NL9101384A - Werkwijze en inrichting voor het uitbenen van slachtdierbuikstukken met ruggegraatdelen. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het uitbenen van slachtdierbuikstukken met ruggegraatdelen. Download PDF

Info

Publication number
NL9101384A
NL9101384A NL9101384A NL9101384A NL9101384A NL 9101384 A NL9101384 A NL 9101384A NL 9101384 A NL9101384 A NL 9101384A NL 9101384 A NL9101384 A NL 9101384A NL 9101384 A NL9101384 A NL 9101384A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
spinal
ribs
remnants
carcass
clamping means
Prior art date
Application number
NL9101384A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Passchier Bob
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Passchier Bob filed Critical Passchier Bob
Priority to NL9101384A priority Critical patent/NL9101384A/nl
Priority to ZA916955A priority patent/ZA916955B/xx
Priority to PCT/NL1992/000143 priority patent/WO1993003621A1/en
Priority to US08/193,123 priority patent/US5494480A/en
Priority to EP92919472A priority patent/EP0598850A1/en
Priority to CA002115420A priority patent/CA2115420A1/en
Priority to HU9400388A priority patent/HUT68750A/hu
Priority to AU25585/92A priority patent/AU2558592A/en
Priority to JP5504241A priority patent/JPH06509715A/ja
Publication of NL9101384A publication Critical patent/NL9101384A/nl
Priority to FI940683A priority patent/FI940683A/fi

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A22BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
    • A22CPROCESSING MEAT, POULTRY, OR FISH
    • A22C17/00Other devices for processing meat or bones
    • A22C17/004Devices for deboning meat
    • A22C17/0046Devices for deboning meat specially adapted for meat containing ribs

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Processing Of Meat And Fish (AREA)
  • Acyclic And Carbocyclic Compounds In Medicinal Compositions (AREA)
  • Medicines Containing Material From Animals Or Micro-Organisms (AREA)

