NL9200802A - Uit- en inschuifbare wapenstok. - Google Patents
Uit- en inschuifbare wapenstok. Download PDFInfo
- Publication number
- NL9200802A NL9200802A NL9200802A NL9200802A NL9200802A NL 9200802 A NL9200802 A NL 9200802A NL 9200802 A NL9200802 A NL 9200802A NL 9200802 A NL9200802 A NL 9200802A NL 9200802 A NL9200802 A NL 9200802A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- cylindrical element
- baton
- sliding guide
- guide surface
- cylinder
- Prior art date
Links
- 238000010276 construction Methods 0.000 claims description 23
- 239000000463 material Substances 0.000 claims description 10
- 230000002093 peripheral effect Effects 0.000 claims description 9
- 210000000481 breast Anatomy 0.000 claims description 5
- 238000009423 ventilation Methods 0.000 claims description 2
- 238000005299 abrasion Methods 0.000 description 6
- 238000012360 testing method Methods 0.000 description 4
- 230000001976 improved effect Effects 0.000 description 3
- 238000004519 manufacturing process Methods 0.000 description 3
- 229910001069 Ti alloy Inorganic materials 0.000 description 2
- 230000009286 beneficial effect Effects 0.000 description 2
- 230000008901 benefit Effects 0.000 description 2
- 210000000038 chest Anatomy 0.000 description 2
- 230000006835 compression Effects 0.000 description 2
- 238000007906 compression Methods 0.000 description 2
- 230000000694 effects Effects 0.000 description 2
- 230000007246 mechanism Effects 0.000 description 2
- 229910052751 metal Inorganic materials 0.000 description 2
- 239000002184 metal Substances 0.000 description 2
- 229920003002 synthetic resin Polymers 0.000 description 2
- 239000000057 synthetic resin Substances 0.000 description 2
- YCKRFDGAMUMZLT-UHFFFAOYSA-N Fluorine atom Chemical compound [F] YCKRFDGAMUMZLT-UHFFFAOYSA-N 0.000 description 1
- 230000009471 action Effects 0.000 description 1
- 239000011248 coating agent Substances 0.000 description 1
- 238000000576 coating method Methods 0.000 description 1
- 230000007423 decrease Effects 0.000 description 1
- 229910052731 fluorine Inorganic materials 0.000 description 1
- 239000011737 fluorine Substances 0.000 description 1
- 230000002035 prolonged effect Effects 0.000 description 1
- 230000009467 reduction Effects 0.000 description 1
- 229920005989 resin Polymers 0.000 description 1
- 239000011347 resin Substances 0.000 description 1
- 230000000717 retained effect Effects 0.000 description 1
- 238000010998 test method Methods 0.000 description 1
- 238000004154 testing of material Methods 0.000 description 1
- 230000008719 thickening Effects 0.000 description 1
- 239000002023 wood Substances 0.000 description 1
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F41—WEAPONS
- F41B—WEAPONS FOR PROJECTING MISSILES WITHOUT USE OF EXPLOSIVE OR COMBUSTIBLE PROPELLANT CHARGE; WEAPONS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- F41B15/00—Weapons not otherwise provided for, e.g. nunchakus, throwing knives
- F41B15/02—Batons; Truncheons; Sticks; Shillelaghs
- F41B15/022—Batons; Truncheons; Sticks; Shillelaghs of telescopic type
- F41B15/025—Batons; Truncheons; Sticks; Shillelaghs of telescopic type the telescoping sections being locked by coacting conical end surfaces, i.e. by friction
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F41—WEAPONS
- F41B—WEAPONS FOR PROJECTING MISSILES WITHOUT USE OF EXPLOSIVE OR COMBUSTIBLE PROPELLANT CHARGE; WEAPONS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- F41B15/00—Weapons not otherwise provided for, e.g. nunchakus, throwing knives
- F41B15/02—Batons; Truncheons; Sticks; Shillelaghs
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16B—DEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
- F16B7/00—Connections of rods or tubes, e.g. of non-circular section, mutually, including resilient connections
- F16B7/10—Telescoping systems
- F16B7/105—Telescoping systems locking in discrete positions, e.g. in extreme extended position
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F41—WEAPONS
- F41B—WEAPONS FOR PROJECTING MISSILES WITHOUT USE OF EXPLOSIVE OR COMBUSTIBLE PROPELLANT CHARGE; WEAPONS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- F41B15/00—Weapons not otherwise provided for, e.g. nunchakus, throwing knives
- F41B15/02—Batons; Truncheons; Sticks; Shillelaghs
- F41B15/022—Batons; Truncheons; Sticks; Shillelaghs of telescopic type
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Mutual Connection Of Rods And Tubes (AREA)
- Forms Removed On Construction Sites Or Auxiliary Members Thereof (AREA)
- Fishing Rods (AREA)
- Braking Arrangements (AREA)
- Steering Controls (AREA)
- Endoscopes (AREA)
Description
i
UIT- EN INSCHUIFBARE WAPENSTOK
De uitvinding heeft betrekking op een constructie voor het uitschuiven en inschuiven van een buisvormige wapenstok met een telescopische constructie en, meer in het bijzonder heeft deze betrekking op een constructie waarmee het uit- en inschuiven van een wapenstok bijzonder gelijkmatig, zonder ratelen of schranken kan gebeuren, waarbij deze wapenstok een grotere duurzaamheid heeft.
Bekend is een constructie waarbij een aantal cilindrische delen met verschillende diameter telescopisch met elkaar zijn gecombineerd, waarbij een schuin buitenoppervlak aan het achtereinde van een binnenste cilindrisch element in aangrijping komt met een schuin binnenoppervlak aan het boveneinde van een cilindrisch element juist daarbuiten, zodanig dat deze niet ten opzichte van elkaar kunnen verschuiven. Dit betreft een sleutelhouder met een telescopische constructie welke niet een wapenstok zelf is, maar wel daarvoor bruikbaar is (Amerikaans octrooi 4 752 072). Bij deze bekende constructie zijn zowel het buitenoppervlak als het binnenoppervlak aan het uiteinde van het buitenste cilindrische element uitgevoerd als tot aan het boveneinde toelopende schuine oppervlakken, terwijl zowel het buitenoppervlak als het binnenoppervlak aan het achtereinde van het binnenste cilindrisch element uitgevoerd zijn als tot aan het achtereinde toelopende schuine oppervlakken. Deze constructie heeft daarom de volgende problemen.
