NL9001424A - Aerosol-afgevende inrichting. - Google Patents

Aerosol-afgevende inrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL9001424A
NL9001424A NL9001424A NL9001424A NL9001424A NL 9001424 A NL9001424 A NL 9001424A NL 9001424 A NL9001424 A NL 9001424A NL 9001424 A NL9001424 A NL 9001424A NL 9001424 A NL9001424 A NL 9001424A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
outlet
chamber
dose
piston
valve member
Prior art date
Application number
NL9001424A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Bacon Raymond J
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Bacon Raymond J filed Critical Bacon Raymond J
Publication of NL9001424A publication Critical patent/NL9001424A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61MDEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
    • A61M15/00Inhalators
    • A61M15/0091Inhalators mechanically breath-triggered
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61MDEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
    • A61M16/00Devices for influencing the respiratory system of patients by gas treatment, e.g. mouth-to-mouth respiration; Tracheal tubes
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61MDEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
    • A61M15/00Inhalators
    • A61M15/0091Inhalators mechanically breath-triggered
    • A61M15/0093Inhalators mechanically breath-triggered without arming or cocking, e.g. acting directly on the delivery valve
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61MDEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
    • A61M15/00Inhalators
    • A61M15/0065Inhalators with dosage or measuring devices

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • Anesthesiology (AREA)
  • Biomedical Technology (AREA)
  • Heart & Thoracic Surgery (AREA)
  • Hematology (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Pulmonology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Bioinformatics & Cheminformatics (AREA)
  • Emergency Medicine (AREA)
  • Containers And Packaging Bodies Having A Special Means To Remove Contents (AREA)
  • Nozzles (AREA)
  • Medicinal Preparation (AREA)
  • Colloid Chemistry (AREA)

