NL9000578A - Connectorsamenstel voor printkaarten. - Google Patents

Connectorsamenstel voor printkaarten.

Info

Publication number
NL9000578A
NL9000578A NL9000578A NL9000578A NL9000578A NL 9000578 A NL9000578 A NL 9000578A NL 9000578 A NL9000578 A NL 9000578A NL 9000578 A NL9000578 A NL 9000578A NL 9000578 A NL9000578 A NL 9000578A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
contact
contacts
connector element
ground
connector
Prior art date
Application number
NL9000578A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Burndy Electra Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Family has litigation
First worldwide family litigation filed litigation Critical https://patents.darts-ip.com/?family=19856737&utm_source=google_patent&utm_medium=platform_link&utm_campaign=public_patent_search&patent=NL9000578(A) "Global patent litigation dataset” by Darts-ip is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.
Application filed by Burndy Electra Nv filed Critical Burndy Electra Nv
Priority to NL9000578A priority Critical patent/NL9000578A/nl
Priority to ES91200396T priority patent/ES2062661T3/es
Priority to EP91200396A priority patent/EP0446980B2/en
Priority to DE69103652T priority patent/DE69103652T3/de
Priority to CA002037798A priority patent/CA2037798C/en
Priority to AU72761/91A priority patent/AU636459B2/en
Priority to JP3049826A priority patent/JP2959861B2/ja
Publication of NL9000578A publication Critical patent/NL9000578A/nl
Priority to US07/844,992 priority patent/US5197893A/en

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01RELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
    • H01R13/00Details of coupling devices of the kinds covered by groups H01R12/70 or H01R24/00 - H01R33/00
    • H01R13/648Protective earth or shield arrangements on coupling devices, e.g. anti-static shielding  
    • H01R13/658High frequency shielding arrangements, e.g. against EMI [Electro-Magnetic Interference] or EMP [Electro-Magnetic Pulse]
    • H01R13/6581Shield structure
    • H01R13/6585Shielding material individually surrounding or interposed between mutually spaced contacts
    • H01R13/6586Shielding material individually surrounding or interposed between mutually spaced contacts for separating multiple connector modules
    • H01R13/6587Shielding material individually surrounding or interposed between mutually spaced contacts for separating multiple connector modules for mounting on PCBs
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01RELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
    • H01R12/00Structural associations of a plurality of mutually-insulated electrical connecting elements, specially adapted for printed circuits, e.g. printed circuit boards [PCB], flat or ribbon cables, or like generally planar structures, e.g. terminal strips, terminal blocks; Coupling devices specially adapted for printed circuits, flat or ribbon cables, or like generally planar structures; Terminals specially adapted for contact with, or insertion into, printed circuits, flat or ribbon cables, or like generally planar structures
    • H01R12/70Coupling devices
    • H01R12/71Coupling devices for rigid printing circuits or like structures
    • H01R12/72Coupling devices for rigid printing circuits or like structures coupling with the edge of the rigid printed circuits or like structures
    • H01R12/722Coupling devices for rigid printing circuits or like structures coupling with the edge of the rigid printed circuits or like structures coupling devices mounted on the edge of the printed circuits
    • H01R12/724Coupling devices for rigid printing circuits or like structures coupling with the edge of the rigid printed circuits or like structures coupling devices mounted on the edge of the printed circuits containing contact members forming a right angle
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01RELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
    • H01R13/00Details of coupling devices of the kinds covered by groups H01R12/70 or H01R24/00 - H01R33/00
    • H01R13/648Protective earth or shield arrangements on coupling devices, e.g. anti-static shielding  
    • H01R13/658High frequency shielding arrangements, e.g. against EMI [Electro-Magnetic Interference] or EMP [Electro-Magnetic Pulse]
    • H01R13/6591Specific features or arrangements of connection of shield to conductive members
    • H01R13/6592Specific features or arrangements of connection of shield to conductive members the conductive member being a shielded cable
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01RELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
    • H01R24/00Two-part coupling devices, or either of their cooperating parts, characterised by their overall structure
    • H01R24/38Two-part coupling devices, or either of their cooperating parts, characterised by their overall structure having concentrically or coaxially arranged contacts
    • H01R24/40Two-part coupling devices, or either of their cooperating parts, characterised by their overall structure having concentrically or coaxially arranged contacts specially adapted for high frequency
    • H01R24/50Two-part coupling devices, or either of their cooperating parts, characterised by their overall structure having concentrically or coaxially arranged contacts specially adapted for high frequency mounted on a PCB [Printed Circuit Board]

Landscapes

  • Details Of Connecting Devices For Male And Female Coupling (AREA)
  • Coupling Device And Connection With Printed Circuit (AREA)