(1) Het boveneinde van het schuine binnenoppervlak van het buitenste cilindrische element verkeert in schuif-contact met het cilindrische buitenoppervlak van het binnenste cilindrische element over nagenoeg een ringvormige contactlijn, en het achtereinde van het schuine buitenopper vlak van het binnenste cilindrische element verkeert eveneens in een schuifcontact met het cilindrische binnenopper-vlak van het buitenste cilindrische element/ over in hoofdzaak een ringvormige contactlijn en in deze toestand worden deze bij het uit- en inschuiven geleid. Het boveneinde van de geleiding van het buitenste cilindrische element en het achtereinde van de geleiding van het binnenste cilindrische element kunnen daardoor afslijpen en, dientengevolge, neemt de speling in het geleidingsgedeelte toe hetgeen tot rammelen of schranken aanleiding geeft.
(2) De stijfheid van de wapenstok in de uitgeschoven toestand is onvoldoende en aangenomen wordt dat dit veroorzaakt wordt door het bovenbeschreven rammelen. In het bijzonder kan soms op de wapenstok een kracht of slag worden uitgeoefend in de richting loodrecht op de as van de stok en aannemelijk is dat een dergelijke kracht of slag, in combinatie met het rammelen, de stijfheid van de stok in de uitgeschoven toestand onvoldoende maakt.
(3) Wanneer de wanddikte van het cilindrische element wordt verkleind ter gewichtsbesparing, wordt het schuine binnenoppervlak van het buitenste cilindrische element door het schuine buitenoppervlak van het binnenste cilindrische element weggedrukt waardoor de neiging ontstaat dat deze naar buiten toe open gaat wanneer de stok met een sterke kracht wordt uitgeschoven. De binnendiameter is derhalve vergroot teneinde het binnenste cilindrische orgaan uit het buitenste cilindrische orgaan te laten glijden.
Verder is een wapenstok met een uit- en inschuifbare constructie beschreven in het gepubliceerde Japanse ge-bruiksmodel 61-181996, waarbij de binnenste en buitenste elementen een met vlakken op elkaar liggend contactgedeelte hebben. In een uitgeschoven toestand grijpt een terugkeer-aanslag die veerkrachtig buitenwaarts uitsteekt en gevormd wordt door een binnenste buisvormige element van een inkeping te voorzien, het boveneindoppervlak van het buitenste buisvormige orgaan echter aan waardoor wordt verhinderd dat het binnenste buisvormige orgaan terugbeweegt. Er treedt derhalve een probleem op met betrekking tot de sterkte van de inkeping.
Alhoewel een uit- en inschuifbaar mechanisme eveneens getoond is in het gepubliceerde Japanse gebruiksmodel 63-90796, wordt de inwendige constructie niet in detail beschreven of getoond.
Derhalve is het een doel van de onderhavige uitvinding om de genoemde problemen van de stand van de techniek te overwinnen en eert constructie te verschaffen voor het uitschuiven of inschuiven van een wapenstok waardoor rammelen of schranken minder snel optreedt, zelfs na herhaald gebruik en welk mechanisme vrij is van het bezwaar van het wegschuiven ten gevolge van een uittrekkracht, zelfs bij gereduceerd gewicht.
Het genoemde doel van de onderhavige uitvinding kan bereikt worden met een constructie voor het uit- en inschuiven van een wapenstok, omvattende een aantal telescopisch samengestelde cilindrische organen elk met verschillende diameter, waarbij een schuin oppervlak aan het achtereinde van het binnenste cilindrische element in aangrijping kan komen met een schuin oppervlak aan het boveneinde van een cilindrisch element in de uitgeschoven toestand vlak daarbuiten, waarbij het boveneinde van het buitenste cilindrische element een buitenste cilindrisch omtreksoppervlak heeft evenwijdig aan de hartlijn en een binnenste oppervlak met een conisch schuin oppervlak dat naar het boveneinde toe toeloopt en een cilindrisch omtreks-schuifgeleidingsopper-vlak doorlopend in het boveneinde van het conisch schuine oppervlak en evenwijdig aan de hartlijn, en het achtereinde van het binnenste cilindrische orgaan een buitenste cilindrisch omtreks-schuifgeleidingsoppervlak heeft evenwijdig aan de hartlijn en een conisch schuin oppervlak dat naar het boveneinde toe toeloopt en doorloopt in het schuifgelei-dingsoppervlak, waarbij het schuifgeleidingsoppervlak van het buitenste cilindrische orgaan in schuifbaar contact is gebracht met het buitenste omtreksoppervlak van het binnenste cilindrische element en het schuifgeleidingsoppervlak van het binnenste cilindrische element in een schuifcontact is gebracht met het binnenste omtreksoppervlak van respectievelijk het buitenste cilindrische element, terwijl op ten minste één plaats van de wapenstok een ventilatié-opening is aangebracht.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is een verspringing aangebracht tussen het binnenste omtreksoppervlak en de basis van het conische schuine oppervlak van het buitenste cilindrische element en een andere verspringing is eveneens aangebracht tussen het schuifgeleidingsoppervlak en het conische schuine oppervlak van het binnenste cilindrische orgaan zodanig dat deze verspringingen met elkaar in contact kunnen komen.
Bij een andere uitvoeringsvorm is op het binnenop-pervlak van het buitenste cilindrische element en het buitenoppervlak van het binnenste cilindrische element een slijtvaste laag aangebracht.
Bij een volgende uitvoeringsvorm is een ring van een slijtvast materiaal en voorzien van een schuifgeleidingsop-pervlak aan het boveneinde van het buitenste cilindrische element bevestigd.
Bij een andere uitvoeringsvorm is een van een slijtvast materiaal vervaardigd en van een schuifgeleidings-oppervlak voorziene ring bevestigd aan het achtereinde van het binnenste cilindrische element.
