NL8700036A - Steigertent. - Google Patents

Description

m * VO 9003

Titel: Steigertent.____

De uitvinding heeft betrekking op een steigertent.

Steigers, zoals die bijvoorbeeld veelvuldig in de bouw worden toegepast zijn open constructies, waarbij op deze steigers werkzame personen bloot staan aan alle 5 weersomstandigheden, zoals wind en neerslag. Deze weersomstandigheden kunnen van een zodanige aard zijn, dat de werkzaamheden op de steiger vertraagd worden of zelfs tijdelijk gedurende kortere of langere tijd dienen te worden onderbroken. Hierdoor gaan kostbare arbeidsuren 10 verloren en ontstaat bovendien een achterstand in het werkschema. Derhalve bestaat behoefte aan een mogelijkheid om op een steiger werkzame personen, tegen weersinvloeden te beschermen.

De uitvinding beoogt.aan de geschetste behoefte 15 te voldoen.

De uitvinding verschaft hiertoe een steigertent omvattend een op een steiger bevestigbaar frame, dat is voorzien van middelen voor het bevestigen van een tentdoek, dat in de bevestigde toestand tenminste een 20 afdak vormt.

Door toepassing van een dergelijke steigertent worden de werkomstandigheden op een steiger aanzienlijk verbeterd, waardoor het werk op de steiger ook bij minder goede weersomstandigheden ongehinderd voortgang kan 25 vinden.

In het volgende zal de uitvinding nader worden beschreven met verwijzing naar de bijgevoegde tekening van een uitvoeringsvoorbeeld.

Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht van 30 een steiger met een daarop bevestigde steigertent volgens de uitvinding; figuur 2 toont een zijaanzicht van de steigertent : volgens figuur 1; 8700036 * -2- figuur 3 toont een tentdoek voor een tent volgens figuur 1.

In figuur 1 is een bouwsteiger 1 weergegeven die op bekende wijze opgebouwd uit steigerpalen 2, dwarsbuizen 5 3 en plankdragers 4, waarop planken 5 zijn geplaatst, die een loop- en werkvloer vormen. De steigerpalen 2, de dwarsbuizen 3 en de plankdragers 4 hebben zoals in Nederland gebruikelijk een ronde dwarsdoorsnede. De ronde dwarsdoorsnede van de genoemde steigercomponenten 10 is echter niet essentieel voor de toepassing van de steigertent volgens de uitvinding. Zo kan de steigertent volgens de uitvinding ook zonder meer worden toegepast voor steigers waarvan de steigercomponenten een ander profiel, bijvoorbeeld een U- of een kokerprofiel, zoals 15 in West-Duitsland veelal gebruikelijk is, bezitten.

De steigercomponenten van de steiger 1 zijn in het getoonde voorbeeld middels schematisch weergegeven,op zichzelf bekende steigerklemmen 6 zodanig aan elkaar bevestigd, dat een stabiele en veilige steiger ontstaat. Deze steiger 20 1 is op zich een volledig open constructie, waardoor het werken op de door de planken 5 gevormde werkvloer bij bepaalde weersomstandigheden onplezierig is en soms zelfs onmogelijk is, zodat het werk wordt vertraagd of zelfs dient te worden onderbroken. Dit probleem wordt 25 ondervangen door, zoals getoond in figuur 1, op de steiger I een steigertent 11 aan te brengen. De steigertent II omvat een tentdoek 12 dat is bevestigd op een tentframe.

Het tentframe bestaat in het getoonde voorbeeld uit staanders 8 en daarop bevestigde spanten 14. Tussen 30 de vrije uiteinden van de spanten 14 is bij voorkeur een koppelprofiel 15 aangebracht.

Opgemerkt Wordt, dat de term "tentdoek" in dit verband ook ander geschikt materiaal, zoals zeil, kunststof folie, e.d. omvat.

