NL1018433C2 - Verbeterde inhoesmachine. - Google Patents

Description

\ - 1 -

VERBETERDE INHOESMACHINE

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het van een hoes voorzien van voorwerpen, zoals potplanten 5 of bloemehbundels, een zogenaamde inhoesmachine genoemd, waarbij enerzijds de hoezen in bulk middels een houderin-richting of magazijninrichting aangevoerd kunnen worden en anderzijds de voorwerpen de potplanten of bloemenbundels door middel van een transportband aangevoerd kunnen worden 10 en deze potplanten of bloemenbundels in de inrichting op geautomatiseerde wijze van de meestal doorschijnende kunststof hoezen worden voorzien.

Een enigszins soortgelijke machine is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift nummer 5 706 628, getiteld: 15 "Article Packaging System" van de uitvinders CRAIG, Frank,

Valley Park, Missouri; STRAITER, Joseph, G. en WEDER, Donald E uit Highland, Illinois, waarbij de Amerikaanse octrooiaanvrage op 10 oktober 1996.werd ingediend.

De onderhavige uitvinding bestaat uit een modulair 20 systeem voor het verpakken van artikelen, welke bijvoorbeeld verscheept dienen te worden, waarbij volgens de onderhavige octrooi-aanvrage potplanten worden verpakt in doorzichtige hoezen. In het bijzonder gaat het om potplanten, welke bijvoorbeeld naar grootte gesorteerd zijn en welke in een 25 decoratieve hoes geplaatst dienen te worden, waarbij genoemde hoes in de eerste plaats als beschermend omhulsel is te beschouwen. Daarna worden de verpakte planten in dozen geplaatst, waarbij het systeem enigszins aan de verschillende verpakkingsbehoeften en transportomstandigheden aangepast 30 kan worden.

In het vorengenoemd octrooischrift is het systeem onder andere in zijaanzicht weergegeven; waarbij een eerste transportband de potplanten in rijen met een bepaalde steekaf-stand aanvoert, waarbij aan het afvoereinde van genoemde 35 eerste transportband de potplanten in geopende cilindervor mige hoezen met bodem vallen en waarbij door het gewicht van de potplant de betreffende hoes van een rand af scheurt. De 1 0 1 84 3 3 < - 2 - aldus ingehoeste potplant valt dan op een tweede transportband, welke de verpakte potplanten afvoert naar een inpak-doos of zonodig een tray om aldus zijn weg naar het verkooppunt te beginnen.

5 Aan de bekende hierboven beschreven inrichting kleven voor een optimaal functioneren bij een hoge snelheid een aantal bezwaren. In de eerste plaats dienen de potplanten op zeer regelmatige onderlinge afstanden aangevoerd te worden om met succes steeds in een geopende hoes te vallen, waarbij 10 het afscheuren van de hoes van zijn rand ook perfect moet plaatsvinden om storingen in het systeem te vermijden.

Voorts ploft de ingehoeste potplant op een tweede transportband en komt dan via een poortstation hopelijk in de goede rijen aan bij een verzamelstation om in een tray of 15 doos geplaatst te worden voor een verder transport naar het verkooppunt e.d. Voorts kan nog opgemerkt worden, dat het beschreven proces van het hoezen van potplanten door personeel nauwgezet in de gaten gehouden dient te worden omdat de storingsgevoeligheid groot is en door het ontbreken van 20 verdere automatisering door computerbesturing, blijft de productiesnelheid relatief laag.

In het Engelse octrooischrift nummer 1 158 944 is ook een enigszins gelijkende inrichting voor het verpakken van in het bijzonder bloemen beschreven. Het betreft hier een 25 inrichting voor het verpakken van bloemen, welke een veelvoud van afgeknot kegelvormige houderverpakkingen heeft, die opeenvolgend op gelijke afstanden door een eindloze transporteur in een in hoofdzaak horizontaal vlak bewogen worden, waarbij op een geschikt punt bloemen in genoemd afgeknotte 30 kegelvormige houderverpakkingen worden ingebracht, waarna door de middelpuntvliedende kracht de afgeknotte kegelvormige houderverpakkingen bij de kop van de transportband losgescheurd worden. Het betreft hier ook een laagwaardig geautomatiseerde inhoesmachine voor bloemen, waaraan voor een 35 betrouwbare en snelle wijze van inhoezen van in dit geval bloemen een groot aantal nadelen kleven, zoals productiesnelheid ten aanzien van inhoezen van de bloemen, als het 101 84 3 3 ! - 3 - eraf komen van de ingehoesde bloemen en dan op een geschikte wijze verpakken in houders voor transport. Ook is ingrijpen bij storing nogal een probleem omdat foutief ingehoesde bloemen moeilijk van goed ingehoesde bloemen te onderschei-5 den zijn, zodat dozen en trays met alleen goed ingehoesde bloemen moeilijk te verwezenlijken is.

