NL9302142A - Stelsel voor het toevoeren van bloemen aan een bloemenverwerkingsinrichting. - Google Patents
Stelsel voor het toevoeren van bloemen aan een bloemenverwerkingsinrichting. Download PDFInfo
- Publication number
- NL9302142A NL9302142A NL9302142A NL9302142A NL9302142A NL 9302142 A NL9302142 A NL 9302142A NL 9302142 A NL9302142 A NL 9302142A NL 9302142 A NL9302142 A NL 9302142A NL 9302142 A NL9302142 A NL 9302142A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- flower
- holders
- flowers
- teeth
- holder
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01G—HORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
- A01G5/00—Floral handling
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Sorting Of Articles (AREA)
- Specific Conveyance Elements (AREA)
Description
Korte aanduiding: Stelsel voor het toevoeren van bloemen aan een bloemenverwerkingsinrichting.
De uitvinding heeft betrekking op een stelsel voor het toevoeren vein snijbloemen aan een bloemenverwerkingsinrichting, die is voorzien van in een transportrichting beweegbare opneemorganen voor afzonderlijke snijbloemen.
Het is bekend dat bloemen, bijvoorbeeld rozen, alvorens deze ter veiling kunnen worden aangeboden op kwaliteit, en in het bijzonder op lengte gesorteerd en in bossen gebundeld dienen te worden. Dit geschiedt in het algemeen bij de kwekerijen zelf met daartoe geschikte sorteer- en bundelinrichtingen. Een dergelijke inrichting is bijvoorbeeld beschreven in de Nederlandse octrooiaanvrage nr. 9000731.
Met een dergelijke inrichting kan een groot deel van de verwerking van snijbloemen automatisch plaatsvinden. Veel van de handelingen die plaatsvinden na het snijden van de bloemen in een kwekerij, en vóór de sortering ervan in een sorteerinrichting, geschieden echter nog steeds handmatig. Met name worden de bloemen, na te zijn gesneden, als één grote bos op de arm of in een mand door een medewerker van de kwekerij naar de sorteerinrichting gebracht, om ze daar één voor één met de hand in met een transporteur van de sorteerinrichting verbonden opneemorganen te plaatsen.
Aan de hiervoor beschreven werkwijze kleven een aantal bezwaren. Het voornaamste bezwaar is, dat veel van de handelingen nog handmatig dienen te worden uitgevoerd, wat aanzienlijke arbeidskosten met zich meebrengt. Een ander bezwaar is, dat het herhaaldelijk tot een bos vormen van de bloemen, om de bos vervolgens even later weer uit elkaar te halen tot beschadigingen van de bloemen kan leiden, wat tot een grotere uitval, d.w.z. een geringere produktie of een mindere kwaliteit kan leiden.
De uitvinding beoogt een stelsel voor het toevoeren van bloemen aan een bloemenverwerkingsinrichting te verschaffen, dat voornoemde bezwaren niet heeft en waarin het afhandelingsproces in hoge mate is geautomatiseerd.
Dit oogmerk wordt bereikt door een stelsel voor het aan een bloemenverwerkingsinrichting toevoeren van bloemen, gekenmerkt door kamvormige bloemenhouders, die een lichaam omvatten met zich daarvandaan uitstrekkende tanden, en die zijn ingericht om tijdens het snijden afgesneden bloemstengels tussen de tanden daarvan op te nemen, door overneemmiddelen, die zijn ingericht om de in de daaraan aangeboden bloemenhouders aanwezige bloemen, onder verplaatsing van deze houders, één voor één uit de bloemenhouders te verwijderen onder meeneming ervan, en door volgordebesturingsmiddelen voor het op elkaar afstemmen van de werking van de onderdelen van het stelsel.
Voorkeursuitvoeringsvormen van het stelsel volgens de uitvinding zijn vastgelegd in de afhankelijke conclusies en beschreven in de hiernavolgende uitvoeringsvoorbeelden aan de hand van de bijgaande tekening. Hierin toont:
Fig. 1 op schematische wijze in bovenaanzicht een eerste uitvoeringsvorm van een stelsel volgens de uitvinding;
Fig. 2 op schematische wijze in bovenaanzicht een tweede uitvoeringsvorm van een stelsel volgens de uitvinding;
Fig. 3A een schematisch, perspectivisch aanzicht van een bloemenhouder volgens de uitvinding;
Fig. 3B een schematisch, perspectivisch aanzicht van de van de tanden afgekeerde zijde van het lichaam van de bloemenhouder volgens fig. 3A; en
Fig. 4 in doorsnede een andere uitvoeringsvorm van een bloemenhouder volgens de uitvinding.