Bij een andere uitvoeringsvorm is een hellingshoek voor elk van de conische aangrijpingsoppervlakken van het buitenste cilindrische element en het binnenste cilindrische element bepaald als liggend in een gebied van 1° tot 2°.
Bij het uitschuiven en inschuiven is het schuifge-leidingsoppervlak dat cilindrisch gevormd is ten opzichte van het buitenste cilindrische element in een vlak-op-vlak contact gebracht met het cilindrische buitenoppervlak van het binnenste cilindrische element, en is het cilindrisch ten opzichte van het binnenste cilindrische element gevormde schuifgeleidingsoppervlak in een vlak-op-vlak contact gebracht met het cilindrische binnenoppervlak van het buitenste cilindrische element, en worden deze in deze toestand geleid. Het rammelen of schranken kan derhalve aanmerkelijk worden verminderd in vergelijking met de constructie volgens de stand van de techniek. Verder veroorzaakt de constructie minder afslijting zelfs na herhaald uitschuiven en inschuiven en kan het rammelen of schranken tot een aanvaardbaar niveau worden onderdrukt, zelfs na langdurig gebruik.
Zelfs wanneer verder de wanddikte van het cilindrische element wordt verminderd, teneinde het gewicht te verminderen, wordt alleen het boveneinde van het buitenste cilindrische element cilindrisch gemaakt aan het buitenoppervlak, teneinde de wanddikte plaatselijk te vergroten. Zelfs wanneer een grote uitschuifkracht wordt uitgeoefend zal dienovereenkomstig het element een grote weerstand vertonen tegen een kracht die het boveneinde van het cilindrische element buitenwaarts opent, teneinde te voorkomen dat het binnenste cilindrische element wegglijdt. In een geval waarbij het buitenste cilindrische element en het binnenste cilindrische element door verspringingen met elkaar in aangrijping verkeren, wordt de anti-slip functie verder versterkt. Wanneer de hellingshoek van elk van de conische aangrijpingsoppervlakken van het buitenste cilindrische element en het binnenste cilindrische element groter gemaakt wordt dan Γ, bestaat er verder geen gevaar dat het binnenste cilindrische element wegglijdt ten gevolge van een geringe fout in de afmetingen bij de fabricage.
De duurzaamheid van de constructie kan verder aanmerkelijk worden vergroot door middelen te verschaffen zoals het vormen van een slijtvaste laag op het binnenopper-vlak van het buitenste cilindrische element of het buitenoppervlak van het binnenste cilindrische element, het bevestigen van een ring van slijtvast materiaal en met een schuif-geleidingsoppervlak aan het boveneinde van het buitenste cilindrische element of het bevestigen van een ring van slijtvast materiaal en met een schuifgeleidingsoppervlak aan het achtereinde van het binnenste cilindrische element.
Aangezien in het bijzonder de wapenstok in de uitgeschóven toestand een voldoende stijfheid heeft, is de onderhavige uitvinding in het bijzonder doeltreffend wanneer de toegepast wordt op een wapenstok met een dwarshandvat, waarop sterke drukkrachten uitgeoefend kunnen worden.
Figuur 1 is een perspectivisch aanzicht van een wapenstok van het uit- en inschuifbare type met een dwarshandvat, volgens een eerste uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; figuur 2 is een verticale dwarsdoorsnede van de wapenstok van figuur 1; figuur 3 is een vergrote dwarsdoorsnede van een gedeelte van de wapenstok voor de uiteenzetting van de uitschuif- en inschuifconstructie; figuur 4 is een zijaanzicht gedeeltelijk in dwarsdoorsnede van een gemodificeerde uitvoeringsvorm van de in figuur 1 getoonde wapenstok; figuur 5 is een dwarsdoorsnede van een gedeelte van een constructie voor het uit- en inschuiven van een wapenstok volgens een tweede uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; figuur 6 is een dwarsdoorsnede van een gedeelte van een derde uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; figuur 7 is een vooraanzicht van een slijtvast element in een vierde uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; figuur 8 is een dwarsdoorsnede van een gedeelte van een vierde uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; figuur 9 is een vooraanzicht van een gedeelte van een slijtvast element in een vijfde uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; en figuur 10 is een zijaanzicht van het in figuur 9 getoonde element.
Figuur 1 toont als eerste uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding een perspectivisch aanzicht van een uit- en inschuifbare wapenstok met een dwarshandvat, figuur 2 is een verticale dwarsdoorsnede daarvan en figuur 3 is een vergrote dwarsdoorsnede van een gedeelte voor het toelichten van een constructie voor het uit- en inschuiven.
In figuur 1 wordt het hoofdlichaam 1 van de wapenstok in getrokken lijnen in ingetrokken toestand getoond en in een streep-stippellijn in een tot een lengte L uitgeschó-ven toestand. Het hoofdlichaam 1 van de wapenstok heeft een dwarshandvat 2 met een zodanige lengte dat dit met één hand vastgegrepen kan worden, en welke loodrecht op het hoofdlichaam 1 van de stok is aangebracht in een positie die enigszins ten opzichte van het midden naar één einde in de langs-richting van het hoofdlichaam 1 van de stok is verplaatst, dat wil zeggen in een positie nabij een verdikking A die aan één einde van het hoofdlichaam 1 van de stok is aangebracht. De verdikking A omvat een cilindrisch deel Al van een kunsthars, hout of licht metaal waardoorheen het hoofdlichaam 1 van de stok is gestoken.
Zoals getoond in figuur 2 heeft het dwarshandvat 2 van deze uitvoeringsvorm een steunschacht 6 die zich verticaal uitstrekt vanaf een montagebasis 5 voor de bevestiging aan het hoofdlichaam 1 van de stok loodrecht op het hoofdlichaam 1 en deze schacht is uitgevoerd als een dwarshandvat van het boven-onder-rotatietype omvattende een relatief roteerbaar onderste deel 7 dat roteerbaar gemonteerd is om een basiseinde 6a van de steunschacht 6, en een relatief roteerbaar bovenste deel 8 dat roteerbaar aangebracht is om een boveneinde 6b van de draagschacht 6 en een onbeweeglijk deel 9 waardoorheen een tussenliggend gedeelte 6c van de draagschacht 6 is gestoken en dat bevestigd is aan de draagschacht 6 in een positie tussen de onderling roteerbare bovenste en onderste delen 7 en 8.