Description

Titel: Aerosol-afgevende inrichting.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een afgifte inrichting die in het bijzonder geschikt is voor het afgeven en toedienen van afgemeten hoeveelheden fluïda. De belangrijkste toepassing van een dergelijke inrichting is het afgeven van afgemeten hoeveelheden van een medicament-bevattende vloeistof in aerosol-vorm voor inhaleer-therapie.
In het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een afgifte-inrichting van dat type waar de afgemeten dosis van het medicijn wordt toegediend in respons op het inhaleren van de patiënt.
Afgemeten dosis-inhaleerinrichtingen zijn wel bekend in de geneeskunde voor het behandelen van, of verlichten van de effekten van ademhalingsklachten, bijvoorbeeld asthma, en omvatten in het algemeen een onder druk staande aerosol-afgevende houder, die verwijderbaar is gemonteerd in een drager, en middelen voor het bedienen van een klep binnen de houder om het vrijgeven van een afgemeten hoeveelheid van de medicament-bevattende vloeistof te veroorzaken, welke wordt vrijgeven naar een kamer met een mondstuk voor gebruik door de patiënt. De middelen voor het bedienen van de klep kunnen een handbediende trekkerinrichting zijn, of de patiënt kan simpelweg met een duim of een vinger op het gesloten eind van de houder drukken, maar in beide gevallen is het de bedoeling, dat de patiënt de bediening van de klep coördineert met de ademhaling teneinde het maximale voordeel van het medicament te verkrijgen.
Veel patiënten die dit type van behandeling nodig hebben, zijn helaas niet in staat om hun ademhaling te coördineren met de handbediening van de klep.
Het is een doel van de uitvinding een afgemeten dosis-inhaleerinrichting te verschaffen, waarbij het vrijgeven van het aerosol-medicament wordt bediend door de inhalering van de patiënt.
In een aspekt van de uitvinding wordt een inhalerings-bedienbare afgifteinrichting verschaft voor gebruik met een onder druk staande aerosol-afgevende houder, omvattende: een ontvangstorgaan voor de houder; middelen die een opslagkamer definiëren, en die zijn opgesteld om een afgemeten dosis van de container te ontvangen, en voorzien zijn van een uitlaat; een uitlaatmonster door welke een gebruiker kan inhaleren; een kleporgaan met een gesloten positie waarin, tijdens gebruik, het de uitlaat afsluit onder druk van de dosis in de kamer, en een open positie waarin de uitlaat open is om de dosis in staat te stellen de kamer te verlaten en het uitlaatmondstuk binnen te gaan; en een vrijgeefinrichting die in respons op het inhaleren van een gebruiker het kleporgaan naar zijn open positie beweegt.
In een voorkeursuitvoeringsvorm veroorzaakt de respons van een zuigereenheid op inhalering het bedienen van een klep om het opgeslagen medicament vrij te geven van het ontvangsten opslagorgaan naar het mondstuk.
Verschillende uitvoeringsvormen van de uitvinding zullen in het hierna volgende slechts bij wijze van voorbeeld worden beschreven onder verwijzing naar de tekening waarin: fig. 1 een hoofdzakelijk doorsnede-aanzicht is van een inhaleringsinrichting volgens de uitvinding; fig. 2 een doorsnede-aanzicht op een grotere schaal is van sommige onderdelen van fig. 1; fig. 2£Leen aanzicht is vergelijkbaar met dat van fig. 2, dat een fragment van een modificatie daarvan toont; en fig. 3 een doorsnede-aanzicht is van een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding.
Zoals blijkt uit de figuren 1 en 2, omvat een inhaleringsinrichting 2 een behuizing 4 met daarin een compartiment 6 voor een aerosol-medicament afgevende inrichting 8. De afgifteinrichting 8 omvat een bus 10 en een uitlaatbuis 12, van welke laatste details duidelijk in fig. 2 kunnen worden gezien.
De bus 10 bevat een medicament dat gesuspendeerd of opgelost in een vloeibare aerosol-drijfstof, welk medicament geschikt is voor inhaleer-therapie. Het inwendige van de bus 10 communiceert met de uitlaatbuis 12 via een uitlaatklep (die van een conventionele vorm is en niet is weergegeven), welke klep een afmetende kamer omvat. De buis 12 heeft een overdrachtsspoor (in de tekening niet zichtbaar) die, wanneer, en slechts wanneer, de buis naar binnen wordt bewogen ten opzichte van de bus 10, een communicatie verschaft tussen het inwendige van de afmetende kamer en het inwendige van de buis.
De behuizing 4 is voorzien van een boring 14, co-oxiaal met het compartiment 6, en de uitlaatbuis 12 past binnen die boring, waarbij het buitenste eindvlak van de buis in kontakt is met een schouder 16 bij de bodem van de boring 14.
De behuizing 4 heeft een uitlaatmondstuk in de vorm van een mondstuk 18 en een hol inwendig gedeelte 20. Co-axiaal met het compartiment 6 en onder het niveau van het mondstuk 18 bevindt zich een vertikaal afhangend kort cylindrisch gedeelte 22 dat voorzien is van een boring 24.
Een uitstekend gedeelte 26 reikt tot in het holle gedeelte 20, en de boring 14 reikt tot in het bovendeel van dat uitstekend gedeelte. Een afgiftebuis 28 die een afgiftekamer 29 definieert, bevindt zich in een boring 30, co-axiaal met de boring 14 in het uitstekend gedeelte 26, en strekt zich omhoog uit over een korte afstand boven de schouder 16 bij de bodem van de boring 14. Een uitlaatopening 32 verbindt de kamer 29 met het inwendig gedeelte 20 en het mondstuk 18 van de behuizing 4.
Binnen de boring 24 van de behuizing bevindt zich een zuiger 34 met een rand 36 en een bovengedeelte 42. Een aantal gaten 38 reiken door de rand 36 langs de omtrek daarvan.
Door middel van een kleefstof is aan de bodem van het uitstekend gedeelte 26 een wrijvingsarme afdichtschijf 39 bevestigd, en een zeer dunne stijve draad 40 reikt omhoog door de afdichtschijf, in wrijvingskontakt daarmee, en vrij door de holle afgiftebuis 28. De draad 40 strekt zich ook omlaag uit en reikt vrij door een gat 41 in het bovendeel 42 van de zuiger 34.
Aan het bovenste uiteinde van de draad is een klepkop 44 bevestigd die, wanneer de inhaleerinrichting niet in gebruik is, in afdichtende aanraking is met het bovenvlak van de afgiftebuis 28 onder het gewicht van de zuiger 34. Op de draad 40 zijn twee schijven 46 en 48 bevestigd, waarvan een schijf 46 nabij het midden van de lengte van de draad is gepositioneerd, en waarvan de andere schijf 48 nabij het onderste uiteinde van de draad en onder het gedeelte 42 van de zuiger 34 is gepositioneerd.
De bus 10 is omhoog en omlaag schuifbaar in het compartiment 6 en kan aldus handbediend worden bewogen door direkte vingerdruk op het uiteinde van de bus, of er kan voorzien zijn in een hefboomstelsel of een schroefinrichting. In het in fig. 1 getoonde voorbeeld is een hefboom 50 scharnierbaar om een draaipen 52 die vast is gemonteerd in een gevorkte nok 54 op de behuizing, en een uitstekend gedeelte 56 kan omlaag op de bovenkant van de bus 10 worden gedrukt door de hefboom met de hand omlaag te drukken.
Bij het gebruik drukt de patiënt de bus omlaag in het compartiment 6, zoals boven beschreven, om aldus de uitlaatklep binnen de bus te bedienen. Dit doet een afgemeten dosis van medicament en drijfstof via de afmeetkamer passeren tot in de holle kamer 13 die gedefinieerd is binnen de uitlaatbuis 12 boven de afgiftebuis 28 die in dat stadium door de klepkop 44 is afgedicht. Een afdichting wordt tot stand gebracht dankzij het feit dat de drijfstof in de kamer 13 aanzienlijk boven atmosferische druk is en aldus de klepkop 44 tegen het uiteinde van de buis 28 dwingt. Opgemerkt wordt, dat de gehele dosis niet in dit stadium de kamer 13 binnentreedt. Dit is omdat de kamer 13 in communicatie staat met de afmeetkamer via de bovengenoemde overdrachtpoort, zodat de dosis gedeeltelijk in de kamer 13 wordt gehouden en gedeeltelijk in de afmeetkamer, afhankelijk van de relatieve afmetingen daarvan.
Terwijl hij doorgaat met de bus in zijn lage positie te houden, plaatst de patiënt zijn mond over het mondstuk 18 van de behuizing en inhaleert door de mond. Het omlaaghouden van de bus heeft het effekt dat voorkomen wordt, dat de in de kamer 13 gehouden dosis door de overdrachtpoort ontsnapt. Het inhaleren door de patiënt wekt een drukvermindering binnen het holle inwendige gedeelte 20 van de behuizing op, met als gevolg dat de zuiger 34 omhoog beweegt naar de in fig. 1 met gestippelde lijnen getoonde positie waar zijn bovenvlak in aangrijping komt met de schijf 46, waarbij de draad 40 omhoog wordt bewogen om de klepkop 44 los te koppelen van zijn afdichtende relatie met de bovenkant van de afgiftebuis 28. Omdat de dwarsdoorsnede van de zuiger 34 zeer groot is in vergelijking met de oppervlakte van de klepkop 44, is een betrekkelijk klein drukverschil over de zuiger voldoende om een veel groter, tegengesteld verschil over de klepkop te overwinnen. De afgemeten dosis van medicament en drijfstof in de afmeetkamer van de uitlaatklep van de afgifteinrichting en in de kamer 13 beweegt zich de afgiftebuis 28 in en door de uitlaatopening 32, waar het zich mengt met lucht die het holle gedeelte 20 van de behuizing door de gaten 38 in de wanden van de geheven zuiger 34 binnentreedt. Aldus wordt door de patiënt een afgemeten dosis medicament geïnhaleerd.
Desgewenst kunnen (niet weergegeven) middelen verschaft zijn om de bus in zijn lage positie te houden tijdens het inhaleren zonder dat de patiënt de hefboom 50 omlaag moet blijven drukken, bijvoorbeeld in de vorm van een 90° draaischroef met grove helix.
In de bovenbeschreven uitvoeringsvorm is het gewicht van de zuiger voldoende om de draad en de klepkop te doen terugkeren naar hun lage positie, maar toch is de zuiger voldoende licht in gewicht om door het inhaleren door de patiënt te worden opgetild. De wrijving van de afdichtschijf 39 op de draad 40 is voldoende beperkt om zeer weinig weerstand tegen axiale beweging van de draad te verzekeren, maar adequaat om een effektieve afdichting van het ondereinde van de afgiftebuis 28 te veroorzaken. Opgemerkt wordt, dat het niet nodig is een hoge afdichtgraad te verschaffen tussen de afdichtschijf 39 en de draad 40, aangezien de afgemeten dosis zich slechts in het gebied direkt boven de afdichtschijf zeer kort op weg naar de uitlaatopening 32 bevindt.