___________ ^ «i -3-

De in figuur 1 getoonde steigertent omvat twee op afstand van elkaar geplaatste staanders, die elk een dakspant dragen. De beide dakspanten zijn in hoofdzaak evenwijdig. Opgemerkt wordt, dat een steigertent vanzelf-5 sprekend meer dan twee staanders met bijbehorende dakspanten kan omvatten.

De staanders 8 zijn bij voorkeur zodanig uitgeVoerd, dat bevestiging van de staanders aan één of meer dwarsbuizen 3 van een steiger met behulp van de gebruikelijke steiger-10 klemmen mogelijk is. De staanders kunnen desgewenst ook langs steigerpalen 2 bevestigbaar zijn.

De staanders 8 kunnen met voordeel uit korte lengte steigerprofiel bestaan, die aan tenminste één uiteinde met een geschikt uitgevoerd dakspant kunnen worden gekoppeld.

15 In het getoonde voorbeeld is elke staander uit twee delen opgebouwd, waardoor het mogelijk wordt de steigerbuis als een compact pakket op te bergen, en waardoor tevens de lengte van de staander op eenvoudige wijze instelbaar kan worden gemaakt.

20 Zoals in de figuren 1 en 2 is te zien omvat in het getoonde uitvoeringsvoorbeeld elke staander een eerste gedeelte 7, dat met voordeel uit een stuk steigerbuis kan zijn vervaardigd, en dat met behulp van een gebruikelijke steigerklem aan één of meer dwarsbuizen 3 van de steiger 25 kan worden bevestigd.

Op het boveneinde van het eerste gedeelte 7 is een tweede staandergedeelte 13 aangebracht, dat eveneens buisvormig kan zijn. Het tweede staandergedeelte 13 kan aan de onderzijde zijn voorzien van een mof, die 30 over het boveneinde van het eerste staandergedeelte 7 valt, of juist van een verjongd gedeelte, dat in het eerste staandergedeelte wordt opgenomen. Als alternatief kan het eerste staandergedeelte aan de bovenzijde van een mof of een verjongd gedeelte zijn voorzien.

8 7 0 f -4- Η Ιη het getoonde voorbeeld heeft het tweede staander-gedeelte 13 een binnendiameter die even groot is als, of iets groter is dan, de buitendiameter van het eerste staandergedeelte 7. Om te voorkomen, dat het tweede 5 staandergedeelte te ver over het eerste staandergedeelte zakt kunnen in het tweede staandergedeelte of op het eerste staandergedeelte één of meer, al dan niet instelbare, aanslagorganen zijn voorzien.

In het getoonde voorbeeld zijn in beide staanderge-10 deelten dwarsboringen 16 aangebracht, die met elkaar i in lijn kunnen worden gebracht en die een fixeerpen 17 kunnen opnemen. De beide staandergedeelten kunnen met voordeel in diverse standen, waarbij de staandergedeelten in meerdere of mindere mate in elkaar zijn geschoven, 15 fixeerbaar zijn, zodat de hoogte van het tentdak naar behoefte ingesteld kan worden.

De bovenzijde van het tweede staandergedeelte 13 is ingericht om met het ene uiteinde van een spant 14 samen te werken. In het getoonde voorbeeld strekt het 20 spant 14 zich onder een hoek van iets meer dan 90° ten opzichte van de staander uit, zodat een enigszins hellen dakvlak ontstaat.

Het spant is bij voorkeur vervaardigd uit een geschikt profiel, bijvoorbeeld een buisprofiel en is aan één 25 uiteinde voorzien van een zich ongeveer dwars op het buisprofiel uitstrekkend verbindingsorgaan 19. Het verbindingsorgaan kan met voordeel een buisstomp zijn, die in gemonteerde toestand in of om het boveneinde van het tweede staanderdeel valt. Eventueel kunnen nog niet 30 getoonde extra bevestigingsmiddelen, zoals bijvoorbeeld klembouten, om het verbindingsorgaan 19 aan de staander te bevestigen zijn voorzien.

Opgemerkt wordt, dat in het getoonde voorbeeld het verbindingsorgaan 19 één geheel vormt met het spant.