Description

Connectorsamenstel voor printkaarten
De uitvinding heeft betrekking op een connectorsamenstel voor printkaarten, voorzien van een eerste connectorelement met een eerste huis uit isolerend materiaal en regelmatig gerangschikte mannelijke signaal- en massa-contacten, die op een printkaart aansluitbaar zijn, en een tweede connectorelement met een tweede huis uit isolerend materiaal, dat met een insteekzijde in het eerste huis steekbaar is, en met regelmatig gerangschikte vrouwelijke signaal- en massacontacten met een aansluitelement, welke vrouwelijke contacten contact maken met overeenkomstige mannelijke contacten wanneer het tweede huis in het eerste huis is opgenomen.
Dergelijke connectorsamenstellen zijn in verschillende uitvoeringsvormen bekend. Bij de bekende connectorsamenstellen is bij het ontwerp in hoofdzaak aandacht besteed aan de mechanische aspecten van het connectorsamenstel, in het bijzonder met betrekking tot de voor het koppelen en ontkoppelen van de connectorelementen benodigde krachten.
Aan de elektrische aspecten werd slechts in zoverre aandacht besteed, dat gestreefd werd naar het realiseren van goede betrouwbare verbindingen tussen de contacten van de beide contactelementen. Bij toenemende snelheid van de over te dragen digitale signalen, dat wil zeggen afnemende stijg-tijden, wordt het elektrisch gedrag van de contacten als circuitelement echter van belang. Bij de bekende connectorsamenstellen doen zich bij hogere snelheden problemen voor ten aanzien van de overspraak tussen signaalcontacten, transmissieverlies, reflecties en massaruis of schakelruis. Bij de bekende connectorsamenstellen kunnen ondanks een optimale verdeling van de massa- en signaalcontacten deze problemen vanaf een stijgtijd, die kleiner is dan 0,6 ns, niet worden ondervangen.
De uitvinding beoogt een connectorsamenstel van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, waarbij de problemen, die zich bij hoge signaalsnelheden bij de bekende connectorsamenstellen voordoen, kunnen worden ondervangen door de connectorelementen zodanig uit te voeren dat het gedrag van de contacten als circuitelement vooraf bepaalbaar is, en de genoemde signaalvervormingen worden geminimaliseerd.
Hiertoe heeft het connectorsamenstel volgens de uitvinding het kenmerk, dat het tweede connectorelement is voorzien van een aantal buitengeleiders, die elk tenminste één signaalcontact in omtreksrichting in hoofdzaak omsluiten en die elk contact maken met de naburige massacontacten van het/elk bijbehorende signaalcontact van het eerste connectorelement .
Op deze wijze wordt bereikt, dat de signaal-contacten in gekoppelde toestand van de connectorelementen tezamen met de bijbehorende buitengeleiders elk min of meer een transmissiënjn met een geometrie vormen, waarvan de dimensionale parameters zodanig kunnen worden bepaald, dat wordt voldaan aan de elektrische eisen, die aan het connectorsamenstel worden gesteld. Daarbijkomend laat dit toe vooraf een equivalent elektrisch schema van de connector te creëren dat bij het ontwerp van het totale systeem kan worden gebruikt, teneinde vanaf het begin reeds rekening te houden met het elektrische gedrag van het connectorsamenstel. Dit laatste vormt een belangrijk voordeel, aangezien bij hoge bitrates een wisselwerking optreedt tussen de connector en de rondom liggende verbindingselementen van het systeem, waardoor de werking van het totale systeem wordt beïnvloed. Bij het connectorsamenstel volgens de uitvinding is het nu mogelijk, ondanks deze wisselwerking een optimale werking te bereiken.
Voorts heeft het connectorsamenstel volgens de uitvinding het voordeel, dat de connectorelementen en de mannelijke en vrouwelijke contacten op gebruikelijke wijze kunnen zijn uitgevoerd, zodat met voordeel van alle bekende ontwerp- en fabricagetechnieken van de gebruikelijke connectorsamenstellen gebruik kan worden gemaakt. De verbinding tussen de mannelijke en vrouwelijke contacten is vergelijkbaar met die van de bestaande connectorsamenstellen, zodat de gunstige mechanische eigenschappen daarvan, zoals koppelkrachten/ontkoppelkrachten en in het bijzonder de toleranties met betrekking tot de onderlinge posities van de contacten, behouden blijven bij toepassing in "rack and panel" configuraties. Voorts kunnen alle contacten en buitengeleiders door stampen en vervormen uit metaalstroken worden vervaardigd, zodat de fabricagekosten van het connectorsamenstel volgens de uitvinding laag zijn.
Bij voorkeur is elk signaalcontact van het tweede connectorelement door middel van een diëlektrisch inzetstuk gemonteerd in de bijbehorende buitengeleider. Op deze wijze wordt een betrouwbare montage van het signaalcontact in de bijbehorende buitengeleider gerealiseerd. De impedantie van elk signaalcontact kan worden bepaald door toepassing van een inzetstuk, waarbij door het aanbrengen van meer of minder uitsparingen de diëlektrische constante van het inzetstuk tussen signaalcontact en buitengeleider kan worden bepaald. Hierdoor kan de als transmissielijn te beschouwen combinatie van signaalcontact en buitengeleider een gewenste impedantie worden gegeven.
De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin enkele uitvoeringsvoorbeelden schematisch zijn weergegeven.
Fig. 1 is een doorsnede van een eerste uitvoeringsvorm van een connectorsamenstel, waarbij het eerste en tweede connectorelement in uiteengenomen toestand zijn weergegeven.
Fig. 2 is een met fig. 1 overeenkomende doorsnede van een gewijzigde uitvoeringsvorm van het connectorsamenstel volgens de uitvinding.
Fig. 3 is een bovenaanzicht van het eerste connectorelement uit de fig. 1 en 2.
De fig. 4a en 4b geven perspectivisch de massa-contactplaten van het tweede connectorelement uit de fig. 1 resp. fig. 2 weer.
Fig. 5 is een gedeeltelijk weergegeven perspectivisch aanzicht van het tweede connectorelement van het connectorsamenstel uit fig. 1 in opengewerkte toestand.
Fig. 6 is een met fig. 1 overeenkomende doorsnede van een gewijzigde uitvoeringsvorm van het connectorsamenstel volgens de uitvinding.
Fig. 7 is een perspectivisch aanzicht van een gewijzigde uitvoeringsvorm van de buitengeleider en bijbehorend signaalcontact, zoals dit bij het tweede connector-element kan worden toegepast.
Fig. 8 is een gedeeltelijk weergegeven perspectivisch aanzicht in opengewerkte toestand van een gewijzigde uitvoeringsvorm van het tweede connectorelement van een connectorsamenstel volgens de uitvinding.
Fig. 8a is een perspectivisch aanzicht van een buitengeleider van het connectorelement uit fig. 8 met di-elektrisch inzetstuk.
Fig. 9 is een schematische doorsnede van het connectorelement uit fig. 8 ter toelichting van de massa-aansluiting.
