NL9002323A - Houder voor het opslaan en het naar buiten persen van twee viskeuze fluida. - Google Patents

Description

Titel: Houder voor het opslaan en het naar buiten persen van twee viskeuze fluida

De uitvinding heeft betrekking op een houder voor het gescheiden opslaan van twee viskeuze fluida en het naar buiten persen van een bepaalde hoeveelheid van elk van beide fluida bij iedere bediening.

Bijvoorbeeld op het gebied van de cosmetica worden soms twee fluida gemengd vlak voordat deze gebruikt worden. In het bijzonder wanneer twee fluida normaliter in verschillende houders worden opgeslagen en voor het gebruik in een bepaalde verhouding moeten worden gemengd. De reden is dat hoewel een dergelijk fluïdum niet meteen zal reageren na de menging deze echter na verloop van langere tijd van kwaliteit verandert.

Het Japanse "Utility Model Publication” nr. 52-7475 beschrijft een houder die geschikt is voor dergelijke doeleinden. Volgens deze publicatie zijn verschillende viskeuze fluida gescheiden opgeslagen in één behuizing met een aantal in volume variabele kamers. Teneinde het fluïdum dat in elke kamer is opgeslagen door een opening in de bovenzijde hiervan te persen wordt een centrale draadstang, die in aangrijping is met alle zuigers van de kamers, verdraaid zodat het effectieve volume van iedere kamer afneemt.

Volgens het Zwitserse octrooischrift nr. 659,629 en het Belgische octrooischrift nr. 885,821 worden verschillende pasta’s opgeslagen in twee kamers van één houder waarbij een hefboom wordt bediend voor het drijven van alle zuigers teneinde deze pasta's elk in een gegeven hoeveelheid door kameropeningen naar buiten te drukken.

Bij deze bekende stand van de techniek moet de slag van de zuiger even lang zijn als de hoogte van de kamer voor het opslaan van het materiaal; aldus wordt een grote hoeveelheid ruimte in beslag genomen door de aandrijfeenheid.

Materialen die geschikt zijn voor opslag in dit soort houders hebben beperkingen ten aanzien van hun eigenschappen.

Zij mogen namelijk niet vanzelf vervloeien, de viskositeit mag niet kleiner dan een bepaald niveau zijn en zij moeten stromen onder invloed van een bepaalde externe kracht. Verder moet de houder alleen gebruikt worden voor materialen die gescheiden moeten worden opgeslagen en bij het gebruik moeten worden gemengd of tegelijkertijd worden toegepast. Materialen die in deze categorie vallen zijn crème-achtige cosmetica, vetten, hechtmiddelen, verven, pigmenten, romige voedingsmiddelen, kruiden, en dergelijke.

Het doel van de uitvinding is het verschaffen van een houder met kleine afmetingen voor het opslaan'en tegelijkertijd naar buiten persen van twee of meer materialen.

Een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een kleine houder waarin meerdere fluida gescheiden kunnen worden opgeslagen en die deze bij elke bediening elk in een bepaalde hoeveelheid kan afgeven.

De voorgenoemde doelen kunnen worden bereikt door een zuigeraandrijfeenheid op te nemen van de zogenaamde twee-trappen soort.

Een houder volgens de uitvinding is voorzien van een paar zuigeraandrijf eenheden voor het naar buiten persen van twee viskeuze fluida die zijn opgeslagen in twee zuiger-cilinderdelen die naast elkaar zijn aangebracht in een huis, waarbij ieder deel is voorzien van een opening in de bovenzijde, door welke overeenkomstige openingen de twee fluida tegelijkertijd naar buiten worden geperst door de drukkracht van een zuiger die past in elk zuiger-cilinderdeel. Elke zuigeraandrijfeenheid omvat een eerste cilindrisch element dat is geïntegreerd met de zuiger, een tweede cilindrisch element met een einddeel met een grotere diameter, en een vertande cilinder, waarbij de axiale lengte van het eerste cilindrische element en van het tweede cilindrische element in hoofdzaak gelijk is aan de halve slag van de zuiger, en waarbij de vertande cilinder een axiale lengte heeft die in hoofdzaak gelijk is aan die van het eerste cilindrische element, waarbij het einddeel met de grote diameter dezelfde diameter heeft als het eerste cilindrische element, waarbij het tweede cilindrische element schuifbaar past in het eerste cilindrische element, waarbij beide elementen in axiale richting verschuifbaar maar niet roteerbaar worden ondersteund door de bodem van het huis, waarbij de vertande cilinder, die aan het buitenoppervlak is voorzien van tanden en die aan het binnenoppervlak is voorzien van schroefdraad, roteerbaar is gelegerd in het huis en zodanig is gekoppeld met het eerste cilindrisch element dat de schroefdraad van de vertande cilinder in aangrijping is met een rug die is aangebracht op het buitenoppervlak van het eerste cilindrische element.