Het hoofdlichaam 1 van de stok heeft een telescopische constructie omvattende een aantal (in de weergegeven uitvoeringsvorm drie) cilindrische delen 25, 26 en 27 elk met verschillende met diameter. De buitenste cilinder 25 met de grootste diameter heeft binnenschroefdraad 28 in het binnenste omtreksoppervlak aan de zijde van het achtereinde, die zich üitstrekt van de opening naar binnen toe, waarbij een stop 29 met een buitenschroefdraad daarin geschroefd is, en een kap 30 als afdekking in de opening aan het achtereinde is geschroefd. In de buitenste cilinder 25 omvat het buitenste omtreksoppervlak een cilindrisch oppervlak 25a dat evenwijdig aan de centrale hartlijn is gevormd, en een binnenste omtreksoppèrvlak omvat een schuin oppervlak 25d aan het boveneinde, dat naar het boveneinde toe toeloopt (convergeert). Een tussencilinder 26 die opgenomen is binnen de buitenste cilinder 25, als een binnenste cilindrisch element, heeft een schuin oppervlak 26f dat aan het buitenoppervlak aan het achtereinde is gevormd, en de buitendiameter daarvan is enigszins groter naar de opening aan het achtereinde toe, zodanig dat dit in aangrijping kan komen met het schuine oppervlak 25d van de buitenste cilinder 25. Het bovenste einde van de tussencilinder 26 heeft een schuin oppervlak 26d dat aan het binnenste omtreksoppèrvlak is gevormd en naar het boveneinde toe toeloopt. Een binnen de tussencilinder 26 opgenomen binnenste cilinder 27 heeft een schuin oppervlak 27f aan het buitenoppervlak aan het achtereinde en de buitendiameter daarvan is enigszins vergroot naar de opening aan het achtereinde toe, zodanig dat dit in aangrijping kan komen met het schuine oppervlak 26d aan het boveneinde van de tussencilinder 26. Binnenschroefdraad is gevormd aan het binnenoppervlak van de opening aan het boveneinde waarop een kap 36 is geschroefd. Het achtereinde van de binnenste cilinder 27 heeft een zodanige binnendiame-ter dat deze een gevorkte veer 38, die aan de stop 29 is vastgeschroefd, kan aangrijpen, wanneer de wapenstok is ingéschoven. De basis van de kap 36 aan het boveneinde heeft een zodanige grootte dat deze in aangrijping kan komen met het boveneinde van de tussencilinder 26.
Wanneer meer in het bijzonder wordt verwezen naar de constructie voor het uitschuiven en inschuiven van het hoofdlichaam 1 vart de stok, waarbij verwezen wordt naar de vergrote dwarsdoorsnede van figuur 3, is te zien dat de buitenste cilinder 25 als het buitenste cilindrische element en de tussencilinder 26 (een buitenste cilindrisch element voor de binnenste cilinder 27) aan hun boveneinden zodanig zijn gevormd dat elk van de buitenoppervlakken 25a (26a) daarvan geen hellingshoek in axiale richting heeft, dat wil zeggen een cilindrische vorm heeft met een omtreksoppèrvlak evenwijdig aan de cilinderhartlijn. Anderzijds zijn aan het binnenoppervlak van elk van de boveneindgedeelten conisch hellende toelopende oppervlakken 25d (26d) en een cilindrisch schüifgeleidingsoppervlak 25c (26c) gevormd, met een omtreksoppervlak evenwijdig aan de cilinderhartlijn en doorlopend in het uiteinde van het conische schuine oppervlak 25d (26d). Aan de andere kant heeft elke tussencilinder 26 als binnenste cilindrisch element (binnenste cilindrische element voor de buitenste cilinder 25) en de binnenste cilinder 27, aan het buitenoppervlak van het achtereinde, een cilindrisch schüifgeleidingsoppervlak 26e (27e) als omtreksoppervlak evenwijdig aan de cilinderhartlijn en een conisch schuin toelopend oppervlak 26f (27f) dat doorloopt in het schüifgeleidingsoppervlak 26e (27e), vanaf het achtereinde gezien.
Het schüifgeleidingsoppervlak 25c aan het binnenop-pervlak aan het boveneinde van de buitenste cilinder 25 en . het cilindrische buitenomtreksoppervlak 26a van de tussencilinder 26 evenwijdig aan de cilinderhartlijn passen met een kleine speling op elkaar, en het schüifgeleidingsoppervlak 26e aan het buitenoppervlak aan het achtereinde van de tussencilinder 26 en het cilindrische binnenomtreksoppervlak 25b van de buitenste cilinder 25 evenwijdig aan de cilinderhartlijn passen met een kleine speling op elkaar. Het schüifgeleidingsoppervlak 26c aan het binnenoppervlak aan het boveneinde van de tussencilinder 26 en het cilindrische buitenomtreksoppervlak 27a van de binnenste cilinder 27 evenwijdig aan de cilinderhartlijn passen met een kleine speling op elkaar, en het schüifgeleidingsoppervlak 27e aan het buitenoppervlak aan het achtereinde van de binnenste cilinder 27 en het cilindrische binnenomtreksoppervlak 26b van de tussencilinder 26 evenwijdig aan de cilinderas passen met een kleine speling op elkaar.
Aan de omtrekszijde van de buitenste cilinder 25 is ten minste één dwarsgat 31 gevormd. Het dwarsgat 31 kan eventueel ook aangebracht zijn in de tussencilinder 26 of de binnencilinder 27, aan de aan het achtereinde van de buitenste cilinder bevestigde kap 30 of aan de aan het boveneinde van de binnenste cilinder 27 bevestigde kap 36, of het gat kan vervangen worden door een groef of sleuf, zolang vrij lucht tussen de binnenzijde en de buitenzijde van het cilindrisch element van het hoofdlichaam 1 van de stok kan stromen, teneinde een gelijkmatig verloop van het uitschuiven en intrekken te verzekeren.
