<Desc/Clms Page number 1>
Steigerafdekking
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een afdekking aan te brengen op een tegen een gevel te plaatsen steiger omvattende bevestigingsmiddelen en daarop aan te brengen doek, waarbij de bevestigingsmiddelen omvatten loodrecht op de gevel aan te brengen dwarsprofielen voorzien van koppelmiddelen, ter bevestiging aan de verticaal gerichte vrije boveneinden van in hoofdzaak verticale steigerbuizen waarbij tussen de dwarsprofielen langsprofielen voor ondersteuning van het doek zijn aangebracht.
Een dergelijke afdekking is bekend uit het Duitse Offenlegungsschrift 2. 637. 298. Bij de daarin beschreven inrichting wordt het doek los om de langsprofielen aangebracht en heeft een verhoudingsgewijs grote lengte in dwarsrichting. Dit betekent enerzijds dat een dergelijke constructie niet geschikt is voor toepassing bij hogere windbelasting en anderzijds dat het aanbrengen van het doek bijzonder gecompliceerd is vanwege het slecht hanteerbaar zijn van een dergelijk doek.
Het doel van de onderhavige uitvinding is deze nadelen te vermijden.
Dit doel wordt bij een hierboven steigerafdekking verwezenlijkt doordat het doek een lengte heeft in hoofdzaak overeenkomend met de langsafstand tussen twee verticale steigerbuizen, dat elk doek van ten minste twee op afstand liggende vast daaraan bevestigde langsprofielen is voorzien, waarbij de afstand tussen de langsprofielen in hoofdzaak overeenkomt met de afstand tussen de steigerbuizen.
Aan de uitvinding ligt het inzicht ten grondslag het doek modulair aan te brengen, waarbij de lengte in dwarsrichting van elk doek overeenkomt met de afstand tussen twee aangrenzende steigerbuizen. Zo wordt het doek beter hanteerbaar. Hantering van het doek en snel aanbrengen daarvan op de steiger wordt bovendien bevorderd doordat de langsprofielen vast bevestigd zijn aan het doek. Daardoor is het slechts noodzakelijk op de bouwplaats de langsprofielen aan de dwarsprofielen te bevestigen waarmee tevens het doek op gewaarborgde wijze aan de constructie verankerd is. Gebleken is, dat op deze wijze aanzienlijk hogere windbelastingen kunnen worden doorstaan. Tijdens praktijkproeven bleek de constructie volgens de onderhavige uitvinding windkrachten tot windkracht 11 zonder problemen te doorstaan.
Hoewel het mogelijk is aangrenzende doeken overlappend aan te brengen, zodat ter plaatse geen lekkage kan ontstaan, zijn volgens een
<Desc/Clms Page number 2>
van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding de dwarsprofielen gootvormig uitgevoerd. Daardoor wordt verzekerd dat bij de scheiding tussen twee doeken geen lekkage naar de bouwplaats ontstaat.
Evenals bij de constructie bekend uit het genoemde Duitse Offenlegungsschrift is het doek volgens de uitvinding in aangebrachte toestand voorzien van een vrij neerhangend einde. Om wegwaaien daarvan te voorkomen en snelle bevestiging daarvan mogelijk te maken, is ook dit einde voorzien van een vast daaraan aangebracht langsprofiel dat kan samenwerken met verbindingsmiddelen ter verbinding met de genoemde steigerbuizen. Daardoor worden de eindbegrenzingen van het doek steeds met behulp van de langsprofielen bevestigd aan de steigerconstructie waardoor bijzonder goede windvastheid verkregen wordt.
De permanente bevestiging van het doek aan de langsprofielen kan alle in de stand der techniek bekende constructies omvatten. Een bijzonder eenvoudige bevestiging bestaat uit het in de langsprofielen aanbrengen van tenminste twee aangrenzende zieh over de gehele lengte van de profielen uitstrekkende groeven, waarvan de doorsnede naar de monding toe afneemt en ingericht voor het opnemen van doek en een of meer staven.
Na het inbrengen van het doek en het plaatsen van de staven zal bij het spannen van het doek de staaf naar de monding worden getrokken en deze blokkeren. Door het aanbrengen van twee evenwijdige groeven is het hetzij mogelijk een doekdeel twee maal te bevestigen hetzij, indien bijvoorbeeld later schade optreedt of bij grote afdekkingen, twee verschillende doekdelen te koppelen zonder dat daartussen lekkage kan optreden.
