NL9201749A - Automatische toegangscontrole rijwielstallingen. - Google Patents

Description

AUTOMATISCHE TOEGANGSKONTROLE RIJWIELSTALLINGEN.

H.W. Hijink

De uitvinding heeft betrekking op het automatisch regelen en kontroleren van de toegang tot en de uitgang van een fietsenstalling. Fietsenstallingen vindt men over het algemeen bij de stations van de Nederlandse Spoorwegen.

Voor een groot aantal kleinere stations geldt, dat winstgevende exploitatie van deze stallingen gezien de omvang niet mogelijk is. Een alternatief hiervoor is een stalling bestaande uit boxen, waarin iedere gebruiker zijn of haar fiets kan opbergen. Het nadeel van een dergelijke stalling is het grote ruimtebeslag dat hierbij wordt ingenomen, alsmede de hoge investeringskosten voor een dergelijke installatie. Een andere mogelijkheid is een afgesloten stalling, die men alleen kan betreden met een speciale pas, zowel bij de persoon als aan het rijwiel.

Een dergelijke stallingswijze is beschreven in de Nederlandse octrooiaanvrage 9100212 van aanvraagster.

De uitvinding beoogt een zeer eenvoudige en solide oplossing voor het regelen van de toe- en uitgang van bovenomschreven fietsenstallingen te bewerkstelligen. Omdat een dergelijk systeem onbewaakt is, moet het in grote mate bestendig zijn tegen vandalisme en moet het zeer veilig zijn bij gebruik. Om deze redenen is gekozen voor een konstruktie die bestaat uit draaiende delen, die waar nodig mechanisch star gekoppeld zijn.

De uitvinding beoogt ook een eenvoudiger, flexibelere en gebruikersvriendelijker, met behoud van de eigenschappen, oplossing te bieden ten opzichte van de Nederlandse octrooiaanvrage 9102136 van aanvraagster.

Aan de hand van de figuren 1 tot en met 4 zal de uitvinding in het hierna volgende worden verklaard en beschreven.

De toegangsinrichting bestaat uit een stelsel van draaideuren of tourniquets voor zowel de doorgang voor de personen, als voor de rijwielen of eventueel bromfietsen. Kenmerkend is, dat draaideuren voor de personen, rijwielen of bromfietsen via een elektromechanisch gestuurde aandrijving worden aangedreven. Fig. l tot en met 4 geven één enkele in- of uitgang weer, bestaande uit een draaihek (1), welke uitsluitend in één richting kan draaien en waarbij de vleugelvormige heksegmenten tesamen met afsluithekken en/of wanden, aangegeven door de gearceerde gedeelten, voorkomen dat personen in de tegenovergestelde richting passeren. In de tekeningen is een personen draaihek getekend met drie segmenten, die echter ook met vier segmenten en een daarop aangepaste aandrijving zouden kunnen worden uitgevoerd. De draaihekken (2) en (3) voor het doorlaten van de fietsen of bromfietsen bestaan uit twee segmenten. Omdat een fiets of bromfiets niet door één draaihek kan worden getransporteerd, zijn hiervoor een draaihek (2) en een draaihek (3) aangebracht, welke mechanisch aan elkaar zijn gekoppeld door middel van een ketting, tandriem of een cardanaandrij ving.

In de beginsituatie zoals getekend in figuur 1 zijn de draaihekken van de fietsdoorgang via het aandrijfmechanisme in de getekende stand vergrendeld. Het achterste draaihek voor de rijwielen (2) staat hierbij in een geopende stand, terwijl het voorste draaihek voor de rijwielen (3) in een gesloten stand staat.

Het hekwerk rond de gearceerde gedeelten is zodanig uitgevoerd, dat een rijwiel of bromfiets door de persoon aan de hand kan worden meegenomen.

Indien de vergrendeling in figuur 1 wordt opgeheven omdat zowel de persoon als het rijwiel een hiertoe geldig identificatiemiddel bezitten, kan de persoon door middel van licht duwen met het voorwiel van het rijwiel tegen doorgang (3), de electromechanische aandrijving van de rijwieldoorgang in werking stellen en doorlopen naar de situatie in figuur 2. De kontrole van deze geldigheid vindt plaats door middel van het uitlezen van het identificatiemiddel met behulp van de antennes (4) voor de persoon en de antenne (5) voor het rijwiel. In figuur 3 is de doorgang voor het rijwiel aan de voorzijde (3) intussen geheel geopend en aan de achterzijde (2) geheel gesloten. De persoon heeft de electromechanische aandrijving van de draaideur (1) inschakeld door middel van kortstondig duwen tegen de draaideur (1), welke in getekende doorgangsrichting in principe altijd vrij staat en in tegengestelde richting in principe altijd is geblokkeerd.

Vervolgens draait in figuur 4 de draaideur (1) voor de persoonsdoorgang door naar de uitgangssituatie en komt het rijwiel voorbij antenne (6), waardoor de rijwieldoorgang wordt geactiveerd en doordraait naar de uitgangspositie figuur l. De persoonsdoorgang en de rijwieldoorgang zijn dan weer geblokkeerd in de richting tegenovergesteld aan de doorgangsrichting, waardoor via deze doorgang geen toegang in de verkeerde richting mogelijk is. in verband met de veiligheid is het mogelijk om de persoons in- en/of uitgang volledig te deblokkeren zodat ook de ingang als uitgang benut kan worden.

Ook wanneer de stroomvoorziening uitvalt kunnen de doorgangen in beide doorgangsrichtingen volledig worden vrij gegeven, terwijl in die situatie de rijwieldoorgang geblokkeerd blijft. Wanneer de personendoorgang als ingang tot de rijwielstalling wordt gebruikt, dient men in principe in bezit te zijn van een geldig persoons identificatiemiddel. Het voordeel van de electromechanische aandrijving in combinatie met een kontaktloos persoons en rijwielidentificatiesysteem, is de gebruikersvriendelijkheid en de snelheid waarmee van de doorgang gebruik gemaakt kan worden. Zonder enige handeling door de persoon en zonder te stoppen wordt doorgang verleend aan personen met of zonder rijwiel, waardoor de doorloopsnelheid cq capaciteit van de doorgang hoog is.

Om te voorkomen dat het mogelijk is meer dan één rijwiel mee te nemen, kan in het midden van de doorgang voor de rijwielen een smalle goot worden aangebracht, waardoorheen de wielen lopen, alsmede een begrenzend hekwerk boven het rijwiel. Om de fietsenstalling te beschermen tegen weersinvloeden kan behalve de omschreven toegangsinrichting, aan de buitenzijde hiervan, nog een extra deur worden aangebracht die echter te allen tijde vrij bedienbaar is.

Claims (5)

1. Toegangsinrichting voor een fietsenstalling, met het kenmerk, dat deze inrichting bestaat uit een vergrendelbaar draaihek voor het verlenen van doorgang aan personen, alsmede uit twee achter elkaar geplaatste draaihekken voor het verlenen van doorgang aan rijwielen of bromfietsen, waarbij het draaihek voor personen en/of de draaihekken voor rijwielen via een electromechanisch gestuurde aandrijving worden aangedreven en waarbij deze draaihekken slechts personen en rijwielen in één richting kunnen doorlaten.

2. Toegangsinrichting voor een fietsenstalling volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het personendraaihek volledig onafhankelijk van de draaihekken voor de rijwielen kan worden vrijgegeven.

3. Toegangsinrichting voor een fietsenstalling volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de draaihekken van de doorgang voor de rijwielen star zijn gekoppeld door middel van een ketting, tandriem, cardanaandrijving of door middel van een electromechanische aandrijving die eenzelfde min of meer starre koppeling tot stand brengt.

4. Toegangsinrichting voor een fietsenstalling volgens één of meerdere voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat tenminste één van de draaihekken ten behoeve van de rijwielen de doorgang volledig afsluit.

5. Toegangsinrichting voor een fietsenstalling volgens één of meerdere der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat twee van deze inrichtingen in tegenovergestelde richting geplaatst zowel de toegang als de uitgang tot deze stalling kunnen regelen.