NL9001885A - Inrichting voor het sprongsgewijs inschakelen van beweegbaar geplaatste contacthefbomen, in het bijzonder voor een tweepolige storingsstroombeveiligingsschakelaar. - Google Patents

Description

Inrichting voor het sprongsgewijs inschakelen van beweegbaar geplaatste contacthefbomen, in het bijzonder voor een tweepolige storingsstroombeveiligingsschakelaar.

De uitvinding betreft een inrichting voor het sprongsgewijs inschakelen van door middel van zwenken beweegbaar geplaatstcontacthefbomen voor storingsstroom-beveiligingsschakelaars of dergelijke volgens de aanhef van conclusie 1.

Uit het DE-33 35 887 C 2 is een inschakelinrichting van de genoemde soort bekend en wel voor een leiding-beveiligingsschakelaar, die bij het inschakelen van een hefboom met een contacthefboom zo lang zwenkt totdat een pen tegen een snapnok komt aan te liggen en de contact-hefboom tijdelijk grendelt. Bij het verdere verloop van het inschakelproces komt de verder zwenkende hefboom met een schouder tegen een aanslagvlak van een stuurhefboom en doet deze zwenken in de klokwijzerdraaiers in. Hierdoor wordt de vergrendeling tussen de pen en de snapnok opgeheven en zal de contacthefboom zich uit de grendelstand plotseling bewegen in de richting van een vast contact met stootsgewijze contactmaking.

De uitvinding heeft ten doel om voor een inrichting volgens de aanhef van conclusie 1 een zo eenvoudig en ruimtebesparend mogelijk middel te ontwikkelen, dat in een gebruikelijk schakelmechanisme voor storingsstroom-beveiligingsschakelaars bruikbaar is, zonder dat het bewegingsloop van de hieraan deelnemende hefbomen op noemenswaardige wijze behoeft te worden veranderd. Volgens de uitvinding wordt dit oogmerk bereikt met de maatregelen, aangegeven in het kenmerkdeel van conclusie 1.

Gunstige verdere uitvoeringen volgens de uitvinding blijken uit de volgconclusie.

De uitvinding wordt hieronder nader toegelicht aan de hand van de tekeningen. Hierin toont: fig.l een langsdoorsnede over een schakelaarhuis, alsmede het tuimelorgaan met de stoter en een contacthefboom in de uitschakelstand, fig.2 een zijaanzicht volgens de lijn A-B in fig.l, fig. 3 een bovenaanzicht van de contacthefboom-opstelling volgens de lijn C-D in fig.l, fig.4 een schematische voorstelling van de uitschakel stand, fig.5 een schematische voorstelling van de inrichting volgens de uitvinding in een bedieningsfase, waarbij de aandrijfas van het tuimelorgaan zich in aanrakings-contact bevindt met het aanlegvlak van de stoter, en fig.6 een schematische voorstelling van de inschakel stand.

De in de fig.l, 2 en 3 in verschillende aanzichten voorgestelde constructiekenmerken van een tweepolige storingsstroombeveiligingsschakelar beperken zich in hoofdzaak op de integratie van de stoter volgens de uitvinding voor een stootgewijs inschakelproces met een bekend kniehefboommechanisme, dat door middel van een schakelas werkzaam is op door zwenken beweegbare, door drukveren en neerdrukorganen in de uitschakelstand gehouden contacthefbomen.

De voorstellingen in fig.4, 5 en 6 verduidelijken schematisch de uitschakelstand, een moment van de bewegingsfase en de inschakelstand.

Een tuimelorgaan 1 als bedieningsorgaan is binnen het schakelaarhuis om een draaias 2 gelegerd en is voorzien van een versprongen geplaatste as 3, die over de gehele breedte door het tuimelorgaan loopt. In het midden in het tuimtelorgaan 1 is de as 3 vrijgelegd en met een bekend kniehefboommechanisme tussen deze as en een schakelas 19 krachtsluitend verbonden. In het onderste huisdeel 8 is de schakelas 19 gelegerd met de door zwenken beweegbare contacthefbomen 10. Deze worden telkens door middel van drukveren 12, die steunen tegen de bodem van het onderste huisdeel 8 en tegen de onderzijde van de contact-hefbomen 10, in de uitschakelstand gehouden. De contact-hefbomen 10 zijn aan het tegengestelde uiteinde van hun schakelcontacten 20 vorkvormig gesleufd. Met deze vorken 21 kunnen de drukveerbelaste contacthefbomen 10 tegen een neerdrukorgaan 22 met aanslag 23 in hun stand vastgehouden en in het geval van bediening hierlangs vertikaal geleid.

De aandrijfas 3 voor het kniehefboommechanisme steekt met een uiteinde 11 zijdelings uit het tuimel-orgaan 1. Dit vrijstaande uiteinde 11 van de aandrijfas 3 is in het geval van bediening van het tuimelorgaan 1 werkzaam op de stoter 4. De stoter 4 is een afzonderlijk deel, dat los in het schakelmechanisme is ingevoegd en dat dient om het inschakelproces van de schakelaar sprongsgewijze te beëindigen zonder dat hierbij de anders gebruikelijke en ongewenste deelcontactmakingen optreden en hierbij in aanmerking te nemen contact afbranden.