P t f[ rt λ v {- ·-'/ β y ν' i- *.- v _______

V

.-5-

Het is echter evenzeer mogelijk een hoekvormig verbindings-orgaan toe te passen, waarvan het ene been in of om de staander valt, en waarvan het andere deel in of om het profiel van het spant valt.

5 Als alternatief kan het spant op één der daartoe bekende wijzen scharnierend met het tweede gedeelte van de staander zijn verbonden, hetzij direkt, hetzij indirekt middels een van een scharnier voorzien hoekvormig verbindingsstuk.

10 In dat geval dienen extra middelen te zijn voorzien om een gewenste hoekstand tussen de staander en het spant te kunnen handhaven. Hiertoe kan bijvoorbeeld gebruik worden gemaakt van een schoor 22, zoals met onderbroken lijnen in figuur 2 getoond.

15 Elk spant is bij voorkeur telescopisch uitgevoerd om de overkapping aan te kunnen passen aan de steiger-breedte en om eventueel tevens een op te metselen muur-gedeelte of dergelijke te overkappen. Hiertoe is een in of om het spantprofiel 14 verschuifbaar spantdeel 20 14' aanwezig, dat met behulp van fixeermiddelen, zoals bijvoorbeeld een vleugelklembout 18, ten opzichte van het spant kan worden vastgezet.

Zoals reeds opgemerkt, zijn de vrije uiteinden van de spanten bij voorkeur verbonden door een koppelbuis 25 15. Een dergelijke koppelbuis draagt bij tot de stabiliteit van de frameconstructie en biedt voorts extra mogelijkheden om het tentdoek 12 vast te zetten. Desgewenst kunnen meerdere koppelbuizen tussen de spanten en/of tussen de staanders worden aangebracht.

30 Figuur 3 toont een tentdoek, dat geschikt is voor een steigertent volgens de uitvinding. Het tentdoek is bij voorkeur vervaardigd van doorzichtige kunststof P *7 f' p: Λ v r v { V V V; ·» · i -6- folie om onnodig lichtverlies te voorkomen. Het tentdoek heeft een rechthoekige vorm met langs twee tegenover elkaar liggende langsranden aangebrachte openingen 21, die kunnen samenwerken met haken of beugels 20 op tenminste 5 de spanten. De randen van de openingen zijn op één der daartoe bekende wijze afgewerkt om uitscheuren te voorkomen.

Langs één der andere randen van het doek zijn extra openingen 23 aangebracht, waarmee het doek aan de koppelbuis 15 kan worden bevestigd, die daartoe eveneens is voorzien 10 van haken of beugels of dergelijke, zoals schematisch aangegeven bij 24.

Het doek kan desgewenst nog zijn voorzien van een vrijhangende rand, die over de koppelbuis 15 hangt, zoals in figuur 3 bij 25 aangegeven.

15 Bij voorkeur strekt het doek 12 zich niet slechts tussen de dakspanten uit, doch tevens deels tussen de staanders, zoals in figuur 1 is te zien. De staanders kunnen in verband hiermee ook van haken of beugels of dergelijke, zoals bij 20 aangegeven, zijn voorzien.

20 De beschreven steigertent is snel en eenvoudig op iedere steiger aan te brengen en waarborgt een goede bescherming tegen wind en/of neerslag. De steigertent is voorts eenvoudig te demonteren en te verplaatsen en kan in gedemonteerde toestand tot een compact pakket 25 worden gebundeld.

Opgemerkt wordt, dat na het voorgaande diverse modificaties voor de deskundige voor de hand liggen. Dergelijke modificaties worden geacht binnen het kader van de uitvinding te vallen.

=r\ Λ v - ^ f\ O/ ,? , ; - \ * ' i · J · . - * . ï , 5 ,

Claims (20)

1. Steigertent omvattend een op een steiger bevestigbaar frame, dat is voorzien van middelen voor het bevestigen van een tentdoek, dat in de bevestigde toestand tenminste een afdak vormt.