Bij deze uitvoeringsvorm is de hellingshoek van het conisch schuine oppervlak 25d van de buitenste cilinder, elk van de conische schuine oppervlakken 26d en 26f van de tussencilinder en het conische schuine oppervlak 27f van de binnenste cilinder 27 bij voorkeur in een gebied gekozen van 1® tot 2®. Wanneer de hoek kleiner is dan 1®, is een grote kracht nodig voor het losmaken van de aangrijping tussen de schuine oppervlakken en het opnemen van de tussencilinder 26 in de buitenste cilinder 25 en respectievelijk de binnenste cilinder 27 in de tussencilinder 26, waardoor het moeilijk wordt om het hoofdlichaam 1 van de stok in te schuiven. Afhankelijk van de fabricagetoleranties kan er echter een probleem zijn dat het binnenste cilindrische element slipt en uit het buitenste cilindrische element schiet door een op het hoofdlichaam van de stok werkende zwaaikracht. Wanneer anderzijds de hellingshoek groter is dan 2”, is de aangrijping tussen de schuine oppervlakken in een uitgeschoven toestand verzwakt, waardoor het gevaar bestaat dat de aangrijping los schiet door de reactie van het slaan van een opponent, waardoor het hoofdlichaam 1 van de stok inschuift. Terzijde, hoofdlichamen 1 voor stokken werden als proef vervaardigd met hellingshoeken (tapse hoeken) in drie fasen, dat wil zeggen 1®, 1,5® en 2®, en de relatie tussen de trekbelasting en de maximale drukbelasting in axiale richting werden bepaald. Testgegevens worden getoond in tabel 1.
Voor wat betreft de testmethode, het vervaardigde hoofdlichaam werd als testvoorwerp gebruikt, en deze werd aangebracht in een universele materiaalbeproevingsinrich-ting, en een axiale trekbelasting werd aan beide einden uitgeoefend, waarna het testvoorwerp in tegengestelde richting werd samengedrukt, en de maximale drukbelasting werd gemeten. De test werd uitgevoerd door het Prefectural Industrial Technical Center van Ehirae.
TABEL 1 trekbe- maximale drukbelasting (kgf) lasting (kgf) tapsheid tapsheid tapsheid 1° 1,5* 2 * 100 75 50 55 150 100 100 110 200 155 130 125 250 180 215 155 300 260 185 180 350 315 310 205 400 340 315 240 450 385 310 280 500 410 390 290 550 555 400 365 600 540 470 350
Wanneer de wapenstok van het uit- en inschuifbare type in de werkelijkheid wordt gebruikt, wordt het hoofdlichaam 1 van de stok met een hand rondgezwaaid zodat het binnenste cilindrische element naar buiten wordt gedreven en uitschuift. De uitschuifkracht komt in dit geval overeen met de in tabel 1 getoonde trekbelasting. Voor het intrekken van het uitgestoken hoofdlichaam 1 van de stok wordt op het boveneinde van het hoofdlichaam 1 van de stok geslagen en gedrukt, teneinde het binnenste cilindrische element op te nemen. De drukkracht in dit geval komt overeen met de maximale drukbelasting in tabel 1. In de tabel is te zien dat wanneer het binnenste cilindrische element naar buiten wordt gedreven met een kracht overeenkomend met bijvoorbeeld 300 kgf van de trekbelasting, een kracht van 260 kgf nodig is om deze weer in te schuiven in het geval van een tapsheid van Γ maar deze kracht kan worden verminderd tot een kracht van 180 kgf in het geval van een tapsheid van 2°. Met andere woorden, het is duidelijk dat voor het inschuiven een grotere kracht moet Worden uitgeoefend wanneer de tapsheid klei ner is dan Γ en dat het inschuiven moeilijk wordt wanneer het cilindrische element met een kleine tapsheid met een grote kracht naar buiten is gedreven. Wanneer daarentegen de tapsheid groter wordt dan 20, neemt de drukbelasting verder af en schuift het binnenste cilindrische element weer naar binnen wanneer het met grote kracht naar buiten wordt gedreven en de functie van de wapenstok kan niet worden bereikt.
De werking zal nu worden beschreven.
Wanneer op het hoofdlichaam 1 van de stok een centrifugaalkracht wordt uitgeoefend door het dwarshandvat 2 of de greep A in een toestand vast te grijpen waarbij alle cilinders 25, 26 én 27 successievelijk op telescopische wijze (figuur 2) in de stok zijn opgenomèn, worden de tus-sencilinder 26 en de binnenste cilinder 27 naar buiten gedreven en uitgeschoven. In dit geval wordt het cilindrische buitenomtreksoppervlak 26a van de tussenliggende cilinder 26 evenwijdig aan de cilinderhartlijn geleid, waarbij een licht vlak-op-vlak contact optreedt langs het schuifge-leidingsvlak 25c aan het boveneinde van de buitenste cilinder 25, en het schuifgeleidingsoppervlak 26e aan het achtereinde van de tussencilinder 26 wordt geleid, terwijl deze in een licht vlak-op-vlak contact verkeert langs het cilindrische binnenomtreksoppervlak 25b van de buitencilinder 25 evenwijdig aan de cilinderas. Op dezelfde wijze wordt het cilindrische buitenomtreksoppervlak 27a van de binnenste cilinder 27 evenwijdig aan de cilinderas geleid, terwijl er een gering vlak-op-vlak contact optreedt langs het schuifgeleidingsoppervlak 26c aan het boveneinde van de binnencilin-der 26, en het schuifgeleidingsoppervlak 27e aan het achtereinde van de binnenste cilinder 27 wordt geleid, terwijl er een gering vlak-op-vlak contact optreedt langs het cilindrische binnenomtreksoppervlak 26b van de tussencilinder 26, evenwijdig aan de cilinderas. De tussencilinder 26 en de binnenste cilinder 27 kunnen dus bijzonder gelijkmatig bewegen zonder enig rammelen of schranken. Aangezien verder de schuifgeleidingsoppervlakken 25c, 26e, 26c en 27e in vlak-op-vlak contact met elkaar worden gebracht, is hun afsluiting bijzonder gering in vergelijking met een toestand van lijncontact zoals bij de stand van de techniek, zelfs wanneer de stok gedurende langere tijd herhaaldelijk uitgeschoven en ingeschoven wordt, zodat de levensduur sterk kan worden vergroot.