Tijdens het gebruik wordt de zuiger in elk zuiger-cilinderdeel bij opeenvolgende bedieningen van tandaandrijfmiddelen, die beide vertande cilinders tegelijk aandrijven, opgeheven door de vertande cilinder, waarbij het benedendeel van het eerste cilindrisch element in aangrijping komt met het bovendeel van het tweede cilindrisch element teneinde het tweede cilindrisch element op te heffen, waarbij een rug op het buitenoppervlak van het einddeel met de grote diameter in aangrijping komt met de schroefdraad van de vertande cilinder, en waarbij de zuiger wordt opgeheven door het einddeel met de grote diameter.

De houder volgens de uitvinding omvat bij voorkeur een huis, een paar zuiger-cilinderdelen die naast elkaar in het huis zijn aangebracht en waarbij ieder deel een opening heeft aan de bovenzijde, twee zuigers die elk in één van de twee zuiger-cilinderdelen passen, een paar zuigeraandrijfeenheden voor het aandrijven van de twee zuigers, en stuurmiddelen voor het gelijktijdig aandrijven van de twee zuigeraandrijfeenheden. Elke zuigeraandrijfeenheid omvat een eerste cilindrisch element dat is geïntegreerd in de zuiger, en waarvan de axiale lengte in hoofdzaak gelijk is aan de halve slag van de zuiger, en waarbij op het buitenoppervlak een rug is aangebracht, en een inkeping in het inwendige benedendeel; een tweede cilindrisch element met een axiale lengte die in hoofdzaak gelijk is aan die van het eerste cilinderelement, alleen in axiale richting verschuifbaar in het eerste cilindrische element is opgenomen, waarbij het tweede cilindrische element is voorzien van een vierkante opening, waardoor een vierkante stijl loopt die rechtopstaand is bevestigd aan de bodem van het huis, en het tweede cilindrische element is voorzien van een haak die aan de buitenzijde van het bovendeel daarvan is bevestigd; waarbij een einddeel met een grote diameter is geïntegreerd met het tweede cilindrische element en dezelfde diameter heeft als het eerste cilindrische element en is uitgerust met een rug op het buitenoppervlak; waarbij een vertande cilinder met dezelfde axiale lengte als het eerste cilindrische element is voorzien van een buitenvertanding en een inwendige schroefdraad die geschikt is voor aangrijping met de rug op het eerste cilindrische element, waarbij de vertande cilinder wordt gedragen door het binnenoppervlak van het huis en concentrisch ligt ten opzichte van het einddeel met de grote diameter en slechts in één richting roteerbaar is op een hoogte waar de vertande cilinder het einddeel met de grote diameter niet omgeeft. In gebruik wordt in elk zuiger-cilinderdeel als gevolg van bediening van de stuurmiddelen de vertande cilinder geroteerd, waardoor het eerste cilindrische element met de zuiger in elk zuiger-cilinderdeel over een bepaalde afstand telkens wordt opgeheven zodat het fluïdum dat is opgeslagen in het zuiger-cilinderdeel naar buiten wordt geperst door de opening, waarbij de haak van het tweede cilindrische element in de inkeping van het eerste cilindrische element aangrijpt waardoor het tweede cilindrische element wordt opgeheven, en waarbij de rug van het einddeel met de grote diamenter in aangrijping is met de schroefdraad van de vertande cilinder, waardoor het tweede cilindrische element samen met het eerste cilindrische element door de schroefdraad van de vertande cilinder wordt opgeheven totdat de zuiger de bovenzijde van het zuiger-cilinderdeel raakt.

Uit het voorgaande zal duidelijk zijn dat bij de constructie volgens de uitvinding de zuigéraandrijfeenheid een normale zuigerstang voor de zuiger vervangt waarbij de axiale lengte van de dubbele cilindrische constructie de helft is van de lengte van de slag van de zuiger en aldus kunnen de totale afmetingen van de houder klein worden gehouden.