Om te voorkomen, dat in aangebrachte positie tussen de dwarsprofielen en het doek regen of wind kunnen komen, zijn spanmiddelen bij de vrije uiteinden van het doek aanwezig, die zich door de langsprofielen uitstrekken. Op deze wijzen worden de vrije uiteinden gedwongen uit te monden in de gootvormige ruimte begrensd door de dwarsprofielen.
Volgens een bijzonder eenvoudige uitvoering kunnen de koppelmiddelen omvatten twee met het tussenstuk verbonden pijpvormige delen, waarvan een een zodanige diameter heeft dat deze op de verticaal gerichte boveneinden van de steigerbuizen geplaatst kan worden en het andere pijpvormige deel met een koppelprofiel samenwerkend en in hoogte ten opzichte daarvan verstelbaar is uitgevoerd, welk koppelprofiel aan een dwarsprofiel is bevestigd.
Een dergelijke constructie kan bijzonder eenvoudig eenduidig geplaatst worden en hoogteverstelling is gemakkelijk te verwezenlijken.
Dit in tegenstelling tot de constructie met buisklemmen waarbij bouten
<Desc/Clms Page number 3>
aangehaald dienen te worden en het gevaar van verlies van verschillende delen tijdens de constructie niet denkbeeldig is.
De uitvinding zal hieronder aan de hand van een in de tekening afgebeeld uitvoeringsvoorbeeld nader verduidelijkt worden. Daarbij tonen :
Fig. 1 een gedeeltelijk opengewerkt perspectivisch aanzicht van de steigerafdekking volgens de uitvinding geplaatst tegen een gevel ;
Fig. 2 in perspectivisch onderaanzicht een detail van de constructie volgens fig. 1 ; fig. 3 de bevestiging van het doek aan de langsprofielen ; en fig. 4 schematisch de moduulsgewijze opbouw van de steigerafdekking volgens de uitvinding.
De afdekking volgens de uitvinding is in de figuren met 1 aangegeven. Deze dient aangebracht te worden op een steiger 2 geplaatst tegen een gevel 3. Deze steiger bestaat uit steigerbuizen 4 en 5 waarvan de vrije uiteinden een zodanige afmeting hebben, dat daarin een koppelstuk 8 kan worden opgenomen. Anderzijds is koppelstuk 8 van een opname voorzien voor koppelprofiel 7. Koppelprofiel 7 is voorzien van openingen 17 en door het plaatsen van pen 18 kan verstelling van het koppelprofiel 7 ten opzichte van het koppelstuk 8 worden verkregen. Zoals uit fig. 2 blijkt, is koppelprofiel 7 op zijn beurt via een scharnierpen 19 met dwarsprofiel 6 verbonden.
Dit betekent dat door de hierboven beschreven verstelmogelijkheid de helling van dwarsprofiel 6 ten opzichte van de gevel zodanig gesteld kan worden dat de U-vormige ruimte begrensd door de lijven 11 en basis 20 van het dwarsprofiel uitmondt in goot 21. Dwarsprofiel 6 is van sleuven 22 voorzien, zodat het mogelijk is een aanpassing te voorzien aan een variërende afstand tussen de verticale steigerbuizen 4 en 5.
Op de dwarsprofielen 6 zijn langsprofielen 9 aangebracht. Langsprofielen 9 zijn voorzien van opnames of sleuven 12, die passen in lijven 11 van de dwarsprofielen. Dwarsprofielen 6 zijn bovendien ter plaatse van de opname van dwarsprofielen 9 van dwarssleuven 23 voorzien. Daarin kan een draadeinde 24 dat scharnierend is bevestigd aan het langsprofiel 9 geschoven worden en met behulp van een moer 25 kan de constructie worden gekoppeld. Om in opname van eventuele onnauwkeurigheden te voorzien, zijn nabij het einde van het dwarsprofiel 6, dat bij de goot ligt, verscheidene sleuven 23 aangebracht. Tussen de dwarsprofielen is een doek 10 ge- spannen. Dit is op tweeërlei wijze verwezenlijkt. Ten eerste zijn zich over de gehele lengte van de langsprofielen 9 uitstrekkende sleuven 14 gevormd. Daarbij neemt de doorsnede daarvan naar de monding toe af.