Als alternatief kan een flexibel diafragma worden gebruikt, dat bijvoorbeeld door middel van een kleefstof langs zijn omtrek is bevestigd aan het bodemvlak van het uitstekend gedeelte 26, en aan de draad 40. Daarbij zal voldoende buiging van het diafragma worden verkregen om de kleine vertikale verplaatsing mogelijk te maken die noodzakelijk is om de klepkop 44 op te tillen van zijn zitting op de afgiftebuis.
Wanneer dit noodzakelijk wordt gevonden, kan, zoals in fig. 2a getoond, een lichte drukveer 150 zijn aangebracht tussen de afdichtschijf 39 en de schijf 46 om de klepkop voor te spannen naar zijn zitting op de afgiftebuis. Dit verzekert, dat de klepkop altijd op de afgiftebuis is gezeten voordat de afgifteinrichting wordt bediend door de patiënt, waardoor de mogelijkheid wordt geëlimineerd, dat het eerste deel van de kamer 13 binnentredende dosis langs de klepkop kan ontsnappen voordat de klepkop tijd heeft gehad om onder de druk in de kamer 13 af te dichten. Ook wordt daardoor verzekerd, dat de dosis de kamer 13 niet kan verlaten door het enkel omdraaien van de inrichting nadat de afgifteinrichting is bediend.
Zonder deze veer zou dit kunnen optreden doordat de zuiger naar de schijf 46 valt en deze raakt.
Desgewenst kan de zuiger 34 binnen de boring 24 worden vastgehouden door een rooster, een draadgaas of dergelijke te verschaffen over het open einde van de boring. Dit is in fig. 2a getoond, waar een eindkap 152 met luchtgaten 154 daarin aanwezig is. Als alternatief kan het ondervlak van het cylindrisch gedeelte 22 zijn voorzien van een naar binnen gerichte ringvormige rand die zich uitstrekt onder de wanden 36 van de zuiger. In beide gevallen hoeft de zuiger 34 niet aan de draad 40 bevestigd te zijn, en kan het benedendeel van de draad en de schijf 48 worden weggelaten. De bovengenoemde drukveer is dan echter nodig om de klepkop 46 te doen terugkeren naar zijn afdichtpositie.
In een andere alternatieve opstelling is het cylindrisch gedeelte 22 langs zijn omtrek voorzien van gaten, en is de zuiger omgekeerd, waardoor het gedeelte 42 daarvan zich bij de bodem bevindt, maar is ook voorzien van langs de omhooggerichte rand op afstand aangebrachte gaten 38. De gaten in het cylindrisch gedeelte worden effektief afgedicht door het continue gedeelte van de rand 36 wanneer de zuiger zich in zijn laagste positie bevindt. Bij deze opstelling veroorzaakt inhaleren door de patiënt het stijgen van de zuiger, en wanneer de gaten in de rand zich op een lijn bevinden met de gaten in het cylindrisch gedeelte 22, stroomt lucht door de uitgelijnde gaten naar het mondstuk. Teneinde uitlijning van de gaten in de rand met die in het cylindrisch gedeelte te verzekeren, kan een geschikt spie-stelsel verschaft zijn tussen de zuiger 34 en de boring 24. Als alternatief kunnen de gaten onderling zijn verbonden door een in het buitenoppervlak van de rand gevormde ringvormige groef.
In een verder alternatieve opstelling, getoond in fig. 3, wordt de tussenkamer geladen met een afgemeten dosis van medicament die wordt vrijgegeven, het mondstuk in, door middel van een magnetisch bediende schotelklep die bediend wordt door het inhaleren van de patiënt.
Zoals uit fig. 3 blijkt, bevindt de bus 10 zich in een behuizing 104 en strekt zijn uitlaatbuis 12 zich uit tot in een boring 114 die door een gat 116 met een kleine diameter is verbonden met een tussenkamer 120. De kamer 120 is verbonden met het mondstuk 118 door een uitlaatorgaan 119, dat een door een klepzitting 122 omgeven uitlaatopening 121 omvat. Een schotelklep 124 is door een lichte veer 126 voorgespannen naar de klepzitting 122. De schotelklep 124 is schuifbaar in een in de behuizing 104 gevormde boring 128, en een verdere boring 130 strekt zich uit van een in een cylindrisch deel 134 van de behuizing gevormde ruimte 132 naar de boring 128. De boringen 128 en 130 zijn slechts door een zeer dunne wand van elkaar gescheiden. Binnen de boring 130 bevindt zich een cylindrisch deel 138 van een zuigereenheid, waarvan een zuigerkop 140 normaliter in aangrijping is met een zitting 142 en daardoor een lichte veer 144 wordt vastgehouden. De ruimte 132 is door een kanaal 146 met het mondstuk verbonden.
De schotelklep 124 en het cylindrisch deel 138 zijn zo gemaakt/ dat zij elkaar magnetisch kunnen aantrekken. Voor dit doel heeft het cylindrisch deel 138 een element 139 dat een magneet of een magnetiseerbaar materiaal is en de schotelklep omvat een magneet of, vooropgesteld dat het element 139 een magneet is, is van magnetiseerbaar materiaal.
Tijdens bedrijf wordt de bus ingedrukt zoals eerder beschreven, om de tussenkamer 120 te laden met een afgemeten dosis van medicament en drijfstof. De patiënt inhaleert dan door het mondstuk 118, en dit veroorzaakt een daling in druk binnen de ruimte 132. Het verschil in drukken aan beide zijden van de zuigerkop 140 is voldoende om de werking van de veer 144 te overwinnen en om het cylindrisch deel 138 met zijn element 139 verder de boring 130 in te laten bewegen tot het in aanraking komt met de wand 136. De nabijheid van het element 139 is werkzaam om de klep 124 terug te trekken van zijn afdichtende positie in aanraking met de klepzitting 122, en het medicament mengt met langs de zuigerkop 140 stromende lucht en wordt door de patiënt geïnhaleerd.

Claims (11)

1. Inhalering-bedienbare afgifteinrichting voor gebruik met een onder druk staande aerosol-afgevende houder, omvattende: een ontvangstorgaan voor de houder; middelen die een opslagkamer definiëren, en zijn ingericht om een afgemeten dosis van de houder te ontvangen, en zijn voorzien van een uitlaat; een uitlaatmondstuk waar een gebruiker door kan inhaleren; een kleporgaan met een gesloten positie waarin, tijdens gebruik, het de uitlaat sluit onder druk van de dosis in de kamer, en een open positie waarin de uitlaat open is om het mogelijk te maken, dat de dosis de kamer verlaat en het uitlaatmondstuk binnengaat; en een vrijgeefinrichting die in respons op het inhaleren van een gebruiker het kleporgaan naar zijn open positie beweegt.
2. Inrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt door middelen die een boring definiëren voor het ontvangen van een uitlaatbuis van de onder druk staande aerosol-afgevende houder, waarbij de opslagkamer ten minste gedeeltelijk binnen de genoemde uitlaatbuis is gedefinieerd.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de dosis-vrijgevende inrichting een zuiger omvat, waarvan een zijde is onderworpen aan de druk in het uitlaatmondstuk, en waarvan de andere zijde is onderworpen aan atmosferische druk, welke zuiger beweegbaar is in respons op inhaleren van een rustpositie naar een klep-openende positie.
4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de zuiger is voorzien van ten minste een daardoor reikende opening, welke opening in hoofdzaak gesloten is wanneer de zuiger zich in zijn rustpositie bevindt, en open is wanneer de zuiger in zijn klep-openende positie is.
5. Inrichting volgens ten minste een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de opslagkamer communiceert met het uitlaatmondstuk via een afgiftekamer en een uitlaatopening, welke communicatie wordt bestuurd door het genoemde kleporgaan.
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk dat de dosis-vrijgevende inrichting is verbonden met het genoemde kleporgaan door een bedieningsorgaan dat in en door de afgiftekamer reikt.
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk dat de afgiftekamer een opening heeft die gesloten is door een afdichtschijf, en dat het bedieningsorgaan in schuifkontakt door een opening in de afdichtschijf reikt.
8. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk dat de afgiftekamer een opening heeft die gesloten is door een flexibel diafragma, en dat het bedieningsorgaan door het diafragma reikt en daar afdichtend mee is verbonden.
9. Inrichting volgens ten minste een der conclusies 5 t/m 8 zoals afhankelijk van conclusie 2, met het kenmerk dat een uiteinde van de afgiftekamer zich in gebruik tot in de uitlaatbuis uitstrekt, en dat het kleporgaan een kleponderdeel bevat dat, in de gesloten positie van het kleporgaan, tegen het genoemde einde van de afgiftekamer wordt gedwongen.
10. Inrichting volgens ten minste een der conclusies 1 t/m 4, met het kenmerk dat het kleporgaan en de dosis-vrijgevende inrichting zijn voorzien van middelen die geschikt zijn om magnetisch met elkaar samen te werken wanneer de dosis-vrijgevende inrichting respondeert op inhaleren van de gebruiker, welke samenwerking tot gevolg heeft dat het kleporgaan naar zijn open positie beweegt.
11. Inrichting volgens ten minste een der voorgaande conclusies, gekenmerkt door middelen om de dosis-vrijgevende inrichting naar zijn initiële toestand te doen terugkeren na inhalering door de gebruiker.
NL9001424A 1989-06-22 1990-06-21 Aerosol-afgevende inrichting. NL9001424A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
GB898914383A GB8914383D0 (en) 1989-06-22 1989-06-22 Inhalation-actuated aerosol dispensing device
GB8914383 1989-06-22

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9001424A true NL9001424A (nl) 1991-01-16

Family

ID=10658900

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9001424A NL9001424A (nl) 1989-06-22 1990-06-21 Aerosol-afgevende inrichting.

Country Status (23)

Country Link
JP (1) JPH03148483A (nl)
KR (1) KR910000193A (nl)
AU (1) AU5766390A (nl)
BE (1) BE1004005A4 (nl)
BR (1) BR9002958A (nl)
CA (1) CA2019572A1 (nl)
DE (2) DE4019738A1 (nl)
DK (1) DK151490A (nl)
ES (1) ES2025400A6 (nl)
FI (1) FI903141A0 (nl)
FR (1) FR2648793A1 (nl)
GB (2) GB8914383D0 (nl)
GR (1) GR1000984B (nl)
IE (1) IE902275A1 (nl)
IL (1) IL94815A0 (nl)
IN (1) IN177840B (nl)
IT (1) IT1242122B (nl)
LU (1) LU87753A1 (nl)
NL (1) NL9001424A (nl)
NO (1) NO902759L (nl)
PT (1) PT94448A (nl)
SE (1) SE9002229L (nl)
ZA (1) ZA904814B (nl)

Families Citing this family (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2658081B1 (fr) * 1990-02-09 1995-06-30 Pesenti Yvan Dispositif d'automatisation et synchronisation des appareils aerosols a pompe doseuse.
GB9020555D0 (en) * 1990-09-20 1990-10-31 Bespak Plc Dispensing apparatus
FR2676929B1 (fr) * 1991-05-30 1994-02-11 Aerosols Bouchage Ste Fse Inhalateur de poudres.
US6119688A (en) * 1991-08-26 2000-09-19 3M Innovative Properties Company Powder dispenser
AU6643794A (en) * 1993-05-24 1994-12-20 Franco Del Bon Inhaler
GB9705657D0 (en) 1997-03-19 1997-05-07 Bacon Raymond J Dispenser
JP4422794B2 (ja) 2002-03-22 2010-02-24 クリニカル・デザインズ・リミテッド 投与装置及びその製作方法
GB0304000D0 (en) 2003-02-21 2003-03-26 Clinical Designs Ltd Dispenser
GB0327112D0 (en) 2003-11-21 2003-12-24 Clincial Designs Ltd Dispenser and reservoir
GB0328859D0 (en) 2003-12-12 2004-01-14 Clinical Designs Ltd Dispenser and counter
US8695589B2 (en) 2011-12-06 2014-04-15 Anthony J. Mullane Inhaler assist device
EP2662105B1 (de) 2012-05-09 2017-01-18 Boehringer Ingelheim International GmbH Zerstäuber
GB201215917D0 (en) 2012-09-06 2012-10-24 3M Innovative Properties Co Improvements in or relating to dose indicators

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3565070A (en) * 1969-02-28 1971-02-23 Riker Laboratories Inc Inhalation actuable aerosol dispenser
US3605738A (en) * 1969-06-20 1971-09-20 Paul J Ciranna Medicinal spray device
NZ219021A (en) * 1986-01-27 1989-06-28 Gea Farmaceutisk Fabrik As Inhaler: medicine discharged intermittently during each inhalation

Also Published As

Publication number Publication date
IN177840B (nl) 1997-02-22
DE9007335U1 (nl) 1991-03-28
KR910000193A (ko) 1991-01-29
IE902275L (en) 1990-12-22
CA2019572A1 (en) 1990-12-22
SE9002229D0 (sv) 1990-06-21
GB2233236A (en) 1991-01-09
FR2648793A1 (fr) 1990-12-28
IT9048088A0 (it) 1990-06-21
ZA904814B (en) 1992-11-25
LU87753A1 (fr) 1991-02-18
GB8914383D0 (en) 1989-08-09
IE902275A1 (en) 1991-02-13
FI903141A0 (fi) 1990-06-21
SE9002229L (sv) 1990-12-23
DK151490D0 (da) 1990-06-21
NO902759D0 (no) 1990-06-21
GR1000984B (el) 1993-03-31
DE4019738A1 (de) 1991-01-24
DK151490A (da) 1990-12-23
GR900100474A (en) 1991-11-15
BR9002958A (pt) 1991-08-20
IL94815A0 (en) 1991-04-15
AU5766390A (en) 1991-01-03
BE1004005A4 (fr) 1992-09-08
PT94448A (pt) 1991-02-08
IT1242122B (it) 1994-02-16
GB9013820D0 (en) 1990-08-15
IT9048088A1 (it) 1991-12-21
GB2233236B (en) 1993-05-19
JPH03148483A (ja) 1991-06-25
ES2025400A6 (es) 1992-03-16
NO902759L (no) 1990-12-27

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4852561A (en) Inhalation device
US5447150A (en) Medicament dispensing device
US3826413A (en) Device for dispensing fluids
NL9001424A (nl) Aerosol-afgevende inrichting.
US6889687B1 (en) Inhalator with aerosolizing unit
US5297542A (en) Aerosol dispensing device
JP4700005B2 (ja) 乾燥粉体吸入装置
US5857457A (en) Powder inhaler with remnant mover and chamber
CA2320229C (en) Metered dose inhaler pump
US5881956A (en) Microdispensing ophthalmic pump
EP0632734B1 (en) Powder jet dispenser for medicament inhalation therapies
EP1443997B1 (en) An inhalation actuated device
JP4377076B2 (ja) 噴霧化された薬物の計量された量を投与する装置と方法
JP3672821B2 (ja) 定量投与吸入器(MDIs)と一緒に用いる装置
EP0840630B1 (en) Patient controlled drug delivery device
US7360536B2 (en) Devices and methods for nebulizing fluids for inhalation
US4414972A (en) Inhalation device
US20080017189A1 (en) Breath actuated inhaler
EP1131122B1 (en) Breath-actuated aerosol dispensers
KR910004213A (ko) 흡입기
NL8202676A (nl) Doseer-inhaleerinrichting.
JP4723785B2 (ja) 粉末吸入装置
US8640695B2 (en) Device for dispensing a fluid product
DK142132B (da) Aerosolforstøver med manuelt betjente organer til forstøvning.
US20020157666A1 (en) Inhaler assistive device

Legal Events

Date Code Title Description
CNR Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection)

Free format text: GLAXO GROUP LIMITED TE LONDEN

BV The patent application has lapsed