In een in fig. l afgeheelde eerste uitvoeringsvoorbeeld van een stelsel volgens de uitvinding beweegt een transporteur 1 van een bekende sorteer- en bundelinrichting 2 zich in de richting van pijl PI. De transporteur 1 is ten behoeve van het transport van door de sorteer- en bundelinrichting 2 te verwerken bloemen 3 voorzien van vorkvormige opnemers 4, die glijdend zijn gemonteerd op een vast met de transporteur 1 verbonden drager 5.
In een doorgeef stat ion 6 van de sorteer- en bundelinrichting 2 worden de te sorteren bloemen 3, hangend in een kamvormige bloemenhouder 7 aan de sorteer- en bundelinrichting 2 aangeboden, alwaar de zich voortbewegende vorkvormige opnemers 4 in het voorbijgaan één voor één de bloemen 3 uit de bloemenhouder 7 nemen. Hiertoe is elke vorkvormige opnemer 4 Uxcgerust met een om een ongeveer verticale as kantelbare opneemkop 8, die een opening heeft welke tijdens de gang door het doorgeef stat ion 6 in de transportrich-ting PI is gericht. De tanden 9 van een aan het doorgeefstation 6 aangeboden bloemenhouder 7 wijzen in hoofdzaak in diezelfde richting. Bij de verplaatsing vóór en na een doorgeefstation 6 is de opening van een opneemkop 8 naar buiten gericht. Het kantelen van een opneemkop 8 bij het naderen van een doorgeefstation 6 wordt in dit uitvoeringsvoorbeeld bewerkstelligd, doordat de opneemkop 8 bij het verplaatsen van de opnemer 4 nabij het doorgeefstation 6 een aanslag 10 treft welke de opneemkop doet omslaan. Bij het verlaten van het doorgeefstation 6 zal de opneemkop 8 onder invloed van bijvoorbeeld de kracht van een (niet weergegeven) veer z'n oorspronkelijke stand weer innemen, terwijl dit bij de gang door het doorgeefstation 6 wordt verhinderd door bijvoorbeeld een (eveneens niet weergegeven) geleiding. Een andere geleiding 11 zorgt er bij het verlaten van het doorgeefstation 6 voor, dat een in een opneemkop 8 meegenomen bloem 3 er niet uit valt als gevolg van de schok van het weer in de oorspronkelijke stand terug springen van de opneemkop 8.
Telkens na het passeren van een opnemer 4 door het doorgeefstation 6 zal een (schematisch weergegeven) overbrengingsinrichting 17 de bloemenhouder 7 over een zekere afstand in langsrichting verplaatsen om een volgende bloem 3, voor opneming door een opneemkop 8 in de baan van de opneemkoppen te plaatsen.
De snelheid waarmee de langs verplaatsing van een bloemenhouder 7 in een doorgeefstation 6 plaatsvindt is gerelateerd aan de snelheid waarmee de opnemers 4 het doorgeefstation 6 passeren, en wel zodanig, dat nadat een bloem 3 uit de bloemenhouder 7 is verwijderd, een volgende bloem 3 in de bloemenhouder, voor opneming door een volgende opnemer 4, in de baan van de opnemers 4 dient te zijn geplaatst, alvorens deze volgende opnemer daar aankomt.
Naast de verplaatsing in langsrichting van bloemenhouders 7 in een doorgeefstation 6 dient de overbrengingsinrichting 17 tevens voor het verwijderen van een bloemenhouder 7 uit een aan het stelsel aangeboden voorraad 18 bloemenhouders, om deze bloemenhouder 7 vervolgens aan het doorgeefstation 6 aan te bieden. Nadat een laatste bloem 3 uit de aan het doorgeefstation 6 aangeboden bloemenhouder 7 is verwijderd wordt de lege bloemenhouder 7 afgevoerd en zal de overbrengingsinrichting 17 een volgende bloemenhouder uit de voorraad 18 nemen.
In het in fig. 1 af geheelde uitvoeringsvoorbeeld van het stelsel volgens de uitvinding volgen de van de opneemkop 8 afgekeerde uiteinden 12 van de zich verplaatsende opnemers 4 een geleidingsspoor 13, dat bij het doorgeef stat ion 6 een afbuiging 14 vertoont. Aan het begin en aan het einde van de afbuiging 14 zijn, gezien in de transportrichting van de transporteur 1, een eerste wissel 15, respectievelijk een tweede wissel 16 opgenomen. Beide wissels 15, 16 worden bestuurd door een (niet weergegeven) besturingsorgaan. Staan de wissels 15, 16 in de geopende stand (in de fig. gestreept weergegeven), dan zullen de uiteinden 12 van de opnemers 4 het rechte geleidingsspoor 13 blijven volgen, terwijl bij gesloten wissels 15, 16 de afbuiging 14 wordt gevolgd. In een geopende stand van de wissels 15, 16 zullen er derhalve door de opnemers 4 die rechtdoor worden geleid geen bloemen 3 uit de bloemenhouder 7 worden meegenomen. Hoewel een afbuiging 14 in het geleidingsspoor 13 niet beslist noodzakelijk is bij een stelsel volgens de uitvinding met slechts één doorgeef stat ion 6, is deze configuratie bijzonder gunstig indien er zich vóór het doorgeef stat ion 6, gezien in de transportrichting van de transporteur 1 één of meer andere doorgeef stat ions op het traject bevinden. Opnemers 4 welke reeds zijn voorzien van een bloem 3 kunnen dan bij de eerste wissel 15 aangekomen rechtdoor worden gestuurd.