Voor het tegelijkertijd aandrijven van de twee zuigers bij handbediening worden volgens de uitvinding drie methoden voorgesteld voor het roteren van de vertande cilinders: namelijk het drukknoptype, het draaischijf type en het riemtype. Elk van deze methoden kan aansprekend op elke bediening, elke vertande cilinder over een gegeven hoek roteren en daardoor elke zuiger over een gegeven afstand opheffen waarbij de fluida uit het huis worden geperst.

Uitvoeringsvormen van de uitvinding worden hierna beschreven onder verwijzing naar de tekening, welke uitvoeringsvormen uitsluitend ter illustratie en niet ter beperking van de omvang van de uitvinding dienen.

Fig. 1 is een gedeeltelijk opengewerkt perspectief-aanzicht van een uitvoeringsvorm van de houder volgens de uitvinding; fig. 2 is een verticale doorsnede van een belangrijk deel van de houder; fig. 3 is een doorsnede over lijn III-III in fig.l; fig. 4 is een gedeeltelijk opengewerkt uit elkaar getekend aanzicht van een belangrijk deel van het zuigeraandrijfgedeelte; fig. 5 is een gedeeltelijk opengewerkt perspectief-aanzicht van het bovendeksel en het huis; fig. 6 is een gedeeltelijk opengewerkt perpectief-aanzicht van het eerste cilindrische element; fig. 7 toont een verticale doorsnede van het eerste cilindrische element in aangrijping met een tweede cilindrisch element; fig. 8 toont een verticale doorsnede van het eerste cilindrische element dat omhoog wordt gedrukt door het tweede cilindrische element; fig. 9 toont een gedeeltelijk opengewerkt perpectief-aanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding waarin een schijf wordt gebruikt voor het aandrijven van de vertande cilinders; en fig. 10 is een gedeeltelijk opengewerkt perspectief-aanzicht van een derde uitvoeringsvorm van de uitvinding waarin een riem wordt gebruikt voor het aandrijven van de vertande cilinders.

De verschillende uitvoeringsvormen van de uitvinding zullen worden beschreven onder verwijzing naar de tekening waarin gelijke of overeenkomende onderdelen met dezelfde verwijzingsnummers zijn benoemd.

Fig. 1 toont een houder met een drukknop, waarbij met het verwijzingscijfer 1 een huis is aangegeven, met 2 een bovendeksel en met 3 een bodemdeel, waarbij deze drie onderdelen de behuizing vormen. Het bovendeksel 2 bevat openingen 4 en 5 die overeenstemmen met de zuiger-cilinderdelen 7 en 8 die naast elkaar zijn aangebracht in het huis. Zuigers 9 en 10 passen in de zuiger-cilinderdelen 7 en 8. Schouderdelen van drukknop 6 zijn gelegen in U-vormige groeven 30 van het bodemdeel 3. De drukknop 6 wordt naar buiten gedrukt door veren 29 die zijn getoond in fig. 4.

In fig. 2 zijn de zuigers 9 en 10 nog niet opgeheven zodat een gezichtscrème M is opgeslagen in beide zuiger-cilinderdelen 7 en 8.

Fig. 3 toont een paar zuigeraandrijfeenheden in dwarsdoorsnede over lijn III-III in fig. 1

Fig. 4 toont de zuigeraandrijfeenheid in perspectief met uiteengenomen delen. Hoewel de twee zuigers 9 en 10 tegelijk worden aangedreven door de aandrijfeenheden die naast elkaar liggen, zal hier alleen zuiger 9 worden beschreven. Het bodemdeel 3 bevat een cilindrisch deel 24, dat concentrisch ligt ten opzichte van het zuiger-cilinderdeel 7, waarbij het binnenoppervlak van het cilindrische deel 24 is voorzien van een getrapt deel 31. Een vertande cilinder 11 is roteerbaar geplaatst op het getrapte deel 31. Een vierkante stijl 22 is loodrecht aangebracht in het midden van de bodem 32 van de cilinder 24. Een tweede cilindrisch element 14 is zo geconstrueerd dat de centrale vierkante opening in aangrijping is met de vierkante stijl 22 en wel zodanig dat het tweede cilindrische element 14 niet kan roteren. Het tweede cilindrische element 14 past in een eerste cilindrisch element 9' dat ééndelig is uitgevoerd met de zuiger 9. Het tweede cilindrische element 14 bevat een paar dunne veerelementen 16 die daarmee zijn geïntegreerd en een naar buiten gerichte voorspanning opwekken. Elk van de veerelementen 16 bevat een haak of een nok 17 op het van de aanhechting afgekeerde uiteinde; aldus past de haak 17, wanneer het tweede cilindrische element 14 in het eerste cilindrische element 9' wordt gezet, in een axiale groef 21 die ook is getoond in fig. 6 zodat wordt voorkomen dat de twee cilindrische elementen 9’ en 14 in tegengestelde richting draaien.

