NL8903037A - Rolgordijnaandrijfwerk. - Google Patents

Rolgordijnaandrijfwerk. Download PDF

Info

Publication number
NL8903037A
NL8903037A NL8903037A NL8903037A NL8903037A NL 8903037 A NL8903037 A NL 8903037A NL 8903037 A NL8903037 A NL 8903037A NL 8903037 A NL8903037 A NL 8903037A NL 8903037 A NL8903037 A NL 8903037A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
roller blind
blind drive
housing
strip
bracket
Prior art date
Application number
NL8903037A
Other languages
English (en)
Other versions
NL194510C (nl
NL194510B (nl
Original Assignee
Mhz Hachtel & Co
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Mhz Hachtel & Co filed Critical Mhz Hachtel & Co
Publication of NL8903037A publication Critical patent/NL8903037A/nl
Publication of NL194510B publication Critical patent/NL194510B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL194510C publication Critical patent/NL194510C/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B9/00Screening or protective devices for wall or similar openings, with or without operating or securing mechanisms; Closures of similar construction
    • E06B9/24Screens or other constructions affording protection against light, especially against sunshine; Similar screens for privacy or appearance; Slat blinds
    • E06B9/40Roller blinds
    • E06B9/42Parts or details of roller blinds, e.g. suspension devices, blind boxes
    • E06B9/50Bearings specially adapted therefor
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B9/00Screening or protective devices for wall or similar openings, with or without operating or securing mechanisms; Closures of similar construction
    • E06B9/56Operating, guiding or securing devices or arrangements for roll-type closures; Spring drums; Tape drums; Counterweighting arrangements therefor
    • E06B9/78Operating, guiding or securing devices or arrangements for roll-type closures; Spring drums; Tape drums; Counterweighting arrangements therefor for direct manual operation, e.g. by tassels, by handles

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Operating, Guiding And Securing Of Roll- Type Closing Members (AREA)
  • Blinds (AREA)

Description

Rolgordijnaandrijfwerk.
De uitvinding heeft betrekking op een rolgordijn-aandrijfwerk met een twee zijwanden en een omtrekswand omvattend huis, dat een horizontale doorsnede in de vorm van een gewelfde poort bezit, met een rechte basiskant en een U-vormige omtrekskant, waarbij de u-vormige benen vertikaal ten opzichte van de basiskant uitsteken, met een tussen de zijwanden draaibaar gelagerd kettingwiel, waaraan een rolgordijn koppelbaar is, met een eindeloze trekketting, die over een ontspanningsboog van 180° in het kettingwiel grijpt en diens aan beide zijden tangentiaal ten opzichte van het kettingwiel wegleidende kettingdelen in bedrijfstoestand van het rolgordijnaanddrijfwerk door een onderbreking van de omtrekswand loodrecht uit het huis hangen.
Bijvoorbeeld in DE 32 11 506 wordt een dergelijk rolgordijnaandrijfwerk getoond. Hierbij is het noodzakelijk, om voor elke gewenste bedrijfssituatie een daarop afgestemd huis aan te brengen, terwijl de trekketting bij een plafondmontage, wandmontage links en wandmontage rechts telkens op andere plaatsen uit het huis komt. Dit maakt de vervaardiging en lagering duurder.
Het is het doel van de uitvinding, om een rolgordi jnaandri j fwerk volgens de stand van de techniek zodanig verder te ontwikkelen, dat een rationelere vervaardiging en lagering mogelijk is.
Dit doel wordt bereikt door de kenmerkende maatregelen van conclusie 1, waarbij de conclusies 2 en 7 twee bijzondere voorkeursuitvoeringen kenmerken.
Het voordeel van de uitvinding bestaat in het bijzonder daaruit, dat het rolgordijnaandrijfwerk eerst in een niet-specifieke vorm voorhanden is en dan voor de montage eventueel op eenvoudige wijze aan de betreffende montagesituatie kan worden aangepast. Bij de uitvoering volgens conclusie 2 wordt daartoe door de beugel op de betreffende doorgangsplaats van de trekketting een segment afgebroken. Bij de uitvoering volgens conclusie 7 wordt de gordijnachtige strook eenvoudigweg verschoven, indien de door hem vrijgelaten onderbreking niet past. Deze versie heeft nog het bijzondere voordeel, dat dit rolgordijnaan-drijfwerk ten allen tijde op elke andere montagepositie kan worden omgezet.
De conclusies 3 tot 6 benoemen voordelige uitvoeringen van de variant volgens conclusie 2, terwijl de conclusies 8 tot 10 verdere uitvoeringen van de tweede variant aangeven.
Verdere voordelen en uitvoeringen blijken uit de volgende beschrijving van twee uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding aan de hand van de tekening.
Hierin toont:
Figuur 1 een vooraanzicht van een eerste uitvoe-ringsvoorbeeld van de uitvinding in de pijlrichting 1 van Figuur 2 gezien,
Figuur 2 een zijaanzicht volgens pijlrichting 2 van Figuur 1,
Figuur 3 een bovenaanzicht volgens pijlrichting 3 van Figuur 1,
Figuur 4 een doorsnede in het vlak 4-4 van
Figuur 3,
Figuur 5 een beugel in vervaardigingstoestand,
Figuur 6 een vooraanzicht van een tweede uit-voeringsvoorbeeld van de uitvinding in pijlrichting 6 van Figuur 7 gezien,
Figuur 7 een zijaanzicht volgens pijlrichting 7 van Figuur 6,
Figuur 8 een bovenaanzicht volgens pijlrichting 8 van Figuur 6,
Figuur 9 een doorsnede in het vlak 9-9 van Figuur 8,
Figuur 10 een detaildoorsnede volgens het vlak 10-10 van Figuur 7 in vergrote afbeelding,
Figuur 11 een achteraanzicht volgens pijlrichting 11 van Figuur 7.
Het rolgordijnaandrijfwerk 20 van de Fig. 1 tot 5 is ongeveer op ware grootte afgeheeld. Het omvat als wezenlijke bestanddelen een huis 21, een kettingwiel 22 en eindeloze trekketting 23.
Het huis 21 bestaat allereerst uit een eerste zijwand 24, die in het aanzicht van de Fig. 2 en 4 een gewelfde horizontale doorsnede bezit, met een rechte basiskant 25 en een ü-vormige omtrekskant 26, waarbij diens U-benen vertikaal ten opzichte van de basiskant uitsteken.
De vorm lijkt ook op de hak van een schoen. Langs de basiskant 25 bevindt zich een lijst 27 op de zijwand 24, waarvan de hoogte ongeveer overeenkomt met de dikte van het kettingwiel 22. Vertikaal ten opzichte van de zijwand 24 uitstekend is eveneens langs de basiskant 25 een plaat 28 gevormd, waarin zich bevestigingsgaten 29 bevinden. Op de lijst 27 is een tweede zijwand 31 gezet (bijv. geklemd of gelijmd), die parallel ten opzichte van de eerste zijwand 24 georiënteerd is en in de omtrek hiermee van gelijke dekking is. Dwars door de beide zijwanden 31, 24 en de lijst 27 strekken bevestigingsgaten 32 zich uit. Deze verschillende bevestigingsgaten 29 resp. 32 maken het mogelijk, het huis 21 zowel aan een plafond hangend als tegen een wand aanliggend of uitstekend te monteren.
Op bekende en hier verder niet interessante wijze is het kettingwiel 22 tussen de zijwanden 24, 31 draaibaar gelagerd en een daarmee gekoppeld koppelingsinzetstuk 33 is door een uitsparing 34 in de zijwand 31 bereikbaar.
Hier kan een einde van een niet getekende rolgordijnas op bekende wijze in sluitende vorm in een kruisvormige uitsparing 35 gestoken worden. Doordat men aan de naar beneden hangende trekketting 23 trekt, kan men de rolgordijnas in draaiing verplaatsen.
Voor de toeschouwer van Fig. 4 bevindt zich het rolgordijnaandrijfwerk in een van de wand uitstekende, rechtse bedrijfspositie, wanneer men aanneemt, dat de basiskant 25 tegen een wand aanligt. In dit geval hangen de delen 36, 37 van de trekketting 23 parallel ten opzichte van de basiskant 25 uit het huis 21. Evenwel kan, bij linkse bedrijfspositie, de basiskant 25 tegen de tegenoverliggende zijde geklapt zijn of echter boven het kettingwiel 22 liggen in het geval van plafondmontage. Enerzijds hangen de kettingdelen 36, 37 loodrecht naar beneden, anderzijds heeft echter het huis 21 dus afhankelijk van de montage-positie een verschillende ruimtelijke uitrichting.
Een groot deel van de omtrek van het kettingwiel 22 moet nu afgedekt worden, ten dele opdat het toetreden van vuil bemoeilijkt wordt, ten dele om een fraai uiterlijk te verkrijgen. Deze afdekking wordt door een U-vormige beugel 38 bewerkstelligd, die in Fig. 5 nog in onbeschadigde toestand is afgebeeld. In deze vorm wordt hij met de hiervoor beschreven delen van het rolgordijnaandrijfwerk afgeleverd. Zodra vaststaat, hoe het rolgordijnaandrijfwerk moet worden gemonteerd, dat wil zeggen, waar een onderbreking in de omtrekswand wordt vereist, wordt een segment van de beugel 38 afgebroken en het achterblijvende deel wordt als omtrekswand tussen de zijwanden 24, 31 geschoven en daar vastgezet. Het afbreken wordt door gewenste breukplaatsen vergemakkelijkt, bovendien is daarmee ook de juiste positie van de onderbreking duidelijk aangegeven.
In hoekposities van ongeveer 28° en 53° telkens aan beide zijden van het symmetrievlak 45 van de beugel 38 zijn bijgevolg vier gewenste breukplaatsen 39 aangebracht, zoals Fig. 5 dat toont. Opdat het achterblijvende deel van de beugel 38 tussen de zijwanden 24, 31 voldoende vast en in de juiste positie kan worden verankerd, zijn afvlakking-en 41 aan de beugeleinden en korresponderende zakken 42 aan de randen van de lijst 27 (Fig. 4) aangebracht. Verder zijn aan de beide smalle zijden van de beugel 38 zijdelings iets uitstekende rustnokken 43 gevormd, die in kor-responderende rustverdiepingen 44 in de binnenvlakken van de zijwanden 24, 31 kunnen vallen. Bij voorkeur is volgens Fig. 5 een eerste paar tegenover elkaar liggende rustnokken 43 in het symmetrievlak 45 aangebracht en telkens een tweede paar daarbij over ongeveer 63° aan beide zijden van het symmetrievlak 45 versprongen aangebracht.
Voor een rechtse' waridmontage volgens Fig.'4 wordt een eindsegment 40 verwijderd, doordat aan éën van de 28“-gewenste breukplaatsen 39 de beugel 38 wordt verwijderd. Het achterblijvende deel van de beugel 38 wordt, zoals in Fig. 4 getoond, met de afvlakking 41 in de bovenliggende holte 42 vastgehouden en met de twee achterblijvende paren rustnokken 43 tussen de zijwanden 24, 31 geklemd. Wanneer men hetzelfde deel van de beugel 38 met zijn afvlakking 41 in de onderliggende holte 42 steekt en dan het gehele huis over 180° rechtsom draait, verkrijgt men een voor de linkse wandmontage passend rolgordijnaandrijf-werk. Tot dusver is een enkele 28“-gewenste breukplaats 39 voldoende. Een tweede symmetrisch daarbij kan van voordeel zijn, wanneer het buitenste omtrekvlak van de beugel 38 van een dekor voorzien is, dat een bepaalde ruimtelijke positie van de beugel vastlegt.
Bij een plafondmontage is het vereist, van de beugel 38 een middenste segment 46 te verwijderen, doordat hij aan de beide 53“-gewenste breukplaatsen 39 wordt afgebroken. In dit geval worden de beide achterblijvende delen telkens met hun afvlakkingen 41 in de tegenover elkaar liggende holtes 42 gestoken en het telkens achter de breukkant verblijvende paar rustnokken 43 wordt tussen de zijwanden 24, 31 geklemd.
De beugel 38 kan uit metaal, bijvoorkeur geanodi-seerd aluminium of ook gekleurde kunststof vervaardigd worden, ofwel in kontrast met de rest van het huis of daarmee korresponderend. Daarbij is een zekere broosheid, die het gewenste afbreken vergemakkelijkt, van voordeel. De wanddikte van de beugel 38 ligt tussen 1 en 2 mm.
De in de Fig. 6 tot 11 getoonde variant van een rolgordijnaandrijfwerk 50 is eveneens ongeveer op ware grootte afgebeeld en omvat een huis 51, een kettingwiel 52 en een eindeloze trekketting 53.
Het huis 5.1 bestaat, gelijk aan het vorige voorbeeld uit een eerste zijwand 54 met poortgewelfachtige horizontale doorsnede met een rechte basiskant 55 en een U-vormige omtrekskant 56. Langs de basiskant 55 bevindt zich een lijst 57 aan de zijwand 54, waarvan de hoogte ongeveer overeenkomt met de dikte van het kettingwiel 52, dat wil zeggen, iets groter is. Vertikaal ten opzichte van de de zijwand 54 uitstekend is eveneens langs de basiskant 55 een plaat 58 gevormd, die bevestigingsgaten 59 bezit. Op de lijst 57 is een tweede zijwand 61 geplaatst (bijv. gelijmd) , die parallel ten opzichte van de eerste zijwand 54 verloopt en hiermee van gelijke dekking is. Dwars door de beide zijwanden 54, 61 en de lijst 57 strekken bevestigingsgaten 62 zich uit. Deze verschillende bevestigingsgaten 59 resp. 62 maken het mogelijk, dat huis 51 aan het plafond hangend of tegen een wand aanliggend of uitstekend te monteren is.
Zoals in het vorige voorbeeld is het kettingwiel 52 tussen de zijwanden 54, 61 draaibaar gelagerd en met een koppelingsinzetstuk 63 gekoppeld, dat door een uitsparing 64 in dé zijwand 61 toegankelijk is. Hier kan een einde van een niet afgebeelde rolgordijnas in sluitende vorm in een kruisvormige uitsparing 65 gestoken worden.
Door middel van een naar beneden in grijphoogte reikende trekketting 53 kan de rolgordijnas in draaiing verplaatst worden.
De lijst 57 vormt (zoals in het vorige voorbeeld) in het gebied van de basiskant 55 en ook van een aansluitend deelgebied van de omtrekskant 56 een deel van een omtrekswand. Het resterende gebied wordt nu door een rolgordijnachtig verschuifbare omtrekswand in de vorm van een buigbare strook 68 overeenkomstig de betreffende montage-wijze afgedekt.
Deze strook 68 is met zijn randen volgens Fig. 10 in tegenover elkaar liggende groeven 69, 70 van gelijke dekking in de binnenvlakken van de zijwanden 54, 61 geleid. Deze groeven vormen, zoals Fig. bijvoorbeeld de groef 69 toont, gesloten eindeloze geleidingen, zodat de strook 68 daarin naar wens kan worden verschoven. Zoals Fig. 9 toont, is de strook 68 precies zo lang, dat tussen zijn einden 71, 72 de noodzakelijke onderbreking van de omtrekswand aanwezig is, om de doorgang voor de trekketting 53 mogelijk te maken. En ten gevolge van de verschuifbaarheid van de strook 68 kan men deze onderbreking altijd precies op de plaats positioneren, waar deze voor de betreffende montagepositie van het rolgordijnaandrijfwerk 50 overeenkomstig nodig is. Daardoor is het rolgordijnaandrijfwerk 50 universeel toepasbaar. In vergelijking met het vorige voorbeeld biedt dit het voordeel, ten allen tijde veranderd te kunnen worden, zonder dat een deel verwisseld of vernieuwd hoeft te worden.
De Fig. 9 en 11 laten zien, dat de groeven 69, 70 die op krappe afstand parallel ten opzichte van de omtreks-kant 56 verlopen, zich in het gebied van de lijst 57 tot een de strookdwarsdoorsnede volledig omsluitend gelei-dingskanaal 73 verenigen, dat in een lichte boog naar de basiskant 55 voert. In een deelgebied langs de basiskant 55 zijn verder de groeven 69, 70 aan de huisbuitenzijde open, dat wil zeggen, zij vormen daar slechts een met de strookdikte overeenkomende binnenwaarts versprongen opleg-stuk 74. In de bijgevolg open groef 70 is volgens Fig. 11 een ten opzichte van de huisbuitenzijde opstaand deel 75 aangebracht en de strook 68 bezit langs deze randkant drie aan de rand open uitsparingen 76, die zodanig verdeeld zijn, dat het uitstek 75 telkens positieborgend in een uitsparing 76 grijpt, wanneer de strook 68 de juiste schuifposities volgens de drie montageposities van het rolgordijnaandrijfwerk 50 inneemt. De omzetting van êén schuifpositie in de andere is slechts mogelijk, wanneer de strook 68 uit het huis gewelfd wordt, zoals dit in Fig.
9 met een streeplijn is aangeduid. Bestaat de strook 68 uit elastisch materiaal, bijv. kunststof, dan zal hij zelfstandig in deze positie veren. Zodra echter de plaat 58 tegen het plafond of een wand aan ligt, wordt de strook 68 plat tegen het oplegstuk 74 gedrukt en de vergrendeling van uitsparing 76 en uitstek 75 verhindert een ongewenst verstellen.
De hiervoor toegelichte opening van de groeven 69, 70 volgens een voorkeursuitvoering heeft verder het voordeel, dat van deze zijde af de strook 68 eenvoudig kan worden ingestoken, zonder dat daartoe een gedeeltelijke demontage van het huis vereist is. Zo kan men bijvoorbeeld verschillend gekleurde strepen insteken, afhankelijk van de wens van de klant. De klant kan ook uit een bijgevoegd assortiment een passende strook zelf insteken.
De stroken 68 kunnen van metaal of gekleurde kunststof of gemetalliseerde kunststof vervaardigd worden, afhankelijk van de wens. Elasticiteit is niet vereist.
Voor zover de strook zich tenminste driemaal zonder zichtbare schade tussen de drie verschillende schuifposities. laat verschuiven, voldoet dit voor het normale gebruik. Wordt echter het rolgordijnaandrijfwerk vaak verplaatst, bijv. op beurzen etc., is een stevige kunststofstrook doelmatiger. De strook 68 heeft een wanddikte van ongeveer 0,5 tot 1 mm.

Claims (10)

1. Rolgordijnaandrijfwerk, met een twee zijwanden en één omtrekswand omvattend huis, dat een poortgewelf-achtige horizontale dwarsdoorsnede bezit, met een rechte basiskant en een U-vormige omtrekskant, waarvan de U-benen vertikaal vanaf de basiskant uitsteken, met een tussen de zijwanden draaibaar gelagerd kettingwiel, waaraan een rolgordijnas koppelbaar is, met een eindeloze trekketting, die over een hoek van 180° in het kettingwiel grijpt en diens aan beide zijden tangentiaal van het kettingwiel weg leidende ketting-delen in bedrijfstoestand van het rolgordijnaandrijfwerk door een onderbreking van de omvangswand loodrecht uit het huis hangen, met het kenmerk, dat de positie van de onderbreking langs de U-vormige omtrekskant (26, 56) van het huis (21, 51) instelbaar is.
2. Rolgordijnaandrijfwerk volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de omtrekswand in het gebied van de ü-vormige omtrekskant van het huis als afzonderlijke U-vormige beugel (38) is uitgevoerd, die gewenste breukplaatsen (39) bezit volgens de met de. betreffende bedrijfssituaties van het rolgordijnaandrijfwerk telkens overeenkomende posities van onderbreking, ten behoeve van een verwijdering in de juiste positie van een segment (40, 46) en dat de beugel (38) tussen de zijwanden (24, 31) fixeerbaar is.
3. Rolgordijnaandrijfwerk volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de einden van de beugel (38) afvlakkingen (41) bezitten en in holten (42) van een stijf met een zijwand (24) verbonden huisdeel insteekbaar zijn.
4. Rolgordijnaandrijfwerk volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat aan beide smalle zijden van de beugel (38) rustnokken (43) uitsteken en binnen de U-vormige omtrekskant (26) in het binnenvlak van de zijwanden (24, 31) corresponderende rustverdiepingen (44) zijn aangebracht.
5. Rolgordijnaandrijfwerk volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat een eerste paar tegenover elkaar liggende rustnokken (43) in het symmetrievlak (45) van de volledige beugel (38) is aangebracht en telkens een verder paar rustnokken (43) vlak voor de overgang van het boogsegment in het betreffende rechte ü-been.
6. Rolgordijnaandrijfwerk volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de verdere paren rustnokken (43) ten opzichte van het eerste paar over ongeveer 60° zijn versprongen.
7. Rolgordijnaandrijfwerk volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de omtrekswand in het gebied van de U-vormige omtrekskant (56) van het huis (51) als buigbare strook (68) is uitgevoerd, die met zijn randen in dekkingsgelijk tegenoverliggende groeven (69, 70) in de binnenvlakken van de zijwanden (54, 61) verschuifbaar is.
8. Rolgordijnaandrijfwerk volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de groeven (69, 70) gesloten eindeloze geleidingen vormen.
9. Rolgordijnaandrijfwerk volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de groeven (69, 70) in een deelgebied langs de basiskant (55) naar de huisbuiten-zijde open zijn, dat in één van de groeven (70) een tot aan het oplegvlak van de huisbuitenzijde opstaand deel (75) is aangebracht en dat de rand van de strook (68) aan de rand open uitsparingen (76) bezit, waarin het opstaand deel (75) positie-zekerend grijpt, wanneer de strook (68) niet boven de huisbuitenzijde vooruitstekend in de groeven ligt.
10. Rolgordijnaandrijfwerk volgens conclusie 8 of 9,met het kenmerk, dat de lengte van de strook (68) zodanig bemeten is, dat tussen zijn einden (71, 72) de onderbreking vrij blijft.
NL8903037A 1988-12-23 1989-12-11 Rolgordijnaandrijfwerk. NL194510C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE3843518 1988-12-23
DE19883843518 DE3843518C2 (de) 1988-12-23 1988-12-23 Rollogetriebe

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8903037A true NL8903037A (nl) 1990-07-16
NL194510B NL194510B (nl) 2002-02-01
NL194510C NL194510C (nl) 2002-06-04

Family

ID=6370034

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8903037A NL194510C (nl) 1988-12-23 1989-12-11 Rolgordijnaandrijfwerk.

Country Status (7)

Country Link
AT (1) AT398605B (nl)
BE (1) BE1003490A7 (nl)
CH (1) CH679690A5 (nl)
DE (1) DE3843518C2 (nl)
FR (1) FR2641028B1 (nl)
LU (1) LU87629A1 (nl)
NL (1) NL194510C (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3926101C2 (de) * 1989-08-08 1996-12-12 Mhz Hachtel & Co Rolloträger
DE102007012398A1 (de) * 2007-03-15 2008-09-18 Festo Ag & Co Schutzhaube und damit ausgestattete Antriebsvorrichtung
US10704324B2 (en) 2016-07-20 2020-07-07 Hunter Douglas Inc. Mounting assembly for an architectural covering

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1459053A (en) * 1974-12-12 1976-12-22 Nakamura I Roller blind assembly
FR2490270A1 (fr) * 1980-09-15 1982-03-19 Morari Dispositif enrouleur derouleur pour ecrans souples notamment les rideaux d'occultation de baies vitrees
US4401146A (en) * 1981-02-19 1983-08-30 Von Knorring Enar S Roller blinds
US4492261A (en) * 1981-09-28 1985-01-08 General Drapery Services, Inc. Shading system
DE3211506A1 (de) * 1982-03-29 1983-10-06 Mhz Hachtel & Co Rollo-wandtraeger und getriebe

Also Published As

Publication number Publication date
FR2641028A1 (nl) 1990-06-29
LU87629A1 (de) 1990-03-13
BE1003490A7 (fr) 1992-04-07
AT398605B (de) 1995-01-25
NL194510C (nl) 2002-06-04
CH679690A5 (nl) 1992-03-31
FR2641028B1 (nl) 1992-10-09
DE3843518A1 (de) 1990-06-28
NL194510B (nl) 2002-02-01
ATA271289A (de) 1994-05-15
DE3843518C2 (de) 1994-12-08

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US20080283292A1 (en) Wall Flush Mount Supporting Device for Electric or Electronic Components
US3038771A (en) Bathroom cabinet
US5524407A (en) Modular shutter and retention assembly
NL8903037A (nl) Rolgordijnaandrijfwerk.
US20170336064A1 (en) Accessory holder for railing system
US4845916A (en) Assemblies of plural interfitting members
US6402272B1 (en) Adjustable pier wall system
NL8001027A (nl) Schuifdeurvleugel met verstelbare roldragers.
RU2315845C2 (ru) Подвесная каретка
US20060165483A1 (en) Device for fixing an object on a vertical rod
US8365928B1 (en) Gondola standard cover
BR0117099B1 (pt) estrutura de suporte de farol dianteiro para uma motocicleta.
NL8802740A (nl) Ventilatierooster.
BE1029369B1 (nl) Montagesysteem voor het monteren van een afdekplaat op een aansluiting zoals een stopcontact of schakelaar
NL9200230A (nl) Ventilatierooster.
BE1024626B1 (nl) Samengesteld profiel voor een raam of deur en raam of deur samengesteld met dergelijke profielen.
BE1008718A3 (nl) Inbouwdoos voor elektrisch installatiemateriaal, samenstel van inbouwdozen en daarbij gebruikte afstandhouder en spruitstuk.
CN106704923A (zh) 嵌入式灯具
NL1001021C2 (nl) Samenstel voor het aanbrengen van een kozijn in een muur.
NL1029330C2 (nl) Secundaire verkeerslantaarn.
NL2010358C2 (nl) Led armatuur.
JPH0746207Y2 (ja) キャビネットにおける衝立パネルの取り付け装置
BE1016536A3 (nl) Bevestigingselement.
UA73086C2 (en) Shelf for placing products, in particular, in refrigerators (versions), and method to make the shelf
CN208957470U (zh) 瓷砖展示架配件

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20060701