NL9100383A - Machine voor het vervaardigen van snoepgoed. - Google Patents

Description

Machine voor het vervaardigen van snoepgoed.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het vervaardigen van snoepgoed uit een staaf suikermassa of dergelijk materiaal, bestaande uit een toevoerorgaan voor het intermitterend toevoeren van een materiaalstaaf, een snij-inrichting voor het afsnijden van de toegevoerde materiaalstaaf, en een vormorgaan met een aantal perskamers en bijbehorende persstempels voor het vormen van het snoepgoed.

Een dergelijke machine is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 1.785.904. Bij deze bekende machine wordt de materiaalstaaf toegevoerd aan een snij-inrichting die bestaat uit een stationaire plaat met een radiale toegangsopening voor het materiaal, en een mes dat het afgesneden materiaal kan overbrengen naar een axiale vormholte van een vormschijf waarin het materiaal verder wordt bewerkt. Bij een op deze wijze werkende snij-inrichting kan het materiaal afhankelijk van de rotatiesnelheid van de vormschijf hetzij door de middelpuntvliedende kracht wegspringen of juist aan het mes blijven kleven, zodat de machine moet worden gestopt om de ongewenste situatie te verhelpen.

De uitvinding beoogt in het voorgaande verbetering te brengen. Volgens de uitvinding is dit in wezen bereikt, doordat het vormorgaan een vormring met radiale perskamers is, en doordat de snij-inrichting bestaat uit een vast mes dat stationair is opgesteld tussen het toevoerorgaan en de vormring, en messen die binnen de vormring voor elke perskamer zijn aangebracht en een uiterlijk hebben dat is aangepast aan het uiterlijk van de perskamers, zodat de binnen de vormring gelegen persstempels er langs kunnen passeren.

De snijranden van de snijmessen liggen bij voorkeur achterwaarts ten opzichte van de beschrijvenden van de perskamers die het dichtst langs het toevoerorgaan passeren. Dit wordt gedaan omdat anders de snijrand te vlug zou afbrokkelen.

Om het wegspringen te voorkomen kan binnen de vormring tegenover elk snijmes een klep zijn aangebracht die een dwarsdoorsnede heeft die is aangepast aan het uiterlijk van de perskamers, en die zodanig om een draaipunt draaibaar is dat zijn dwarsdoorsnede tijdens het doorsnijden van de materiaalstaaf grotendeels samenvalt met de rand van de perskamer die ligt tegenover de rand die met het snijmes samenwerkt.

Elk binnen de vormring gelegen persstempel, ook wel onderstempel genoemd, is aangebracht op het buiteneinde van een stang die aan het achtereinde is voorzien van een centrale drukrol en een externe terugzetrol, welke rollen de bewegingen van de ermee verbonden stempels besturen.

Elk buitenstempel kan zijn aangebracht op een scharnier-baar deksel dat alleen in de stand voor het afvoeren van het snoepgoed open hoeft te staan.

Er kan een orgaan zijn aangebracht om het snoepgoed van een stokje te voorzien voordat het uit de machine wordt afgevoerd.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin bij wijze van voorbeeld een machine voor het maken van lollies is weergegeven. In de tekening toont: figuur 1 een schematisch langsaanzicht van de vormring voor tongvormige lollies en een over 90° omgeklapt getekend toevoerorgaan; figuur 2 een schematisch aanzicht van de vormring volgens de geknikte lijn II-II van figuur 1; de figuren 3-6 op kleinere schaal doorsneden volgens de lijnen III-III t/m VI-VI van figuur 1 ter toelichting van diverse fasen van het lollievormproces; en de figuren 7 en 8 op dezelfde schaal als de figuren 1 en 2 twee varianten van de machine voor het maken van ronde resp. speervormige lollies.

De schematisch in de tekening weergegeven machine wordt gebruikt om stukjes suiker 1 te snijden van een suikerstreng 2, welke suikerstukjes vervolgens tot een suikerlollie 3 worden geperst. De machine bestaat in hoofdzaak uit een toevoerorgaan dat voorzien is van twee vooruitzetrollen 4 en 5, een vormring 6 met snijmessen 7 en paren buitenstempels 8 en binnenstempels 9.

Een vast mes 10 is aangebracht tussen de vooruitzetrollen 4 en 5 en de grootste baan die wordt beschreven door de snijmessen 7 die in de vormring 6 zijn aangebracht. Deze snijmessen 7 hebben een uiterlijk dat is aangepast aan het uiterlijk van de perskamers 11, waarin de persstempels 8 en 9 kunnen bewegen, zodanig dat de onder-stempels 9 de snijmessen 7 kunnen passeren. In het in de figuren 1 en 2 weergegeven voorbeeld zijn op de vormring 6 twaalf snijmessen 7 aangebracht met een tongvormige uitsparing voor het laten passeren van de onderstempels 9. Een stokje 12 kan op niet nader weergegeven wijze worden toegevoerd om de lollie te voltooien.

Uit figuur 2 blijkt, dat de snijrand 13 van de snijmessen 7 achterwaarts ligt tot de beschrijvende 14 van de perskamer die het dichtst langs het toevoerorgaan 4, 5 passeert. Dit is bij deze uitvoeringsvorm noodzakelijk, omdat de punt anders te scherp wordt. Er zijn echter ook vele andere doorsnedevormen van de perskamers en bijbehorende persstempels, en dus afsnijmessen 7 denkbaar: figuur 7 is daarbij bedoeld voor het vervaardigen van zogenaamde "ronde" lollies, en figuur 8 voor het vervaardigen van "speervormige" lollies. -

De vooruitzetrollen 3 en 4 draaien intermitterend rond in de door pijlen aangegeVen draairichting. Door deze beweging wordt de suikerstreng 2. De onderdelen 7 en 10 zijn te zien als de snijmessen van de suikerstreng-snij-inrichting. Zodra snijmes 7 de horizontale hartlijn van figuur 1 enige graden voorbij gedraaid is, en daarbij een stuk 1 van de suikerstreng 2 heeft afgesneden, bewegen de vooruitzetrollen 4 en 5 de streng 2 in de richting overeenkomstig de draairichting van die rollen. Dit vooruitzetten wordt beëindigd voordat het volgende snijmes 7 een suikerstukje 1 van de suikerstreng 2 gaat afsnijden. Het afsnijden van een suikerstukje van de suikerstreng geschiedt tussen de bewegende snijmessen 7 en het vast opgestelde mes 10.