Een rug 15 is aangebracht op het einddeel met de grote diameter 14', dat is geïntegreerd met het tweede cilindrische element 14, zodat wanneer het eerste cilindrische element 9' met de zuiger 9 wordt samengebouwd met het tweede cilindrische element 14 de rug 15 een ononderbroken schroefdraad vormt in combinatie met een rug 19 die is aangebracht op het eerste cilindrische element 9'. De axiale breedte van het einddeel met de grote diameter 14' is een weinig kleiner dan de afstand van de bodem 32 van het cilindrische deel 24 tot het getrapte gedeelte 31.

Voor het samenbouwen van de zuigeraandrijfeenheid in het bodemdeel 3 wordt het tweede cilindrische element 14 naar beneden geduwd, waarbij de vierkante opening is uitgelijnd ten opzichte van de vierkante stijl 22, totdat deze de bodem 32 raakt. Op dit moment klikken nokken 23, die zijn aangebracht in het benedendeel van de vierkante stijl 22, in groeven 18 van veerelementen die, evenals de veerelementen 16, zijn geïntegreerd in het tweede cilindrische element 14 en die zijn aangebracht op het binnenoppervlak van de vierkante opening van het tweede cilindrische element 14; aldus wordt het tweede cilindrische element 14 op haar plaats gehouden. Nadat de aangrijprug 19 van het eerste cilindrische element 9* aangrijpt met de inwendige schroefdraad 13 van de vertande cilinder 11, worden de twee onderdelen in het cilindris'che deel 24 geschoven totdat het benedeneinde van de vertande cilinder 11 op het getrapte gedeelte 31 rust. Op dit moment moeten de haken 17 in de axiale groeven 21 passen. Alhoewel de rug 19 beschreven is als zijnde ononderbroken kan deze een nok vormen die geschikt is voor aangrijping met schroefdraad 13.

Teneinde de houder te voltooien wordt het huis 1 geplaatst op het bodemdeel 3 met de daarin gemonteerde zuigeraandrijfeenheid, waarbij de zuigers 9 en 10 in de zuiger-cilinderdelen 7 respectievelijk 8 worden geplaatst en vervolgens wordt het bovendeksel 2 geplaatst. De aldus voltooide houder is in fig. 2 in verticale dwarsdoorsnede afgebeeld. In fig 2 worden de groeven 18 van het tweede cilindrische element 14 weergegeven in aangrijping met de nokken 23 van de vierkante stijl 22.

Elke zuigeraandrijfeenheid functioneert zodanig dat na iedere druk op de drukknop 6 de vertande cilinder 11 over een hoek roteert die overeenstemt met één segment van een buitenvertanding 12. Aangezien in het bijzonder elk van het paar benen van de drukknop 6 een laterale druk(veer)kracht uitoefent roteert deze de vertande cilinder 11, bij iedere druk op drukknop 6, over hoek die overkomt met één tandsegment 12 zoals weergegeven door de stippellijn in fig. 3. De drukknop 6 komt terug dank zij de drukkracht van de veren 29. Tijdens deze teruggaande beweging passeert elk beendeel 27, 28, ddordat het flexibel is, het volgende tandsegment. Tegelijktijd voorkomt een tegenhoudpal 26 dat de vertande cilinder 11 terugdraait.

Aangezien de vertande cilinders 11 en 11 ontworpen zijn om in tegengestelde richting te roteren zijn de vertandingen 12, de schroefdraad 13 en de ruggen 19 en 15 van de ene zuigeraandrijfeenheid gespiegeld geconfigureerd ten opzichte van die van de andere zuigeraandrijfeenheid.

