circa 2,5 m, een breedte van 4 m en een lengte van 5 m. In opgevouwen toestand heeft de tent een hoogte van 1,85 m, en een lengte en breedte van 0,6 m.

De tent kan worden opgevouwen door het ontgrendelen van de fixatie van de buitenste poortconstructie 4 ten opzichte van de horizontale stangen 8,9,10. Vervolgens kan de poortconstructie 4 in de richting van de poortconstructie 7 worden geduwd, waarbij de poortconstructies 5,6 worden meegenomen, evenals het tentdoek. Het tentdoek is aan de poortconstructies bevestigd.

Hierbij wordt het tentdoek als het ware samengevouwen.

Hierbij zij opgemerkt dat voor het fixeren van de tent op de bodem van de onderzijde van elk van de poort-constructies 4,5,6,7 bevestigingsplaten 11 zijn aangebracht, waarin gaten 12 zijn aangebracht, waardoorheen haringen 13 kunnen worden gestoken.

Wanneer de tent volledig is samengevouwen in de richting parallel aan de stangen 8,9,10, kunnen de stangen 8,9,10 worden uitgenomen, waarbij uiteraard de vergrendeling van de stangen 8,9,10 ten opzichte van de uiterste poortconstructie 7 moet worden losgemaakt. Dan wordt de situatie verkregen die in figuur 2 is afgebeeld.

In figuur 3 zijn de dan losse stangen 8,9,10 afgebeeld die, zoals in figuur 3 getoond is, elk gevormd worden door twee stangdelen 14,15. Uiteraard is het mogelijk elke stang 8,9,10 uiteen te laten vallen in een groter aantal stangelementen.

Ten slotte kunnen de poortconstructies 4,5,6 samen worden gevouwen, waarbij de situatie wordt verkregen die afgebeeld is in figuur 4. Dan is de tent tot een zodanig klein volume samengevouwen, dat deze gemakkelijk kan worden getransporteerd.

In figuur 1 is verder getoond, hoe elk van de poortconstructies 4,5,6,7 gevormd wordt door twee stijlen 16,17 die aan hun bovenzijde verbonden zijn door een topschar-nierconstructie 18, terwijl de stijl 16 verdeeld is in een onderste lid 19 en een bovenste lid 18 die door een scharnier 21 onderling zijn verbonden.

Op overeenkomstige wijze is de stijl 17 verdeeld in een onderste lid 22 dat door een scharnier 23 met een bovenste lid 24 is verbonden.

Wanneer de tent, zoals veelal het geval zal zijn, stahoogte heeft, is het lastig de opvouwmethode toe te passen die in figuur 2 is weergegeven; de nok van de tent is daar immers moeilijk bereikbaar. Volgens een alternatieve methode wordt echter aanvankelijk het onderste lid 19 van elk van de stijlen 16 naar binnen geklapt, en wel aan beide zijden van de tent 1. De dan verkregen situatie is afgebeeld in figuur 5. Vervolgens wordt de tent in axiale richting opgeschoven, waarbij uiteraard ten slotte dezelfde opgevouwen situatie ontstaat als bij de aanvankelijk gevoerde methode die in figuur 4 is af geheeld.

De constructie van een topschamier 18 is afgebeeld in figuur 6. Het eigenlijke topscharnier wordt gevormd door een bus 25 die vast verbonden is met het bovenste lid 24. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een lasnaad 26. Rondom de bus 25 is een geleidebus 27 aangebracht die door een lasverbinding verbonden is met het bovenste lid 20.

Ter versteviging van de verbinding tussen de geleidebus 27 en het bovenste lid 20 zijn vier wangen 28 aangebracht. Om axiale verplaatsing van de geleidebus 27 ten opzichte van de bus 25 te voorkomen, kan de bus 25 zijn voorzien van geleideranden.

Verder wordt opgemerkt dat de stijlen gebogen zijn, waarbij het bovenste lid van de stijlen sterker is gebogen om in de opgevouwen toestand ruimte te bieden aan de onderste leden.

Zoals in figuur 6 getoond is, wordt de stang 9 in het inwendige van de bus 25 gestoken, en kan als gevolg daarvan de scharnierconstructie zich in axiale richting over de stang 9 bewegen.

Voor fixatie van de scharnierconstructie op de stang 9 is deze in zijn inwendige van schroefdraad 29 voorzien, waarbij ter fixatie aan de buitenzijde een bout 30 kan worden ingedraaid.