Fig. 2 toont op schematische wijze in bovenaanzicht een andere uitvoeringsvorm van een stelsel volgens de uitvinding, bestemd om bloemen 3 vanuit bloemenhouders 7 toe te voeren aan met een transporteur 1' verbonden opnemers 4' van een bekende, niet nader gespecificeerde sorteer- en bundelinrichting 2'. De transporteur 1' wordt door middel van een (niet-weergegeven) aandrijving in de richting van de pijl PI' aangedreven.
Een overbrengingsinrichting 19 dient ook in dit uitvoeringsvoor-beeld weer voor het één voor één verwijderen van bloemenhouders 7 uit een voorraad 20 van tenminste gedeeltelijk met bloemen 3 gevulde bloemenhouders 7. Deze overbrengingsinrichting 19 is hierbij voorzien van een aantal (in dit uitvoeringsvoorbeeld vier) uitschuif bare grijparmen 21, die telkens één bloemenhouder 7 uit de voorraad 20 van bloemenhouders 7 oppakken en deze, in de richting van de pijl P2, volgens een bepaald (hier ovaalvormig) traject verplaatsen en in een stand brengen, wctarxn grijpers 22 van een tussenoverbrenger 23 de in de bloemenhouder 7 aanwezige bloemen 3 kunnen opnemen.
Zijn de bloemenhouders 7 in de voor raad 20 onderling met elkaar gekoppeld, zoals hierna zal worden beschreven, dan dient de overbrengingsinrichting 19, en met name de grijparmen 21 deze koppeling te verbreken, telkens wanneer een grijparm een bloemenhouder 7 oppakt om deze te verplaatsen. De grijparmen 21 zullen daartoe eerst, nadat eenmaal een bloemenhouder 7 in de voorraad 20 is vastgegrepen, een in hoofdzaak rechtlijnige beweging, evenwijdig aan de voorraad 20 uitvoeren, onder meeneming van de betreffende bloemenhouder. Na het loskoppelen van de bloemenhouder 7 uit de voorraad 20 kan een grijparm 21 dan in principe elke willekeurige beweging uitvoeren.
Is een bloemenhouder 7 eenmaal door een grijparm 21 van de overbrengingsinrichting 19 uit de voorraad 20 verwijderd, dan zullen de overige in de voorraad 20 aanwezige bloemenhouders 7 door middel van geschikte ( niet weergegeven ) verplaatsingsmiddelen over een zodanige afstand worden verschoven, dat een volgende bloemenhouder 7 voor het oppakken door een volgende grijparm 21 gereed staat.
Een grijparm 21 van de overbrengingsinrichting 19 is zodanig ingericht, dat wordt voorkomen, bijvoorbeeld door het afsluiten van de ruimten 24 ( fig. 3A ) tussen de tanden 9, dat tijdens het verplaatsen van een opgepakte bloemenhouder 7 de in de bloemenhouder aanwezige bloemen 3 eruit kunnen vallen. Eveneens dient te worden voorkomen, dat de bloemen 3 uit de bloemenhouder 7 vallen welke volgt op de zojuist uit de voorraad 20 verwijderde bloemenhouder. Dit kan bijvoorbeeld geschieden door het tijdelijk plaatsen van tegenhoudmiddelen tegen de bloemstelen van de bloemen 3 in de bloemenhouder 7 die volgt op de voor verwijdering uit de voorraad 20 door een grijparm 21 vastgepakte bloemenhouder.
De tussenoverbrenger 23 omvat in dit uitvoeringsvoorbeeld om een in hoofdzaak verticale as 25, in de richting van de pijl P3 ronddraaiende, aan zich radiaal van de as 25 uitstrekkende, en hiermee verbonden armen 26 bevestigde grijpers 22. Telkens wanneer een grijper 22 een bloem 3 uit een bloemenhouder 7 heeft genomen, wordt de grijparm 21 waarmee de betreffende bloemenhouder 7 wordt vastgehouden zodanig verder uitgeschoven of ingetrokken, dat een volgende grijper 22 een volgende bloem 3 uit de bloemenhouder 7 kan opnemen. Tevens wordt daarbij bij elke verschuiving de afsluiting opgeheven van de ruimte die voor lediging door een grijper 22 wordt voorgeschoven.