Voor een los invoegen in het schakelmechanisme is de stoter 4 voorzien van een pen 14 en een aanzetstuk 16. Met de pen 14 is de stoter 4 in een doorgang 15 van een wand 18 van het onderste huisdeel 8 zowel horizontaal als vertikaal beweegbaar. Het aanzetstuk 16 geleidt de stoter 4 in een sleuf 7 van de wand 18 voornamelijk in vertikale richting. Bovendien is de stoter 4 voorzien van een tweezijdige verlengdeel 9, waarmee zij werkzaam is op de contacthefbomen 10. Met een veerelastisch uitgevoerd eindstuk 6 rust de stoter 4 in een uitsparing 7' van het onderste huisdeel 8, terwijl zij aan haar tegengestelde uiteinde voorzien is van een aanlegvlak 5, waarop in het geval van bedienen van het tuimelorgaan 1 het uiteinde 11 van de aandrijfas 3 werkzaam is.

Het inschakelproces loopt zoals in fig.4, 5 en 6 is weergegeven als volgt: In fig.4 bevindt een contact-hefboom 10 zich met haar schakelcontact 20 in de uitgangs-stand. Door het bedienen van het tuimelorgaan 1 in de richting van de pijl (fig.4, 5 en 6) wordt de aandrijfas 3 van het tuimelorgaan 1 gedrukt op het oplegvlak 5 van de stoter 4 (fig.5). Hierbij zal het verlengdeel 9 van de stoter 4 de op haar uitgeoefende bedieningskracht van het tuimelorgaan 1 overbrengen op de contacthefboom 10. Fig.5 toont een momentopname van een dergelijke bewegingsfase. Hieruit blijkt, dat de aandrijfas 3 nog het aanlegvlak 5 aanraakt. De pen 14 komt met haar zijwand 15' te liggen in de doorgang 15 en het aanzetdeel 16 met haar zijwand 17' komt te liggen in de sleuf 17. Hierbij zal het veerelastische eindstuk 6 van de stoter 4 onder wrijvingsgeleiding langs een zijwand 7 van de uitsparing 7' bewegen. De drukveer 12 wordt nu weer samengedrukt en de vork 21 van de contacthefboom 10 wordt van de aanslag 23 van het neerdrukorgaan 22 in dezelfde mate afgedreven als het schakelcontact 20 van de contacthefboom 10 het vaste contact 13 in het onderste huisdeel 8 nadert. In deze bewegingsfase verlaat de aandrijfas 3 het oplegvlak 5 van de stoter 4. De hierdoor vrijgekomen energie van de drukveer 12 bewerkstelligt het sprongsgewijze inschakel-proces. In fig.6 is tenslotte het inschakelproces beëindigd en zijn het schakelcontact 20 en het vaste contact 13 in de inschakelstand. Bij het tot stand brengen van de uitschakelstand door een bediening van het tuimelorgaan 1 in de tegengestelde richting wordt de inrichting weer voorbereid voor een nieuwe inschakelstand.

Claims (2)

1. Inrichting voor het sprongsgewijze inschakelen van beweegbaar geplaatste contacthefbomen, in het bijzonder voor een tweepolige storingsstroombeveiligingsschakelaar, waarbij de contacthefbomen door middel van drukveren en neerdrukorganen in de uitschakelstand zijn gehouden, en met een tuimelorgaan naar haar inschakelbediening onder gebruikmaking van een bekend kniehefboommechanisme, dat door middel van een aandrijfas in het tuimtelorgaan werkzaam is op een schakelas met contacthefbomen, die in het onderste huisdeel van de schakelaar zijn geplaatst, hierdoor gekenmerkt dat een op de beweegbare en drukveerbelaste contacthefbomen (10) inwerkende stoter (4) aan haar ene uiteinde voorzien is van een aanlegvlak (5) , dat zijn andere uiteinde als veerelastisch eindstuk (6) steunt tegen de zijwand (7) van een uitsparing (7') van het onderste huisdeel (8), waarbij een tweezijdig verlengdeel (9) aan de stoter (4) inwerkt op de beweegbare contacthefbomen (10) wanneer het tuimelorgaan (1), dat het schakelproces bewerkstelligt, bij het zwenken om haar draaias (2) met haar aandrijfas (3) buiten het kniehefboommechanisme tegelijk met een vrijstaand uiteinde (11) van de aandrijfas (3) op de stoter (4) inwerkt, deze gedurende de tijdsduur van de verdere bewegingsfase van het tuimelorgaan (1) in de inschakelstand verder op de contacthefbomen (10) inwerkt totdat de aandrijfas (3) als gevolg van de voortdurend op haar inwerkende bewegingsenergie het aanlegvlak (5) van de stoter (4) verlaat, waardoor de door middel van drukveren (12) en de verlengdelen (9) van de stoter (4) vastgehouden contacthefbomen (10) sprongsgewijze de inschakelstand innemen.

2. Inrichting volgens conclusie 1, hierdoor g e-kenmerkt, dat de met een veerelastisch eindstuk (6) tegen de zijwand (7) van een uitsparing (7') van het onderste huisdeel (8) steunende stoter (4) los door middel van een aangevormd pen (14) in een doorgang (15) en met een aangevormd aanzetdeel (16) in een sleuf (17) in een vertikaal staande wand (18) van het onderste huis-deel (8) zowel zijdelings uitwijkbaar alsook in hoofdzaak vertikaal beweegbaar is.