De werking van de houder zal thans worden beschreven. Wanneer de vertande cilinder 11 wordt geroteerd door middel van de beendelen 27, 28 van de drukknop 6 wordt door de vierkante stijl 22 verhinderd dat de zuiger 9 roteert ten opzichte van het benedendeel 3, zodat de zuiger 9 wordt opgeheven door middel van de schroefdraad 13 over een afstand die overeenstemt met de rotatiehoek van de vertande cilinder 11. Als gevolg van het opheffen van de zuiger 9 wordt een deel van de crème M dat overeenstemt met de vermindering van het volume van de zuiger-cilinderdelen 7 en 8, door de openingen 4 en 5 naar buiten geperst. Dit wordt getoond in fig. 7. De uit iedere opening naar buiten geperste hoeveelheid is uitsluitend afhankelijk van de diameter van de zuiger-cilinderdelen 7, 8 en niet van de diameter van de opening 4, 5. Op deze wijze is de afstand waarover de zuiger 9 wordt opgeheven, wanneer de drukknop 6 opeenvolgend wordt ingedrukt, gelijk aan de hoogte van de vertande cilinder 11. Op dat moment komt een groef 20, die is aangebracht in het binnenoppervlak van het eerste cilindrische element 9', in aangrijping met een haak 17 van het veerelement 16 van het tweede cilindrische element 14 zoals weergegeven in fig. 7. Aangezien de schroefdraad 13 en de rug 19 nog met elkaar in aangrijping zijn kunnen de zuigers 9 en 10 nog verder opgeheven worden bij volgende indrukkingen van de drukknop 6. Opgemerkt wordt dat de koppelingskracht tussen de groeven 20 en de haken 17 groter is dan die tussen de groeven 18 en de nokken 23. Bijgevolg zal de laatst genoemde verbinding verbroken worden wanneer de zuiger 9 verder wordt opgeheven uit de positie die is weergegeven in fig. 7; als gevolg hiervan wordt het tweede cilindrische element 14 omhoog getrokken door het eerste cilindrische element 9'. Verder wordt erop gewezen dat deze optrekbediening door moet gaan totdat rug 15, die is aangebracht op het deel met de grote diameter 14’ dat is geïntegreerd met het tweede cilindrische element 14, in aangrijping komt met de schroefdraad 13. Derhalve wordt de aangrijping van rug 19 met schroefdraad 13 verbroken nadat de rug 15 in aangrijping komt met de schroefdraad 13. Deze toestand wordt getoond in fig. 8. Hierna wordt, als gevolg van opeenvolgend indrukken van de drukknop 6, de zuiger 9 proportioneel opgeheven met het tweede cilindrische element 14, waarbij telkens een bepaalde hoeveelheid crème naar buiten wordt geperst. Uiteindelijk raakt de zuiger 9 het bovendeksel 2 en wordt het einde van de bediening bereikt.

De hoogte van de vertande cilinder 11 is ongeveer de helft van de hoogte van het zuiger-cilinderdeel 7,8. In het algemeen moet een zuigerstang een lengte hebben die voldoende is voor het uitvoeren van zuigerslag over de totale hoogte van het zuiger-cilinderdeel 7, 8. In deze uitvoeringsvorm van de uitvinding is de zuigeraandrijfeenheid (die een lengte heeft die overeenstemt met de helft van de lengte van een dergelijke zuigerstang) ontworpen om in verschillende trappen te werken; dientengevolge kan de ruimte voor het plaatsen van de zuigeraandrijfeenheid in hoogte klein worden gehouden, en kan de houder die de zuigeraandrijfeenheid bevat worden vervaardigd met kleine afmetingen en draagbaar zijn.

Alhoewel een deksel voor de houder niet is getoond kan het zijn verbonden via een scharnier aan de bovenrand van het bovendeksel 2 en kan het nokken hebben aan het binnenoppervlak die geschikt zijn voor het afsluiten van de openingen 4 en 5.

Fig. 9 toont een tweede uitvoeringsvorm waarin een pallenwiel 34 voor het aandrijven van de zuigers roteerbaar is gelegerd met een rechtopstaande aan het bodemdeel 3 bevestigde as 33. De vertandingen 35 van het tandwiel 34 zijn in het bijzonder in aangrijping met de vertandingen 12 van elke vertande cilinder 11.

De stapsgewijze rotatie van het tandwiel 34 wordt gestuurd door een tegenhoudpal 26. In deze uitvoeringsvorm worden twee identieke mechanismen gebruikt voor de linker en de rechter zuigeraandrijfeenheid aangezien de beide vertande cilinders 11 en 11 in dezelfde richting roteren.