Na het opnemen van een bloem 3 uit een bloemenhouder 7 door een grijper 22 wordt deze naar de transporteur 1' verplaatst, alwaar de bloem 3 door een opnemer 4' van de transporteur 1', in samenwerking met een geleiding 27, uit de grijper 22 van de tussenoverbrenger 23 wordt genomen, om vervolgens verder door de sorteer- en bundelinrichting 2' te worden verwerkt.
De in dit uitvoeringsvoorbeeld ongeveer evenwijdig aan de transporteur 1' aangebrachte geleiding 27 is bestemd om te voorkomen, dat het overnemen van een zich in een grijper 22 bevindende bloem 3 door een opnemer 4' van de transporteur 1' mislukt, en de bloem 3 in de grijper 22 blijft hangen. De geleiding 27 houdt een bloem 3 tegen wanneer een arm 26 met grijper 22 zich weer van de transporteur 1' verwijdert.
De snelheid waarmee de grijpers 22 om de as 25 draaien, en derhalve waarmee een bloem 3 uit een bloemenhouder 7 wordt verwijderd, dient zodanig te zijn, dat beschadigingen aan de bloemen zoveel mogelijk wordt voorkomen. Hetzelfde geldt natuurlijk eveneens voor de snelheid opneemkoppen 8 (fig. 1).
Fig. 3 A toont een eerste uitvoer ingsvoorbeeld van een kamvormige bloemenhouder 7 volgens de uitvinding. Hierin omvat de bloemenhouder 7 een langwerpig, in hoofdzaak rechthoekig lichaam 28, dat aan één zijde is voorzien van een aantal tanden 9, waartussen ruimten 24 aanwezig zijn, bestemd voor het opnemen van bloemen 2. De ruimten 24 zijn daarbij zodanig breed, dat deze een bloemsteel kunnen opnemen, terwijl de bloem overigens met de bloemkelk kan blijven hangen aan de zijranden van de tanden 9. Daarbij dient dan voorts, teneinde beschadigingen van de bloemen te voorkomen, bij voorkeur de afstand tussen twee ingebrachte bloemen zodanig groot te zijn, dat de bloemkelken elkaar niet raken.
De hier afgeheelde bloemenhouder 7 is voorts voorzien van tanden 29, in dit geval de twee buitenste tanden, die in samenwerking met twee overeenkomstige uitsparingen 30 ( fig. 3B ) een koppeling tussen twee opeenvolgende bloemenhouders 7 kan bewerkstelligen, en waarmee zodoende een voorraad 18 (of 20) van bloemhouders 7 kan worden gevormd.
Volgens een andere gunstige uitvoeringsvorm van de uitvinding is de van de tanden 9 afgekeerde zijde van het lichaam 28 van een bloemenhouder 7 tevens voorzien van een of meer uitsparingen 31, bestemd om de tanden van een te koppelen andere bloemenhouder tenminste gedeeltelijk op te nemen. Naast een goede koppeling biedt dit als bijkomend voordeel, dat daarmee de ruimten 24 worden afgesloten en derhalve wordt voorkomen, dat in de ruimten 24 opgenomen bloemen 3 er uit vallen.
Teneinde te voorkomen, dat eenmaal in een bloemenhouder 7 geplaatste bloemen 3 er uit zullen vallen kan een bloemenhouder 7 worden voorzien van middelen om de ruimten 24 af te sluiten. In het meest eenvoudige geval kan dit bijvoorbeeld een rubberband zijn, die voldoende ver kan worden uitgerekt om achter de twee buitenste tanden 29 van een bloemenhouder 7 te worden gehaakt, en daarbij onder een zodanige spanning staat dat de band niet eenvoudig van de tanden los geraakt. Eventueel kunnen bij een kleiner formaat rubberbanden er meer dan één - al dan niet elkaar gedeeltelijk overlappend - worden toegepast.
Bij een meer complexere uitvoeringsvorm van af sluitmiddelen is een bloemenhouder 7 uitgerust met een bedieningsmechanisme, dat door middel van een geschikte overbrenging de ruimten 24 kan afsluiten met een afsluitorgaan. Dit bedieningsmechanisme kan daarbij zodanig zijn ingericht, dat het tegen bijvoorbeeld veerdruk in de ruimten 24 opent en na ontspanning deze automatisch sluit met het afsluitorgaan.