In de geheel uitgeschovën toestand grijpt het schuine oppervlak 26f aan het achtereinde van de uit de buitencilinder 25 gedreven tussencilinder 26 aan op het schuine oppervlak 25d aan het boveneinde van de buitencilinder 25, en het schuine oppervlak 27f aan het achtereinde van de uit de tussencilinder 26 gedreven binnencilinder 27 grijpt het schuine oppervlak 26b aan het boveneinde van de tussencilinder 26 aan en deze worden tegen wegglijden vastgehouden. Bij de aangrijping treedt een sterke slagkracht op op de buitencilinder 25 wanneer het buitenste cilindrische element (en de binnenste cilinder 26) ter plaatse van het schuine oppervlak 25d (en 26d) aan het boveneindgedeelte met elkaar in contact komen, en de krachtscomponent langs het schuine oppervlak wordt in de buitenwaartse openingsrichting uitgeoefend. Aangezien het buitenoppervlak van de buitenste cilinder 25 (en de binnenste cilinder 26) cilindrisch is gemaakt tot aan het boveneinde, zodat de wanddikte aan het boveneinde die tot deformatie kon leiden bij de bekende constructie, plaatselijk wordt versterkt, wordt deze bij de huidige uitvinding minder gedeformeerd zelfs wanneer in de richting van de buitenwaartse opening een grote kracht wordt uitgeoefend. Wanneer daarom het hoofdlichaam 1 van de stok met een grote kracht naar buiten wordt gedreven, kan worden voorkomen dat deze wegslipt. De wanddikte voor elk van de cilinderelementen kan als geheel worden verkleind, teneinde gewicht te besparen.
Figuur 4 toont een gemodificeerde constructie van de eerste uitvoeringsvorm, waarbij een beschermingsgedeelte 40 in plaats van hét dwarse handvat aan het hoofdlichaam 1 van de stok is bevestigd. De constructie voor uitschuiven en inschuiven van het hoofdlichaam 1 is hetzelfde als bij de eerste uitvoeringsvorm.
Figuur 5 toont een gedeelte van een constructie voor het uitschuiven en inschuiven van het hoofd!ichaam 1 van de stok in een tweede uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.
Bij deze uitvoeringsvorm is een borst 51 gevormd tussen een binnenomtreksoppervlak 25b (26b) aan het boveneinde en de basis van een schuin oppervlak 25d (en 26d) van een buitenste cilinder 25 als een buitenste cilindrisch element (en een tussencilinder 26), terwijl een andere borst 52 die in aangrijping kan komen met de borst 51 aangebracht is tussen een schuifgeleidingsoppervlak 26e (27e) en een schuin oppervlak 26f (27f) van de tussencilinder 26 als een binnenste cilindrisch element (en een binnenste cilinder 27). Deze gemodificeerde uitvoeringsvorm heeft het voordeel dat een verder verbeterd effect wordt verkregen voor het voorkomen van het wegslippen door het aangrijpen van de borsten 51 en 52 op elkaar.
Figuur 6 toont een gedeelte van een derde uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.
Bij deze uitvoeringsvorm is een ring 55 van een slijtvast materiaal en met een schuifgeleidingsoppervlak 25c (26c) bevestigd aan het boveneinde van een buitenste cilinder 25 als een buitenste cilindrisch element (en een tussencilinder 26). Als slijtvast materiaal heeft een titanium legering of een dergelijk ander hard metaal of een kunsthars met een lage wrijvingsweerstand zoals een fluor-hars de voorkeur.
Figuur 7 en 8 tonen een gedeelte van een vierde uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.
Bij deze uitvoeringsvorm is een ring 56 die van hetzelfde slijtvaste materiaal als hierboven beschreven is, is vervaardigd, en een schuifgeleidingsoppervlak 26e (27e) heeft aan het achtereinde van een tussencilinder 26 als het binnenste cilindrische element (en een binnenste cilinder 27) gemonteerd en gefixeerd door een schroefklemring 57. Het schuifgeleidingsoppervlak 26e (27e) steekt bolvormig uit in een aantal gedeelten (in de weergegeven uitvoeringsvorm vier gedeelten) vanaf het buitenomtreksoppervlak van de slijtvaste ring 56.
Figuur 9 toont een vijfde uitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding welke verschilt van de in de figuren 7 en 8 getoonde vierde uitvoeringsvorm doordat het schuifgeleidingsoppervlak 26e (27e) van de slijtvaste ring 49 als een cilindrisch oppervlak is uitgevoerd.
Elk van de derde tot vij fde uitvoeringsvorm heeft het voordeel dat deze de duurzaamheid aanmerkelijk vergroten door het schuifgeleidingsoppervlak van het slijtvaste materiaal te vervaardigen, afzonderlijk van het cilindrische element.
Alhoewel dit niet is weergegeven in de tekeningen kan het binnenoppervlak van de buitenste cilinder 25 als het buitenste cilindrische element en de tussencilinder 26 en de buitenoppervlakken van de tussencilinder 26 en de binnenste cilinder 27 als het binnenste cilindrische element voorzien zijn van een slijtvaste laag, bijvoorbeeld door een nitrifi-catiebehandeling toe te passen of een deklaag aan te brengen met een titanium legering, ter vergroting van de duurzaamheid.
Zoals boven beschreven wordt bij de wapenstok van het in- en uitschuifbare type volgens de uitvinding, aangezien een schuifgeleidingsoppervlak aan elk van de einden van de schuine oppervlakken van het buitenste cilindrische element en het nabij liggende binnenste cilindrische element over het gedeelte waarover deze in aangrijping komen in een vlak-op-vlak contact met het omtreksoppervlak van het cilindrische element, een gunstig effect bereikt dat een bijzon-der gelijkmatige uitschuif- en inschuifwerking wordt verkregen en afslijping aan het einde van het schuine oppervlak zelfs na herhaald gebruik wordt verminderd, waardoor rammelen of schranken gedurende lange tijd wordt voorkomen. Aangezien de slijtvastheid van het schuifgeleidingsoppervlak en het contactoppervlak daarvan is verbeterd, kan een effect worden verkregen dat de duurzaamheid in vergelijking met de bekende constructie sterk verbetert. Aangezien verder het buitenoppervlak aan het boveneinde van het buitenste cilindrische element cilindrisch is en het binnenoppervlak daarvan met het conische schuine oppervlak toeloopt naar het boveneinde en een cilindrisch schuifgeleidingsoppervlak doorloopt naar hét boveneinde van het conische schuine oppervlak, kan de wanddikte plaatselijk aan het boveneinde worden vergroot, waardoor een gunstig effect wordt bereikt dat het boveneinde van het buitenste cilindrische element minder wordt geopend bij het uitschuiven, waardoor wordt voorkomen dat het binnenste cilindrische element wegslipt, zelfs wanneer een sterke slag wordt uitgeoefend op het boveneinde van het buitenste cilindrische element. Aangezien verder de verspringingen of borsten gevormd zijn aan het aangrijpingsgedeelte tussen de binnenste en buitenste cilindrische elementen, waardoor de hellingshoek van elk van de schuine oppervlakken wordt beperkt, kan een verder verbeterd anti-wegslip-effect worden bereikt.
In het bijzonder wanneer de constructie voor het üitschuiven en inschuiven volgens de onderhavige uitvinding toegepast wordt bij een wapenstok met een dwarshandvat, kan een voldoende stijfheid in de uitgeschoven toestand van de wapenstok worden verkregen om een hoge betrouwbaarheid te bereiken.
Claims (8)
1. Constructie voor het uitschuiven en inschuiven van een wapenstok omvattende een aantal telescopisch met elkaar gecombineerde cilindrische elementen met verschillende diameter, waarbij in een uitgeschoven toestand een schuin oppervlak aan het achtereinde van een binnenste cilindrisch element in aangrijping gebracht kan worden met een schuin oppervlak aan het boveneinde van een cilindrisch element daarbuiten, waarbij het boveneinde van het buitenste cilindrische element een cilindrisch buitenomtreksoppervlak heeft evenwijdig aan de cilinderas en een binnenoppervlak met een conisch schuin oppervlak dat toeloopt naar het boveneinde en een cilindrisch omtreks-schuifgeleidingsoppervlak dat doorloopt in het boveneinde van het conisch schuine oppervlak en evenwijdig aan de cilinderas, en waarbij het achtereinde van het binnenste cilindrische element een cilindrisch omtreks-schuifgeleidingsoppervlak heeft evenwijdig aan de cilinderas en een conisch schuin oppervlak dat toeloopt naar het boveneinde en doorloopt in het schuifgeleidingsoppervlak, waarbij het schuifgeleidingsoppervlak van het buitenste cilindrisch element in schuifbaar contact wordt gebracht met het buitenste omtreksoppervlak van het binnenste cilindrisch element en het schuifgeleidingsoppervlak van het binnenste cilindrisch element in een schuifbaar contact wordt gebracht met respectievelijk het binnenste omtreksoppervlak van het buitenste cilindrisch element.
2. Constructie voor uitschuiven en inschuivén van een wapenstok volgens conclusie 1, waarbij tussen het binnenste omtreksoppervlak en de basis van het conische schuine oppervlak van het buitenste cilindrisch element een borst is gevormd, en een andere borst gevormd is tussen het schuifgeleidingsoppervlak en het conisch schuine oppervlak van het binnenste cilindrisch element.
3. Constructie voor het uitschuiven en inschuiven van een wapenstok volgens conclusie 1 of 2, waarbij een slijtvaste laag gevormd is op het binnenoppervlak van het buitenste cilindrisch element en het buitenoppervlak van het binnenste cilindrisch element.
4. Constructie voor het uitschuiven en inschuiven van een wapenstok volgens één van de conclusies 1 tot en met 3, waarbij een ring van een slijtvast materiaal en met een schuifgeleidingsoppervlak aan het boveneinde van het buitenste cilindrisch element is bevestigd.
5. Constructie voor het uitschuiven en inschuiven van een wapenstok volgens één van de conclusies 1 tot en met 4, waarbij een ring van een slijtvast materiaal en met een schuifgeleidingsoppervlak bevestigd is aan het achtereinde van het binnenste cilindrisch element.
6. Constructie voor het uitschuiven en inschuiven van een wapenstok volgens één van de conclusies 1 tot en met 5, waarbij de hellingshoek van elk van de conische aangrij-pingsoppervlakken van het buitenste cilindrische element en het binnenste cilindrische element binnen een gebied van le en 2° ligt.
7. Constructie voor het uitschuiven en inschuiven van een wapenstok volgens één van de conclusies 1 tot en met 6, waarbij de wapenstok een wapenstok met een dwarshandvat is.
8. Constructie voor het uitschuiven en inschuiven van een wapenstok volgens één van de conclusies 1 tot en met 7, welke verder omvat een ventilatiegat op ten minste één plaats van de wapenstok.