De doelstelling van de onderhavige uitvinding betreft een zodanig verbeterde inrichting voor het inhoezen van vooral potplanten te verschaffen, waaraan eerder gesigna-10 leerde bezwaren niet kleven en waarvan de werking in de zin van productiesnelheid en kwaliteit beter tot subliem is en waarbij de marktprijs van de inrichting zeer concurrerend is.

Hiertoe is een inhoesmachine voor voornamelijk pot-15 planten e.d. op zeer inventieve wijze zodanig verder ontwikkeld, dat genoemde inrichting een aantal specifiek onderling geautomatiseerd samenwerkende mechanismen omvat, te weten een eerste mechanisme voor de aanvoer en opslag van hoezen, een tweede mechanisme met in een horizontaal vlak verdraai-20 bare aanpak- en openingsmechanismen voor het mechanisch aanpakken, openen, geopend vasthouden en door verdraaien over een hoek a het afscheuren van de doorschijnende hoezen langs de bovenrand, veroorzaakt welke als eerste van een pakket hoezen hangend aan neergaand hellende geleiders aan 25 te voeren is, een derde mechanisme voor het afzonderlijk aanpakken vanaf een transportbandsysteem en vervolgens door middel van mechanische middelen als een valluik droppen van bijvoorbeeld genoemde potplanten boven de eerdergenoemde geopende hoes, welke zich in het tweede mechanisme bevindt, 30 waartoe genoemde doorschijnende hoes door het tweede mechanisme over een middelpuntshoek a verdraaibaar is om genoemde potplant verticaal boven genoemde doorschijnende hoes te krijgen; en een vierde mechanisme met valdempende transportband om de ingehoesde potplanten voor verder transport naar 35 een trayvulmechanisme te voeren, waarbij het gehele proces of werkwijze met de genoemde vier mechanismen met behulp van een microprocessor met toebehoren softwarematig gestuurd 1 01 8433 4 - 4 - is, waarbij in het genoemde eerste tot en met het vierde mechanisme in de handel beschikbare industriële componenten toegepast kunnen worden, waarbij de genoemde vier mechanismen op een frame geplaatst en ingebouwd zijn, waarbij het 5 frame bestaat uit buigvaste profielen van een geschikt constructiemateriaal, waarbij de totale inrichting gedeeltelijk aan de bovenzijde bij voorkeur voorzien kan zijn van een akoestisch afgewerkte kap.

Het voordeel hiervan is, dat een sterk verbeterde in-10 hoesmachine of -inrichting is verkregen met een bijna feilloze en hoge productiecapaciteit, waarbij weinig toezichthoudend en bedienend personeel nodig is in vergelijking met bestaande bekende inrichtingen.

Voorts is de inrichting overeenkomstig de uitvinding 15 zodanig verder ontwikkeld, dat genoemd tweede mechanisme een tweetal identieke aanpak- en openingsmechanismen, welke onder een hoek met elkaar verbonden zijn en die over genoemde hoek a van circa 60° horizontaal verdraaibaar zijn middels een elektromotor M en waarbij genoemd aanpak- en ope-20 ningsmechanisme schematisch is opgebouwd volgens figuur 3 en de software voor besturing opgebouwd is overeenkomstig de bijbehorende SFC (= Sequential Function Chart) van de figuren 4A en 4B, waarbij genoemde tweetal aanpak- en openingsmechanismen schematisch opgebouwd is volgens figuur 7 en de 25 software voor de besturing opgebouwd is overeenkomstig de SFC van figuur 8.