Description

Titel: Werkwijze en inrichting voor het uitbenen van slachtdier-buikstuk-ken met ruggegraatdelen.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het uitbenen van karkasdelen van een slachtdier, i.h.b. buikstukken waarbij op een deel van het binnenoppervlak een rij min of meer ingekapselde, de te verwijderen stukken been vormende ribben zijn gelegen die zich hoofdzakelijk evenwijdig aan elkaar vanaf een zijrand van het buikstuk naar binnen uitstrekken, waarbij elk buikstuk wordt vastgehouden en ondersteund en elk buikstuk langs een aantal bewerkings-stations wordt gevoerd, alsmede op een inrichting voor het uitvoeren van een dergelijke werkwijze.
Een dergelijke werkwijze alsmede de daarvoor te gebruiken inrichting is bijvoorbeeld bekend uit de internationale octrooiaanvrage WO 9I/O3I63. Daarin wordt beschreven hoe van buikstukken van een slachtdier de ribben kunnen worden verwijderd volgens een zeer voordelige werkwijze. Echter is die werkwijze in het bijzonder geschikt voor het verwijderen van buikstukken waarvan de ribben op een aanmerkelijke afstand van de ruggegraat van het slachtdier zijn afgesneden. De in dergelijke buikstukken aanwezige ribben hebben daardoor een relatief geringe lengte terwijl de afgesneden uiteinden daarvan zich aan zijrand van het buikstuk bevinden. Hierdoor, en doordat deze gedeelten van de ribben zich op een aanzienlijke afstand van de ruggegraat hebben bevonden kunnen deze ribben relatief gemakkelijk uit het buikstuk worden verwijderd. Daartoe kan volgens de bovenvermelde aanvrage, na het ontvliezen van de ribben het deel van het buikstuk met de ribben worden omgebogen ten opzichte van het ribloze deel van het buikstuk, waardoor de ribben met hun afgesneden uiteinden uit de desbetreffende langsrand van het buikstuk komen te steken. Door vervolgens het vlees tussen de uitstekende ribeinden terug te slaan en daarna het buikstuk onder een rooster gedrukt te houden waarbij de vrije ribeinden boven het rooster uitkomen te steken kunnen deze rib-delen vrij gemakkelijk met een boven over het rooster bewegend orgaan geheel of grotendeels uit het buikstuk worden geslagen.
Er zijn echter ook buikstukken die zodanig uit het karkas van een slachtdier worden gesneden dat de ruggegraat daarvan of althans restanten van de ruggegraat aanwezig zijn in het buikstuk. Dergelijke buikstukken worden gekenmerkt doordat de zich daarin bevindende ribben over het alge meen relatief lang zijn terwijl zij vooral in de buurt van de ruggegraat vaster zijn ingekapseld in het vlees in vergelijking met de hierboven besproken buikstukken die middels de werkwijze volgens de genoemde internationale octrooiaanvrage kunnen worden uitgebeend. Door de lengte van deze ribben alsmede door de aard van hun aanhechting aan het vlees is het niet mogelijk gebleken een dergelijk buikstuk met ruggegraatdeel of restanten daarvan uit te benen volgens een werkwijze en inrichting zoals bekend uit de genoemde internationale octrooiaanvrage WO 91/03163. Tot nu toe werden daarom dergelijke buikstukken uitsluitend met de hand uitgebeend volgens een relatief kostbaar en tijdrovend proces.
De uitvinding heeft ten doel een werkwijze en een inrichting te verschaffen voor het op doelmatige, efficiënte en snelle wijze uitbenen van buikstukken met een zich daarin bevindend ruggegraatdeel of resten daarvan. Hiertoe wordt de werkwijze van het in de aanhef vermelde soort gekenmerkt, doordat bij ten minste één (eerste) bewerkingsstation op elk van de ribben, bij een plaats op afstand van de ruggegraat of ruggegraat-restanten een snij- of drukkracht wordt uitgeoefend waardoor elke rib bij de genoemde plaats wordt verzwakt, waarna bij een volgende (tweede) bewerkings-station het buikstuk wordt omgebogen en elke rib bij de genoemde plaats wordt gebroken zodat het buikstuk in twee met elkaar verbonden delen wordt verdeeld en wel een eerste deel waarin het ruggegraatdeel of de ruggegraatrestanten en de zich daarvan tot de breuk-plaatsen uitstrekkende ribstukken liggen en een tweede deel waarin de overige delen van de ribben liggen. Zou deze werkwijze geheel of gedeeltelijk met de hand worden uitgevoerd, dan wordt alleen daardoor al een behoorlijke verbetering t.o.v. het bekende gerealiseerd. Echter is het door het ontwikkelen van de werkwijze volgens de uitvinding mogelijk geworden het uitbenen van de genoemde buikstukken volledig of bijna volledig machinaal uit te voeren hetgeen naast materiële verbeteringen ook personele en hygiënische verbeteringen oplevert.
Bij voorbeeld kan het breken van de ribben ter plaatse van de verzwakte gebieden plaatsvinden door het buikstuk zodanig te ondersteunen dat tenminste het ruggegraatdeel of de ruggegraatrestanten vrij ligt, en op dat ruggegraatdeel of die ruggegraatrestanten een slagkracht uit te oefenen. Er ontwikkelt zich dan een buigkracht op de ribben die leidt tot breken van de ribben terwijl tegelijkertijd door de schok van de slag de gebroken ribeinden loskomen van het vlees.
Het is echter ook mogelijk, de buikstukken na het plaatselijk verzwakken van de ribben op een andere wijze om te buigen zodat de ribben worden gebroken. Het verdient dan de voorkeur, na het ombuigen van de buikstukken en het aldus breken van de ribben alsnog op de hierboven vermelde wijze een slagkracht op het ruggegraatdeel of de ruggegraatres-tanten uit te oefenen, zodat tenminste de ribeinden die verbonden zijn met het ruggegraatdeel of de ruggegraatrestanten iets van het vlees loskomen hetgeen daarop volgende machinale bewerking beter mogelijk maakt.
Een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding kan bij voorbeeld zijn gebaseerd op de inrichting zoals die bekend is uit de eerder genoemde internationale octrooiaanvrage WO 91/03163. Een dergelijke inrichting omvat een transportbaan met langs die baan beweegbare klemmiddelen voor het vastklemmen van in de inrichting aan te brengen en te ontbenen karkasdelen, welke klemmiddelen zijn voorzien van een ondersteuningselement voor het althans gedeeltelijk ondersteunen van de buitenzijde van een karkasdeel, en een aantal langs de transportbaan opgestelde bewerkingsstations. Volgens de uitvinding wordt die inrichting gekenmerkt, doordat het ondersteuningselement zodanig is uitgevoerd dat een zijdeel van het karkasdeel, bij voorkeur het zijdeel met ten minste het ruggegraatdeel of de ruggegraatrestanten vrij kan liggen en dat van de bewerkingsstations er ten minste één eerste bewerkingsstation is voorzien van middelen voor het plaatselijk op de botten van de karkasdelen uitoefenen van een snij- of