NL9200036A - Voertuig voor goederentransport, in het bijzonder een spoorwegtruck, die het mogelijk maakt om automatisch te bevrachten en te ontladen. - Google Patents

Description

Voertuig voor goederentransport, in het bijzonder een spoorwegtruck, die het mogelijk maakt om automatisch te bevrachten en te ontladen.

Deze uitvinding heeft betrekking op een voertuig dat geschikt is voor het transporteren van goederen, over de weg of het spoor, en in het bijzonder op een spoorwegtruck.

Voertuigen (opleggers, vrachtwagencombinaties, spoorwegtrucks) die momenteel in gebruik zijn in het goederenvervoer worden bevracht en ontladen met een aanzienlijk gebruik van arbeid en derhalve stijgende bevracht- en ontlaad-tijden en kosten.

Een voertuig met de mogelijkheid om "aan het einde" te bevrachten is reeds bekend en is het voorwerp van een vroegere octrooiaanvrage door de onderhavige aanvrager, waarbij het bevrachten volledig kan worden geautomatiseerd.

Hoewel een dergelijke truck de behoefte aan arbeid gedurende het bevrachten en ontladen vermindert en eveneens de bevrachting en ontladingstijd vermindert, heeft deze het nadeel om een bepaald probleem te treffen bij het uitvoeren van deze bewerkingen.

Met betrekking hiertoe wordt, als de goederen worden binnengebracht via de tegenover elkaar liggende uiteinden van het voertuig (eindbevrachting), het bevrachten en het ontladen beperkt door de relatief kleine afmetingen van de openingen die aan de genoemde uiteinden zijn voorzien.

Daarom is het een doel van de onderhavige uitvinding om een voertuig van het voornoemde type te verschaffen, die het mogelijk maakt om het bevrachten en het ontladen van goederen te automatiseren en zijwaarts aan het voertuig toe te voeren.

Voorts is het een doel om een voertuig te verschaffen van het vermelde type die eenvoudig en comfortabel bevrachten en ontladen mogelijk maakt.

Deze, en verdere doelen, die duidelijk zullen zijn voor de deskundige, worden bereikt door een goederenvervoerend voertuig, in het bijzonder een spoorwegtruck, die een vloer omvat waarvan de wanden omhoog reiken, waarbij zij tenminste één vrachtcompartiment afbakenen en waarbij het voertuig een overlangse middellijn heeft en met het kenmerk dat het op tenminste twee tegenover elkaar gelegen wanden van het vrachtcompartiment tenminste één paar geleidingen omvat, voor het laten glijden van goederendragende middelen die elementen bezitten voor het samenwerken met de geleidingen, waarbij het glijden een richting heeft die dwars staat op de overlangse middellijn en het mogelijk maakt om de goederen zijwaarts op het voertuig te laden, waarbij het laden op een voordelige wijze geautomatiseerd kan worden.

De onderhavige uitvinding zal duidelijker worden uit de vergezellende tekening, die is verschaft bij wijze van een niet-beperkend voorbeeld en waarin :

Figuur 1 een schematisch zijaanzicht is van een spoorwegtruck die is vervaardigd in overeenstemming met de uitvinding;

Figuur 2 een uitvergroot aanzicht is van een gedeelte van de truck van Figuur 1; Figuur 3, 4 en 5 vooraanzichten zijn van verschillende uitvoeringen van de truck van Figuur 1;

Figuur 6 een schematisch zijaanzicht is van een trein die is samengesteld uit trucks die identiek zijn aan de truck van Figuur 1; en

Figuur 7 een bovenaanzicht is van een bevrachtings-station voor een trein die is samengesteld uit trucks die identiek zijn aan de truck van Figuur 1.

Onder verwijzing naar genoemde figuren, bestaat een spoorwegtruck 1 (en eveneens een vrachtwagencombinatie 2 zoals weergegeven in Figuur 7) uit een vloer 3, waarop zich zijwanden 4 en eindwanden 5 verheffen die een vrachtcompartiment 6 afbakenen, waarin goederen 7 zijn opgeslagen op dragende middelen, platforms of pallets 8. Deze goederen worden zijwaarts in het compartiment 6 gebracht, d.w.z. loodrecht op een overlangse middellijn A door de truck 1.

In de uitvoering die is afgebeeld in de figuren, is het vrachtcompartiment 6 verdeeld in verscheidene secties 6A, 6B, 6C en 6D die worden gescheiden door panelen 10, waarbij de eindsecties worden begrensd door de eindwanden 5.

Ieder paneel 10 en iedere eindwand 5, die het compartiment 6 of een sectie daarvan afbakent, bevat geleidingen 12, die loodrecht ten opzichte van de middellijn A zijn aangebracht en uitzien op het inwendige van het compartiment of een sectie daarvan.

Iedere geleiding is gerangschikt om samen te werken met een corresponderend element (wielen, rollen of glijdende contra-geleidingen van een materiaal met een lage wrijvingscoëfficiënt) die zijn aangebracht aan één kant van een respectieve pallet 8.

De geleidingen 12 kunnen op verschillende hoogten aan de wand 10 zijn geplaatst zodat het mogelijk is om verschillende boven elkaar liggende pallets 8 in het compartiment 6 te brengen of in één van de secties waarin het is verdeeld. Dit is kennelijk afhankelijk van de afmetingen van de goederen 7 die door de boven elkaar liggende pallets worden gedragen.

In de genoemde figuren zijn de geleidingen 12 L-vormig en werken zij samen met de geschikt vormgegeven elementen 13 met een complementaire vorm.

Met name bevat ieder element 13 een holte 20, die wordt bepaald door opstaande randen 21 en 22 en waarin een corresponderende geleiding schuift. De geleidingen 12 kunnen van rollen of wielen zijn voorzien om dit schuiven te bevorderen.

Om een betrouwbaarder bevestiging van de pallets 8 aan de geleidingen 12 te bereiken worden borgpennen 25 verschaft die samenwerken met gaten 26 die in de elementen 13 en de geleidingen 12 zijn aangebracht.

De pallets 8 die de goederen 7 dragen, worden automatisch de trucks 1 binnengebracht in intermodale stations van een bekende soort, zoals degene die in detail zijn beschreven in een vroegere deponering onder de naam van de onderhavige aanvrager.

De goederen 7 die worden gedragen door de pallets 8 kunnen echter door andere middelen in de truck 1 worden gebracht, bijvoorbeeld door een gebruikelijke laadinrichting 30 die de pallets van de vrachtwagencombinatie 2 afhaalt en hen zijwaarts op iedere truck 1 laadt.

Om het zijwaarts bevrachten mogelijk te maken bevat iedere truck 1 zijwaarts verschuifbare deuren 36 (Figuren 3 en 7), die glijden in een vlak dat parallel ligt met het vlak waarin de overlangse middellijn A van de truck ligt.

In een ander geval kunnen deuren 37 die naar boven klepsgewijs opengaan worden verschaft (Figuur 4) langs iedere sectie 6A...6D van het compartiment 6. Hiervoor heeft iedere deur 37 één uiteinde 38 dat op een bekende wijze scharniert met de bovenkant of het dak 39 van de truck 1.

In nog een ander geval (Figuur 5), bevat de truck 1 zijdeuren 40, die ieder een gedeelte 41 hebben dicht bij het dak 39 van de truck 1 dat klepsgewijs naar boven opengaat (op dezelfde wijze als de deur 37 van Figuur 4) en een gedeelte 42 dat kan worden teruggevouwen op het gedeelte 41. Het gedeelte 42 kan bijvoorbeeld zijn vervaardigd uit met was behandeld canvas en gedurende zijn beweging naar het gedeelte 41 worden geleid (dat daarboven ligt) door geleidingen die zijn aangebracht in de zijwanden 4 van de truck 1.

Om de beweging van iedere deur 40 gunstig te geleiden, is deze verenigd met een pneumatische cilinder-zuiger-eenheid 46 die op bekende wijze met een vast gedeelte van de truck 1 is verbonden.

Om de trucks te laden worden de pallets 8 die de goederen 7 dragen als eerste juist gepositioneerd aan de zijkant van iedere truck 1 voor het vrachtcompartiment 6 door de laadinrichting 30, waarna de pallets in iedere truck worden gebracht door samenwerking met de geleidingen 6. Door de pallets langs deze geleidingen te schuiven, worden de goederen zijwaarts in de truck gebracht.

Er is een spoorwegtruck 1 beschreven die is voorzien van middelen die het mogelijk maken om deze zijwaarts te laden met goederen die worden gedragen door geschikte pallets.

Eveneens kan de vrachtwagencombinatie 2 op een gelijksoortige wijze worden geconstrueerd als truck 1 om het gemakkelijk bevrachten (en ontladen) van de goederen die op de pallets zijn opgesteld mogelijk te maken. Een dergelijke vrachtwagencombinatie valt daarom binnen het bestek van het onderhavige document.

Claims (6)

1. Een goederenvervoerend voertuig, kenmerkend een spoorwegtruck, oplegger of vrachtwagencombinatie, van het type dat een vloer omvat, waarvan wanden omhoog reiken zodat tenminste één vrachtcompartiment wordt afgebakend, met het kenmerk dat het op tenminste twee tegenover elkaar liggende wanden (5, 10. van het vrachtcompartiment (6, 6A...6D) tenminste één paar geleidingen (12) omvat, voor het laten glijden van goederen- (7) dragende middelen (8), die elementen (13) bezitten voor het samenwerken met de geleidingen (12), waarbij het glijden transversaal ten opzichte van de gebruikelijke overlangse middellijn (A) van het voertuig (1, 2) geschiedt en mogelijk maakt dat de goederen (7) zijwaarts op het voertuig (1, 2) worden geladen en waarbij het laden op gunstige wijze kan worden geautomatiseerd.

2. Een voertuig volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de tegenover elkaar liggende wanden de eindwanden (5) van het voertuig zijn die het vrachtcompartiment (6) afbakenen, of tegenover elkaar liggende panelen die verscheidene secties (6A, 6B, 6C, 6D) van het compartiment bepalen, waarbij de geleidingen (12), die op de wanden (5, 10) zijn aangebracht, in een vlak liggen, lo.odrecht op het vlak waarin de overlangse middellijn (A) ligt.

3. Een voertuig volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de dragende middelen voor de goederen (7) pallets (8) zijn, waarbij de elementen (13) van deze laatstgenoemden die samenwerken met de geleidingen (12) een vorm bezitten die correspondeert met, en complementair is aan, de vorm van de geleidingen (12) teneinde de samenwerking mogelijk te maken.

4. Een voertuig volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het zijdeuren (36) omvat, die openen door schuiven langs de zijwanden (4) van het voertuig.

5. Een voertuig volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de zijdeuren (40) een gedeelte (42) omvatten dat kan worden teruggevouwen op een bovendeel (41) dat klepsgewijs naar boven opengaat en verbonden is met de bovenkant (3) van het voertuig.

6. Een voertuig volgens conclusie 5, met het kenmerk dat de zijdeuren (37) tenminste één gedeelte omvatten dat klepsgewijs naar boven opengaat en verbonden is met de bovenkant (39) van het voertuig.