De voordelen zijn een tweede mechanisme, dat met een zeer hoge bedrijfssnelheid hoezen aanbrengt onder een aangevoerde potplant, waarbij de precieze beschrijving 30 plaatsvindt onder de figuuromschrijving, daar dit onderdeel of mechanisme voor de goede werking over veel detailpunten beschikt en daarbij bij voorkeur onderling buigstijf verbonden in tweevoud is uitgevoerd om een hoge productiesnelheid te verkrijgen.

35 Verder is de inrichting overeenkomstig de uitvinding zodanig verder ontwikkeld, dat genoemd derde mechanisme schematisch opgebouwd is, zoals weergegeven in figuur 5 en 1 C S;- - ^ 4 - 5 - gestuurd wordt overeenkomstig de SFC van figuur 6.

Het voordeel hiervan is, dat de plant goed gedoceerd en geplaatst wordt boven een geopende hoes en daarin onder invloed van de zwaartekracht kan vallen.

5 Dan is de inrichting overeenkomstig de uitvinding zo danig verder ontwikkeld, dat genoemde akoestische kap vervaardigd is van een roestvrijstalen plaat met een dikte van circa 2 mm met aan de binnenzijde een bekleding van isotop met een dikte van circa 50 mm.

10 Het voordeel hiervan is, een geluidsarmere werkomgeving daar de kap het geluidsniveau LAeq op de werkplek snel met circa 5 è 6 dB(A) vermindert, hetgeen een halvering van het geluidsniveau betekent.

De uitvinding is hieronder nader toegelicht aan de hand 15 van een de voorkeur genietende uitvoeringsvorm, weergegeven in de tekening. Hierbij toont: figuur 1 een zijaanzicht van het inhoesproces van potplanten met daarin zeer schematisch weergegeven de inhoes-machine overeenkomstig de uitvinding; 20 figuur 2 een vooraanzicht van de inhoesmachine genomen over de lijn II-II van figuur 1 volgens een de voorkeur genietende uitvoeringsvorm met aanduiding van het eerste t/m het vierde mechanisme; figuur 3 een aanzicht in scheve projectie van het twee-25 de mechanisme overeenkomstig een de voorkeur genietende uitvoeringsvorm van de uitvinding; figuur 4A en 4B de SFC (= Sequential Function Chart) van het tweede mechanisme van figuur 3; figuur 5 een aanzicht in scheve projectie van het derde 30 mechanisme overeenkomstig een de voorkeur genietende uitvoeringsvorm van de uitvinding; figuur 6 de SFC van het derde mechanisme van figuur 5; figuur 7 een aanzicht in scheve projectie van het tweede mechanisme overeenkomstig een de voorkeur genietende 35 uitvoeringsvorm van de uitvinding; figuur 8 de SFC van het tweede mechanisme van figuur 7; en 1018433i - 6 - figuur 9 een doorsnede over de afdekkende akoestische kap overeenkomstig de uitvinding.

In figuur 1 is een zijaanzicht van het totale inhoes-proces l van bijvoorbeeld potplanten 16, 17 weergegeven, 5 waarbij dit proces bestaat uit een verzamelaar of verzamel-inrichting 2, de eigenlijke inhoesmachine 3 en de trayvulma-chine 4. De bewegingsrichting van de potplanten is met de pijlen A, B en C aangegeven.

In figuur 2 is een vooraanzicht in de productierichting 10 van de inhoesmachine 3 over de lijn II-II in figuur 1 aangegeven. Het betreft hier een de voorkeur genietende uitvoeringsvorm van de verbeterde inhoesmachine 3 overeenkomstig de uitvinding. De verbeterde inhoesmachine 3 is opgebouwd uit een eerste mechanisme 21, bestaande uit de delen of 15 toevoermagazijnen 5 en 6 voor de aanvoer van de bundels hoezen 7 en 8 onder schuine naar beneden gerichte geleidingen 9 en 10, waardoor de hoezen onder invloed van de zwaartekracht naar de aanpak- en openingsmechanismen 11 en 12, glijden, en in totaal het tweede mechanisme 22 vormend, en 20 de aangekomen hoezen 13 en 14 voor openen en horizontaal verdraaien gereed komen, waarbij in de figuur 2 het aanpak-mechanisme 11 bezig is de hoes 13 aan te pakken.