Fig.10 toont een derde uitvoeringsvorm waarin een eindloze riem 36 is aangebracht aan het buitenoppervlak van de houder, welke riem 36 is voorzien van een vertanding aan binnenoppervlak die geschikt is voor aangrijping met de vertandingen 35 van het pallenwiel 34 dat getoond is in fig. 9. De eindloze riem 36 heeft meer in het bijzonder een ongelijkmatig buitenoppervlak waarop vingers door wrijving kunnen aangrijpen. De eindloze riem 36 is elastisch en moet, evenwijdig aan de rotatierichting van het tandwiel 34, glijden in en door een U-vormige geleidingsgroef 37 die is aangebracht in het buitenoppervlak van het huis 1 of het bodemdeel 3. In deze uitvoeringsvorm grijpt de tegenhoudpal 26 op de vertandingen 12 aan.

Zoals hierboven beschreven is de compacte houder volgens de uitvinding geschikt voor het gescheiden opslaan van twee soorten fluidum die na elke handbediening elk in een bepaalde hoeveelheid naar buiten kunnen worden geperst.

Claims (10)

1. Houder voor het naar buiten persen van twee viskeuze fluida die zijn opgeslagen in twee zuiger-cilinderdelen die naast elkaar zijn aangebracht in een huis, waarbij ieder deel is voorzien van een opening in de bovenzijde, door welke overeenkomstige openingen de twee fluida tegelijkertijd naar buiten worden geperst door de drukkracht van een zuiger die past in elk zuiger-cilinderdeel, welke houder is voorzien van een paar zuigeraandrijfeenheden; waarbij elke zuigeraandrijfeenheid een eerste cilindrisch element omvat dat is geïntegreerd met de zuiger, en een tweede cilindrisch element met een einddeel met een grotere diameter, en een vertande cilinder; waarbij de axiale lengte van het eerste cilindrische element en van het tweede cilindrisch element in hoofdzaak gelijk is aan de halve slag van de zuiger, waarbij de vertande cilinder een axiale lengte heeft die in hoofdzaak gelijk is aan die van het eerste cilindrisch element, waarbij het einddeel met de grote diameter dezelfde diameter heeft als het eerste cilindrisch element, en waarbij het tweede cilindrische element schuifbaar past in het eerste cilindrisch element, en waarbij beide elementen in axiale richting verschuifbaar maar niet roteerbaar worden ondersteund door de bodem van het huis, waarbij de vertande cilinder, die aan het buitenoppervlak is voorzien van tanden en die aan het binnenoppervlak is voorzien van schroefdraad, roteerbaar is gelegerd in het huis en zodanig is gekoppeld met het eerste cilindrische element dat de schroefdraad van de vertande cilinder in aangrijping is met een rug die is aangebracht op het buitenoppervlak van het eerste cilindrische element; zodanig dat in elk zuiger-cilinderdeel bij opeenvolgende bedieningen van tandaandrijfmiddelen die beide vertande cilinders tegelijk aandrijven, de zuiger wordt opgeheven door de vertande cilinder waarbij het benedendeel van het eerste cilindrische element in aangrijping komt met een bovendeel van het tweede cilindrische element teneinde het tweede cilindrisch element op te heffen, waarbij een rug op het buitenoppervlak van het einddeel met de grote diameter in aangrijping komt met de schroefdraad van de vertande cilinder, en waarbij de zuiger wordt opgeheven door het einddeel met de grote diameter.

2. Houder volgens conclusie 1. met het kenmerk, dat de tandaandrijfmiddelen bestaan uit een door veren onder voorspanning gezette drukknop die is uitgerust met een aandrijfpal voor het gelijktijdig aandrijven van de twee vertande cilinders.

3. Houder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de tandaandrijfmiddelen bestaan uit een pallenwiel dat in aangrijping is met de twee vertande cilinders.

4. Houder volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de tandaandrijfmiddelen een eindeloze riem omvatten die verschuifbaar op het buitenoppervlak van het huis is aangebracht en die een vertand binnenoppervlak heeft dat in aangrijping is met het pallenwiel.

5. Houder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de ruggen de vorm hebben van een schroefdraadrug en geschikt zijn om aan te grijpen met de schroefdraad.

6. Houder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de middelen die verhinderen dat het tweede cilindrische element ten opzichte van het huis roteert zijn uitgevoerd als een vierkante stijl die zich opwaarts uitstrekt vanaf de bodem van het huis en als een vierkante opening in het tweede cilindrische element waar de vierkante stijl in past.

7. Houder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de middelen die verhinderen dat het eerste cilindrische element roteert ten opzichte van het tweede cilindrische element zijn uitgevoerd door aangrijping van een buitenwaarts verende haak, die is aangebracht in het buitenste bovendeel van het tweede cilindrische element, in een axiale groef die is aangebracht in het binnenoppervlak van het eerste cilindrische element.

8. Houder volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de verbinding van het benedendeel van het eerste cilindrische element met het bovendeel van het tweede cilindrische element is uitgevoerd als een groef, die is aangebracht in het inwendige benedendeel van het eerste cilinderische element, en een haak op het tweede cilindrische element.

9. Houder volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de aangrijping van een nok, die is aangebracht in het benedendeel van de vierkante stijl, met een groef, die is aangebracht in het benedendeel van het vierkante gat in het einddeel met de grote diameter, voorkomt dat het tweede cilindrische element wordt opgeheven als gevolg van het opheffen van het eerste cilindrische element, waarbij de koppelkracht van deze aangrijping kleiner is dan die van de aangrijping van groef van het eerste cilindrische element met de haak van het tweede cilindrische element.

10. Houder voor het opslaan en naar buiten persen van twee viskeuze fluida die is voorzien van: een huis, een paar zuiger-cilinderdelen die naast elkaar in het huis zijn aangebracht en waarbij ieder deel een opening heeft aan de bovenzijde, twee zuigers die zijn aangebracht in de twee zuiger-cilinderdelen, een paar zuigeraandrijfeenheden voor het aandrijven van de twee zuigers, en stuurmiddelen voor het gelijktijdig aandrijven van de twee zuigeraandri j feenheden; waarbij elke zuigeraandrijfeenheid een eerste cilindrisch element omvat dat is geïntegreerd in de zuiger, en waarvan de axiale lengte in hoofdzaak gelijk is aan de halve slag van de zuiger, en waarbij op het buitenoppervlak een rug is aangebracht, en een inkeping in het inwendige benedendeel, de zuigeraandrijfeenheid voorts een tweede cilindrisch element omvat met een axiale lengte die in hoofdzaak gelijk is aan die van het eerste cilinderelement en alleen in axiale richting verschuifbaar in het eerste cilindrische element is aangebracht, het tweede cilindrische element is voorzien van een vierkante opening, waardoor een vierkante stijl loopt die loodrecht is bevestigd aan de bodem van het huis, en het tweede cilindrische element voorzien van een haak die aan de buitenzijde van het bovendeel is bevestigd; een einddeel met een grote diameter dat ééndelig is uitgevoerd met het tweede cilindrische element, dezelfde diameter heeft als het eerste cilindrische element en is voorzien van een rug op het buitenoppervlak, en een vertande cilinder met de zelfde axiale lengte als het eerste cilindrische element is voorzien van een buitenvertanding en inwendige schroefdraad die geschikt is voor aangrijping met de rug op het eerste cilindrische element, waarbij de vertande cilinder wordt gedragen door het binnenoppervlak van het huis en concentrisch ligt ten opzichte van het einddeel met de grote diameter en slechts in één richting roteerbaar is op een hoogte waar de vertande cilinder het einddeel met de grote diameter niet omgeeft; waarbij door bediening van de stuurmiddelen de vertande cilinder opeenvolgend roteert, waardoor het eerste cilindrische element met de zuiger in elk zuiger-cilinderdeel telkens wordt opgeheven over een bepaalde afstand zodat het fluïdum dat is opgeslagen in het zuiger-cilinderdeel naar buiten wordt geperst door de opening, waarbij de haak van het tweede cilindrische element in de inkeping van het eerste cilindrische element aangrijpt waardoor het tweede cilindrische element wordt opgeheven, en waarbij de rug op het einddeel met de grote diameter in aangrijping is met de schroefdraad van de vertande cilinder, en waardoor het tweede cilindrische element samen met het eerste cilindrische element door de schroefdraad van de vertande cilinder wordt opgeheven totdat de zuiger de bovenzijde van het zuiger-cilinderdeel raakt.