Om te voorkomen dat het afgesneden suikerstukje 1 wegspringt, wordt dit tegengehouden door een klep 16. Net als het snijmes 7 heeft deze klep 16 een dwarsdoorsnede die correspondeert met de perskamers 11. De klep 16 kan draaien om een draaipunt 17 en staat gewoonlijk "open" behalve uiteraard tijdens het afsnijden van de suikerstreng 2.

Het suikerstukje 1 dat van de suikerstreng 2 is af gesneden, wordt door het snijmes 7 meegenomen en door de klep 16 belet om weg te springen. Door de bewegingen van de persstempels 8, 9 wordt het suikerstukje 1 vervolgens geperst tot het gewenste lolliemodel 3.

De onderstempels 9 zijn elk aangebracht op een stang 18 die aan zijn andere einde is voorzien van een drukrol 19 die een centrale drukkracht op de stang 18 en dus het onderstempel 9 kan uitoefenen. Het terugzetten vindt plaats met een buiten de stang gelegen terugzetrol 20. De banen voor het besturen van de rollen 19 en 20 zijn in de tekening weggelaten met het oog op de overzichtelijkheid.

De bovenstempels 8 zijn elk aangebracht op een deksel 21 dat kan scharnieren om een draaipunt 22. De vijf onderste deksels 21 staan in figuur 1 open. Daardoor kan een voltooide lollie 3 worden overgegeven aan een uitneemschij f 23 die in figuur 1 schematisch door een streep-stipcirkel is aangeduid. In het omgeklapt getekende gedeelte is ook een deksel 21 zichtbaar.

De deksels 21 worden door een stevige, niet weergegeven leibaan gesloten op die trajecten waar dat voor het productieproces noodzakelijk is.

De lollie 3 krijgt de vorm van de perskamer 11 die gevormd wordt door de zijwanden van de perskamer en de kopzijden van de stempels 8 en 9. Gedurende de ronddraaiende beweging van de vormring 6, wordt ook het lolliestokje 12 in axiale richting aan de vormring 6 toegevoerd om in de lollie te worden gestoken.

Nu de lollie 3 gereed is, bewegen de stempels 8 en 9 zich naar de stand van figuur 6 om de lollie buiten de perskamer te brengen.

Volledigheidshalve wordt opgemerkt, dat het met de uitgevonden machine te vervaardigen snoepgoed alle mogelijke dwarsdoorsneden kan hebben, inbegrepen een vierkante dwarsdoorsnede.

Binnen het kader van de uitvinding vallen ook andere uitvoeringsvormen dan degene die hierboven is besproken en/of is weergegeven in de tekening.

Claims (7)

1. Machine voor het vervaardigen van snoepgoed uit een staaf suikermassa of dergelijk materiaal, bestaande uit een toevoeror-gaan voor het intermitterend toevoeren van een materiaalstaaf, een snij-inrichting voor het afsnijden van de toegevoerde materiaalstaaf, en een vormorgaan met een aantal perskamers en bijbehorende persstempels voor het vormen van het snoepgoed, met het kenmerk, dat het vormorgaan een vormring (6) met radiale perskamers (11) is, en dat de snij-inrichting bestaat uit een vast mes (10) dat stationair is opgesteld tussen het toevoerorgaan (4, 5) en de vormring (6), en snijmessen (7) die binnen de vormring (6) voor elke perskamer (11) zijn aangebracht en een uiterlijk hebben dat is aangepast aan het uiterlijk van de perskamers, zodat de binnen de vormring gelegen persstempels (9) erlangs kunnen passeren.

2. Machine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de snijranden (13) van de messen (7) achterwaarts liggen ten opzichte van de beschrijvenden (14) van de perskamers (11) die het dichtst langs het toevoerorgaan (4, 5) passeren.

3. Machine volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat binnen de vormring (6) tegenover elk snijmes (7) een klep (16) is aangebracht die een dwarsdoorsnede heeft die is aangepast aan het uiterlijk van de perskamers (11), en die zodanig om een draaipunt (17) draaibaar is dat zijn dwarsdoorsnede tijdens het doorsnijden van de materiaalstaaf (2) grotendeels samenvalt met de rand van de perskamer (11) die ligt tegenover de rand die met het snijmes (7) samenwerkt.

4. Machine volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat elk binnen de vormring gelegen persstempel of onderstempel (9) is aangebracht op het buiteneinde van een stang (18) die aan het achtereinde is voorzien van een centrale drukrol (19) en een externe terugzetrol (20), welke rollen de bewegingen van de ermee verbonden stempels (9) besturen.

5. Machine volgens één der conclusies 1-3, met het ken- merk, dat elk buitenstempel (8) is aangebracht op een scharnierbaar deksel (21) dat alleen in de stand voor het afvoeren van het snoepgoed open staat.

6. Machine volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een orgaan is aangebracht om het snoepgoed van een stokje (12) te voorzien voordat het uit de machine wordt afgevoerd.

7. Machine zoals weergegeven in de tekening en/of besproken aan de hand daarvan.