Het derde mechanisme 23 voor het een voor een neerlaten volgens pijl D van de potplanten 16 om te komen tot de 25 ingehoesde potplanten 17 (zie ook figuur 1) is hier in figuur 5 weergegeven.

Het aanpak- en openingsmechanisme 11 en 12, het tweede mechanisme 22 vormend, is in figuur 7 gedetailleerd weergegeven en is daar verder beschreven. Het geheel aan mechanis-30 men is in een buigvast frame 18 van roestvrijstalen vierkante buizen aangebracht om een robuust geheel te verkrijgen.

De bundels hoezen 7 en 8 bevinden zich dus in de twee toevoermagazijnen 5 en 6, van het eerste mechanisme 21 (figuur 2), welke zonodig tientallen pakketten hoezen kunnen bevat-35 ten. De aanpak- en openingsmechanismen 11 en 12, het tweede mechanisme 22 vormend, pakken steeds beurtelings een hoes 13 en 14 om dit onder het derde mechanisme 23 en hiervoor 1 o 1 8433 3 - 7 - figuur 5 met het valluik 15 te brengen, zodat de potplant (niet weergegeven) bij het openen van het valluik 15 in de hoes 13 of 14 valt en vervolgens op het vierde mechanisme 24 terechtkomt voor verder transport naar de trayvulmachine 4.

5 Het aandrijven van de aanpak- en openingsmechanismen 11 en 12 van het tweede mechanisme 22, geschiedt door middel van de motor M.

In figuur 3 is een aanzicht in scheve projectie weergegeven van het gedeeltelijke tweede mechanisme 22 overeen-10 komstig een de voorkeur genietende uitvoeringsvorm van de uitvinding.

In figuur 5 is het derde mechanisme 23 weergegeven, bestaande uit een grote aanvoerband 33 met niet weergegeven potplanten met mechanismen 34 voor het op gelijke afstand 15 verdelen van de potplanten. Aan het einde ervan bevindt zich een tegenhouderstift 35, welke elke keer een plant op het sneller lopende bandje 36 dropt, waarna de potplant op het valluik 15 belandt en dan in het verder beschreven proces van inhoezen terechtkomt.

20 In figuur 7 is het tweede mechanisme 22 vollediger weergegeven met de aanpak- en openingsmechanismen 11 en 12 en de gevormde onderlinge hoek ot van circa 60°. Het bewe-gingsmechanisme voor het geheel is aangegeven met een staaf 19 en roterende schijf 20. Het aanpak- en openingsmechanisme 25 11 en 12 bestaat uit een tweetal pneumatisch in elkaar schuifbare cilinderhelften 25 en 26 om de zich eronder bevindende hoes 13, 14 (niet weergegeven) langs de omtrek vast te klemmen en onder het zogenaamde derde mechanisme 23, dat hierbij niet weergegeven is. De beide in elkaar uit-30 schuifbare cilinderhelften 25 en 26 worden door de pneumatische elementen 27 en 28 gestuurd.

In figuur 3 vindt het openen van de hoezen 13 en 14 plaats met behulp van de zuignaporganen 29 en 30, welke ook weer pneumatisch bediend worden.

35 De verbeterde inhoesmachine 3 is voorzien van een akoestische kap 31 van circa 2 mm roestvrij staal met aan de binnenzijde een akoestische bekleding 32 van isotop met een 1 01 8433 i - 8 - dikte van circa 50 mm.

De akoestische kap 31 is aangegeven in figuur 9.

De eerste tot en met de vierde mechanismen 21, 22, 23, 24 en de overige totale en onderlinge afregeling worden softwa-5 rematig gestuurd, waarbij de software volgens SFC's (=

Sequential Function Charts) opgebouwd zijn. De betreffende SFC's zijn in de figuren 4A, 4B, 6 en 8 weergegeven.

Tenslotte dient nadrukkelijk vermeld te worden, dat hiervoor een de voorkeur genietende uitvoeringsvorm is 10 beschreven en dat verdere modificaties mogelijk zijn zonder dat de beschermingsomvang van dit octrooischrift wordt verlaten.