Fig. 4 toont in doorsnede weer een andere uitvoeringsvorm van een bloemenhouder 7' volgens de uitvinding. Hierbij hebben de niet voor een koppeling tussen twee bloemenhouders noodzakelijke tanden 9' in de gebruikstoestand een ten opzichte van het lichaam 28' omhoog gerichte stand, zodat tussen de tanden 9' opgenomen bloemen door het eigen gewicht ervan tegen het lichaam 28' komen te liggen. Deze uitvoeringsvorm voorkomt zodoende, dat in de bloemenhouder opgenoemen bloemen er eenvoudig uit kunnen vallen, zonder dat er aanvullen afsluitmiddelen voor de ruimten tussen de tanden 9' nodig zijn.
Een voorraad 18 (of 20) van bloemenhouders 7 komt tot stand nadat niet nader in de figuren aangeduide transportmiddelen de bloemenhouders hebben overgebracht van de locatie in een kwekerij waar de bloemen 3 zijn gesneden en in de bloemenhouders 7 zijn geplaatst, naar de locatie waar de bloemenverwerkingsinrichtingen 2,2' staan opgesteld. Als transportmiddel zou een door de kwekerij aangelegde transportlijn kunnen dienen, waaraan de bloemenhouders 7, 71 door middel van geschikte koppelmiddelen kunnen worden aangekoppeld.
In plaats van een door de kwekerij lopend transportstelsel kunnen ook verzamelwagens als transportmiddel fungeren, waarbij deze dan zodanig zijn ingericht, dat hierin een groot aantal bloemenhouders 7, 7’ kan worden opgenomen, zodat deze tegelijk naar de verwerkingsinrichting 2, 2' kunnen worden getransporteerd. Zo’n wagen is dan bijvoorbeeld voorzien van geleidingsmiddelen, waarover de in de wagen geplaatste bloemenhouders 7, 7' eenvoudig kunnen glijden. Bij de verwerkings inrichting 2,2' aangekomen kunnen de bloemenhouders 7, 7' uit de wagen worden verwijderd en aan de voorraad 18, 20 worden toegevoegd, maar een wagen kan ook zodanig zijn ingericht, dat een overbrengingsinrichting 17, 19 de bloemenhouders één voor één uit de wagen kan verwijderen en de wagen als het ware als voorraad fungeert.
Ten opzichte van een transportstelsel in de vorm van een transportlijn door de kwekerij hebben verzamelwagens als voordeel, dat deze ten eerste beduidend minder storingsgevoelig zijn, terwijl de aanleg van een complex transport- en routingsstelsel aanzienlijke investeringen vergt.
Door de bloemenhouders 7 te voorzien van identificatiemiddelen 32, en langs een transportlijn middelen aan te brengen om deze identificatiemiddelen te lezen, kan er bij eventuele knooppunten in de transportlijn sturing plaatsvinden, en kan de bloemenhouder 7, 7' naar de in de identificatiemiddelen 32 verwerkte bestemming ervan kan worden getransporteerd. Naast bestemmingsinformatie kunnen de identificatiemiddelen 32 ook nog andere informatie omvatten, zoals bloemensoort, medewerkerinformatie, etc. Deze informatie kan bijvoorbeeld van belang zijn voor het logistieke proces van een kwekerij.
De identificatiemiddelen 32 kunnen informatie in optische vorm bevatten, welke al dan niet gecodeerd is, bijvoorbeeld in de vorm van een zogenaamde streepjescode. De informatie kan echter ook zijn vervat in bijvoorbeeld een zgn. transponder, welke na excitatie met elektromagnetische energie zelf elektromagnetische energie uitzendt waarin de bloemenhouderinformatie is opgenomen en die na ontvangst door een antenne door de ermee verbonden apparatuur kan worden ontcijferd.
Hoewel in de hier weergegeven uitvoeringsvormen de bloemenhouders 7 een langwerpig, enigzins rechthoekig lichaam heeft, vanwaar de tanden zich uitstrekken, zijn ook andere configuraties denkbaar, zoals bijvoorbeeld een sikkelvorm, waarbij de tanden zich dan naar buiten toe van het sikkelvormige lichaam uitstrekken.
Bij voorkeur worden de kamvormige bloemenhouders 7, 71 vervaardigd uit kunststof.
De tussenoverbrenger 23 is volgens het uitvoeringsvoorbeeld van fig. 2 uitgevoerd als een spakenwiel. Andere vormen zijn echter eveneens mogelijk, zoals bv. een gesloten wiel of een cirkelvormige schijf aan de omtrek waarvan de grijpers 22 zijn bevestigd.
In het uitvoer ingsvoorbeeld van fig. 2 van het stelsel volgens de uitvinding dienen de uit voorraad 20 afkomstige bloemenhouders 7 door middel van de overbrengingsinrichting 19 aangeboden te worden aan de tussenoverbrenger 23, waarbij dan de grijparmen 21 met een uit de voorraad 20 opgepakte bloemenhouder 7 een bepaald traject af legt. Het is echter ook mogelijk de voorraad 20 evenwijdig aan de transporteur 1' op te stellen. De grijparmen 21 die de bloemenhouders 7 uit de voorraad 20 wegnemen behoeven dan in feite alleen de koppeling te verbreken tussen de vastgegrepen bloemenhouder en de daaropvolgende uit de voorraad, om de opgepakte bloemenhouder daarna onder uitschuiven van de grijparm weer voor lediging aan de tussenoverbrenger 23 aan te bieden.
In de in fig. 1 en 2 afgebeelde uitvoeringsvormen van het stelsel volgens de uitvinding kan met voordeel boven de locatie waar de bloemen 3 uit een bloemenhouder 7 worden verwijderd een naar de bloemen gerichte camera worden geplaatst. Aan de hand van een door deze camera gemaakte opname van de uit de bloemenhouder 7 weg te nemen bloem 3 kan, met behulp van daartoe geschikte rekenorganen de bloem in een bepaalde kwaliteitscategorie worden ingedeeld en op basis daarvan voor de betreffende bloem een traject en eindbestemming in de sorteer- en bundelinrichting 2 worden vastgesteld.
Claims (16)
1. Stelsel voor het toevoeren van snijbloemen aan een bloemenverwer-kingsinrichting, die is voorzien van in een transportrichting beweegbare opneemorganen voor afzonderlijke snijbloemen, gekenmerkt door kamvormige bloemenhouders (7, 7'), die een lichaam (28, 28') omvatten met zich daarvandaan uitstrekkende tanden (9, 9',29), en die zijn ingericht om tijdens het snijden afgesneden bloemstengels tussen de tanden daarvan op te nemen, door overneemmiddelen (4, 23), die zijn ingericht om de in de daaraan aangeboden bloemenhouders (7, 7') aanwezige bloemen (3), onder verplaatsing van deze houders, één voor één uit de bloemenhouders te verwijderen onder meeneming ervan, en door volgordebesturingsmiddelen voor het op elkaar afstemmen van de werking van de onderdelen van het stelsel.
2. Stelsel volgens conclusie 1, gekenmerkt, door een eerste overbrenger (17, 19), die is ingericht om een bloemenhouder (7, 7. op te nemen en voor lediging daarvan aan de overneemmiddelen (4, 23) aan te bieden.
3. Stelsel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de overneemmiddelen door de opneemorganen (4) van een bloemenverwer-kingsinrichting (2) worden gevormd, en dat de bloemhouders (7, 7') in hoofdzaak dwars op de transportrichting van de opneemorganen aan deze worden aangeboden, terwijl de tanden (9, 9', 29) ervan zich van het lichaam (28, 28') uitstrekken in een in hoofdzaak aan de transportrichting evenwijdige richting.
4. Stelsel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de overneemmiddelen een tweede overbrenger (23) omvatten, die is ingericht om uit een bloemenhouder (7, 7') verwijderde en meegenomen bloemen (3) over te brengen naar de bloemenverwerkingsinrichting (2·).
5. Stelsel volgens een of meer van de conclusies 2-4, met het kenmerk, dat de eerste overbrenger (17, 19) is ingericht voor stapsgewijze langsverplaatsing van een bloemenhouder (7, 7').
6. Stelsel volgens een of meer van de conclusies 2-5, met het kenmerk, dat de eerste overbrenger (17, 19) eerste grijpers (21) omvat voor langsverplaatsing voor bloemenhouders (7, 7'), waarbij de eerste grijpers zijn ingericht om bloemenhouders in de aanbiedstand voor de overneemmiddelen (4, 23) te plaatsen.
7. Stelsel volgens een of meer van de conclusies 1 -6, met het kenmerk, dat elk opneemorgaan (4) een, bij het verwijderen van bloemen (3) uit bloemenhouders (7, 7'), in hoofdzaak in de transport-richting van het opneemorgaan gerichte opneemopening omvat.
8. Stelsel volgens een van de conclusies 1-7, met het kenmerk, dat elk opneemorgaan (4) kantelbaar is om een in hoofdzaak verticale as.
9. Stelsel volgens een van de conclusies 4-8, met het kenmerk, dat de tweede overbrenger (23) een wiel met tweede grijpers (22) omvat, dat de bloemenhouders (7, 7') in hoofdzaak in de straalrich-ting van het wiel door de eerste overbrenger (19) worden aangeboden met de tanden (9, 9', 29) ongeveer gericht in de draai zin van een voorbijlopende tweede grijper (22), dat de tweede grijpers (22) de bloemen (3) bij draaiing van het wiel naar de bloemenverwer-kingsinrichting (2') overbrengen, en dat de aangeboden bloemenhouders (7, 7') stapsgewijs in ongeveer de straalrichting van het wiel verschuifbaar zijn.
10. Stelsel volgens een of meer van de conclusies 1-9, met het kenmerk, dat de bloemenhouders (7, 7') onderling koppelbaar zijn.
11. Stelsel volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat bij gekoppelde bloemenhouders (7, 7') er tanden (29) van de ene bloemenhouder in aangrijping zijn met het lichaam (28, 28') van de andere bloemenhouder.
12. Stelsel volgens conclusie 10 of 11, met het kenmerk, dat het lichaam (28, 28 ’) van een bloemenhouder (7, 7 ') aan de van de tanden (9, 9', 29) afgekeerde zijde ervan is voorzien van uitsparingen (30, 31') bestemd voor het opnemen van de van het lichaam af gekeerde uiteinden van tanden van een ermee te koppelen bloemenhouder.
13. Stelsel volgens een of meer van de conclusies 10 - 12, met het kenmerk, dat de bloemenhouders (7, 7') borgmiddelen omvatten voor het afsluiten van de ruimte (24) gevormd door twee aangrenzende tanden (9, 9') en het de tanden verbindende deel van het lichaam (28, 28').
14. Stelsel volgens een of meer van de conclusies 10 - 13, met het kenmerk, dat tenminste de voor het opnemen van bloemen (3) bestemde tanden (9') van een bloemenhouder (7') ten opzichte van het lichaam (28') in de gebruiksstand een zodanige hoek maken, dat eenmaal ingebrachte bloemen door het eigen gewicht tegen het lichaam komen te liggen.
15. Stelsel volgens een of meer van de conclusies 1 - 14, gekenmerkt door op de bloemenhouders (7, 7') aangebrachte houder identificatiemiddelen (32), en door een of meer met de volgordebesturingsmiddelen verbonden leesstations voor het lezen van de houder identificatiemiddelen.
16. Stelsel volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de bloemenhouders (7, 7') uit kunststof zijn vervaardigd.
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL9302142A NL193163C (nl) | 1993-12-08 | 1993-12-08 | Stelsel voor het toevoeren van snijbloemen aan een bloemenverwerkingsinrichting. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL9302142A NL193163C (nl) | 1993-12-08 | 1993-12-08 | Stelsel voor het toevoeren van snijbloemen aan een bloemenverwerkingsinrichting. |
NL9302142 | 1993-12-08 |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL9302142A true NL9302142A (nl) | 1995-07-03 |
NL193163B NL193163B (nl) | 1998-09-01 |
NL193163C NL193163C (nl) | 2002-07-15 |
Family
ID=19863248
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL9302142A NL193163C (nl) | 1993-12-08 | 1993-12-08 | Stelsel voor het toevoeren van snijbloemen aan een bloemenverwerkingsinrichting. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL193163C (nl) |
Cited By (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL1006029C2 (nl) * | 1997-05-12 | 1998-11-13 | Brinkman Bv | Transportstelsel voor het transporteren van rozen naar een sorteermachine. |
NL1018013C2 (nl) * | 2001-05-07 | 2002-11-08 | Havatec B V | Inrichting voor het verwerken van bloemen en takken. |
NL1020320C2 (nl) * | 2001-05-07 | 2002-11-19 | Havatec B V | Werkwijze en inrichting voor het verwerken van bloemen en takken. |
NL1019495C2 (nl) * | 2001-12-05 | 2003-06-06 | Expl Mij Van Den Berg Blokker | Transportinrichting, alsmede werkwijze en inrichting voor het overbrengen van voorwerpen van een transporteur naar een volgende transporteur. |
NL1028644C2 (nl) * | 2005-03-29 | 2006-10-02 | Wilgengroep B V | Systeem en werkwijze voor toepassing in bijvoorbeeld een kas of warenhuis, alsmede transportinrichting. |
NL2000906C2 (nl) * | 2007-10-08 | 2009-04-09 | Wilgengroep B V | Transportsysteem, voertuig, overbrengsysteem en werkwijze voor het transporteren van snijbloemen. |
NL1039064C2 (nl) * | 2011-09-22 | 2013-03-25 | P H Ruigrok Kwekerij B V | Werkwijze voor het samenstellen van gemengde boeketten alsmede een samenstel daarvoor. |
Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3659709A (en) * | 1970-03-23 | 1972-05-02 | Floral Grading Inc | Method and apparatus for sorting flowers |
DE2106938A1 (nl) * | 1971-02-13 | 1972-08-17 | ||
FR2207637A1 (nl) * | 1972-11-28 | 1974-06-21 | Moreau Maurice | |
NL9000731A (nl) * | 1990-03-28 | 1991-10-16 | Aweta Bv | Werkwijze en inrichting voor het sorteren en bundelen van bloemen. |