Hierbij zij opgemerkt dat het evenzeer mogelijk is andere fixatieconstructies toe te passen, bijvoorbeeld een bajonetsluiting of een inrichting, waarmee pen, bijvoorbeeld een splitpen, door alle concentrische bussen 25,27 en de stang 9 kan worden gestoken, waartoe in de desbetreffende lichamen sleuven of openingen zijn aangebracht, en waarbij de pen als fixatiemiddel fungeert.

In figuur 7 is een topscharnier afgebeeld dat onderdeel vormt van een van de in het midden aangebrachte poortconstructies 5,6. De constructie hiervan komt geheel overeen met de constructie van de topscharnieren van de poortconstructies van beide aan de einden gelegen poort-constructies, doch de fixatiemiddelen ontbreken.

In figuur 8 is de constructie getoond, waarmee de horizontale stangen 8,10 glijdbaar bevestigd zijn aan de poortconstructies.

Hierbij is een onderste lid 19 van stijl 16 getoond, waaraan een zich horizontaal uitstrekkende bus 31 is bevestigd. De bus 31 is aan het onderste lid 19 bevestigd door middel van wangen 32,33, waarbij fixatie plaatsvindt door middel van lassen.

De inwendige diameter van de bus 31 is zodanig gekozen, dat de stang 8 gemakkelijk door de bus 31 kan glijden.

Deze constructie wordt ook toegepast bij een aan het einde gelegen poortconstructie, waarbij echter fixatiemiddelen worden toegepast die overeen kunnen komen met de fixatiemiddelen die toegepast worden bij het topscharnier.

In figuur 9 is een scharnierconstructie getoond, waarmee een onderste lid 22 van een stijl 17 verbonden is met een onderste lid 22 van deze stijl 17.

Hiertoe is in het profiel van de bovenste stijl 24 een uitsparing 34 aangebracht, waarin een pen 35 bevestigd is die zich uitstrekt tussen beide wangen 36,37 van het desbetreffende profiel, en welke pen 35 zich eveneens uitstrekt door het onderste lid 22. Ter fixatie van het scharnier wordt gebruik gemaakt van een fixatiepen 38. In plaats hiervan is het mogelijk gebruik te maken van andere fixatiemiddelen, bijvoorbeeld haken.

In figuur 10 toont de constructie, hoe beide stangde-len 14,15 van stang 8 met elkaar verbonden zijn. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een schroefdraad 39.

Ten slotte toont figuur 11 een alternatief voor de in figuur 7 getoonde constructie. Hierbij zijn de stijlen niet van rechthoekige profielen vervaardigd, doch worden zij gevormd door buizen. Ook hier is sprake van een bus 25, waaraan het bovenste lid 24 van de stijl 17 gelast is. Het bovenste lid 20 van de andere stijl is aan een bus 27 gelast die in axiale richting op zijn plaats wordt gehouden door ringen 40, waarvan er één vastgelast is op de bus 25 en de andere ring daarop bevestigd is door middel van een schroefverbinding 42.

Het zal duidelijk zijn dat de uitvinding kan worden belichaamd in andere constructies.

Claims (10)

1. Tent, omvattende een tentdoek en een frame dat gevormd wordt door zich in opgezette toestand in een vertikaal vlak uitstrekkende poortconstructies en zich hoofdzakelijk loodrecht op de poortconstructies uitstrekkende, in opgezette toestand horizontale stangen, waarbij de poortconstructies binnen het vertikale vlak scharnier-, baar zijn, met het kenmerk, dat de poortconstructies schuifbaar zijn op de horizontale stangen.

2. Tent volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de poortconstructies elk door stijlen worden gevormd die in de nok scharnierbaar met elkaar verbonden zijn, en die elk een scharnier omvatten.

3. Tent volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de stijlen naar buiten zijn uitgebogen.

4. Tent volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de poortconstructies elk voorzien zijn van zich horizontaal uitstrekkende geleidebussen voor de horizontale stangen.

5. Tent volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat elk van de poortconstructies van drie bussen voorzien is, waarbij een eerste bus geïntegreerd is in het nokschar-nier, en de twee overige bussen aan de stijlen zijn bevestigd.

6. Tent volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de horizontale stangen scheidbaar zijn van de poortconstructies.

7. Tent volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de stangen elk deelbaar zijn.

8. Tent volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de aan de kopeinden van de tent aangebrachte poortconstructies op de stangen fixeerbaar zijn.

9. Tent volgens een van de voorafgaande conclusies, aet het kenmerk, dat het tentdoek vast met het frame verbonden is.

10. Tent volgens een voorafgaande conclusie, met het kenmerk, dat het tentdoek slechts met de poortconstructies is verbonden.