2. Steigertent volgens conclusie l,met het kenmerk, dat het frame tenminste twee staanders omvat, die aan een steiger bevestigbaar zijn, en die elk tenminste één vrijdragend met de bijbehorende staander verbonden spant dragen.

3. Steigertent volgens conclusie 2, m e t het kenmerk, dat tenminste de van de staanders afgekeerde uiteinden van tenminste twee naburige spanten door een koppelbuis zijn verbonden.

4. Steigertent volgens conclusie 2 of 3, met 15 het kenmerk, dat elk spant is voorzien van een aantal bevestigingsorganen voor een tentdoek.

5. Steigertent volgens één der conclusies 2 t/m 4, met het kenmerk, dat elke staander is voorzien van bevestigingsorganen voor een tentdoek.

6. Steigertent volgens één der conclusies 3 t/m 5, met het kenmerk, dat tenminste de tussen de vrije uiteinden van de spanten aangebrachte koppelbuis is voorzien van bevestigingsorganen voor een tentdoek.

7. Steigertent volgens één der conclusies 2 t/m 6, 25 met het kenmerk, dat elke staander tenminste deels bestaat uit een lengte steigerbuisprofiel, die middels een steigerklem op een steiger bevestigbaar is.

8. Steigertent volgens één der conclusies 2 t/m 7, 30 met het kenmerk, dat elke staander bestaat uit een eerste staanderdeel en een daarop geplaatst t “ ft r. r· 7 i V 1 V-· v ,· I* > t -8- tweede staanderdeel, waarbij de naar elkaar gekeerde uiteinden van het eerste en tweede staanderdeel in of om elkaar passen.

9. Steigertent volgens conclusie 8, m e t het Skenmerk, dat de eerste en tweede staanderdelen ten opzichte van elkaar telescopisch uitschuifbaar zijn en in verschillende standen vastgezet kunnen worden.

10. Steigertent volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat tenminste één der staander-10 delen is voorzien van een aanslagorgaan voor het andere staanderdeel.

11. Steigertent volgens conclusie 8 of 9, m e t het kenmerk, dat de beide staanderdelen aan de naar elkaar toe gekeerde uiteinden zijn voorzien 15 van één of meer dwarsboringen, die in lijn gebracht kunnen worden en een fixeerpen kunnen opnemen.

12. Steigertent volgens één der conclusies 2 t/m 11, met het kenmerk, dat de lengte van de spanten instelbaar is.

13. Steigertent volgens conclusie 12, m e t het k e n m e r k, dat de spanten telescopisch uitschuifbaar zijn uitgevoerd,

14. Steigertent volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de spanten zijn voorzien 25 van middelen om een ingestelde uitschuifstand te fixeren.

15. Steigertent volgens één der conclusies 2 t/m 14, m et het kenmerk, dat elk spant is voorzien van een verbindingsstuk, dat vormsluitend in of om het boveneinde van een staander valt.

16. Steigertent volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat het verbindingsstuk een hoekvormig orgaan is, waarvan het ene been vormsluitend in of om het boveneinde van een staander valt en waarvan het andere been vormsluitend in of om het uiteinde van een 35 spant past. r. · ‘V < r* *- s - ; . '» ri \ V ^ v -9- ?

17. Steigertent volgens één der conclusies 2 t/m 16, met het kenmerk, dat elk spant scharnierend met een staander is verbonden en dat middelen zijn voorzien om het spant in een gewenste scharnierstand ten opzichte 5 van de staander te fixeren.

18- Steigertent volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat middelen om het spant in een gewenste scharnierstand te fixeren een schuine schoor omvatten.

19. Steigertent volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het tentdoek transparant is.

20. Steigertent volgens één der conclusies 2 t/m 19, met het kenmerk, dat het tentdoek in gemon-15 teerde toestand een voorbij de uiteinden van de spanten vrij afhangende rand heeft. t.....