EP0501535A1 (en) * | 1991-01-22 | 1992-09-02 | Aweta B.V. | Apparatus for measuring the thickness of flower stems |
-
1993
- 1993-12-08 NL NL9302142A patent/NL193163C/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3659709A (en) * | 1970-03-23 | 1972-05-02 | Floral Grading Inc | Method and apparatus for sorting flowers |
DE2106938A1 (nl) * | 1971-02-13 | 1972-08-17 | ||
FR2207637A1 (nl) * | 1972-11-28 | 1974-06-21 | Moreau Maurice | |
NL9000731A (nl) * | 1990-03-28 | 1991-10-16 | Aweta Bv | Werkwijze en inrichting voor het sorteren en bundelen van bloemen. |
EP0501535A1 (en) * | 1991-01-22 | 1992-09-02 | Aweta B.V. | Apparatus for measuring the thickness of flower stems |
Cited By (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL1006029C2 (nl) * | 1997-05-12 | 1998-11-13 | Brinkman Bv | Transportstelsel voor het transporteren van rozen naar een sorteermachine. |
NL1018013C2 (nl) * | 2001-05-07 | 2002-11-08 | Havatec B V | Inrichting voor het verwerken van bloemen en takken. |
NL1020320C2 (nl) * | 2001-05-07 | 2002-11-19 | Havatec B V | Werkwijze en inrichting voor het verwerken van bloemen en takken. |
NL1019495C2 (nl) * | 2001-12-05 | 2003-06-06 | Expl Mij Van Den Berg Blokker | Transportinrichting, alsmede werkwijze en inrichting voor het overbrengen van voorwerpen van een transporteur naar een volgende transporteur. |
NL1028644C2 (nl) * | 2005-03-29 | 2006-10-02 | Wilgengroep B V | Systeem en werkwijze voor toepassing in bijvoorbeeld een kas of warenhuis, alsmede transportinrichting. |
NL2000906C2 (nl) * | 2007-10-08 | 2009-04-09 | Wilgengroep B V | Transportsysteem, voertuig, overbrengsysteem en werkwijze voor het transporteren van snijbloemen. |
NL1039064C2 (nl) * | 2011-09-22 | 2013-03-25 | P H Ruigrok Kwekerij B V | Werkwijze voor het samenstellen van gemengde boeketten alsmede een samenstel daarvoor. |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
NL193163B (nl) | 1998-09-01 |
NL193163C (nl) | 2002-07-15 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
EP3487282B1 (en) | Device for picking fruit having an improved robot arm | |
US5157899A (en) | Method of and apparatus for sorting and bundling flowers | |
CN109788737B (zh) | 用于繁殖植物的设备和方法 | |
US20170050332A1 (en) | Autonomously electromagnetic transport carrier of food portions | |
EP1998905B1 (en) | System for sorting and packaging fruit | |
WO2018172376A1 (en) | Mushroom handling apparatus | |
US20150225208A1 (en) | Egg lifting device, and associated systems and methods | |
NL9302142A (nl) | Stelsel voor het toevoeren van bloemen aan een bloemenverwerkingsinrichting. | |
AU2016272315B2 (en) | System for sorting objects in bags | |
MX2013015186A (es) | Clasificadora robotica y metodo. | |
NL1042547B1 (nl) | Oogstmachine voor broccoli | |
CN113522912B (zh) | 瓶子清洗机和用于将瓶子输送到瓶子清洗机中的方法 | |
NL1028749C2 (nl) | Rozenverwerking. | |
US5904029A (en) | Process for continously fitting mesh bags containing fruit and vegetable products and the like, and a machine to carry out the actual process | |
NL1031686C2 (nl) | Kasinrichting en werkwijze voor gebruik van een robot daarin. | |
CN112644818B (zh) | 从oem包装到自动化友好容器的硬盘驱动器转变 | |
JP2000175561A (ja) | キノコの自動収穫装置 | |
NL1018433C2 (nl) | Verbeterde inhoesmachine. | |
NL1009000C2 (nl) | Werkwijze voor het opslaan en verplaatsen van gewasdelen alsmede transport/opslaghouder. | |
NL1026753C2 (nl) | Oogstinrichting. | |
NL1001993C2 (nl) | Werkwijze voor het in een hoes verpakken van een bos bloemen of dergelijke. | |
DE202020103685U1 (de) | Versandanlage | |
NL1006029C2 (nl) | Transportstelsel voor het transporteren van rozen naar een sorteermachine. | |
NL9300969A (nl) | Werkwijze en inrichting voor het op klasse sorteren van planten. | |
NL1018970C2 (nl) | Bloemorientatiewijziging bij bossen. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
CNR | Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection) |
Free format text: ALCOA AGRO |
|
NP1G | Patent granted (not automatically) [patent specification modified] | ||
SNR | Assignments of patents or rights arising from examined patent applications |
Owner name: LOGIQS AGRO B.V. |
|
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20100701 |