Dit betekent, dat indien na het inbrengen van het doek 10 zijdelings een
<Desc/Clms Page number 4>
staaf 15 wordt ingebracht, bevestiging van doek 10 aan langsprofiel 9 verzekerd is. Door de zeer gelijkmatige krachtopname worden spanningsconcentraties vermeden waardoor de levensduur van het doek wordt vergroot.
Bovendien ontstaan geen kieren tussen de langsprofielen en het doek. Door het aanbrengen van twee groeven 14 is het mogelijk in een dubbele bevestiging te voorzien of verschillende doekdelen 10 te koppelen. De andere bevestiging van het doek aan de langsprofielen vindt plaats nabij flap 26 van het doek. Bij het uiteinde van deze flap is in een opname een kabel 27 gespannen die bij het uiteinde van schroefdraad is voorzien waarop moeren 16 worden bevestigd. Op deze wijze wordt gewaarborgd, dat flap 26 zieh altijd in neerwaartse richting zal uitstrekken. Dit betekent in gemonteerde toestand dat flap 26 om de lijven 11 is geslagen, zodat ook daar geen kiervorming ontstaat tussen de dwarsprofielen en het doek. Een dergelijke bevestiging van het doek aan de langsprofielen vindt bij alle drie in de tekening getoonde langsprofielen plaats.
Het in fig. 1 neerhangende deel van doek 10 wordt bij het vrije uiteinde eveneens begrensd door een langsprofiel. Dit langsprofiel kan met alle in de stand der techniek bekende wijzen aan de verticale steigerbuis bevestigd worden, zoals met behulp van universele steigerbuisklemmen.
De hierboven beschreven verschillende profielen kunnen uit verschillende in de stand der techniek bekende materialen bestaan waarbij de voorkeur wordt gegeven aan het extruderen van aluminiumprofielen. Met de constructie volgens de uitvinding wordt lekkage langs naden op effectieve wijze voorkomen, zodat het mogelijk is het volledige geveloppervlak aan een behandeling te onderwerpen. Door de stabiele bevestiging van het doek ontstaat geen klapperen of voortijdig scheuren terwijl op eenvoudige wijze monteren en demonteren mogelijk is. Bovendien zijn de vrije uiteinden ook na demontage beschermd. Voor het doek kan elke in de stand der techniek bekend materiaal worden gebruikt, zoals polyesterzeil.
In fig. 4 is de moduulsgewijze opbouw volgens de uitvinding getoond.
Daaruit blijkt dat de lengte in dwarsrichting van doek 10 en de. langsprofielen 9 overeenkomt met de afstand tussen de steigerbuizen 4, 4'.
Op deze wijze is het stapsgewijze mogelijk een constructie op te bouwen.
Bovendien blijkt uit fig. 4 dat de langsprofielen 9 bij het vrij neerhangende einde van doek 10 aan de steigerbuizen 4, 4' bevestigd kunnen worden. Door de vaste bevestiging van de langsprofielen 9 aan het doek 10 kan het doek in opgerolde toestand met daarin aangebrachte langsprofielen 9 aan de bouwplaats toegeleverd worden. Vervolgens kan het doek ter
<Desc/Clms Page number 5>
plekke worden uitgerold en bevestigd worden aan de dwarsprofielen 6 resp. de steigerbuizen 4, 4'. Op deze wijze bestaat geen gevaar voor wegwaaien van het doek tijdens de montage terwijl het hanteren aanzienlijk vergemakkelijkt wordt. Op deze wijze wordt eveneens beschadiging van het doek tijdens gebruik vermeden.
Hoewel de uitvinding hierboven aan de hand van een voorkeursuitvoering is beschreven, moet begrepen worden, dat daaraan talrijke wijzigingen kunnen worden aangebracht, zonder buiten het bereik van de onderhavige aanvrage te geraken. Zo is het voor de uitvinding slechts wezenlijk dat een in hoofdzaak horizontale afdekking verwezenlijkt wordt, waarbij het mogelijk is om op eenvoudige wijze tot nabij de overgang tussen gevel en dak te werken. Bovendien is met de bovenstaande constructie een volledig waterdichtzijn gewaarborgd.