Fig. 10 is een met fig. 1 overeenkomende doorsnede van een gewijzigde uitvoeringsvorm van het connectorsamenstel volgens de uitvinding.
Fig. 11 is een perspectivisch aanzicht van de buitengeleiders van het tweede connectorelement van het connectorsamenstel volgens fig. 10.
Fig. 12 is een perspectivisch aanzicht van een massacontact van het eerste connectorelement van het connectorsamenstel volgens fig. 10.
Fig. 13 geeft in perspectief een buitengeleider van een tweede connectorelement met twee vrouwelijke signaalcontacten weer.
Fig. 14 is een bovenaanzicht van een alternatieve uitvoeringsvorm van het eerste connectorelement volgens de uitvinding.
Fig. 15 is een doorsnede volgens de lijn XV-XV uit fig. 14.
Fig. 16 is een perspectivisch aanzicht van een buitengeleider met signaalcontact van het eerste connectorelement uit fig. 14.
Fig. 17 is een met fig. 15 overeenkomende doorsnede van een eerste connectorelement met gewijzigde aansluiting op een printkaart.
Fig. 18 geeft in perspectief de buitengeleiders met signaalcontacten van het connectorelement uit fig. 17 weer.
In fig. 1 is een dwarsdoorsnede weergegeven van een connectorsamenstel 1, dat is voorzien van een eerste connectorelement 2 met een eerste huis 3 uit isolerend materiaal en in parallelle rijen r en kolommen c (zie fig. 3) gerangschikte contactpennen 4 en 5. Deze contactpennen 4, 5 hebben elk een aansluitelement 6, waarmee de contactpennen 4, 5 kunnen worden verbonden met de met geleidend materiaal beklede binnenwand van gaten in een met een streeplijn aangeduide printkaart 7. Hiertoe zijn de aansluitelementen 6 bij voorkeur uitgevoerd met een niet nader weergegeven, op zichzelf bekend "press-fit" gedeelte.
Zoals in de fig. 1 en 3 is weergegeven, is het connectorelement 2 voorzien van twee rijen signaalcontact-pennen 4, die met een s zijn aangeduid, waarbij aan weerszijden van elke rij met uitsluitend signaalcontactpennen 4 een rij met uitsluitend massacontactpennen 5, die met een g zijn aangeduid, is aangebracht. Daarbij is aan weerszijden van elke kolom c met afwisselend signaalcontactpennen 4 en massacontactpennen 5 een kolom met uitsluitend massacontactpennen 5 aanwezig. De rijen contactpennen 4, 5 liggen op een vaste tussenafstand van 2 mm, terwijl in rijrichting de massacontactpennen 5 op een vaste tussenafstand van 2 mm en de signaalcontactpennen 4 op een vaste tussenafstand van 4 mm zijn gelegen.
Het connectorsamenstel 1 is voorts voorzien van een tweede connectorelement 8 met een tweede huis 9 uit isolerend materiaal, dat met een insteekzijde 10 in het eerste huis 3 van het connectorelement 2 steekbaar is. Het tweede connectorelement 8, dat in fig. 5 perspectivisch in opengewerkte toestand is weergegeven, omvat twee rijen met vrouwelijke signaalcontacten 11, die contact maken met de signaalcontactpennen 4, wanneer het tweede huis 9 in het eerste huis 3 is opgenomen. Elk signaalcontact 11 is omsloten door een buitengeleider 12, die gezien in kolom-richting tegenover elkaar liggende contactveren 13 bezit.
Deze contactveren 13 maken in ingestoken toestand contact met de in dezelfde kolom als de bijbehorende signaalcontact-pen 4 liggende massacontactpennen 5 van het eerste connectorelement 2.
Gezien in rijrichting hebben de buitengeleiders 12 tegenover elkaar liggende contacttongen 14, die contact kunnen maken met aan weerszijden van elke buitengeleider 12 in het tweede huis 9 geplaatste massacontactplaten 15. De in fig. 5 aan de insteekzijde gelegen contacttongen 14 geleiden de stroom naar de binnenzijde van de buitengeleider 12, terwijl de aan het andere uiteinde liggende contacttongen 14 de stroom vanaf de binnenzijde van de buitengeleider naar de massacontactplaten 15 geleiden.
In fig. 4a is één massacontactplaat 15 perspectivisch weergegeven. Deze massacontactplaat 15 is aan de insteekzijde voorzien van vrouwelijke contactelementen 16, die samenwerken met de kolommen met uitsluitend massa-contactpennen 5 van het eerste connectorelement 2. Op deze wijze wordt een zeer goede massaverbinding tussen de beide connectorelementen 2, 8 bereikt, waarbij een gunstige stroomverdeling in de buitengeleiders 12 optreedt.
Aan de van de insteekzijde afgekeerde zijde strekken de massacontactplaten 15 zich tot voorbij de aansluitelementen 17 van de signaalcontacten 11 uit. Aan deze zijden hebben de massacontactplaten 15 aansluitelementen 18 voor aansluiting op een in fig. 1 met een streeplijn aangeduide printkaart 70. De aansluitelementen 17 en 18 kunnen van een press-fit gedeelte zijn voorzien.
Opgemerkt wordt, dat de open ruimte tussen elke twee opeenvolgende massacontactplaten 15 kan worden afgesloten door een massacontactplaat 15 uit te voeren met verlengstukken, die zich vanaf deze massacontactplaat 15 uitstrekken naar de aangrenzende massacontactplaat 15. Hierdoor zijn de signaalcontacten 11 volledig omsloten door massacontactplaten.
Doordat de signaalcontacten 11 zijn omgeven door de buitengeleiders 12 en verder zijn ingesloten tussen de massacontactplaten 15 vormen de signaalcontacten 11 met de buitengeleider 12/massacontactplaten 15 een transmissielijn met een geometrie, waarvan de elektrische parameters en daarmee het gedrag als circuitelement kunnen worden bepaald. De signaalcontacten 11 zijn door middel van diëlektrische inzetstukken 19 in de buitengeleiders 12 gemonteerd. Deze diëlektrische inzetstukken 19, die tegen lage kosten door spuitgieten kunnen worden vervaardigd, hebben een vooraf-bepaalde diëlektrische constante. Door het aanbrengen van meer of minder grote uitsparingen, zodat meer of minder lucht tussen de signaalcontacten 11 en de buitengeleiders 12 aanwezig is, kan deze diëlektrische constante worden bepaald en daarmee onder andere de impedantie van de transmissielijn, die wordt gevormd door de signaalcontacten 11 en de buitengeleiders 12/massacontactplaten 15. Op deze wijze kan een verbinding worden gerealiseerd met een constante impedantie, waarbij tussen de signaalcontacten geen overspraak kan optreden, doordat elke signaalgeleider is omgeven door een massageleider.
De aansluitelementen 17, 18 van de signaalcontacten 11 en de massacontactplaten 15 kunnen ook zijn uitgevoerd als voor oppervlaktemontage geschikte contact-veren, zoals blijkt uit fig. 2, waarin een connectorsamen-stel is weergegeven, waarvan het connectorelement 2 volledig overeenkomt met het connectorelement 2 uit fig. 1 en het connectorelement 8 met voor oppervlaktemontage geschikte massacontactplaten 20 en signaalcontacten 11 is uitgevoerd. De aansluitelementen zijn hierbij met 17’ en 18' aangeduid. Fig. 4b toont perspectivisch een massacontactplaat 20, die bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 2 wordt toegepast.
In fig. 6 is een dwarsdoorsnede van een connector-samenstel 21 weergegeven, dat in hoofdzaak op dezelfde wijze als het connectorsamenstel volgens fig. 2 is uitgevoerd. In dit geval zijn echter tussen de twee rijen signaalcontact-pennen 4 twee rijen massacontactpennen 5 aangebracht.
Hierbij zijn massacontactplaten 23 met elk een contactveer 18' toegepast, die uitsluitend contact maken met de massacontactpennen 5 aan weerszijden van de betreffende signaal-contactpennen 4. Hierdoor worden voor de twee rijen signaal-contactpennen 4 gescheiden massa-aansluitingen verkregen. Door de grotere breedte van het connectorsamenstel 21 is het tevens mogelijk een printkaart 22 met grotere dikte te gebruiken.
In fig. 7 is perspectivisch één buitengeleider 24 weergegeven, die in het tweede connectorelement 8 kan worden gemonteerd voor het aansluiten van coaxiale kabels 25 op de printkaart 7. De buitengeleider 24 is voorzien van een aan-sluitelement 26 voor het verkrijgen van een eenvoudige verbinding met de buitengeleider 27 van de coaxiale kabel 25. Hiertoe wordt het aansluitelement 26 eerst om de buitengeleider 27 heen gebogen. Het verder niet zichtbare signaal-contact, dat door het diëlektrische inzetstuk 19 in de buitengeleider 24 is gemonteerd bezit een aansluitelement 28 voor het aansluiten van de binnengeleider 29 van de coaxiale kabel 25. De verbinding met de buitengeleider 27 en de binnengeleider 29 kan door solderen worden verkregen. Na het aansluiten van de coaxiale kabel 25 kunnen opengebogen delen 30, waarvan er één in fig. 7 duidelijkheidshalve is weggelaten, worden gesloten.
In fig. 8 is een perspectivisch aanzicht van een gewijzigde uitvoeringsvorm van het tweede connectorelement 8 met het huis 9 weergegeven, waarbij de buitengeleiders 12 aan de van de insteekzijde 10 afgekeerde zijde van een verlengstuk 31 zijn voorzien, dat twee massacontactpennen 32 bezit, die op een printkaart 33 aansluitbaar zijn. In fig.
8a is één van de buitengeleiders met diëlektrisch inzetstuk 19 en de beide massacontactpennen 32 perspectivisch weergegeven. De massacontactpennen 32 kunnen zijn uitgevoerd met een press-fit gedeelte. Zoals uit fig. 8a blijkt, liggen de contactpennen 32 ten opzichte van de langsrichting van de buitengeleider 12 diagonaal ten opzichte van elkaar. Recht tegenover elke contactpen 32 is een uitsparing 34 aangebracht, die een gat 35 van de printkaart 33 vrijlaat, dat bestemd is voor de massacontactpen 32 van een aangrenzende buitengeleider 12.
Bij de uitvoering van het tweede connectorelement 8 volgens fig. 8 is het mogelijk elke groep van één of meer signaalcontacten een massa-aansluiting te geven, die onafhankelijk is van die van andere groepen signaalcontacten. Hierdoor is een programmeerbare lay-out van de massa-aansluitingen mogelijk. Ter toelichting is in fig. 9 schematisch een doorsnede van het huis 9 van het connectorelement 8 getekend, waarbij duidelijkheidshalve de buitengeleiders 12 en de inzetstukken 19 zijn weggelaten. In fig. 9 zijn de signaalcontacten 11 door een open rechthoek aangegeven, terwijl de plaatsen voor de contactpennen 4, 5 door gearceerde vierkanten zijn aangeduid. Bij het tweede connectorelement 8 volgens fig. 8 zijn in fig. 9 door een schuine arcering aangegeven massacontactplaten 36 toegepast, die voor de twee rijen signaalcontactpennen 4 gescheiden zijn. Deze massacontactplaten 36 bezitten slechts één vrouwelijk contactelement 16, dat alleen contact kan maken met een overeenkomstige massacontactpen 5 van de beide buitenste rijen massacontactpennen 5. Bij het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld zijn op drie plaatsen in het huis 9 van het tweede connectorelement 8 isolerende platen 37 (aangeduid met een horizontale arcering) aangebracht, terwijl in de middenrij massacontactpennen 5 slechts één massacontactpen 5 is aangebracht en vier niet geleidende isolerende pennen 38 (eveneens horizontaal gearceerd). Hierdoor worden de buitengeleiders 12 van verschillende groepen signaalcontactpennen 4 en overeenkomstige vrouwelijke signaalcontacten 11 ten opzichte van elkaar geïsoleerd, zodat de massa-aansluiting van deze groepen gescheiden is uitgevoerd en deze groepen elkaar niet kunnen beïnvloeden. Door naar keuze op geschikte plaatsen de isolerende pennen 38 en isolerende platen 37 in plaats van de massacontactplaten 36 en de massacontactpennen 5 aan te brengen, kan elke gewenste groep signaalcontacten met gemeenschappelijke massa-aansluiting worden gerealiseerd. Opgemerkt wordt dat in plaats van de isolerende pennen 38 het slechts weglaten van de massacontactpennen 5 voldoende is voor het scheiden van in een kolom liggende buitengeleiders 12.
De massacontactplaten 36 kunnen ook éénzijdig zijn bekleed met een isolatielaag om een scheiding tussen naast elkaar liggende buitengeleiders 12 te bereiken. Hierdoor is niet alleen een scheiding mogelijk, maar behoudt de aan de geleidende zijde van de massacontactplaat 36 liggende buitengeleider 12 de massa-aansluiting door deze massacontactplaat.
In fig. 10 is een dwarsdoorsnede van een connector-samenstel 39 weergegeven, waarvan het eerste connectorelement 40 in hoofdzaak overeenkomt met het eerste connectorelement volgens fig. 1. In dit geval zijn echter de contactpennen 4, 5 in kolomrichting op een onderlinge afstand van 2,5 mm van elkaar geplaatst. De signaalcontactpennen 4 liggen op een tussenafstand van 4,5 mm. Telkens drie opeenvolgende massa-contactpennen 5 zijn verenigd tot een in fig. 12 weergegeven massacontactlip 41, die met drie aansluitelementen 42 kan zijn uitgerust met een onderlinge tussenafstand van 1,5 mm.
Zoals uit fig. 10 blijkt, omvat het connector-samenstel 39 een tweede connectorelement 43, dat op dezelfde wijze als het tweede connectorelement 8 van twee rijen vrouwelijke signaalcontacten is voorzien. Het tweede connectorelement 43 omvat voorts voor elk signaalcontact een buitengeleider 44 resp. 45, die van een verlengstuk 46 resp. 47 zijn voorzien. De buitengeleiders 44, 45 zijn in fig. 11 perspectivisch weergegeven. De verlengstukken 46, 47 hebben vier aansluitelementen 48, die met een press-fit gedeelte kunnen zijn uitgevoerd. De buitengeleiders 44, 45 hebben voorts aan weerszijden twee contactveren 49, die contact maken met de massacontactlippen 41, die aan weerszijden van de bijbehorende signaalcontactpen 4 van het eerste connectorelement 40 aan deze signaalcontactpen 4 grenzen. Hierdoor is de massa-aansluiting per kolom signaalcontacten gescheiden. Wanneer zoals bij de uitvoering volgens fig. 6 tussen de beide rijen signaalcontactpennen 4 twee rijen massacontact-pennen 5 aanwezig zijn, kan elke signaalcontactpen 4 een gescheiden massa-aansluiting verkrijgen.
Hoewel dit in fig. 11 niet is weergegeven, is ook bij het connectorsamenstel 39 elk vrouwelijk signaalcontact door middel van een diëlektrisch inzetstuk in de bijbehorende buitengeleider 44, 45 gemonteerd. In fig. 10 zijn nog wel twee aansluitelementen 50 van de vrouwelijke signaalcontacten van het tweede connectorelement 43 zichtbaar.
Opgemerkt wordt, dat bij de uitvoeringsvormen volgens de fig. 8 en 10 de signaalcontacten en de buitengeleiders van het tweede connectorelement uitgerust zijn met aansluitelementen voor montage in met geleidend materiaal beklede gaten van een printkaart. Uiteraard kunnen echter ook bij de uitvoeringsvormen deze aansluitelementen als contactveren voor oppervlaktemontage zijn uitgevoerd.
Hoewel bij de hierboven beschreven uitvoerings-voorbeelden van de uitvinding elk vrouwelijk signaalcontact is omgeven door een buitengeleider, is het ook mogelijk twee of meer signaalcontacten binnen een buitengeleider te plaatsen. Hierdoor kunnen twinax- of triax-verbindingen met dezelfde gunstige eigenschappen worden verkregen. Het connectorsamenstel volgens de uitvinding is derhalve bijvoorbeeld ook geschikt voor toepassing in systemen, die werken met ECL-circuits.
In fig. 13 is in perspectief een voorbeeld van een buitengeleider 51 van een niet-afgebeeld tweede connector-element weergegeven, waarin twee vrouwelijke signaalcontacten 52 zijn gemonteerd door middel van een inzetstuk 53. De buitengeleider 51 is voorzien van massa-aansluitelementen 54, terwijl de signaalcontacten 52 elk een aansluitelement 55 hebben. Voorts is de buitengeleider 51 met contactveren 56 uitgerust, die contact maken met massacontacten van het bijbehorende signaalcontact van het niet-weergegeven eerste connectorelement. Het zal duidelijk zijn dat de beide connectorelementen voor het overige op de hierboven beschreven wijze kunnen zijn uitgevoerd.
De beschreven connectorsamenstellen geven reeds een aanmerkelijke verbetering ten aanzien van de hoogfrequente eigenschappen. Een verdere verbetering kan nog worden bereikt, indien de signaalcontacten van het eerste connectorelement op dezelfde wijze als de signaalcontacten van het tweede connectorelement in een buitengeleider worden gemonteerd.
In de fig. 14 en 15 is een eerste connectorelement 56 in bovenaanzicht resp. doorsnede weergegeven, waarbij elk signaalcontact 4 is omsloten door een buitengeleider 57 over het zich in het isolatiemateriaal van het eerste huis 3 uitstrekkende gedeelte van het signaalcontact. De signaalcontacten 4 zijn hierbij met behulp van een inzetstuk 58 in de buitengeleider 57 gemonteerd. Opgemerkt wordt, dat ook in dit geval twee of meer signaalcontacten 4 door een gemeenschappelijke buitengeleider 57 kunnen zijn omsloten.
De massacontacten 5 van het connectorelement 56 omvatten elk een plaatvormig gedeelte 59, dat aan de buiten geleider 57 van naburige signaalcontacten 4 raakt. Hierbij zijn de buitengeleiders 57 ter plaatse van de raakpunten voorzien van een contacttong 60, zoals in fig. 16 zichtbaar is.
In fig. 17 is een met fig. 15 overeenkomende doorsnede van een eerste connectorelement 61 weergegeven, dat geschikt is voor aansluiting op een met een streeplijn aan-
O
geduide printkaart onder een hoek van 90 .
In dit geval zijn de buitengeleiders 57 voorzien van een verlengstuk 62, dat op overeenkomstige wijze als de verlengstukken 31 van de buitengeleiders 12 is voorzien van massa-aansluitelementen 63. In dit geval zijn de massa-contacten 5 zonder aansluitelementen 6 uitgevoerd. Ter verduidelijking zijn de buitengeleiders 57 met verlengstukken 62 in fig. 18 in perspectief afgebeeld. Zoals uit deze fig.
18 blijkt, zijn de aansluitelementen 63 op dezelfde wijze aangebracht als de aansluitelementen 32 van de verlengstukken 31 van de buitengeleiders 12. Ook in dit geval zijn uitsparingen 34 toegepast voor de aansluitelementen van naburige buitengeleiders. In fig. 18 zijn ook de signaalcontactpennen 4 met hun aansluitelementen 6 te zien.
Opgemerkt wordt dat bij de beschreven uitvoerings-voorbeelden van het connectorsamenstel volgens de uitvinding het eerste connectorelement rijen met uitsluitend signaalcontacten omvat. Het is echter ook mogelijk tussen opeenvolgende signaalcontacten een massacontact te plaatsen. In dat geval kunnen de massacontactplaten van de bijbehorende tweede connectorelementen worden weggelaten, zodat de massa-contacten, die in een rij met signaalcontacten liggen direct met de buitengeleiders contact maken via geschikte contact-veren of dergelijke.
Bij het eerste connectorelement 56 volgens fig. 14 is het eveneens mogelijk massacontacten aan te brengen tussen de opeenvolgende signaalcontacten.
Voorts wordt opgemerkt dat bijvoorbeeld U-vormige buitengeleiders kunnen worden toegepast, waarbij de opeenvolgende buitengeleiders op elkaar aansluiten, zodat min of meer gesloten buitengeleiders worden verkregen.
Het connectorsamenstel volgens de uitvinding kan tevens zijn voorzien van op gebruikelijke wijze gemonteerde signaalcontacten, die dan uiteraard slechts geschikt zijn voor relatief laagfrequente signalen.
Uit het voorgaande zal duidelijk zijn dat de uitvinding een connectorsamenstel verschaft, waarbij de signaalcontacten met de bijbehorende buitengeleiders als een transmissielijn met een zodanige geometrie kunnen worden beschouwd, waardoor de elektrische parameters van het connectorsamenstel kunnen worden bepaald. Hierdoor is het mogelijk de impedantie van de signaalcontacten aan te passen aan de uitgangsimpedantie van de signaalbron en ingangs-impedantie van de ontvanger.
Het connectorsamenstel volgens de beschreven uitvoeringsvormen van de uitvinding verschaft een verbinding met een voorafbepaalbare impedantie tussen printkaarten of tussen een printkaart en een meeraderige kabel. De fabricage-kosten van dit connectorsamenstel zijn relatief laag, doordat alle signaal- en massacontacten en buitengeleiders door stampen en vormen kunnen worden vervaardigd. Daarbij zijn zowel press-fit als oppervlaktemontage-aansluitingen op printkaarten mogelijk. De verbinding tussen de mannelijke en vrouwelijke contacten is vergelijkbaar met die van de bekende connectorsamenstellen, zodat de gunstige mechanische eigenschappen daarvan, zoals koppelkrachten en ontkoppel-krachten en in het bijzonder de toleranties met betrekking tot de onderlinge posities van de contacten behouden blijven bij toepassing in rack and panel configuraties.
De uitvinding is niet beperkt tot de in het voorgaande beschreven uitvoeringsvoorbeelden, die binnen het kader der uitvinding op verschillende manieren kunnen worden gevarieerd.

Claims (22)

1. Connectorsamenstel voor printkaarten, voorzien van een eerste connectorelement met een eerste huis uit isolerend materiaal en regelmatig gerangschikte mannelijke signaal- en massacontacten, die op een printkaart aansluitbaar zijn, en een tweede connectorelement met een tweede huis uit isolerend materiaal, dat met een insteekzijde in het eerste huis steekbaar is, en met regelmatig gerangschikte vrouwelijke signaal- en massacontacten met een aansluit-element, welke vrouwelijke contacten contact maken met overeenkomstige mannelijke contacten wanneer het tweede huis in het eerste huis is opgenomen, met het kenmerk, dat het tweede connectorelement is voorzien van een aantal buitengeleiders, die elk tenminste één signaalcontact in omtreksrichting in hoofdzaak omsluiten en die elk contact maken met de naburige massacontacten van het/elk bijbehorende signaalcontact van het eerste connectorelement.
2. Connectorsamenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat elke buitengeleider van het tweede connectorelement is voorzien van een diëlektrisch inzetstuk, waarin het/elk bijbehorende signaalcontact is gemonteerd.
3. Connectorsamenstel volgens conclusie 1 of 2, waarbij de mannelijk en vrouwelijke contacten in parallelle rijen en kolommen zijn gerangschikt, met het kenmerk, dat het eerste connectorelement tenminste een rij met signaalcontacten omvat, waarbij aan weerszijden van elke rij signaalcontacten een rij met uitsluitend massacontacten is aangebracht.
4. Connectorsamenstel volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat het eerste connectorelement aan weerszijden van elke kolom met één of meer signaalcontacten en massacontacten een kolom met uitsluitend massacontacten omvat.
5. Connectorsamenstel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat elke buitengeleider van het tweede connectorelement is voorzien van tegenover elkaar liggende contactveren voor het contact maken met de massacontacten van het eerste connectorelement.
6. Connectorsamenstel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat elke buitengeleider gezien in de richting van de betreffende rij signaalcontacten is voorzien van tegenover elkaar liggende contacttongen, die contact kunnen maken met aan weerszijden van elke buitengeleider in het tweede huis plaatsbare massa-contactplaten, die aan de insteekzijde zijn voorzien van vrouwelijke contactelementen voor het contact maken met massacontacten van het eerste connectorelement.
7. Connectorsamenstel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat aan weerszijden van elke buitengeleider een massacontactplaat is aangebracht, die aan de van de insteekzijde afgekeerde zijde massa-aansluitelementen bezit.
8. Connectorsamenstel volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat elke massacontactplaat zich aan de van de insteekzijde afgekeerde zijde tot voorbij de aansluit-elementen van de signaalcontacten uitstrekken.
9. Connectorsamenstel volgens conclusie 6, 7 of 8, met het kenmerk, dat het eerste connectorelement tussen twee rijen signaalcontacten twee rijen massacontacten omvat, waarbij elke massacontactplaat van het tweede connectorelement uitsluitend contact kan maken met de massacontacten van de aan weerszijden van de betreffende rij signaalcontacten liggende rijen massacontacten.
10. Connectorsamenstel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat elke buitengeleider van het tweede connectorelement aan de van de insteekzijde afgekeerde zijde een verlengstuk heeft met massa-aansluitelementen.
11. Connectorsamenstel volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat naast de buitengeleiders van elke rij signaalcontacten van het tweede connectorelement naar keuze al dan niet een massacontactplaat is aangebracht, die contact kan maken met een massacontact van rijen massa- contacten, die niet aan andere rijen signaalcontacten grenzen, waarbij in elke kolom met twee of meer signaalcontacten van het eerste connectorelement tussen twee signaalcontacten naar keuze al dan niet een massacontact is aangebracht.
12. Connectorsamenstel volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat bij afwezigheid van een massa-contactplaat een isolerende plaat of een éénzijdig van een isolatielaag voorziene massacontactplaat naast een buitengeleider van het tweede connectorelement is aangebracht en dat bij afwezigheid van een massacontact tussen twee signaalcontacten in dezelfde kolom van het eerste connectorelement een isolerende pen is aangebracht.
13. Connectorsamenstel volgens conclusie 10, 11 of 12, met het kenmerk, dat elke buitengeleider van het tweede connectorelement twee aansluitpennen voor aansluiting op een printkaart heeft, die ten opzichte van de langsrichting van de buitengeleider diagonaal zijn gelegen waarbij recht tegenover elke aansluitpen een uitsparing in de buitengeleider is aangebracht voor het opnemen van de aansluitpen van een aangrenzende buitengeleider.
14. Connectorsamenstel volgens één der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat elke buitengeleider van het tweede connectorelement aan de van de insteekzijde afgekeerde zijde een verlengstuk heeft met massa-aansluit-elementen.
15. Connectorsamenstel volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de massacontacten van het eerste connectorelement per rij groepsgewijs zijn verenigd tot massacontactlippen, waarbij elke buitengeleider van het tweede connectorelement alleen contact kan maken met de massacontactlippen, die aan weerszijden van het bijbehorende signaalcontact van het eerste connectorelement aan dit signaalcontact grenzen.
16. Connectorsamenstel volgens één der conclusies 1-12 en 14, 15, met het kenmerk, dat één of meer buitengeleiders en bijbehorende signaalcontacten van het tweede connectorelement zijn voorzien van aansluit-elementen voor het aansluiten van een coaxiale kabel.
17. Connectorsamenstel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het eerste connectorelement is voorzien van een aantal buitengeleiders, die elk tenminste één signaalcontacten in omtreksrichting in hoofdzaak over tenminste het zich in het isolerende materiaal van het eerste huis uitstrekkende gedeelte omsluiten en die elk contact maken met de naburige massacontacten van het/elk bijbehorende signaalcontact van het eerste connectorelement .
18. Connectorsamenstel volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat elke buitengeleider van het eerste connectorelement is voorzien van een diëlektrisch inzetstuk, waarin het/elk bijbehorende signaalcontact is gemonteerd.
19. Connectorsamenstel volgens conclusie 17 of 18, met het kenmerk, dat elke buitengeleider is voorzien van contacttongen voor het contact maken met de massacontacten.
20. Connectorsamenstel volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat de massacontacten van het eerste connectorelement elk een plaatvormig gedeelte omvatten, dat contact maakt met een contacttong van de buitengeleider van het/elk naburig signaalcontact.
21. Connectorsamenstel volgens één der conclusies 17-20, met het kenmerk, dat elke buitengeleider van het eerste connectorelement aan de van het tweede connectorelement afgekeerde zijde is voorzien van een verlengstuk, dat is voorzien van loodrecht op de langsrichting van de buitengeleider verlopende massa-aansluitelementen voor aansluiting van de massacontacten op een printkaart.
22. Connectorelement, dat geschikt is voor toepassing in het connectorsamenstel volgens één der voorgaande conclusies.
NL9000578A 1990-03-14 1990-03-14 Connectorsamenstel voor printkaarten. NL9000578A (nl)

Priority Applications (8)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9000578A NL9000578A (nl) 1990-03-14 1990-03-14 Connectorsamenstel voor printkaarten.
ES91200396T ES2062661T3 (es) 1990-03-14 1991-02-25 Conjunto conector para placas de circuito impreso.
EP91200396A EP0446980B2 (en) 1990-03-14 1991-02-25 Connector assembly for printed circuit boards
DE69103652T DE69103652T3 (de) 1990-03-14 1991-02-25 Verbinderanordnung für gedruckte Leiterplatten.
CA002037798A CA2037798C (en) 1990-03-14 1991-03-08 Connector assembly for printed circuit boards
AU72761/91A AU636459B2 (en) 1990-03-14 1991-03-08 Connector assembly for printed circuit boards
JP3049826A JP2959861B2 (ja) 1990-03-14 1991-03-14 プリント回路基板用のコネクタ組立体
US07/844,992 US5197893A (en) 1990-03-14 1992-03-02 Connector assembly for printed circuit boards

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9000578A NL9000578A (nl) 1990-03-14 1990-03-14 Connectorsamenstel voor printkaarten.
NL9000578 1990-03-14

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9000578A true NL9000578A (nl) 1991-10-01

Family

ID=19856737

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9000578A NL9000578A (nl) 1990-03-14 1990-03-14 Connectorsamenstel voor printkaarten.

Country Status (7)

Country Link
EP (1) EP0446980B2 (nl)
JP (1) JP2959861B2 (nl)
AU (1) AU636459B2 (nl)
CA (1) CA2037798C (nl)
DE (1) DE69103652T3 (nl)
ES (1) ES2062661T3 (nl)
NL (1) NL9000578A (nl)

Families Citing this family (46)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL9001347A (nl) * 1990-06-14 1992-01-02 Burndy Electra Nv Contactsamenstel.
NL9200559A (nl) * 1992-03-26 1993-10-18 Du Pont Nederland Connector.
JP2537641Y2 (ja) * 1992-08-18 1997-06-04 日本航空電子工業株式会社 基板間接続用コネクタ
JP3415889B2 (ja) * 1992-08-18 2003-06-09 ザ ウィタカー コーポレーション シールドコネクタ
NL9202301A (nl) * 1992-12-31 1994-07-18 Du Pont Nederland Connector met verbeterde afscherming.
US5620340A (en) * 1992-12-31 1997-04-15 Berg Technology, Inc. Connector with improved shielding
US5403206A (en) * 1993-04-05 1995-04-04 Teradyne, Inc. Shielded electrical connector
NL9300971A (nl) * 1993-06-04 1995-01-02 Framatome Connectors Belgium Connectorsamenstel voor printkaarten.
JP2606117B2 (ja) * 1993-07-27 1997-04-30 日本電気株式会社 コネクタ
JP2899944B2 (ja) * 1993-07-27 1999-06-02 日本航空電子工業株式会社 多芯コネクタ
JPH07122335A (ja) * 1993-10-20 1995-05-12 Minnesota Mining & Mfg Co <3M> 高速伝送用コネクタ
DE59401765D1 (de) * 1994-03-03 1997-03-20 Siemens Ag Steckverbinder für Rückwandverdrahtungen
EP0700131B1 (de) * 1994-08-29 1999-04-28 Siemens Aktiengesellschaft Steckverbindung für Rückwandverdrahtungen
EP0718928B1 (de) * 1994-12-22 1999-06-16 Siemens Aktiengesellschaft Elektrische Verbinderanordnung
DE19511507A1 (de) * 1995-03-29 1996-10-02 Siemens Ag Elektrischer Verbinder
DE69636779T2 (de) 1995-06-12 2007-10-18 Fci Elektrischer verbinder mit niedrigem übersprechen und gesteuertem impedanzverhalten
US5842887A (en) * 1995-06-20 1998-12-01 Berg Technology, Inc. Connector with improved shielding
FI100143B (fi) * 1995-09-14 1997-09-30 Nokia Telecommunications Oy Menetelmä koaksiaaliliittimen kiinnittämiseksi piirilevyyn
NO301254B1 (no) * 1996-02-29 1997-09-29 Telesafe As Kontaktsett for kopling av parkabel til et kretskort
FR2746971B1 (fr) * 1996-04-01 1998-04-30 Framatome Connectors France Connecteur blinde miniature a tiges de contact coudees
FR2752098B1 (fr) * 1996-08-02 1998-08-28 Framatome Connectors Int Ensemble de connecteur
US5876248A (en) * 1997-01-14 1999-03-02 Molex Incorporated Matable electrical connectors having signal and power terminals
US6109933A (en) * 1997-07-08 2000-08-29 Framatome Connectors International Connector for printed circuit boards
FR2766020B1 (fr) * 1997-07-08 2004-07-23 Framatome Connectors Int Connecteur pour plaques a circuit imprime a impedance des contacts amelioree
US6443740B1 (en) 1998-10-15 2002-09-03 Fci Americas Technology, Inc. Connector system
US6524135B1 (en) 1999-09-20 2003-02-25 3M Innovative Properties Company Controlled impedance cable connector
US6203369B1 (en) 1999-10-25 2001-03-20 3M Innovative Properties Company High frequency cable connector having low self-inductance ground return paths
US6406303B1 (en) * 2000-09-26 2002-06-18 Itt Manufacturing Enterprises, Inc. Coaxial-like connector
NL1018176C2 (nl) 2001-05-30 2002-12-03 Fci Mechelen N V Rechthoekige connector.
NL1018175C2 (nl) 2001-05-30 2002-12-03 Fci Mechelen N V Stekkerblok en kabelconnector.
US7651374B2 (en) * 2008-06-10 2010-01-26 3M Innovative Properties Company System and method of surface mount electrical connection
US9685259B2 (en) 2009-06-19 2017-06-20 3M Innovative Properties Company Shielded electrical cable
SG176904A1 (en) 2009-06-19 2012-01-30 3M Innovative Properties Co Shielded electrical cable and method of making
JP5660925B2 (ja) * 2010-04-07 2015-01-28 日本航空電子工業株式会社 コネクタ
US10147522B2 (en) 2010-08-31 2018-12-04 3M Innovative Properties Company Electrical characteristics of shielded electrical cables
CN106098189B (zh) 2010-08-31 2018-04-24 3M创新有限公司 双轴构型的屏蔽电缆
CN102870169B (zh) 2010-08-31 2016-02-17 3M创新有限公司 屏蔽电缆的连接器布置方式
KR101759764B1 (ko) 2010-08-31 2017-07-19 쓰리엠 이노베이티브 프로퍼티즈 컴파니 고밀도 차폐 전기 케이블 및 기타 차폐 케이블, 시스템 및 방법
CN102884592B (zh) 2010-08-31 2017-12-26 3M创新有限公司 具有电介质间距的屏蔽电缆
EP2685466B1 (en) 2010-08-31 2019-11-20 3M Innovative Properties Company Cable assembly
CN103119661B (zh) 2010-09-23 2015-08-19 3M创新有限公司 屏蔽电缆
JP5810815B2 (ja) * 2010-11-25 2015-11-11 株式会社デンソー 電気接続端子
JP5729165B2 (ja) * 2011-06-27 2015-06-03 住友電装株式会社 基板用コネクタ
EP3101739B1 (en) 2015-06-05 2022-05-11 ODU GmbH & Co. KG Electrical connector with plug and socket
EP3830907B1 (de) * 2018-07-27 2023-04-19 IMS Connector Systems GmbH Kantenrand-steckverbinder sowie leiterplattenanordnung
DE102021103224A1 (de) 2021-02-11 2022-08-11 Md Elektronik Gmbh Mehrpoliger Steckverbinder mit mehreren Außenleitern und Verfahren zum Fertigen desselben

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
SE428164B (sv) * 1981-10-15 1983-06-06 Ericsson Telefon Ab L M Anslutningsdon for koaxialledare
AU582585B2 (en) * 1984-09-25 1989-04-06 Alcatel Australia Limited Improvements in PCB connectors
DE3511344A1 (de) * 1985-03-28 1986-10-02 Siemens AG, 1000 Berlin und 8000 München Steckverbinder fuer rueckwandverdrahtungen
US4611867A (en) * 1985-07-08 1986-09-16 Japan Aviation Electronics Industry Limited Coaxial multicore receptacle
US4881905A (en) * 1986-05-23 1989-11-21 Amp Incorporated High density controlled impedance connector
KR950006019B1 (ko) * 1986-10-03 1995-06-07 미네소타 마이닝 앤드 매뉴팩츄어링 컴패니 동축 케이블의 차폐 및 접지 접속기 시스템
US4846727A (en) * 1988-04-11 1989-07-11 Amp Incorporated Reference conductor for improving signal integrity in electrical connectors

Also Published As

Publication number Publication date
JPH04220977A (ja) 1992-08-11
DE69103652T2 (de) 1995-01-26
DE69103652D1 (de) 1994-10-06
AU7276191A (en) 1991-09-19
EP0446980B1 (en) 1994-08-31
EP0446980A1 (en) 1991-09-18
CA2037798C (en) 1996-07-23
DE69103652T3 (de) 1999-08-05
EP0446980B2 (en) 1999-05-26
ES2062661T3 (es) 1994-12-16
AU636459B2 (en) 1993-04-29
JP2959861B2 (ja) 1999-10-06
CA2037798A1 (en) 1991-09-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL9000578A (nl) Connectorsamenstel voor printkaarten.
US5197893A (en) Connector assembly for printed circuit boards
EP0620616B1 (en) Connector for coaxial and/or twinaxial cables
US5525066A (en) Connector for a cable for high frequency signals
US5664968A (en) Connector assembly with shielded modules
EP0568906B1 (en) High speed guarded cavity backplane connector
US6843686B2 (en) High-frequency electric connector having no ground terminals
US5795191A (en) Connector assembly with shielded modules and method of making same
US6551140B2 (en) Electrical connector having differential pair terminals with equal length
JP2680309B2 (ja) 電気コネクタアセンブリ
EP0692884B1 (en) Modular connector with reduced crosstalk
NL9300971A (nl) Connectorsamenstel voor printkaarten.
US4201432A (en) Electric connectors
JPH11506256A (ja) 表面装着型の電気コネクタ
DE202004001202U1 (de) Modulares Buchsenverbindersystem
KR20150031199A (ko) 전기 커넥터
CN110021832B (zh) 叠置双连接器系统
EP0907219B1 (en) Punched sheet coax header
US7033224B2 (en) Electrical connector assembly having contacts configured for high-speed signal transmission
EP1244183B1 (en) Electrical connector and transmission line
US4589720A (en) Planar electronic filter element and a connector embodying such a filter
US20030176110A1 (en) Electrical connector assembly having contacts configured for high-speed signal transmission
US7901248B2 (en) Plug connector and multilayer board
EP0374307A1 (en) Connector assembly for printed circuit boards
US7273393B2 (en) Connector shell for a multiple wire cable assembly

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
DNT Communications of changes of names of applicants whose applications have been laid open to public inspection

Free format text: FRAMATOME CONNECTORS BELGIUM N.V.

BV The patent application has lapsed