Λ ~ s. / 'v'· 'r") T

1 u ï e ; · -

Claims (8)

1. Inrichting voor het uitvoeren van een werkwijze om voorwerpen, zoals potplanten (16) of bloemenbundels van een 5 hoes te voorzien, een zogenaamde inhoesmachine (3) genoemd, waarbij enerzijds de hoezen in bulk middels een houderin-richting of magazijninrichting aangevoerd kunnen worden en anderzijds de voorwerpen de potplanten of bloemenbundels door middel van een transportband kunnen aanvoeren en deze 10 potplanten of bloemenbundels in de inrichting op geautomatiseerde wijze van de meestal doorschijnende kunststof hoezen worden voorzien, met het kenmerk, dat genoemde inrichting een aantal specifiek onderling geautomatiseerde samenwerkende mechanismen (21, 22, 23, 24) omvat, te weten een eerste 15 mechanisme (21) voor de aanvoer en opslag van hoezen (7, 8, 13, 14), een tweede mechanisme (22) met in een horizontaal vlak verdraaibare aanpak- en openingsmechanismen (11, 12) voor het mechanisch aanpakken, openen, geopend vasthouden en door verdraaien over een hoek a afscheuren van de doorschij-20 nende hoezen (13, 14) langs de bovenrand, welke als eerste van een pakket hoezen (7,8) hangend en neergaand langshel-lende geleiders (9, 10) aan te voeren is, een derde mechanisme (23) voor het afzonderlijk aanpakken vanaf een transpor tbandsys teem en vervolgens door middel van mechanische 25 middelen als een valluik (15) het droppen van bijvoorbeeld genoemde potplanten (16) boven de eerdergenoemde geopende hoes (13, 14), welke zich in het tweede mechanisme (22) bevindt, waartoe genoemde doorschijnende hoes (13, 14) door het tweede mechanisme (22) over een middelpuntshoek a ver-30 draaibaar is om genoemde potplant verticaal boven genoemde doorschijnende hoes (13, 14) te krijgen; en een vierde mechanisme (24) met valdempende transportband om de inge-hoesde potplanten (17) voor verder transport naar een tray-vulmachine (4) te voeren, waarbij het gehele proces of de 35 werkwijze met de genoemde vier mechanismen met behulp van een microprocessor met toebehoren softwarematig gestuurd is, waarbij in het genoemde eerste tot en met het vierde mecha- 1 01 8433 < - 10 - nisme (21, 22, 23, 24) in de handel beschikbare industriële componenten toegepast kunnen worden, waarbij de genoemde vier mechanismen op een frame (18) geplaatst en ingebouwd zijn, waarbij het frame (18) bestaat uit buigvaste profielen 5 van een geschikt constructiemateriaal, waarbij de totale inrichting gedeeltelijk aan de bovenzijde bij voorkeur van een akoestisch afgewerkte kap (31) voorzien kan zijn.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat genoemd tweede mechanisme (22) een tweetal identieke 10 aanpak- en openingsmechanismen (ll, 12) omvat, welke onder een hoek a met elkaar verbonden zijn en die over genoemde hoek of van circa 60° horizontaal verdraaibaar zijn middels een elektromotor M en waarbij genoemd eerste mechanisme schematisch is opgebouwd volgens figuur 3 en de software 15 voor besturing opgebouwd is overeenkomstig de bijbehorende SFC (= Sequential Function Chart) van de figuren 4A en 4B.

3. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat genoemd derde mechanisme (23) schematisch opgebouwd is volgens figuur 5 en de software voor besturing opgebouwd is 20 overeenkomstig de SFC van figuur 6.

4. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat genoemd vierde mechanisme (24) schematisch opgebouwd is als transportband met dempingsmiddelen.

5. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, 25 dat genoemde buigvaste profielen van een geschikt constructiemateriaal van het frame (18) bestaan uit een roestvrij-staal.

6. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat genoemde akoestische kap (31) van een roestvrijstalen 30 plaat met een dikte van circa 2 mm vervaardigd is met aan de binnenzijde een bekleding van isotop met een dikte van ongeveer 50 mm.

7. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat genoemde hoezen (7,8,13,14) kunnen bestaan uit een 35 doorzichtige kunststoffolie, zoals cellofaan, polypropyleen, e.d. 1018433^ - 11 -

8. Inrichting volgens de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting (3) en de hoezen (7,8, 13, 14) op professionele wijze van onderscheidene kleuren en merktekens kunnen zijn voorzien. 5 10 1 84 3 3 i