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
JP3116138A JPH04344098A (ja) | 1991-05-21 | 1991-05-21 | 警棒の伸縮構造 |
JP11613891 | 1991-05-21 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL9200802A true NL9200802A (nl) | 1992-12-16 |
Family
ID=14679679
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL9200802A NL9200802A (nl) | 1991-05-21 | 1992-05-05 | Uit- en inschuifbare wapenstok. |
Country Status (13)
Country | Link |
---|---|
JP (1) | JPH04344098A (nl) |
KR (1) | KR920021964A (nl) |
CN (1) | CN1067115A (nl) |
AU (1) | AU1529392A (nl) |
CA (1) | CA2067308A1 (nl) |
DE (1) | DE4216637A1 (nl) |
DK (1) | DK66092A (nl) |
FR (1) | FR2676804A1 (nl) |
GB (1) | GB2256035A (nl) |
IT (1) | IT1256835B (nl) |
NL (1) | NL9200802A (nl) |
SE (1) | SE9201559L (nl) |
ZA (1) | ZA922924B (nl) |
Families Citing this family (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US5657986A (en) * | 1994-09-27 | 1997-08-19 | Armament Systems And Procedures, Inc. | Expandable baton with offset tapered locking zone |
DE29516863U1 (de) * | 1995-10-25 | 1997-02-27 | Müller, Lothar, 58513 Lüdenscheid | Tonfa |
AU4854896A (en) * | 1996-01-16 | 1997-08-11 | Armament Systems And Procedures, Inc. | Expandable baton with sections made of dissimilar materials and method of making same |
WO2000003191A2 (en) * | 1998-07-13 | 2000-01-20 | Michael Lupton Associates Ltd. | Batons |
Family Cites Families (12)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3371930A (en) * | 1965-10-06 | 1968-03-05 | Shiga Yoshio | Extensible night stick |
US3554546A (en) * | 1968-09-06 | 1971-01-12 | Harold N Brauhut | Spring whip |
US4037839A (en) * | 1975-12-31 | 1977-07-26 | Nelson Norman C | Collapsible baton |
US4135719A (en) * | 1977-07-20 | 1979-01-23 | Braunhut Harold N | Spring whip |
US4533140A (en) * | 1983-04-01 | 1985-08-06 | Champion Preston L | Animal deterrent device for joggers |
US4752072A (en) * | 1986-12-22 | 1988-06-21 | Parsons Kevin L | Telescoping self-defense keychain |
US4819137A (en) * | 1987-02-05 | 1989-04-04 | Hamilton Robert J | Multi-purpose self defense apparatus |
US4964636A (en) * | 1988-02-23 | 1990-10-23 | Hideyuki Ashihara | Police baton with rotatable crosshandle |
JPH0240499A (ja) * | 1988-07-29 | 1990-02-09 | Hideyuki Ashihara | 警棒 |
JPH02147076A (ja) * | 1988-08-22 | 1990-06-06 | Hideyuki Ashihara | クロスハンドル付き警棒 |
JPH0452500A (ja) * | 1990-06-20 | 1992-02-20 | Hideyuki Ashihara | クロスハンドル付警棒 |
AU8277191A (en) * | 1990-09-05 | 1992-06-04 | Hideyuki Ashihara | Multi-functional police baton |
-
1991
- 1991-05-21 JP JP3116138A patent/JPH04344098A/ja active Pending
-
1992
- 1992-04-23 ZA ZA922924A patent/ZA922924B/xx unknown
- 1992-04-27 CA CA002067308A patent/CA2067308A1/en not_active Abandoned
- 1992-04-30 AU AU15293/92A patent/AU1529392A/en not_active Abandoned
- 1992-05-02 KR KR1019920007537A patent/KR920021964A/ko not_active Application Discontinuation
- 1992-05-05 NL NL9200802A patent/NL9200802A/nl not_active Application Discontinuation
- 1992-05-20 DK DK066092A patent/DK66092A/da not_active Application Discontinuation
- 1992-05-20 CN CN92103248A patent/CN1067115A/zh active Pending
- 1992-05-20 FR FR9206137A patent/FR2676804A1/fr active Pending
- 1992-05-20 IT ITTO920433A patent/IT1256835B/it active IP Right Grant
- 1992-05-20 DE DE4216637A patent/DE4216637A1/de not_active Ceased
- 1992-05-21 SE SE9201559A patent/SE9201559L/ not_active Application Discontinuation
- 1992-05-21 GB GB9210807A patent/GB2256035A/en not_active Withdrawn
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
DE4216637A1 (de) | 1992-11-26 |
SE9201559D0 (sv) | 1992-05-18 |
ZA922924B (en) | 1993-08-27 |
DK66092A (da) | 1992-11-22 |
FR2676804A1 (fr) | 1992-11-27 |
JPH04344098A (ja) | 1992-11-30 |
ITTO920433A0 (it) | 1992-05-20 |
ITTO920433A1 (it) | 1993-11-20 |
GB2256035A (en) | 1992-11-25 |
IT1256835B (it) | 1995-12-21 |
GB9210807D0 (en) | 1992-07-08 |
AU1529392A (en) | 1992-12-03 |
SE9201559L (sv) | 1992-11-22 |
CA2067308A1 (en) | 1992-11-22 |
CN1067115A (zh) | 1992-12-16 |
KR920021964A (ko) | 1992-12-19 |
DK66092D0 (da) | 1992-05-20 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
DE69730767T2 (de) | Bremse für Hebegerät | |
DE19957793B4 (de) | Sitz für ein Fortbewegungsmittel | |
AU776460B2 (en) | Force limiting rope brake | |
DE29922219U1 (de) | Türfeststeller | |
NL9200802A (nl) | Uit- en inschuifbare wapenstok. | |
US6056643A (en) | Expandable baton | |
DE3854352T2 (de) | Selbstentriegelungsvorrichtung für den rücklaufenden verschlussträger und den lauf in einem halbautomatischen gewehr. | |
US10953980B2 (en) | Aircraft assembly with safety guide | |
US20050211964A1 (en) | Winch line safety device and method therefor | |
DE102006037544B4 (de) | Gurtaufroller und Verfahren zum Betreiben eines solchen Gurtaufrollers | |
US6237977B1 (en) | Over-center pelican hook | |
DE3536672C2 (nl) | ||
DE102004057649B4 (de) | Heckträgeranordnung für ein Kraftfahrzeug | |
DE102018008202A1 (de) | Einzugsvorrichtung mit einkuppelbarem Federenergiespeicher | |
DE102014106090A1 (de) | Bremsbelaghalterung einer Scheibenbremse und Bremsbelag | |
CN108827068B (zh) | 一种警棍用伸缩反拉内藏式解锁杆 | |
DE2411574C2 (de) | Anschlagdämpfer für Türen | |
DE20319852U1 (de) | Pick-Up-Hitch | |
DE102022003805B4 (de) | Einzugs- und Auszugsvorrichtung mit bidirektionalen Einzugsvorrichtungen | |
CN108820240A (zh) | 一种航母舰载机拦阻装置 | |
CN220337376U (zh) | 一种具有防松动结构的卸扣 | |
US3145684A (en) | Locking cleat | |
DE202008004422U1 (de) | Griff, insbesondere Lenkergriff für Zweiräder | |
DE202007011844U1 (de) | Automatische Rückführanordnung mit mechanischem Dämpfer | |
CN117029572A (zh) | 磁铁停车警棍 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
BV | The patent application has lapsed |