drukkracht, zoals hamerkoppen, die zodanig zijn verbonden met aandrijf- en regelmiddelen dat zij bij het passeren van een klemmiddel met een daarin geklemd karkasdeel kunnen samenwerken met de ribben tussen de uiteinden daarvan om deze ribben plaatselijk ten minste te verzwakken, en ten minste één tweede, zich stroomafwaarts van het eerste bewerkingsstation bevindend, bewerkingsstation is voorzien van één of meer t.o.v. een passerend klemmiddel beweegbare slag- of drukorganen, zoals hamerkoppen, die zodanig zijn verbonden met aandrijfmiddelen en regelmiddelen dat zij tijdens de passage van een klemmiddel kunnen samenwerken met het genoemde vrijlig-gende zijdeel van het in het klemmiddel geklemde karkasdeel en op afstand van de plaats alwaar de bewerkingsmiddelen van het genoemde eerste bewerkingsstation met de botten hebben samengewerkt, waardoor de ribben van dat karkasdeel bij de lokale verzwakte gebieden worden gebroken. Aldus omvat de inrichting volgens de uitvinding tenminste een eerste station voor het plaatselijke verzwakken van de ribben en een daarop volgend tweede bewerkingsstation voor het doen breken van de ribben ter plaatse van de verzwakte gebieden. In dat tweede station kunnen gelijktijdig de gebroken ribeinden door de inwerking van een slagkracht alvast uit het vlees losgemaakt worden, doch het is ook mogelijk dit in een daarop volgend bewerkingsstation te laten plaatsvinden. Dan behoeft het buikstuk nadat de ribben plaatselijk zijn verzwakt eerst slechts omgebogen te worden. In die situatie biedt het voordeel, dat de inrichting tenminste twee van de genoemde tweede bewerkingsstations omvat, waarvan het ene een zich vlak boven de transportbaan in een richting dwars op de langsrich-ting daarvan uitstrekkend aanslagorgaan omvat, dat geschikt is om met het vrijliggende zijdeel van het in een passerend klemmiddel geklemd karkasdeel samen te werken. Hiertoe zal het karkasdeel in een opgerichte stand dienen te worden gehouden tijdens passage van het genoemde bewerkingsstation. In de figuurbeschrijving wordt dit duidelijk uiteengezet. Het aanslagorgaan kan bij voorbeeld worden gevormd door een vaste balk.
Om het verwijderen van de ribben verder te vergemakkelijken verdient het de voorkeur na de bovengenoemde bewerkingsstations een rek aan te brengen van op afstand van elkaar hoofdzakelijk evenwijdig aan de transportrichting van de baan lopende staven, waartussen ter weerszijden van de staven van bovenaf pennen of snijorganen steken. Tijdens passage van een buikstuk wordt dit tussen het rib en de transportbaan samengedrukt gehouden, waardoor de ribben tussen de staven van het rib naar boven worden geperst en aldus bij het passeren van de snijorganen verder worden losgesneden van het vlees of wanneer gebruik gemaakt wordt van pennen worden losgedrukt van het vlees.
Om het karkasdeel gedurende de machinale bewerkingen in de noodzakelijke verschillende standen te brengen verdient het de voorkeur gebruik te maken van een klemmiddel waarvan het ondersteuningselement twee scharnierende kleppen omvat, waarvan er één met een rand scharnier-baar is bevestigd aan een rand van de andere klep.
In het hierna volgende zal de uitvinding nader worden beschreven aan de hand van een niet-beperkend uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting volgens de uitvinding. Hierbij toont:
Fig. 1 schematisch een zijaanzicht van verschillende bewerkingsstations van een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding;
Fig. 2 schematisch een bovenaanzicht van fig. 1;
Fig. 3 schematisch een perspektivisch aanzicht van een detail van een bewerkingsstation van de in fig. 1 getoonde inrichting; en
Fig. 4 schematisch een perspektivisch aanzicht van het klemmiddel van de inrichting van fig. 1.
Fig. 1 en 2 tonen in een zij- respektievelijk bovenaanzicht hoe van een inrichting 1 voor het ontbenen van buikstukken klemmiddelen 2 in de richting van pijl A door een transportbaan 3 langs verschillende bewerkingsstations 4-l4 worden bewogen. In het klemmiddel 2, dat nog nader zal worden beschreven, is een buikstuk 15 zodanig geklemd, dat de zich daarin bevindende ribben 16 zich hoofdzakelijk in transportrichting uitstrekken terwijl de zich nog aan het buikstuk 15 bevindende ruggegraat 17 zich buiten de ondersteuning 18 van het klemmiddel 2 bevindt.
Bewegend vanaf het begin naar het einde van de inrichting 1 passeert het klemmiddel 2 met daarin geklemd buikstuk 15 allereerst drie bewerkingsstations 4, 5 resp. 6, die reeds bekend zijn uit de internationale octrooiaanvrage WO 91/03163· Voor een gedetailleerde beschrijving van die bewerkingsstations wordt daarom verwezen naar die publikatie. Bij deze bewerkingsstations 4, 5 resp. 6 wordt met behulp van messen 21, schrapers 22 resp. rubber vingers 23 vliezen en vlees rondom de ribben 16 geheel of gedeeltelijk daarvan losgemaakt en/of verwijderd zodat in een later stadium de ribben 16 gemakkelijker uit het buikstuk 15 kunnen worden verwijderd. Vervolgens worden in bewerkingsstation 7 de ribben 16 in een lokaal gebied tussen de uiteinden daarvan verzwakt. Hiertoe is bewerkingsstation 7 voorzien van een reeks hamers 24 die roteerbaar zijn rond een as 25 en met zodanige onderlinge tussenruimte zijn aangebracht dat zij elk samenwerken met één van de passerende ribben 16 van een buikstuk 15· Elke hamer 24 wordt daarbij individueel aangedreven. Verzwakking van de ribben 16 vindt plaats in een gebied gelegen tussen de ruggegraat 17 van het buikstuk 15 en het scharnierpunt 26 van de ondersteuning 18 van het klemmiddel 2. In het daarop volgende bewerkingsstation 8 vindt ombuigen van het buikstuk 15 plaats waardoor de ribben 16 ter plaatse van de verzwakte gebieden ZJ in tweeën worden gebroken. Daartoe wordt de ondersteuning 18 in de getekende opgerichte stand gebracht waardoor het deel van het buikstuk 2 met de zich daarin bevindende ribben 26 wordt opgericht. Vervolgens passeert het buikstuk 2 een zich boven de transportbaan 3 bevindende vaste stang 28 die dwars op de transportrichting staat en samenwerkt met het buikstuk 2 en de zich daarin bevindende ribben 16 op een afstand boven het verzwakte gebied 27 van de ribben 17, waardoor ombuiging en breken van de ribben 16 plaatsvindt.
Aldus zijn bij bewerkingsstation 8 de ribben 16 gebroken in ribde-len 16a resp. 16b, waarvan het ribdeel 16b verbonden is met de ruggegraat 17. Het ribdeel 16a kan vervolgens uit het buikstuk worden verwijderd op een wijze zoals reeds is beschreven in de internationale octrooiaanvrage WO 9I/O3I63. Hiertoe wordt het buikstuk 15 met de door middel van bewer-kingsstations 4-6 reeds geheel of gedeeltelijk ontvliesde en losgemaakte ribdelen 16a langs bewerkingsstations 9, 10 resp. 11 gevoerd. Voor een gedetailleerde beschrijving van deze bewerkingsstations 9, 10 resp. 11 wordt verwezen naar genoemde internationale octrooiaanvrage. Eerst worden in het bewerkingsstation 9 de ribdelen 16a met behulp van rubberen vingers 31 nog verder van het vlees losgemaakt,, vervolgens wordt in bewerkingsstation 10 met hamers 32 tussen de ribdelen 16a op het vlees geslagen zodat de ribdelen 16a in de in fig. 1 weergegeven situatie nog verder uit de buikstukken 15 komen te steken waarna in bewerkingsstation 11 de buikstukken 15 onder een rooster 33 worden geleid waarbij de vrije uiteinden van de ribdelen 16a door dat rooster 33 heen naar boven steken en waartegen in de richting van de pijl B voorbij bewegende uitdrijforganen 34 van een zich boven het rooster 33 bevindende aandrijfband 35 stoten, waardoor de ribdelen 16a volledig of vrijwel volledig uit het buikstuk 15 worden verwijderd. Een aantal van die verwijderde ribdelen 16a is in de tekening zichtbaar gemaakt. De zich na bewerkingsstation 11 nog in het buikstuk 15 bevindende ribdelen 16a kunnen met een snelle beweging eenvoudig met de hand worden verwijderd.
Tenslotte dient het verwijderen van de ribdelen 16b met de daarmee verbonden ruggegraat 17 plaats te vinden. Allereerst wordt daartoe bij bewerkingsstation 12 een slagkracht uitgeoefend op het voorbij ondersteuning 18 uitstekende deel van buikstuk 15. Dit kan zijn de ruggegraat 17 of het daaraan grenzende deel van de ribdelen l6a. Hiertoe is bewerkingsstation 12 voorzien van hamers 36 die kunnen scharnieren rond scharnieras 37 en elk individueel worden aangedreven. Deze hamers 36 zijn op zodanige onderlinge afstand geplaatst, dat elk daarvan kan samenwerken met een wervel van de ruggegraat 17 of het daaraan grenzende uiteinde van een ribstuk 16b. Door de in bewerkingsstation 12 uitgeoefende slagkracht komt het einde 16c van het ribstuk 16b los van het buikstuk 15 en steekt enigszins daarboven uit. Doordat dit uiteinde 16c nu los van het vlees is kan in bewerkingsstation 13 het verder losmaken van de ribdelen 16b plaatsvinden. Daartoe wordt in bewerkingsstation 13 het buikstuk 15 onder een zich dicht boven de transportbaan 3 bevindend rooster 40 bewogen. De spijlen 4l van dit rooster 40 lopen hoofdzakelijk evenwijdig aan elkaar en in transportrichting waarbij de spijlen 4l tussen zich in zodanige tussenruimten open laten dat de uiteinden 16c van de ribdelen 16b daardoorheen kunnen steken. Voorts worden door de relatief geringe afstand van het rooster 40 tot de transportbaan 3 de ribdelen l6b enigszins tussen de spijlen 4l omhoog geperst. In deze toestand passeert het buikstuk 15 een reeks pennnen of messen 42 die verderop meer in detail zullen worden beschreven. Met deze pennen of messen 42 worden de ribdelen 16b nog verder uit het vlees van het buikstuk 15 losgesneden of losgedrukt. Vervolgens kunnen de ribdelen 16b nog verder worden losgemaakt van het vlees in bewerkingsstation 14. Daarbij stoten in de richting van de pijl C vlak boven het rooster 40 bewegende uitdrijforganen 43 tegen de uiteinden 16c van de ribdelen 16b. Hierbij worden de uitdrijforganen 43 voortbewogen door een aandrijfband 44. Vooral wanneer de ruggegraat reeds grotendeels is verwijderd en bijvoorbeeld nog restanten daarvan aanwezig zijn in het buikstuk 15, zullen de meeste ribdelen 16b reeds op deze wijze worden verwijderd, terwijl in het vlees achtergebleven ribdelen 16b later middels een simpele beweging met de hand kunnnen worden verwijderd.
Met behulp van fig. 3 zal de werking van de pennen of messen 42 van het bewerkingsstation 13 nader worden verduidelijkt. Zoals is weergegeven, zijn pennen of messen 42 ter weerszijden van de spijlen 4l van het rooster 40 aangebracht. De pennen of messen 42 zijn daarbij verend in een richting dwars op de langsrichting van de spijlen 4l uitgevoerd. De uiteinden van de pennen of messen 42 steken iets door en onder het rooster 40 uit. Bij het voorbij bewegen van een buikstuk 15 zullen aldus de messen 42 vlak langs een ribstuk l6b bewegen waardoor dit verder los komt van het vlees.
Tenslotte toont fig. 4 meer in detail de uitvoering van het klem-middel 2. Het klemgedeelte hiervan met de scharnierende klembekken 45 die met getrokken lijnen zijn weergegeven in de werkzame stand en met streep-stippellijnen in een geopende stand, komt overeen met die van het klem-middel van de internationale octrooiaanvrage WO 91/03163. Echter wijkt de ondersteuning 18 voor het ondersteunen van het buikstukdeel met de zich daarin bevindende ribben 16 en de ruggegraat 17 af. Voor het realiseren van de verschillende in fig. 1 en 2 getoonde standen van dit deel van het buikstuk 15 bestaat de ondersteuning 18 uit twee rond scharnier 26 scharnierend aan elkaar bevestigde ondersteuningsplaten 46 resp. 47 waarvan de laatste aan weerszijden is voorzien van geleidingsstangen 48 die met het vrije uiteinde 49 een zijgeleiding volgen. Met behulp van een (niet-weer-gegeven) aandrijfmiddel dat inwerkt op plaat 46 en de geleidingstangen 48 kan de met getrokken lijnen weergegeven vlakke stand en de met streepstippellijnen weergegeven uiterste oprichtstand en vele (niet-weergegeven) tussen gelegen standen van de ondersteuning 18 worden gerealiseerd, overeenkomende met standen zoals getoond in fig. 1 en 2. Natuurlijk beperkt de uitvinding zich niet tot het hierboven beschreven uitvoe-ringsvoorbeeld. Bij voorbeeld kan de volgorde van verschillende bewer-kingsstations worden gewijzigd. Ook kunnen een aantal bewerkingsstations worden weggelaten, waardoor echter de hoeveelheid vereiste handenarbeid zal toenemen. Daarnaast zijn natuurlijk ook varianten op de beschreven bewerkingsstations te bedenken. Waar het echter volgens de uitvinding om gaat is dat bij voorbeeld van een buikstuk met ruggegraat of restanten daarvan en zich daarvan af uitstrekkende ribben die ribben allereerst plaatselijk worden verzwakt en vervolgens op die plaatsen worden gebroken door ombuigen van de buikstukken. Het plaatselijk verzwakken kan worden bewerkstelligd door een slagkracht maar ook natuurlijk door een snij-kracht ed. en het ombuigen kan plaatsvinden door het uitoefenen van een buigkracht maar ook door een slagkracht uit te oefenen op afstand van de verzwakte gebieden. Met behulp van deze methode is het mogelijk het uitbenen van dergelijke buikstukken verregaand te mechaniseren. Ook met buikstukken overeenkomende karkasdelen kunnen met de uitvinding worden bewerkt.

Claims (8)

1. Werkwijze voor het uitbenen van karkasdelen van een slachtdier, i.h.b. buikstukken waarbij op een deel van het binnenoppervlak een rij min of meer ingekapselde, de te verwijderen stukken been vormende ribben zijn gelegen die zich hoofdzakelijk evenwijdig aan elkaar vanaf een zijrand van het buikstuk naar binnen uitstrekken, waarbij elk buikstuk wordt vastgehouden en ondersteund en elk buikstuk langs een aantal bewerkings-stations wordt gevoerd, met het kenmerk, dat de ribben zijn verbonden met een ruggegraatdeel of ruggegraatrestanten, en dat bij ten minste één (eerste) bewerkingsstation op elk van de ribben, bij een plaats op afstand van de ruggegraat of ruggegraatrestanten een snij- of drukkracht wordt uitgeoefend waardoor elke rib bij de genoemde plaats wordt verzwakt, waarna bij een volgende (tweede) bewerkings-station het buikstuk wordt omgebogen en elke rib bij de genoemde plaats wordt gebroken zodat het buikstuk in twee met elkaar verbonden delen wordt verdeeld en wel een eerste deel waarin het ruggegraatdeel of de ruggegraatrestanten en de zich daarvan tot de breukplaatsen uitstrekkende ribdelen liggen en een tweede deel waarin de overige delen van de ribben liggen.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij het ombuigen plaatsvindt door het buikstuk zodanig te ondersteunen dat ten minste het ruggegraatdeel of de ruggegraatrestanten vrij ligt, en op dat ruggegraatdeel of die ruggegraatrestanten een slagkracht uit te oefenen.
3. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij in een bewerkingsstation na het ombuigen het buikstuk zodanig wordt ondersteund dat ten minste het ruggegraatdeel of de ruggegraatrestanten vrij ligt, en op dat ruggegraatdeel of die ruggegraatrestanten een slagkracht wordt uitgeoefend
4. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusie 1, 2 of 3. omvattende een transportbaan met langs die baan beweegbare klemmiddelen voor het vastklemmen van in de inrichting aan te brengen en te ontbenen karkasdelen, welke klemmiddelen zijn voorzien van een ondersteuningselement voor het althans gedeeltelijk ondersteunen van de buitenzijde van een karkasdeel, en een aantal langs de transportbaan opgestelde bewerkingsstations, met het kenmerk, dat het ondersteuningselement zodanig is uitgevoerd dat een zijdeel van het karkasdeel, bij voorkeur het zijdeel met ten minste het ruggegraatdeel of de ruggegraat-restanten vrij kan liggen en dat van de bewerkingsstations er ten minste één eerste bewerkingsstation is voorzien van middelen voor het plaatselijk op de botten van de karkasdelen uitoefenen van een snij- of druk-kracht, zoals hamerkoppen, die zodanig zijn verbonden met aandrijf- en regelmiddelen dat zij bij het passeren van een klemmiddel met een daarin geklemd karkasdeel kunnen samenwerken met de ribben tussen de uiteinden daarvan om deze ribben plaatselijk ten minste te verzwakken, en ten minste één tweede, zich stroomafwaarts van het eerste bewerkingsstation bevindend, bewerkingsstation is voorzien van één of meer t.o.v. een passerend klemmiddel beweegbare slag- of drukorganen, zoals hamerkoppen, die zodanig zijn verbonden met aandrijfmiddelen en regelmiddelen dat zij tijdens de passage van een klemmiddel kunnen samenwerken met het genoemde vrijliggende zijdeel van het in het klemmiddel geklemde karkasdeel en op afstand van de plaats alwaar de bewerkingsmiddelen van het genoemde eerste bewerkingsstation met de botten hebben samengewerkt, waardoor de ribben van dat karkasdeel bij de lokale verzwakte gebieden worden gebroken,
5. Inrichting volgens conclusie 4, omvattende ten minste twee van de genoemde tweede bewerkingsstations, waarvan het ene een zich vlak boven de transportbaan in een richting dwars op de langsrichting daarvan uitstrekkend aanslagorgaan omvat, dat geschikt is om met het vrijliggende zijdeel van het in een passerend klemmiddel geklemd karkasdeel samen te werken.
6. Inrichting volgens conclusie 4 of 5. waarbij stroomafwaarts van de genoemde eerste en tweede bewerkingsstations vlak boven de transportbaan een rek is aangebracht van op afstand van elkaar hoofdzakelijk evenwijdig aan de transportrichting van de baan lopende staven, waartussen ter weerszijden van de staven van bovenaf pennen of snijorganen steken.
7. Inrichting volgens één der conclusies 4-5, waarbij het ondersteuningselement van het klemmiddel twee scharnierende kleppen omvat, waarvan er één met een rand scharnierbaar is bevestigd aan een rand van de andere klep.
8. Inrichting volgens één der conclusies 3~7» met achtereenvolgens de overige bewerkingsstations van het genoemde aantal gezien in transportrichting van de transportbaan omvattende een reeks snijorganen, een reeks schraaporganen, een reeks verende vingervormige organen, een reeks duworganen, een reeks slagorganen en een ribbenuitdrijfinrichting die alle zodanig zijn verbonden met aandrijf- en regelmiddelen, dat zij kunnen samenwerken met een karkasdeel dat is ingeklemd in een de bewer-kingsstations passerend klemmiddel.
NL9101384A 1991-08-13 1991-08-13 Werkwijze en inrichting voor het uitbenen van slachtdierbuikstukken met ruggegraatdelen. NL9101384A (nl)

Priority Applications (10)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9101384A NL9101384A (nl) 1991-08-13 1991-08-13 Werkwijze en inrichting voor het uitbenen van slachtdierbuikstukken met ruggegraatdelen.
ZA916955A ZA916955B (en) 1991-08-13 1991-09-02 Process and device for boning slaughtered animal belly pieces with backbone parts
PCT/NL1992/000143 WO1993003621A1 (en) 1991-08-13 1992-08-11 Method and device for boning abdominal sections, containing spinal parts, of animals for slaughter
US08/193,123 US5494480A (en) 1991-08-13 1992-08-11 Method and device for boning abdominal sections, containing spinal parts, of animals for slaughter
EP92919472A EP0598850A1 (en) 1991-08-13 1992-08-11 Method and device for boning abdominal sections, containing spinal parts, of animals for slaughter
CA002115420A CA2115420A1 (en) 1991-08-13 1992-08-11 Method and device for boning abdominal sections, containing spinal parts, of animals for slaughter
HU9400388A HUT68750A (en) 1991-08-13 1992-08-11 Method and device for boning abdominal sections, containing spinal parts, of animals for slaushter
AU25585/92A AU2558592A (en) 1991-08-13 1992-08-11 Method and device for boning abdominal sections, containing spinal parts, of animals for slaughter
JP5504241A JPH06509715A (ja) 1991-08-13 1992-08-11 畜殺用動物の脊柱骨を含んだ腹部切断部分の骨抜き方法と装置
FI940683A FI940683A (fi) 1991-08-13 1994-02-14 Menetelmä ja laite luiden poistamiseksi teurastettujen eläinten vatsaosista, jotka käsittävät selkärankaosia

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9101384 1991-08-13
NL9101384A NL9101384A (nl) 1991-08-13 1991-08-13 Werkwijze en inrichting voor het uitbenen van slachtdierbuikstukken met ruggegraatdelen.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9101384A true NL9101384A (nl) 1993-03-01

Family

ID=19859610

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9101384A NL9101384A (nl) 1991-08-13 1991-08-13 Werkwijze en inrichting voor het uitbenen van slachtdierbuikstukken met ruggegraatdelen.

Country Status (10)

Country Link
US (1) US5494480A (nl)
EP (1) EP0598850A1 (nl)
JP (1) JPH06509715A (nl)
AU (1) AU2558592A (nl)
CA (1) CA2115420A1 (nl)
FI (1) FI940683A (nl)
HU (1) HUT68750A (nl)
NL (1) NL9101384A (nl)
WO (1) WO1993003621A1 (nl)
ZA (1) ZA916955B (nl)

Families Citing this family (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
AUPM629594A0 (en) * 1994-06-16 1994-07-07 Commonwealth Scientific And Industrial Research Organisation Meat deboning
WO1997017853A2 (en) * 1995-11-15 1997-05-22 The Meat Industry Research Institute Of New Zealand (Incorporated) Method and means for removing meat from bone
CA2192227A1 (fr) * 1996-12-05 1998-06-05 Yvon Dufour Dispositif automatique pour couper les pattes de carcasses de porc
US6280311B1 (en) * 1999-03-31 2001-08-28 Ted V. Kuck Process for preparing turkey rib cuts
DK199900819A (da) * 1999-06-10 2000-10-02 Slagteriernes Forskningsinst Indretning og fremgangsmåde til at gribe og fastholde et delstykke af en midtflækket slagtekrop i rygraden
DE502005005409D1 (de) * 2004-05-11 2008-10-30 Schill Maja Masch Vorrichtung zum entfernen der rippen aus einem stück eines schlachttieres
JP4662342B2 (ja) * 2005-02-24 2011-03-30 食肉生産技術研究組合 ロース・ばら部の肋骨除骨装置
WO2006090577A1 (ja) * 2005-02-24 2006-08-31 Mayekawa Mfg. Co., Ltd. ロース・ばら部の肋骨脱骨方法及び装置
JP4662341B2 (ja) * 2005-02-24 2011-03-30 食肉生産技術研究組合 ロース・ばら部の肋骨除骨方法
SE527603C2 (sv) * 2005-04-07 2006-04-25 Exos Ab Anordning för att dra ut ben ur fisk
ES2471952T3 (es) * 2005-07-04 2014-06-27 Teknologisk Institut Aparato y método de corte de carne a la mitad en relación con cortes longitudinales a la mitad
WO2007112428A1 (en) * 2006-03-28 2007-10-04 Cargill, Incorporated Pork systems and methods

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3177521A (en) * 1962-03-23 1965-04-13 Armour & Co Carcass break-up means
US3982299A (en) * 1975-05-01 1976-09-28 Burns Foods Limited Meat cutter
US4134181A (en) * 1976-04-06 1979-01-16 Schneider Palmer W Jr Apparatus for trimming meat
NL8702872A (nl) * 1987-11-30 1989-06-16 Ccm Beheer Bv Uitbeeninrichting, in het bijzonder voor het verwijderen van de ribben uit een varkensbuikstuk.
JPH01312962A (ja) * 1988-06-13 1989-12-18 Yuken Kogyo Co Ltd 骨外し装置
NL8902252A (nl) * 1989-09-08 1991-04-02 Passchier Bob Werkwijze en inrichting voor het uitbenen van slachtdierbuikstukken.
NL9001746A (nl) * 1990-08-01 1992-03-02 Stork Protecon Bv Inrichting voor het scheiden van botachtig materiaal uit een vleesstuk.

Also Published As

Publication number Publication date
EP0598850A1 (en) 1994-06-01
WO1993003621A1 (en) 1993-03-04
HU9400388D0 (en) 1994-06-28
AU2558592A (en) 1993-03-16
CA2115420A1 (en) 1993-03-04
HUT68750A (en) 1995-07-28
ZA916955B (en) 1992-09-30
FI940683A0 (fi) 1994-02-14
FI940683A (fi) 1994-03-14
US5494480A (en) 1996-02-27
JPH06509715A (ja) 1994-11-02

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL9101384A (nl) Werkwijze en inrichting voor het uitbenen van slachtdierbuikstukken met ruggegraatdelen.
NL1012703C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het bewerken van een gevogeltepoot.
NL9200037A (nl) Werkwijze en inrichting voor het fileren van de romp van een geslachte vogel.
NL8300907A (nl) Inrichting voor het afscheiden van de vleesdelen van het borststuk van geslacht gevogelte.
NL8402165A (nl) Werkwijze en inrichting voor het verwijderen van borstvlees van een gevogeltekarkas.
US5173076A (en) Thigh deboner with tray conveyor
JPS61139334A (ja) 屠殺した家禽の体から肉片の形で肉を得る方法および装置
US5697837A (en) Poultry breast filleting apparatus
NL2003900C2 (en) Device and method for processing a carcass part of slaughtered poultry.
NL1001058C2 (nl) Inrichting voor het openen van de lichaamsholte van een geslachte vogel.
NL9001246A (nl) Werkwijze en inrichting voor het van een rompdeel scheiden van de poten van geslacht gevogelte.
NL8102919A (nl) Inrichting voor het overlangs delen van geslacht gevogelte.
NL9200111A (nl) Werkwijze en inrichting voor het uitbenen van middels van slachtdieren.
NL9401198A (nl) Werkwijze en inrichting voor het fileren van de romp van geslacht gevogelte.
NL9402036A (nl) Inrichting en werkwijze voor het maken van een snede in en in het bijzonder verwijderen van de ruggestreng uit een middel.
RU2621078C2 (ru) Устройство и способ для машинной обработки обезглавленной и по меньшей мере по существу выпотрошенной рыбы, перемещаемой хвостом вперед в направлении Т перемещения линии перемещения
JPH07289149A (ja) 畜殺された家禽を処理する装置
US5507689A (en) Method and separator apparatus for gaining remaining meat from bone strings
US4616380A (en) Poultry holding mechanism with improved bottom pressing means
JPH0775513B2 (ja) ヒレ肉取り装置
EP0207553B1 (en) Filetting apparatus
NL9200733A (nl) Inrichting en werkwijzen voor het losnemen en/of verwijderen van vlees en dergelijke van dierkoppen.
NL8902252A (nl) Werkwijze en inrichting voor het uitbenen van slachtdierbuikstukken.
JP3537432B1 (ja) 魚骨除去装置、魚骨除去方法および魚骨除去用櫛歯状切断刃
NL2028907B1 (en) Method and device for processing a carcass-part of slaughtered poultry

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed