NL9101170A - Permanent magneetsysteem met bijbehorende spoelinrichting. - Google Patents

Permanent magneetsysteem met bijbehorende spoelinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL9101170A
NL9101170A NL9101170A NL9101170A NL9101170A NL 9101170 A NL9101170 A NL 9101170A NL 9101170 A NL9101170 A NL 9101170A NL 9101170 A NL9101170 A NL 9101170A NL 9101170 A NL9101170 A NL 9101170A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
permanent magnet
coil
rings
magnetic
flushing device
Prior art date
Application number
NL9101170A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Daimler Benz Ag
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Daimler Benz Ag filed Critical Daimler Benz Ag
Publication of NL9101170A publication Critical patent/NL9101170A/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04RLOUDSPEAKERS, MICROPHONES, GRAMOPHONE PICK-UPS OR LIKE ACOUSTIC ELECTROMECHANICAL TRANSDUCERS; DEAF-AID SETS; PUBLIC ADDRESS SYSTEMS
    • H04R1/00Details of transducers, loudspeakers or microphones
    • H04R1/20Arrangements for obtaining desired frequency or directional characteristics
    • H04R1/22Arrangements for obtaining desired frequency or directional characteristics for obtaining desired frequency characteristic only 
    • H04R1/24Structural combinations of separate transducers or of two parts of the same transducer and responsive respectively to two or more frequency ranges
    • HELECTRICITY
    • H02GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
    • H02KDYNAMO-ELECTRIC MACHINES
    • H02K33/00Motors with reciprocating, oscillating or vibrating magnet, armature or coil system
    • H02K33/18Motors with reciprocating, oscillating or vibrating magnet, armature or coil system with coil systems moving upon intermittent or reversed energisation thereof by interaction with a fixed field system, e.g. permanent magnets
    • HELECTRICITY
    • H02GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
    • H02KDYNAMO-ELECTRIC MACHINES
    • H02K35/00Generators with reciprocating, oscillating or vibrating coil system, magnet, armature or other part of the magnetic circuit
    • H02K35/04Generators with reciprocating, oscillating or vibrating coil system, magnet, armature or other part of the magnetic circuit with moving coil systems and stationary magnets
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04RLOUDSPEAKERS, MICROPHONES, GRAMOPHONE PICK-UPS OR LIKE ACOUSTIC ELECTROMECHANICAL TRANSDUCERS; DEAF-AID SETS; PUBLIC ADDRESS SYSTEMS
    • H04R9/00Transducers of moving-coil, moving-strip, or moving-wire type
    • H04R9/02Details
    • H04R9/025Magnetic circuit
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04RLOUDSPEAKERS, MICROPHONES, GRAMOPHONE PICK-UPS OR LIKE ACOUSTIC ELECTROMECHANICAL TRANSDUCERS; DEAF-AID SETS; PUBLIC ADDRESS SYSTEMS
    • H04R9/00Transducers of moving-coil, moving-strip, or moving-wire type
    • H04R9/06Loudspeakers
    • H04R9/063Loudspeakers using a plurality of acoustic drivers
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04RLOUDSPEAKERS, MICROPHONES, GRAMOPHONE PICK-UPS OR LIKE ACOUSTIC ELECTROMECHANICAL TRANSDUCERS; DEAF-AID SETS; PUBLIC ADDRESS SYSTEMS
    • H04R2209/00Details of transducers of the moving-coil, moving-strip, or moving-wire type covered by H04R9/00 but not provided for in any of its subgroups
    • H04R2209/022Aspects regarding the stray flux internal or external to the magnetic circuit, e.g. shielding, shape of magnetic circuit, flux compensation coils

Description

UITTREKSEL
De uitvinding heeft betrekking op een permanent magneetsysteem met bijbehorende spoelinrichting, waarbij hét permanente magneetsysteem uit twee axiaal gepolariseerde permanente magneetringen bestaat, die in axiale richting achter elkaar zijn aangebracht, waarbij gelijknamige polen van de permanente magneetringen tegenover elkaar staan, waarbij de beide permanente magneetringen door een zwak magnetische tussenringschijf van elkaar op afstand zijn geplaatst, waarbij de permanente magneetringen uitwendig door een spoel zodanig zijn omgeven, dat de spoelmiddenas met de middenas van de permanente magneetringen samenvalt, waarbij in de normale positie van de spoel zich op de hoogte van de zwak magnetische tussenringschijf het midden van de spoel bevindt, waarbij zich binnen de binnendiameter van de permanente magneetringen zodanig ten minste één spoel bevindt, dat de spoelmiddenas van de spoelen met de middenas van de permanente magneetringen samenvalt, waarbij in normale positie van de spoelen zich op de hoogte van de zwak magnetische tussenringschijf het midden van de spoelen bevindt. Toepassingsmogelijkheden zijn in Luidsprekers en sensoren gegeven.
Korte aanduiding: Permanent magneetsysteem met bijbehorende spoel-inrichting.
De uitvinding heeft betrekking op een permanent magneetsysteem met bijbehorende spoelinrichting, waarbij het permanente magneetsysteem uit twee axiaal gepolariseerde permanente magneetringen bestaat, die in axiale richting achter elkaar zijn aangebracht, waarbij de gelijknamige polen van de permanente magneetringen tegenover elkaar staan, waarbij de beide permanente magneetringen door een zwak magnetische tussenringschijf van elkaar op afstand zijn geplaatst, waarbij de permanente magneetringen uitwendig zodanig door een spoel zijn omgeven, dat de spoelmiddenas met de middenas van de permanente magneetringen samenvalt, waarbij in de normale positie van de spoel zich op de hoogte van de zwak magnetische tussenringschijf het midden van de spoel bevindt.
Er is reeds een permanent magneetsysteem met bijbehorende spoel-inrichting bekend (Duitse octrooiaanvrage 3 730 305), in overeenstemming waarmee het permanente magneetsysteem uit twee axiaal gepolariseerde permanente magneetringen bestaat, die in axiale richting achter elkaar zijn aangebracht en waarvan de gelijknamige polen tegenover elkaar staan. De permanente magneetringen zijn daarbij door een zwak magnetische tussenringschijf op afstand van elkaar geplaatst. Dit permanente magneetsysteem is daarbij zodanig door een spoelinrichting omgeven, dat de middenas van de spoel identiek is aan de middenas van de permanente magneetringen, waarbij de spoel de permanente magneetringen uitwendig concentrisch omgeeeft en waarbij zich het midden van de spoel op de hoogte van de zwak magnetische tussenringschijven bevindt.
Een doel van de uitvinding is een permanent magneetsysteem met bijbehorende spoelinrichting zo uit te voeren, dat een zo groot mogelijk rendement bij de omzetting van een mechanische beweging in een elektrische grootheid, respectievelijk bij de omzetting van een elektrische grootheid in een mechanische beweging ontstaat, waarbij gelijktijdig een zo gering mogelijk volume en een zo klein mogelijk gewicht van het permanente magneetsysteem met bijbehorende spoelinrichting zal zijn gegeven.
Ter verwezenlijking van dit doel voorziet de uitvinding in een permanent magneetsysteem met bijbehorende spoelinrichting van de in de aanhef genoemde soort, dat het kenmerk heeft, dat zich binnen de binnendiame- ter van de permanente magneetringen zodanig ten minste één spoel bevindt, dat de spoelmiddenas van de spoel(en) met de middenas van de permanente magneetringen samenvalt, waarbij in de normale positie van de spoel(en) zich op de hoogte van de zwak magnetische tussenringschijf het midden van de spoel(en) bevindt.
Bij het permanente magneetsysteem met bijbehorende spoelinrich-ting in overeenstemming met de uitvinding wordt het door het permanente magneetsysteem ontstane magneetveld bijzonder optimaal benut, doordat aanvullend aan de de permanente magneetringen uitwendig omgevende spoelen in de inwendige opening van de permanente magneetringen spoelen worden ingébracht. Daardoor wordt ook het zich binnen de permanente magneetringen vormende magnetische veld benut.
Een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding is schematisch in de tekening weergegeven en wordt in het volgende nader beschreven, in welke tekening: figuur 1 een eerste voorstelling van een permanent magneetsysteem met bijbehorende spoelinrichting laat zien; figuur 2 een tweede voorstelling van een permanent magneetsysteem met bijbehorende spoelinrichting laat zien; figuur 3 een derde voorstelling van een permanent magneetsysteem met bijbehorende spoelinrichting volgens de uitvinding laat zien; figuur 4 een vierde voorstelling van een permanent magneetsystem met bijbehorende spoelinrichting in overeenstemming met de uitvinding laat zien; figuur 5 een eerste toepassingsmogelijkheid van een permanent magneetsysteem met bijbehorende spoelinrichting volgens de uitvinding in een analoog bedreven luidspreker laat zien; figuur 6 een tweede toepassingsmogelijkheid van een permanent magneetsysteem met bijbehorende spoelinrichting in overeenstemming met de uitvinding in een analoog bedreven luidspreker laat zien; figuur 7 een toepassingsmogelijkheid van een permanent magneetsysteem met bijbehorende spoelinrichting in overeenstemming met de uitvinding in een digitaal bedreven luidspreker laat zien; figuur 8 een eerste toepassingsmogelijkheid van een permanent magneetsysteem met bijbehorende spoelinrichting volgens de uitvinding in een sensor laat zien; figuur 9 een tweede toepassingsmogelijkheid van een permanent magneetsysteem met bijbehorende spoelinrichting in overeenstemming met de uitvinding in een sensor laat zien; en figuur 10 een derde toepassingsmogelijkheid van een permanent magneetsysteem met bijbehorende spoelinrichting volgens de uitvinding in een sensor laat zien.
Zoals in figuur 1 is te zien, bestaat het permanente magneetsysteem 1.1 uit een eerste axiaal gepolariseerde permanente magneetring 1.1.1 en een tweede in axiale richting achter deze eerste permanente magneetring 1.1.1 aangebrachte permanente magneetring 1.1.2, waarbij gelijknamige polen van de permanente magneetringen 1.1.1 en 1.1.2 tegenover elkaar liggen. In het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 1 zijn dit de noord-polen van de permanente magneetringen 1.1.1 en 1.1.2. De beide permanente magneetringen 1.1.1 en 1.1.2 zijn door een zwak magnetische tussenring-schijf 1.1.3 op afstand van elkaar geplaatst, die in een bijzonder voordelig uitvoeringsvorm een geringere diameter van de inwendige opening bezit dan de permanente magneetringen 1.1.1 en 1.1.2 en een grotere buitendiameter bezit dan de permanente magneetringen 1.1.1 en 1.1.2. Daardoor kan een bijzonder sterke bundeling van het magnetische veld worden bereid, aangezien daardoor het uittreden van het magnetische veld vertegenwoordigende magnetische veldlijnen in radiale richting uit de permanente magneetringen 1.1.1 en 1.1.2 verregaand wordt verhinderd.
Bij dit permanente magneetsysteem 1.1. behorend is een spoelinrichting 1.2 aangebracht, die uit de spoelen 1.2.1 en 1.2.2 bestaat. De spoel 1.2.1 bevindt zich daarbij concentrisch binnen de inwendige opening van het uit de permanente magneetringen 1.1.1 en 1.1.2, alsmede de zwak magnetische tussenringschijf 1.1.3 bestaande ringvormige permanente magneetsysteem 1.1, waarbij zich in de normale positie het midden van de spoel 1.2.1 op de hoogte van de zwak magnetische tussenringschijf 1.1.3 bevindt. De spoel 1.2.2 omgeeft daarbij het ringvormige permanente magneetsysteem 1.1 concentrisch van buiten, waarbij zich in de normale positie het midden van de spoel 1.2.2 op de hoogte van de zwak magnetische tussenringschijf 1.1.3 bevindt.
Aan het inwendige mantelvlak van de spoel 1.2.1 en aan het uitwendige mantelvlak van de spoel 1.2.2 kunnen daarbij telkens dunne ringen 1.3.1 en 1.3.2 uit een amorf, zeer zwak magnetische en niet-magnetostrik- tief materiaal, in het bijzonder een metaalfolie, zijn aangebracht. Op bijzonder voordeligerwijze kan een verdere verbetering van de geleiding van de magnetische flux worden bereikt, wanneer de ringen 1.3.1 en 1.3.2 rechthoekige lengtevermeerderingen 1.4.1, 1.4.2, 1.4.3 en 1.4.4 ondervinden, die zodanig zijn uitgevoerd, dat het magnetische veld verregaand zonder strooi-ing van de ene pool naar de andere wordt geleid.
Op basis van het lagere gewicht van de spoelinrichting 1.2 ten opzichte van het permanente magneetsysteem 1.1 wordt daarbij op voordelige wijze het permanente magneetsysteem 1.1 vast en de spoelinrichting 1.2 beweegbaar aangebracht, zodat bij een toepassing in een luidspreker of een sensor een grotere gevoeligheid van het permanente magneetsysteem 1.1 met bijbehorende spoelinrichting 1.2 ontstaat. In principe is het evenwel ook mogelijk de spoelinrichting 1.2 vast en het permanente magneetsysteem 1.1 beweegbaar aan te brengen.
Uit figuur 2 is een voorstelling van een permanent magneetsysteem 2.1 met bijbehorende spoelinrichting 2.2 in overeenstemming met de uitvinding te ontnemen, dat ten opzichte van de voorstelling van figuur 1 in axiale richting is verlengd. Daarbij bestaat het permanente magneetsysteem 2.1 uit een eerste axiaal gepolariseerde permanente magneetring 2.1.1, een tweede in axiale richting achter deze eerste permanente magneetring 2.1.1 aangebrachte permanente magneetring 2.1.2 en een derde eveneens in axiale richting achter de eerste en de tweede permanente.magneetring 2.1.1 en 2.1.2 aangebrachte permanente magneetring 2.1.3, waarbij gelijknamige polen van de permanente magneetringen 2.1.1, 2.1.2 en 2.1.3 telkens tegenover elkaar liggen. In het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 2 zijn dit de noordpolen van de permanente magneetringen 2.1.1 en 2.1.2 alsmede de zuidpolen van de permanente magneetringen 2.1.2 en 2.1.3. De beide permanente magneetringen 2.1.1 en 2.1.2, alsmede de beide permanente magneetringen 2.1.2 en 2.1.3 zijn door telkens een zwak magnetische tussenring-schijf 2.1.4.en 2.1.5 op afstand van elkaar geplaatst, die in een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm een kleinere diameter van de inwendige opening bezitten dan de permanente magneetringen 2.1.1, 2.1.2 en 2.1.3 en een grotere buitendiameter bezitten dan de permanente magneetringen 2.1.1, 2.1.2 en 2.1.3. Daardoor kan een bijzonder sterke bundeling van het magnetische veld worden bereid, aangezien daardoor hét uittreden van het magnetische veld vertegenwoordigende magnetische veldlijnen in de radiale rich- ting uit de permanente magneetringen 2.1.1, 2.1.2 en 2.1.3 verregaand wordt verhinderd.
Bij dit permanente magneetsysteem 2.1 behorend is een spoel-inrichting 2.2 aangebracht, die uit de spoelen 2.2.1, 2.2.2, 2.2.3 en 2.2.4 bestaat. De spoelen 2.2.1 en 2.2.2 bevinden zich daarbij concentrisch binnen de inwendige opening van het uit de permanente magneetringen 2.1.1, 2.1.2 en 2.1.3, alsmede de zwak magnetische tussenringschijven 2.1.4 en 2.1.5 bestaande ringvormige permanente magneetsysteem 2.1, waarbij zich in de normale positie het midden van de spoel 2.2.1 op de hoogte van de zwak magnetische tussenringschijf 2.1.4 bevindt en waarbij zich in de normale positie het midden van de spoel 2.2.2 op de hoogte van de zwak magnetische tussenringschijf 2.1.5 bevindt. De spoelen 2.2.3 en 2.2.4 van de spoel-inrichting 2.2 omgeven daarbij concentrisch het ringvormige permanente magneetsysteem 2.1 van buiten, waarbij zich in de normale positie het midden van de spoel 2.2.3 op de hoogte van de zwak magnetische tussenringschi jf 2.1.4 bevindt en waarbij zich op de normale positie het midden van de spoel 2.2.4 op de hoogte van de zwak magnetische tussenringschijf 2.1.5 bevindt.
Aan de inwendige mantelvlakken van de spoelen 2.2.1 en 2.2.2, alsmede aan de uitwendige mantelvlakken van de spoelen 2.2.3 en 2.2.4 kunnen daarbij telkens dunnen ringen 2.3.1 en 2.3.2 van een amorf, zeer zwak magnetisch en niet-magnetostriktief materiaal, in het bijzonder een metaalfolie, zijn aangebracht. Op bijzonder voordelige wijze kan een verdere verbetering van de geleiding van de magnetische flux worden bereikt, wanneer de ringen 2.3.1 en 2.3.2 rechthoekige lengtevermeerderingen 2.4.1, 2.4.2, 2.4.3 en 2.4.4 ondervinden, die zodanig zijn uitgevoerd, dat het magnetische veld verregaand zonder strooiing van de ene pool naar de andere pool wordt geleid.
De met figuur 2 overeenkomende inrichting bezit ten opzichte van de met figuur 1 overeenkomende inrichting vanwege de toepassing van vier in plaats van twee spoelen de dubbele gevoeligheid, waarbij evenwel de grootte met een factor kleiner dan twee toeneemt, aangezien de permanente magneet-ring 2.1.2 zowel voor het opwekken van het magnetische veld voor de spoelen 2.2.1. en 2.2.3 als ook voor de spoelen 2.2.2 en 2.2.4 wordt toegepast. In principe is het ook mogelijk de aanspreekgevoeligheid van het permanente magneetsysteem met bijbehorende spoelinrichting in overeenstemming met de uitvinding verder te Laten stijgen, wanneer het permanente magneetsysteem met bijbehorende spoelinrichting verder in axiale richting wordt verlengd in overeenstemming met de overgang van het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 1 naar het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 2.
Op basis van het geringe gewicht van de spoelinrichting 2.2 ten opzichte van het permanente magneetsysteem 2.1 wordt daarbij op voordeli-gerwijze het permanente magneetsysteem 2.1 vast en de spoelinrichting 2.2 beweegbaar aangebracht, zodat bij een toepassing in een luidspreker of een sensor een grotere gevoeligheid van het permanente magneetsysteem 2.1 met bijbehorende spoelinrichting 2.2 ontstaat. In principe is het evenwel ook mogelijk de spoelinrichting 2.2 vast en het permanente magneetsysteem 2.1 beweegbaar aan te brengen.
Figuur 3 laat een voorstelling van een permanent magneetsysteem 3.1 met bijbehorende spoelinrichting 3.2 in overeenstemming met de uitvinding zien, die ten opzichte van de voorstelling van figuur 1 in radiale richting is uitgebreid. Daarbij bestaat het permanente magneetsysteem 3.1 uit een eerste axiaal gepolariseerde permanente magneetring 3.1.1, een tweede in axiale richting achter deze eerste permanente magneetring 3.1.1 aangebrachte permanente magneetring 3.1.2, alsmede een derde permanente magneetring 3.1.3, die een zodanige diameter bezit, dat deze de permanente magneetring 3.1.1 uitwendig omgeeft, waarbij gelijknamige polen van de permanente magneetringen 3.1.1 en 3.1.3 direkt naburig zijn, alsmede een vierde permanente magneetring 3.1.4 die een zodanige diameter bezit, dat deze de permanente magneetring 3.1.2 uitwendig omgeeft, waarbij gelijknamige polen van de permanente magneetringen 3.1.2 en 3.1.4 direkt naburig zijn, waarbij gelijknamige polen van de permanente magneetringen 3.1.1 en 3.1.2, alsmede 3.1.3 en 3.1.4 telkens tegenover elkaar liggen. In het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 3 zijn dit de noordpolen van de permanente magneetringen 3.1.1 en 3.1.2, alsmede de noordpolen van de permanente magneetringen 3.1.3 en 3.1.4.
De beide permanente magneetringen 3.1.1 en 3.1.2, alsmede de beide permanente magneetirngen 3.1.3 en 3.1.4 zijn door telkens een zwak magnetische tussenringschijf 3.1.5 en 3.1.6 op afstand van elkaar geplaatst, waarbij in een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm de zwak magnetische tussenringschijf 3.1.5 een geringe diameter van de inwendige opening bezit dan de permanente magneetringen 3.1.1 en 3.1.2, alsmede een grotere buitendiameter bezit dan de permanente magneetringen 3.1.1 en 3.1.2. Evenzo kan in overeenstemming met de voorstelling van figuur 3 in een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm de zwak magnetische tussenring-schijf 3.1.6 een kleinere diameter van de inwendige opening bezitten dan de permanente magneetringen 3.1.3 en 3.1.4, alsmede een grotere buitendiameter bezitten dan de permanente magneetringen 3.1.3 en 3.1.4. Daardoor kan een bijzonder sterke bundeling van het magnetische veld worden bereikt, aangezien daardoor het uittreden van het magnetische veld vertegenwoordigende magnetische veldlijnen in radiale richting uit de permanente magneetringen 3.1.1 en 3.1.2, alsmede 3.1.3 en 3.1.4 verregaand wordt verhinderd.
Bij dit permanente magneetsysteem 3.1 behorend is een spoel-inrichting 3.2 aangebracht, die uit de spoelen 3.2.1, 3.2.2, 3.2.3 en 3.2.4 bestaat. De spoel 3.2.1 bevindt zich daarbij concentrisch binnen de inwendige opening van het uit de permanente magneetringen 3.1.1 en 3.1.2, alsmede de zwak magnetische tussenringschijf 3.1.5 bestaande inwendige deel 3.1.7 van het permanente magneetsysteem 3.1. De spoelen 3.2.2 en 3.2.3 van de spoelinrichting 3.2 omgeven daarbij concentrisch het inwendige deel van het ringvormige permanente magneetsysteem 3.1 van buiten en bevinden zich gelijktijdig binnen de inwendige opening van het uit de permanente magneetringen 3.1.3 en 3.1.4, alsmede de zwak magnetische tussenringschijf 3.1.6 bestaande uitwendige deel 3.1.8 van het permanente magneetsysteem 3.1. De spoel 3.2.4 omgeeft daarbij concentrisch het uit de permanente magneetringen 3.1.3 en 3.1.4, alsmede de zwak magnetische tussenringschijf 3.1.6 bestaande uitwendige deel 3.1.8 van het permanenten magneetsysteem 3.1. De spoelen 3.2.2 en 3.2.3 zijn daarbij door een dunne ring 3.3.1 van een amorf, zeer zwak magnetische niet-magnetostriktief materiaal, in het bijzonder een metaalfolie, op afstand van elkaar geplaatst. In de normale positie bevinden zich de middens van de spoelen 3.2.1 en 3.2.2 op de hoogte van de zwak magnetische tussenringschijf 3.1.5, alsmede de middens van de spoelen 3.2.3 en 3.2.4 op de hoogte van de zwak magnetische tussenring-schijf 3.1.6.
Evenzo kunnen dergelijke, de magnetische flux verbeterende dun-wandige ringen 3.3.2 en 3.3.3 aan het inwendige mantelvlak van de spoel 3.2.1 en eveneens aan het uitwendige mantalvlak van de spoel 3.2.4 zijn aangebracht. Op bijzonder voordelige wijze kan een verdere verbetering van de geleiding van de magnetische flux worden bereikt, wanneer de ringen 3.3.1, 3.3.2 en 3.3.3 rechthoekige Lengtevermeerderingen 3.4.1, 3.4.2, 3.4.3, 3.4.4, 3.4.5, 3.4.6, 3.4.7 en 3.4.8 ondervinden, die zodanig zijn uitgevoerd, dat het magnetische veld verregaand zonder strooiing van de ene pool naar de andere pool wordt geleid. De met figuur 3 overeenkomende inrichting bezit ten opzichte van de met figuur 1 overeenkomende inrichting ten gevolge van de toepassing van vier in plaats van twee spoelen de dubbele gevoeligheid, waarbij de toeneming van de gróótte in radiale richting optreedt, zodat de zeer geringe hoogte van het permanente magneet-systeem in overeenstemming met de uitvinding op bijzonder voordelige wijze blijft behouden.
Op basis van het lagere gewicht van de spoelinrichting 3.2 ten opzichte van het permanente magneetsysteem 3.1 wordt daarbij op voordelige wijze het permanente magneetsysteem 3.1 vast en de spoelinrichting 3.2 beweegbaar aangebracht, zodat bij een toepassing in een luidspreker of een sensor een grotere gevoeligheid van het permanente magneetsysteem 3.1 met bijbehorende spoelinrichting 3.2 ontstaat. In principe is het evenwel ook mogelijk de spoelinrichting 3.2 vast en het permanente magneetsysteem 3.1 beweegbaar aan te brengen.
In principe is het ook mogelijk de aanspreekgevoeligheid van het permanente magneetsysteem met bijbehorende spoelinrichting in overeenstemming met de uitvinding in overeenstemming met een in figuur 4 weergegeven uitvoeringsvorm verder te laten stijgen, wanneer het permanente magneetsysteem met bijbehorende spoelinrichting in axiale richting wordt verlengd in overeenstemming met de overgang van het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 1 naar het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 2, zodat een optimale benutting van de ter beschikking staande inbouwruimte door het permanente magneetsysteem met bijbehorende spoelinrichting in overeenstemming met de uitvinding zowel in axiale als ook in radiale richting mogelijk is. Evenzo laat figuur 4 zien, dat in plaats van afzonderlijke spoelen die overeenkomen met de voorstellingen van figuur 1-3 ook verscheidene spoelen in elkaar kunnen liggen. Daardoor is een grotere flexibiliteit bij de aansturing van het permanente magneetsysteem met bijbehorende spoelinrichting gegeven. Figuur 4 laat zien dat in plaats van één spoel in de spoelinrichting telkens twee spoelen zijn ingebracht. Evenzo zijn verdere modificaties denkbaar met het doel de afzonderlijke spoelen van de voorstellingen van figuur 1-3 door een ander aantal spoelen te vervangen. Evenzo kunnen ook slechts enkele van de afzonderlijke spoelen van figuur 1-3 door verscheidene spoelen worden vervangen.
Figuur 4 laat nu een voorstelling van een permanent magneet-systeem 4.1 met bijbehorende spoelinrichting 4.2 in overeenstemming met de uitvinding zien, die ten opzichte van de voorstelling van figuur 3 in axiale richting is uitgebreid en zich buitendien door een groter aantal spoelen onderscheidt. Daarbij bestaat het permanente magneetsysteem 4.1 uit een inwendig deel 4.1.6 en een uitwendig deel 4.1.7.
Het inwendige deel 4.1.6 van het permanente magneetsysteem 4.1 bestaat uit een eerste axiale gepolariseerde permanente magneetring 4.1.1, een tweede in axiale richting achter deze eerste permanente magneetring 4.1.1 aangebrachte permanente magneetring 4.1.2 en een derde eveneens in axiale richting achter de eerste en de tweede permanente magneetring 4.1.1 en 4.1.2 aangebrachte permanente magneetring 4.1.3, waarbij gelijknamige polen van de permanente magneetringen 4.1.1, 4.1.2 en 4.1.3 telkens tegenover elkaar liggen. In het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 4 zijn dit de noordpolen van de permanente magneetringen 4.1.1 en 4.1.2, alsmede de zuid-polen van de permanente magneetringen 4.1.2 en 4.1.3. De beide permanente magneetringen 4.1.1 en 4.1.2, alsmede de beide permanente magneetringen 4.1.2 en 4.1.3, zijn door telkens een zwak magnetische tussenringschijf 4.1.4 en 4.1.5 op afstand van elkaar geplaatst, die in een bijzondere voordelige uitvoeringsvorm een kleinere diameter dan de inwendige opening bezitten dan de permanente magneetringen 4.1.1, 4.1.2 en 4.1.3 en een grotere buitendiameter bezitten dan de permanente magneetringen 4.1.1, 4.1.2 en 4.1.3. Daardoor kan een bijzonder sterke bundeling van het magnetische veld worden bereikt, aangezien daardoor het uittreden van het magnetische veld vertegenwoordigende magnetische veldlijnen in radiale richting uit de permanente magneetringen 4.1.1, 4.1.2 en 4.1.3 verregaand wordt verhinderd.
Het uitwendige deel 4.1.7 van het permanente magneetsysteem 4.1 bestaat uit een vierde permanente magneetring 4.1.8, die een zodanige diameter bezit, dat deze de permanente magneetring 4.1.1 extern omgeeft, waarbij gelijknamige polen van de permanente magneetringen 4.1.1 en 4.1.8 direkt naburig zijn, alsmede een vijfde permanente magneetring 4.1.9, die een zodanige diameter bezit, dat deze de permanente magneetring 4.1.2 extern omgeeft, waarbij gelijknamige polen van de permanente magneetringen 4.1.2 en 4.1.9 direkt naburig zijn, alsmede een zesde permanente magneet-ring 4.1.10, die een zodanige diameter bezit, dat deze de permanente mag-neetring 4.1.3 uitwendig omgeeft, waarbij gelijknamige polen van de permanente magneetringen 4.1.3 en 4.1.10 direkt naburig zijn. In overeenstemming met het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 4 liggen daardoor bij het uitwendige’ deel 4.1.7 van het permanente magneetsysteem 4.1 de noordpolen van de permanente magneetringen 4.1.8 en 4.1.9, alsmede de zuidpolen van de permanente magneetringen 4.1.9 en 4.1.10 tegenover elkaar. Ook in het uitwendige deel 4.1.7 van het permanente magneetsysteem 4.1 zijn de beide permanente magneetringen 4.1.8 en 4.1.9, alsmede de beide permanente magneetringen 4.1.9 en 4.1.10 door telkens een zwak magnetische tussenringschijf 4.1.11 en 4.1.12 op afstand van elkaar geplaatst, waarbij in een bijzondere voordelige uitvoeringsvorm de zwak magnetische tussenringschijf 4.1.11 een kleinere diameter dan de inwendige opening bezit dan de permanente magneetringen 4.1.8 en 4.1.9, alsmede een grotere buitendiameter bezit dan de permanente magneetringen 4.1.8 en 4.1.9. Evenzo kan in overeenstemming met de voorstelling van figuur 4 in een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm de zwak magnetische tussenringschijf 4.1.12 een kleinere diameter dan de inwendige opening bezitten dan de permanente magneetringen 4.1.9 en 4.1.10, alsmede een grotere buitendiameter bezitten dan de permanente magneetringen 4.1.9 en 4.1.10. Daardoor kan een bijzonder sterke bundeling van het magnetisch veld worden bereikt, aangezien daardoor het uittreden van het magnetische veld vertegenwoordigende veldlijnen in radiale richting uit de permanente magneetringen 4.1.9 en 4.1.9, alsmede 4.1.9 en 4.1.10 verregaand wordt verhinderd.
Bij dit permanente magneetsysteem 4.1 behorend is een spoel-inrichting 4.2 aangebracht, die uit de spoelen 4.2.1 en 4.2.2, alsmede 4.2.3 en 4.2.4, alsmede 4.2.5 en 4.2.6, alsmede 4.2.7 en 4.2.8, alsmede 4.2.9 en 4.2.10, alsmede 4.2.11 en 4.2.12, alsmede 4.2.13 en 4.2.14, alsmede 4.2.15 en 4.2.16 bestaat. De spoelen 4.2.1 - 4.2.4 bevinden zich daarbij binnen de inwendige opening van het inwendige deel 4.1.6 van het permanente magneetsysteem 4.1. Daarbij ligt de spoel 4.2.1 binnen de spoel 4.2.2 en ligt het midden van de spoelen 4.2.1 en 4.2.2 in axiale richting op de hoogte van de zwak magnetische tussenringschijf 4.1.4. De spoel 4.2.3 ligt binnen de spoel 4.2.4 en het midden van de spoelen 4.2.3 en 4.2.4 ligt in axiale richting op de hoogte van de zwak magnetische tussenringschijf 4.1.5.
De spoelen 4.2.5 - 4.2.12 van de spoelinrichting 4.2 omgeven daarbij het inwendige deel 4.1.6 van het permanente magneetsysteem 4.1 van buiten en bevinden zich gelijktijdig binnen de inwendige opening van het uitwendige deel 4.1.7 van het permanente magneetsysteem 4.1. De spoelen 4.2.5, 4.2.6, 4.2.9 en 4.2.10 liggen daarbij in elkaar en het midden van de spoelen 4.2.5, 4.2.6, 4.2.9 en 4.2.10 ligt in axiale richting op de hoogte van de zwak magnetische tussenringschijven 4.1.4 en 4.1.11. De spoelen 4.2.7, 4.2.8, 4.2.11 en 4.2.12 liggen eveneens in elkaar en het midden van de spoelen 4.2.7, 4.2.8, 4.2.11 en 4.2.12 ligt in axiale richting op de hoogte van de zwak magnetische tussenringschijven 4.1.5 en 4.1.12.
De spoelen 4.2.13 - 4.2.16 van de spoelinrichting 4.2 omgeven daarbij het uitwendige deel 4.1.7 van het permanente magneetsysteem 4.1 van buiten. De spoelen 4.2. 13 en 4.2.14 liggen daarbij binnen elkaar en het midden van de spoelen 4.2.13 en 4.2.14 ligt in axiale richting op de hoogte van de zwak magnetische tussenringschijf 4.1.11. Evenzo liggen de spoelen 4.2.15 en 4.2.16 in elkaar en ligt het midden van de spoelen 4.2 15 en 4.2.16 in axiale richting op de hoogte van de zwak magnetische tussenring-schijf 4.1.12.
De spoelen 4.2.6 en 4.2.9, alsmede de spoelen 4.2.8 en 4.2.11 zijn daarbij door een dunne ring 4.3.1 van een amorf, zeer zwak magnetisch en niet-magnetostriktief materiaal, in het bijzonder een metaalfolie, van elkaar gescheiden. Eveneens kunnen dergelijke, de magnetische flux verbeterende dunwandige ringen 4.3.2 en 4.3.3 aan de inwendige mantelvlakken van de spoelen 4.2.1 en 4.2.3, alsmede aan de uitwendige mantelvlakken van de spoelen 4.2.14 en 4.2.16 zijn aangebracht. Op bijzonder voordelige wijze kan een verdere verbetering van de geleiding van de magnetische flux worden bereikt, wanneer de ringen 4.3.1 en 4.3.2 rechthoekige lengtevermeerderin-gen 4.4.1, 4.4.2, 4.4.3, 4.4.4, 4.4.5, 4.4.6, 4.4.7 en 4.4.8 ondervinden, die zodanig zijn uitgevoerd, dat het magnetische veld verregaand zonder strooiing van de ene pool naar de andere pool wordt geleid.
Op basis van het geringe gewicht van de spoelinrichting 4.2 ten opzichte van het permanente magneetsysteem 4.1 wordt daarbij op voordelige wijze het permanente magneetsysteem 4.1 vast en de spoelinrichting 4.2 beweegbaar aangebracht, zodat bij een toepassing in een luidspreker of een sensor een grotere gevoeligheid van het permanente magneetsysteem 4,1 met bijbehorende spoelinrichting 4.2 ontstaat. In principe is het evenwel ook mogelijk de spoelinrichting 4.2 vast en het permanente magneetsysteem 4.1 beweegbaar aan te brengen.
Uit figuur 5 is een eerste toepassingsmogelijkheid van een permanent magneetsysteem met bijbehorende spoelinrichting volgens de uitvinding in overeenstemming met de beschrijving van de voorstellingen in figuur 1-4 in een analoog bedreven luidspreker 5.1 te ontnemen. Daarbij bezit de luidspreker 5.1 in overeenstemming met figuur 5 twee membranen 5.2 en 5.3, die met verschillende delen 5.4 en 5.5 van de spoelinrichting 5.6 zijn verbonden. De uitvoeringsvorm van de spoelinrichting 5.6 ontstaat in overeenstemming met een van de uitvoeringsvormen van een spoelinrichting 1.2, 2.2, 3.2 of 4.2 in overeenstemming met de voorstellingen met de bijbehorende beschrijvingen van figuur 1-4. De elektrische schakeling van de spoelen van de delen 5.4 en 5.5 van de spoelinrichting 5.6 is daarbij zo, dat bij een excitatie van de spoelen door een elektrisch signaal de door de wisselwerking tussen de magneetvelden van de spoelen en de door de aan de respectieve spoelen toegevoegde tussenringschijven overgedragen magneetvelden ontstane krachten steeds hetzelfde voorteken bezitten. Op voordelige wijze is de schakeling van de spoelen van de spoelinrichting 5.6 parallel, zodat door verschillende spoeldiameters optreden impedantieverschi llen op bijzonder eenvoudige wijze door voorschakeling van een weerstandnetwerk kunnen worden vereffend. De delen 5.4 en 5.5 van de spoelinrichting 5.6 ontstaat doelmatigerwijze zo, dat radiaal inwendig liggende spoelen van de spoelinrichting 5.6 als spreekspoelen van het inwendig liggende membraan 5.2 worden toegepast, terwijl radiaal uitwendig liggende spoelen van de spoelinrichting 5.6 als spreekspoelen van het uitwendig liggende membraan 5.3 worden toegepast. Zo zijn in een luidspreker twee membranen 5.2 en 5.3 met verschillende geluidsuitstraalspectra onder te brengen, waarbij het inwendig liggende membraan 5.2 op basis van zijn geringe diameter ten opzichte van het uitwendige membraan 5.3 overwegend in het hoge tonengebied werkt, terwijl het membraan 5.3 op basis van zijn grotere diameter ten opzichte van het inwendige membraan 5.2 overwegend in het lage tonengebied werkt. Door een geschikte verdeling van de spoelen van de spoelinrichting 5.6 over de delen 5.4 en 5.5 is daardoor door de toepassing van slechts één permanent magneetsysteem 5.7 bij een geringe grootte een voordelige uitvoeringsvorm van een luidspreker te verwezenlijken. Figuur 5 laat nu een uitvoe
ringsvorm van zo een Luidspreker zien, waarbij het inwendige membraan 5.2 aan een korf 5.8 is aangebracht, waarbij deze korf 5.8 door middel van het permanente magneetsysteem 5.7 op de grondplaat 5.9 van de Luidspreker 5.1 wordt ondersteund. Het membraan 5.2 vormt daardoor met het inwendige deeL
5.4 van de spoeLinrichting 5.6 een geheeL dat kan triLLen, door middel waarvan overwegend tonen in het hoge tonengebied worden weergegeven. Het uitwendige membraan 5.3 is met de zijwanden 5.10 van het uit de grondplaat 5.9 en de zijwanden 5.10 bestaande luidsprekerbehuizing 5.11 zodanig verbonden, dat het kan trillen. Verder is dit uitwendige membraan 5.3 vast met het deel 5.5 van de spoeLinrichting 5.6 verbonden.
Figuur 6 laat een voorstelling van een tweede toepassingsmogelijkheid van een permanent magneetsysteem met bijbehorende spoeLinrichting volgens de uitvinding in overeenstemming met de beschrijving van de voorstellingen van figuur 1-4 in een analoog bedreven luidspreker 6.1 zien, waarbij in tegenstelling tot de luidspreker 5.1 van de voorstelling die overeenkomt met figuur 5 het membraan 6.2 niet is onderverdeeld. Dit betekent dat het membraan 6.2 uit één stuk bestaat en dat daardoor ook geen onderverdeling van de spoeLinrichting 6.3 aanwezig is, maar dat het membraan 6.2 in een stuk aan de spoeLinrichting 6.3 is bevestigd. Ook in het uitvoeringsvoorbeeld dat met figuur 6 overeenkomt, geschiedt de elektrische schakeling van de spoelen van de spoeLinrichting 6.3 zo, dat bij een excitatie van de spoelen door een elektrisch signaal de door de wisselwerking tussen de magnetische velden van de spoelen en de door de aan de respectieve spoelen toegevoegde tussenringschijven overgedragen magnetische velden ontstane krachten steeds hetzelfde voorteken bezitten. Op voordeligerwijze is de schakeling van de spoelen van de spoeLinrichting 6.3 parallel, zodat door verschillende spoeldiameters optredende impedantieverschillen op bijzonder eenvoudige wijze door voorschakeling van een weerstandsnetwerk kunnen worden gecompenseerd.
Figuur 7 is een voorstelling van een derde toepassingsmogelijkheid van een permanent magneetsysteem met bijbehorende spoeLinrichting volgens de uitvinding in overeenstemming met de beschrijving van de voorstellingen van figuur 1 tot en met 4 in een digitaal bedreven luidspreker 7.1 te ontnemen. Het membraan 7.2 van de luidspreker 7.1 is daarbij niet onderverdeeld en in zijn geheel met de spoeLinrichting 7.3 verbonden. Om vervormingen in de 'frequentiekarakteristiek van de luidspreker te vermijden, kun nen daarbij op voordeligerwijze allereerst de spreekspoelen van de spoel-inrichting 7.3 onderling worden verbonden, zoals dit in het uitvoerings-voorbeeld van figuur 7 door de verbindingsplaat 7.4 is weergegeven. Het membraan 7.2 kan dan aan de verbindingsplaat 7.4 worden bevestigd. In overeenstemming met de symbolische voorstelling van figuur 7 bestaat de spoel-inrichting 7.3 uit verscheidene spreekspoelen, zodat op basis van de toevoeging van een bit per spreekspoel een voldoend goed scheidend vermogen van de digitaal bedreven luidspreker 7.1 is gegeven. Daarbij biedt zich in het bijzonder de toepassing van een permanent magneetsysteem met bijbehorende spoelinrichting die overeenkomt met de voorstelling van figuur 4 aan, waarbij 16 spreekspoelen aanwezig zijn. Dat wil zeggen dat een 16-bit luidspreker kan worden verwezenlijkt. De spreekspoelen worden daarbij in het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 7 door middel van de signaalleidingen 7.5.1 - 7.5.16 aangestuurd. Bezit de spoelinrichting 7,3 een ander aantal dan 16 spreekspoelen, dan wordt het aantal signaalleidingen dienovereenkomstig veranderd.
Figuur 8 laat een voorstelling van een eerste toepassingsmogelijkheid van een permanent magneetsysteem met bijbehorende spoelinrichting volgens de uitvinding in overeenstemming met de beschrijving van de voorstellingen van figuur 1 tot en met 4 in een sensor 8.1 zien. In het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 8 is deze sensor 8.1 een versnellingssensor.
Er kunnen bijvoorbeeld trillingen van machines worden onderzocht, wanneer de onderzijde 8.2 van de sensor 8.1 vast met de behuizing van de machine wordt verbonden.
Evenzo kan de sensor 8.1 ook zodanig aan een inrichting worden bevestigd, waarvan de versnelling dient te worden gemeten, dat uit de afbuiging van de spoelinrichting de versnelling kan worden afgeleid. De tot trilling in staat zijnde spoelinrichting 8.3 is door middel van een veer 8.4 met de onderzijde 8.2 van de sensor 8.1 verbonden. Het permanente magneetsysteem 8.5 bezit een vaste verbinding met de onderzijde 8.2 van de sensor 8.1. De in de spoelinrichting 8.3 geïnduceerde spanning is direkt evenredig met de versnelling. De spoelen van de spoelinrichting 8.3 zijn elektrisch in serie geschakeld, zodat de op basis van een beweging van de spoelinrichting 8.3 door de bij de respectieve spoelen behorende zwak magnetische tussenringschijven overgedragen magnetische velden in de afzonderlijke spoelen van de spoelinrichting 8.3 geïnduceerde elektrische spannin gen bij elkaar worden opgeteld. Daarbij moet de wikkelrichting van de spoelen zodanig zijn, dat de optelling van de elektrische spanningen juist met betrekking tot het voorteken geschiedt.
Figuur 9 laat een voorstelling van een tweede toepassingsmogelijkheid van een permanent magneetsysteem met bijbehorende spoelinrichting volgens de uitvinding in overeenstemming met de beschrijving van de voorstellingen van figuur 1 tot en met 4 in een sensor 9.1 zien. In het uitvoe-ringsvoorbeeld van figuur 9 is deze sensor 9.1 een trillingssensor. Het permanente magneetsysteem 9.3 is daarbij vast met de behuizing 9.2 van de sensor 9.1 verbonden. Door middel van een stang 9.4 worden de trillings-bewegingen op de spoelinrichting 9.5 overgedragen. Daarbij dient er op gelet te worden, dat de trillingsamplitude beneden de waarde ligt, die ertoe zou leiden, dat de spoelinrichting 9.5 tegen de behuizing 9.2 aanslaat, respectievelijk haar positie met betrekking tot het permanente magneetsysteem 9.3 zo verandert, dat geen spanning meer wordt geïnduceerd. De in de spoelinrichting 9.5 geïnduceerde spanning is evenredig met de snelheid van de trillingsbeweging. Door een differentiatie kan daardoor de trillingsversnelling worden verkregen en door een integratie de afbuiging van de trillingsbeweging. De spoelen van de spoelinrichting 9.5 zijn elektrisch in serie geschakeld, zodat de op basis van een beweging van de spoelinrichting 9.5 door de aan de respectieve spoelen toegevoegde zwak magnetische tussenringschijven overgedragen magnetische velden in de afzonderlijke spoelen van de spoelinrichting 9.5 geïnduceerde elektrische spanningen worden opgeteld. Daarbij moet de wikkelrichting van de spoelen zodanig zijn, dat de optelling van de elektrische spanningen met het juiste voorteken geschiedt.
Figuur 10 laat een voorstelling van een tweede toepassingsmogelijkheid van een permanent magneetsysteem met bijbehorende spoelinrichting volgens de uitvinding in overeenstemming met de beschrijving van de vooi— stellingen van de figuur 1 tot en met 4 in een sensor 10.1 zien. In het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 10 is deze sensor 10.1 een druksensor. De zijde 10.2 van de behuizing van de sensor 10.1 bezit daarbij een opening 10.3, zodat bij het aanbrengen van de zijde 10.2 van de behuizing van de sensor 10.1 aan het oppervlak van het volume, waarin de druk moet worden bepaald, een drukvereffening met het volume 10.4 plaats vindt. Daarbij werkt de te meten druk in op het membraan 10.5, dat vast met de spoel- inrichting 10.6 is verbonden. Deze spoelinrichting 10.6 is verder door middel van een veer 10.7 aan de behuizingsonderzijde 10.8 ondersteund. Het permanente magneetsysteem 10.9 is vast met de behuizingsonderzijde 10.8 verbonden. De in de spoelinrichting 10.6 geïnduceerde spanning is evenredig met de verandering in de tijd van de druk, zodat door een integratie naar de tijd direkt de druk kan worden verkregen. De spoelen van de spoelinrichting 10.6 zijn elektrisch in serie geschakeld, zodat de op basis van een beweging van de spoelinrichting 10.6 door de aan de respectieve spoelen toegevoegde zwak magnetische tussenringschijven overgedragen magneetvelden in de afzonderlijke spoelen van de spoelinrichting 10.6 geïnduceerde elektrische spanningen bij elkaar worden opgeteld. Daarbij moet de wikkelrich-ting van de spoelen zodanig zijn, dat de optelling van de elektrische spanningen juist met betrekking tot het voorteken geschiedt.

Claims (17)

1. Permanent magneetsysteem met bijbehorende spoelinrichting, waarbij het permanente magneetsysteem uit twee axiaal gepolariseerde permanente magneetringen bestaat, die in axiale richting achter elkaar zijn aangebracht, waarbij de gelijknamige polen van de permanente magneetringen tegenover elkaar staan, waarbij de beide permanente magneetringen door een zwak magnetische tussenringschijf van elkaar op afstand zijn geplaatst, waarbij de permanente magneetringen uitwendig zodanig door een spoel zijn omgeven, dat de spoelmiddenas met de middenas van de permanente magneetringen samenvalt, waarbij in de normale positie van de spoel zich op de hoogte van de zwak magnetische tussenringschijf het midden van de spoel bevindt, met het kenmerk, dat zich binnen de binnendiameter van de permanente magneetringen <1.1.1, 1.1.2, 2.1.1, 2.1.2, 3.1.1, 3.1.2, 4.1.1, 4.1.2) zodanig ten minste één spoel (1.2.1, 2.2.1, 3.2.1, 4.2.1) bevindt, dat de spoelmiddenas van de spoel(en) (1.2.1, 2.2.1., 3.2.1, 4.2.1) met de middenas van de permanente magneetringen (1.1.1, 1.1.2, 2.1.1, 2.1.2, 3.1.1, 3.1.2, 4.1.1, 4.1.2) samenvalt, waarbij in de normale positie van de spoel(en) (1.2.1, 2.2.1, 3.2.1, 4.2.1) zich op de hoogte van de zwak magnetische tussenringschijf (1.1.3, 2.1.4, 3.1.5, 4.1.4) het midden van de spoel(en) (1.2.1, 2.2.1, 3.2.1, 4.2.1) bevindt.
2. Permanent magneetsysteem met bijbehorende spoelinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het permanente magneetsysteem met bijbehorende spoelinrichting zodanig een axiale lengtevermeerdering ondervindt, dat in het permanente magneetsysteem naast de beide axiale gepolariseerde permanente magneetringen (2.1.1, 2.1.2, 4.1.1, 4.1.2), alsmede naast de zwak magnetische tussenringschijf (2.1.4, 4.1.4) een verdere axiaal gepolariseerde permanente magneetring ¢2.1.3, 4.1.3), alsmede een verdere zwak magnetische tussenringschijf (2.1.5, 4.1.5) aanwezig zijn, waarbij de gelijknamige polen van de verdere axiaal gepolariseerde permanente magneetring (2.1.3, 4.1.3), alsmede van de naburige permanente magneetring (2.1.2, 4.1.2) tegenover elkaar liggen en waarbij de verdere axiaal gepolariseerde permanente magneetring (2.1.3, 4.1.3) door de verdere zwak magnetische tussenringschijf (2.1.5, 4.1.5) van de naburige permanente magneetring (2.1.2, 4.1.2) op afstand ligt en dat de permanènte magneetringen (2.1.1, 2.1.2, 2.1.3, 4.1.1., 4.1.2.,,4.1.3) uitwendig zodanig door ten minste één verdere spoel (2.2.4, 4.2.7) omgeven zijn, dat de spoelmiddenas(sen) met de middenas van de permanente magneetringen (2.1.1, 2.1.2, 2.1.3, 4.1.1, 4.1.2, 4.1.3) samenvalt/samenvalLen, waarbij in de normale positie van de verdere spoel(en) (2.2.4, 4.2.7) zich op de hoogte van de verdere zwak magnetische tussenringschijf (2.1.5, 4.1.5) het/de midden(s) van de verdere spoel(en) (2.2.4, 4.2.7) bevindt/bevinden en dat zich binnen de binnen-diameter van de permanente magneetringen (2.1.1, 2.1.2, 2.1.3, 4.1.1, 4.1.2, 4.1.3) zodanig een aanvullende spoel (2.2.2, 4.2.3) bevindt, dat de spoelmiddenas(sen) van de aanvullende spoel(en) (2.2.2, 4.2.3) met de middenas van de permanente magneetringen (2.1.1, 2.1.2, 2.1.3, 4.1.1, 4.1.2, 4.1.3) samenvalt/samenvalLen, waarbij in de normale positie van de aanvullende spoel(en) (2.2.2, 4.2.3) zich op de hoogte van de verdere zwak magnetische tussenringschijf (2.1.5, 4.1.5) het/de midden(s) van de aanvullende spoel(en) (2.2.2, 4.2.3) bevindt/bevinden.
3. Permanent magneetsysteem met bijbehorende spoelinrichting vol gens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het permanente magneetsysteem met bijbehorende spoelinrichting zodanig een radiale lengtevermeerdering ondervindt, dat in het permanente magneetsysteem naast de aanwezige axiaal gepolariseerde permanente magneetringen (3.1.1, 3.1.2, 4.1.1, 4.1.2, 4.1.3), alsmede naast de aanwezige zwak magnetische tussenringschijf/— tussenringschijven (3.1.5, 4.1.4, 4.1.5) verdere axiaal gepolariseerde permanente magneetringen (3.1.3, 3.1.4, 4.1.8, 4.1.9, 4.1.10), alsmede (een) verdere zwak magnetische tussenringschijf/tussenringschijven (3.1.6, 4.1.11, 4.1.12) aanwezig zijn, waarbij de middenassen van de verdere permanente magneetringen (3.1.3, 3.1.4, 4.1.8, 4.1.9, 4.1.10), alsmede de verdere zwak magnetische tussenringschijf/tussenringschijven (3.1.6, 4.1.11, 4.1.12) met de middenassen van de aanwezige permanente magneetringen (3.1.1, 3.1.2, 4.1.1, 4.1.2, 4.1.3) samenvallen, waarbij de binnendiameters van de verdere permanente magneetringen (3.1.3, 3.1.4, 4.1.8, 4.1.9, 4.1.10) een zodanige grotere waarde bezitten dan de buitendiameters, van de aanwezige permanente magneetringen (3.1.1, 3.1.2, 4.1.1, 4.1.2, 4.1.3) en de aanwezige zwak magnetische tussenringschijf/tussenringschijven (3.1.5, 4.1.4, 4.1.5), dat tussen de verdere permanente magneetringen (3.1.3, 3.1.4, 4.1.8, 4.1.9, 4.1.10) en de aanwezige permanente magneetringen (3.1.1, 3.1.2, 4.1.1, 4.1.2, 4.1.3), alsmede de aanwezige zwak magnetische tussenringschijf/tussenringschijven (3.1.5, 4.1.4, 4.1.5) verdere spoelen kunnen worden ingebracht, waarbij de binnendiameter(s) van de verdere zwak magnetische tussenringschijf/tussenringschijven (3.1.6, 4.1.11, 4.1.12) een zodanig grotere waarde bezit(ten) dan de buitendiameter van de aanwezige permanente magneetringen (3.1.1, 3.1.2, 4.1.1, 4.1.2, 4.1.3) en de aanwezige zwak magnetische tussenringschijf/tussenringschijven (3.1.5, 4.1.4, 4.1.5), dat tussen de verdere zwak magnetische tussenringschijf/tussenring-schijven (3.1.6, 4.1.11, 4.1.12) en de aanwezige permanente magneetringen (3.1.1, 3.1.2, 4.1.1, 4.1.2, 4.1.3), alsmede de aanwezige zwak magnetische tussenringschijf/tussenringschijven (3.1.5, 4.1.4, 4.1.5) verdere spoelen kunnen worden ingebracht, waarbij gelijknamige polen van de verdere permanente magneetringen (3.1.3, 3.1.4, 4.1.8, 4.1.9, 4.1.10), alsmede van de naburige aanwezige permanente magneetringen (3.1.1, 3.1.2, 4.1.1, 4.1.2, 4.1.3) direkt naast elkaar liggen en dat de verdere permanente magneetringen (3.1.3, 3.1.4, 4.1.8, 4.1.9, 4.1.10) uitwendig zodanig door ten minste één verdere uitwendige spoel (3.2.4, 4.2.13, 4.2.15) zijn omgeven, dat de spoelmiddenas met de middenas van de verdere permanente magneetringen (3.1.3, 3.1.4, 4.1.8, 4.1.9, 4.1.10) samenvalt, waarbij in de normale positie van de verdere uitwendige spoel(en) (3.2.4, 4.2.13, 4.2.15) zich op de hoogte van de verdere magnetische tussenringschijf/tussenring-schijven (3.1.6, 4.1.11, 4.1.12) het midden van de verdere uitwendige spoel(en) (3.2.4, 4.2.13, 4.2.15) bevindt en dat zich binnen de binnen-diameter van de verdere permanente magneetringen (3.1.3, 3.1.4, 4.1.8, 4.1.9, 4.1.10) zodanig ten minste één verdere inwendige spoel (3.2.3, 4.2.10, 4.2.12) bevindt, dat de spoelmiddenas van de verdere inwendige spoel(en) (3.2.3, 4.2.10, 4.2.12) met de middenas van de verdere permanente magneetringen (3.1.3, 3.1.4, 4.1.8, 4.1.9, 4.1.10) samenvalt, waarbij in de normale positie van de verdere inwendige spoel(en) (3.2.3, 4.2.10, 4.2.12) zich op de hoogte van de verdere zwak magnetische tussenringschijf/tussen-ringschijven (3.1.6, 4.1.11, 4.1.12) het midden van de verdere inwendige spoel(en) (3.2.3, 4.2.10, 4.2.12) bevindt en dat zich tussen de verdere inwendige spoel(en) (3.2.3, 4.2.10, 4.2.12) en de de aanwezige permanente magneetringen (3.1.1, 3.1.2, 4.1.1, 4.1.2, 4.1.3) uitwendig omgevende spoel(en) (3.2.2, 4.2.5, 4.2.7) een laag (3.3.1, 4.3.1) van een amorf, zeer zwak magnetisch en niet-magnetostriktief materiaal bevindt.
4. Permanent magneetsysteem met bijbehorende spoelinrichting vol gens een van de conclusies 1 tot en met 3, met het kenmerk, dat zich aan het inwendige mantelvlak van de inwendig liggende spoelen en/of aan het uitwendige mantelvlak van de uitwendig liggende spoelen een laag (1.3.1, 1.3.2, 2.3.1, 2.3.2, 3.3.2, 3.3.3, 4.3.2, 4.3.3) van een amorf, zeer zwak magnetisch en niet-magnetostriktief materiaal bevindt.
5. Permanent magneetsysteem met bijbehorende spoelinrichting volgens een van de conclusies 3 of 4, met het kenmerk, dat de laag (3.3.1, 4.3.1, 1.3.1, 1.3.2, 2.3.1, 2.3.2, 3.3.2, 3.3.3, 4.3.2, 4.3.3) een een dunwandige ring vormende metaalfolie is.
6. Permanent magneetsysteem met bijbehorende spoelinrichting volgens een van de conclusies 3, 4 of 5, met het kenmerk, dat de laag (3.3.1, 4.3.1, 1.3.1, 1.3.2, 2.3.1, 2.3.2, 3.3.2, 3.3.3, 4.3.2, 4.3.3) aan de eindpunten ervan een lengtevermeerdering (1.4.1, 1.4.2, 1.4.3, 1.4.4, 2.4.1, 2.4.2, 2.4.3, 2.4.4, 3.4.1, 3.4.2, 3.4.3, 3.4.4, 3.4.5, 3.4.6, 3.4.7, 3.4.8, 4.4.1, 4.4.2, 4.4.3, 4.4.4, 4.4.5, 4.4.6, 4.4.7, 4.4.8) in de richting van de polen van de overeenkomstige permanente magneetring ondervindt.
7. Permanent magneetsysteem met bijbehorende spoelinrichting volgens een van de conclusies 1 tot en met 6, met het kenmerk, dat de zwak magnetische tussenringschijf/tussenringschijven (1.1.3, 2.1.4, 2.1.5, 3.1.5, 3.1.6, 4.1.4, 4.1.5, 4.1.11, 4.1.12) een kleinere binnendiameter en een grotere buitendiameter bezit(ten) dan de permanente magneetring, die door de respectieve zwak magnetische tussenringschijf (1.1.3, 2.1.4, 2.1.5, 3.1.5, 3.1.6, 4.1.4, 4.1.5, 4.1.11, 4.1.12) op afstand worden gehouden.
8. Permanent magneetsysteem met bijbehorende spoelinrichting volgens een van de conclusies 1 tot en met 7, met het kenmerk, dat een of verscheidene van de afzonderlijke met betrekking tot de zwak magnetische tussenringschijven (1.1.3, 2.1.4, 2.1.5, 3.1.5, 3.1.6, 4.1.4, 4.1.5, 4.1.11, 4.1.12) aangebrachte spoelen door een aantal in elkaar liggende spoelen (4.2.1, 4.2.2; 4.2.3, 4.2.4; 4.2.5, 4.2.6; 4.2.7. 4.2.8; 4.2.9, 4.2.10; 4.2.11, 4.2.12; 4.2.13, 4.2.14; 4.2.15, 4.2.16) worden vervangen, waarbij het aantal in het bijzonder twee kan bedragen,
9. Toepassing van een permanent magneetsysteem met bijbehorende spoelinrichting volgens een van de conclusies 1 tot en met 8 in een analoog aangestuurde luidspreker.
10. Luidspreker volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het membraan (6.2) van de luidspreker uit één stuk bestaat en vast met de spoel-inrichting (6.3) zodanig is verbonden, dat de spoelinrichting (6.3) het luidsprekermembraan als spreekspoelinrichting aandrijft.
11. Luidspreker volgens conclusie 9, met'het kenmerk, dat de spoelinrichting (5.6) in radiale inwendig liggende spoelen (5.4) en radiaal uitwendig liggende spoelen (5.5) is onderverdeeld en dat het membraan overeen- komstig de onderverdeling van de spoelinrichting (5.6) in verscheidene delen (5.2, 5.3) is onderverdeeld, waarvan ieder deel (5.2, 5.3) van het membraan met een deel (5.4, 5.5) van de spoelen van de spoelinrichting (5.6) is verbonden.
12. Toepassing van een permanent magneetsysteem met bijbehorende spoelinrichting volgens een van de conclusies 1 tot en met 8 in een digitaal uitgestuurde luidspreker, waarbij de spoelinrichting (7.3) zodanig is onderverdeeld, dat ieder aanstuursignaal naar een spoel met een bit Overeenkomt.
13. Luidspreker volgens conclusie 10 of 12, met het kenmerk, dat de spoelen van de spoelinrichting (6.3, 7.3) onderling door een verbindings-plaat (7.4) vast zijn verbonden en dat een vaste verbinding van het membraan (6.2, 7.2) met de verbindingsplaat (7.4) bestaat.
14. Toepassing van het permanent magneetsysteem met bijbehorende spoelinrichting volgens een van de conclusies 1 tot en met 8 in een sensor voor het bepalen van een bewegingsafhankelijke grootheid, waarbij een beweging van de spoelinrichting ten opzichte van het permanente magneetsysteem een spanning in de spoelen van de spoelinrichting induceert.
15. Sensor volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de spoelinrichting (9.5) vast met een een trilling uitoefend lichaam (door middel van 9.4) kan worden verbonden, waarbij het permanente magneetsysteem (9.3) in een stationaire positie is ingericht.
16. Sensor volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat het permanente magneetsysteem (8.5) vast met een een beweging uitvoerend af te tasten object door het behuizingsonderdeel (8.2) kan worden verbonden en dat de spoelinrichting (8.3) door een veer (8.4) aan het behuizingsonderdeel (8.2) zodanig is ondersteund, dat bij een afbuiging van de spoelinrichting (8.3) uit haar rustpositie een met deze afbuiging evenredige terugstelkracht ontstaat.
17. Sensor volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de spoelinrichting (10.6) direkt aan een druk wordt onderworpen, die tot een met de druk evenredige afbuiging van de spoelinrichting (10.6) met betrekking tot het permanente magneetsysteem (10.9) leidt, waarbij het permanente magneetsysteem (10.9) in een stationaire positie is ingericht.
NL9101170A 1990-07-07 1991-07-05 Permanent magneetsysteem met bijbehorende spoelinrichting. NL9101170A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE4021651 1990-07-07
DE4021651A DE4021651C1 (nl) 1990-07-07 1990-07-07

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9101170A true NL9101170A (nl) 1992-02-03

Family

ID=6409838

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9101170A NL9101170A (nl) 1990-07-07 1991-07-05 Permanent magneetsysteem met bijbehorende spoelinrichting.

Country Status (5)

Country Link
US (1) US5214710A (nl)
JP (1) JPH0766888B2 (nl)
DE (1) DE4021651C1 (nl)
FR (1) FR2668874B1 (nl)
NL (1) NL9101170A (nl)

Families Citing this family (27)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE4130460A1 (de) * 1991-09-13 1993-03-18 Nokia Deutschland Gmbh Elektromagnetischer wandler
DE4225156A1 (de) * 1992-07-30 1994-02-03 Nokia Deutschland Gmbh Magnetsystem für elektroakustische Wandler
DE4317775C2 (de) * 1993-02-03 1995-02-02 Foster Electric Co Ltd Lautsprecher
JP2860225B2 (ja) * 1993-04-09 1999-02-24 株式会社ケンウッド スピーカの構造及びその組立方法
JP3148520B2 (ja) * 1994-06-06 2001-03-19 株式会社ケンウッド スピーカ構造
DE29512102U1 (de) * 1995-07-27 1995-10-05 Nokia Deutschland Gmbh Magnetsystem
DE19604088C2 (de) * 1996-02-06 1999-04-22 Alfred Ziegenberg Magnetelektrodynamisches Parallelaxialantriebssystem für Lautsprecher
US6158109A (en) * 1996-03-20 2000-12-12 Alpine Electronics, Inc. Coil manufacturing method using ring shaped spacer
JPH11275678A (ja) * 1998-03-25 1999-10-08 Sony Corp スピーカ装置
CN1362895A (zh) * 2000-02-17 2002-08-07 皇家菲利浦电子有限公司 带有用于形成声音还原设备并形成振动产生设备一部分的电声变换器的装置
JP3976681B2 (ja) * 2000-12-26 2007-09-19 サグレン、アンデルス 同心共面マルチバンド電気音響変換器
GB2371165B (en) 2001-01-16 2004-12-22 Kh Technology Magnet system for loudspeakers
US6952060B2 (en) 2001-05-07 2005-10-04 Trustees Of Tufts College Electromagnetic linear generator and shock absorber
KR100537249B1 (ko) * 2001-11-05 2005-12-19 마츠시타 덴끼 산교 가부시키가이샤 스피커
NL1020060C1 (nl) * 2002-02-26 2003-08-27 Jacobus Maria De Rooij Platte luidspreker met meervoudige concentrische systemen.
FR2865608B1 (fr) * 2004-01-23 2007-02-09 Robert Rigondeau Transducteur electoacoustique et enceinte le comportant
US7894623B2 (en) * 2006-03-22 2011-02-22 Harman International Industries, Incorporated Loudspeaker having an interlocking magnet structure
DE102006013653A1 (de) * 2006-03-24 2007-11-15 Institut für Mikroelektronik- und Mechatronik-Systeme gGmbH Vorrichtung zur Umwandlung von mechanischer Energie in elektrische Energie
US7688036B2 (en) * 2006-06-26 2010-03-30 Battelle Energy Alliance, Llc System and method for storing energy
US20100013345A1 (en) * 2006-06-26 2010-01-21 Battelle Energy Alliance, Llc Bi-metal coil
US20090295520A1 (en) * 2006-06-26 2009-12-03 Battelle Energy Alliance, Llc Magnetic structure
US20090295253A1 (en) * 2006-06-26 2009-12-03 Battelle Energy Alliance, Llc Motor/generator
TWI419446B (zh) * 2009-09-02 2013-12-11 Delta Electronics Inc 磁性振動器
KR101388816B1 (ko) * 2012-09-07 2014-04-30 삼성전기주식회사 선형 진동자
CN104852545B (zh) * 2015-04-30 2018-10-09 刘远芳 微小机械能转换为电能的发电装置
CN105763019A (zh) * 2016-02-03 2016-07-13 于建新 一种便携式自动发电装置
CN107424869A (zh) * 2017-05-08 2017-12-01 佛山市川东磁电股份有限公司 一种磁性组件及使用该磁性组件的电磁继电器

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1980957A (en) * 1928-02-27 1934-11-13 Gen Electric Electro-acoustic device
US3665124A (en) * 1968-12-30 1972-05-23 Nippon Musical Instruments Mfg Loudspeaker having annular diaphragm with double voice coil
DE3007115A1 (de) * 1980-01-19 1981-09-10 Elektrotechnik Ehmann Gmbh, 6953 Gundelsheim Lautsprecher und magnet hierfuer
NL8303186A (nl) * 1983-09-15 1985-04-01 Philips Nv Luidsprekersysteem en een luidspreker te gebruiken in een luidspreker voor het omzetten van een in n bits gedigitaliseerd electrisch signaal in een akoestisch signaal.
DE8610875U1 (de) * 1986-04-21 1986-06-05 Deuble, Thomas, 8998 Lindenberg Lautsprecher und Magnetsystem hierfür
JPS62290298A (ja) * 1986-06-10 1987-12-17 Sawafuji Dainameka Kk スピ−カの磁気回路
DE3730305C1 (de) * 1987-09-10 1989-03-23 Daimler Benz Ag Lautsprecher
JPH077265B2 (ja) * 1988-07-27 1995-01-30 三洋電機株式会社 グラフィックディスプレイ装置

Also Published As

Publication number Publication date
JPH0661040A (ja) 1994-03-04
JPH0766888B2 (ja) 1995-07-19
FR2668874A1 (fr) 1992-05-07
FR2668874B1 (fr) 1996-03-08
US5214710A (en) 1993-05-25
DE4021651C1 (nl) 1991-06-27

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL9101170A (nl) Permanent magneetsysteem met bijbehorende spoelinrichting.
US7961892B2 (en) Apparatus and method for monitoring speaker cone displacement in an audio speaker
US4868882A (en) Loudspeaker
EP0903961B1 (en) Inductive braking in a dual coil speaker driver unit
US4243839A (en) Transducer with flux sensing coils
US6091828A (en) Dynamic microphone
US5811710A (en) Electromagnetic pickup for stringed musical instruments
NL8802000A (nl) Geofoonstelsel.
JP2005277471A (ja) スピーカ
JPS6167400A (ja) 電気機械振動変換装置
US7873180B2 (en) Voice coil actuator
EP0605942A2 (en) Mounting assembly for a pick-up on a stringed musical instrument
JPH06284492A (ja) スピーカの振動検出装置
JPS6033800A (ja) 電気機械変換器
JPS5936479B2 (ja) 電磁型音響変換装置
US2494918A (en) Inductively energized electro-dynamic loud-speaker
JP4760668B2 (ja) スピーカ
US11756715B2 (en) Signal converter
WO2023148563A1 (fr) Ensemble aimant pour moteur de haut-parleur électrodynamique, moteur de haut-parleur électrodynamique le comprenant, et haut-parleur électrodynamique associé
JP2024014772A (ja) ラウドスピーカ
JPH06205493A (ja) スピーカユニットの振動変位抽出装置
JPS58207800A (ja) トランスジユ−サ
JP4413433B2 (ja) 電気音響変換器および音再生方法
JPS6042340Y2 (ja) 振動検出装置
JP4630319B2 (ja) ホーンスピーカ

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed