NL8902416A - Scharnier voor toiletzitting. - Google Patents

Description

Scharnier voor toiletzitting.

De uitvinding heeft betrekking op toiletten en meer in het bijzonder op scharnieren voor toiletzittingen en/of -deksels.

Een typisch scharnier voor toiletzittingen omvat een scharnierpost, afzonderlijke scharnierbladen en een scharnierpen of scharnierpennen voor verbinding van de scharnierbladen met de scharnierpost. De scharnierdelen en scharnierpennen vormen spleten waarin vuil, vocht en bacteriën opgenomen kunnen worden. De scharnierbladen worden op kenmerkende wijze door middel van houtschroeven bevestigd aan de toiletzitting, waarbij de houtschroeven het oppervlak van de toiletzitting doordringen. De schroefdraden van de schroef vormen een leiding die als gevolg van capillaire werking vuil en vocht in de permeabele kern van de toiletzitting kan trekken. Ook zijn houtschroeven zelf vatbaar voor corrosie, in het bijzonder afkomstig van urine, reinigingsmiddelen en desinfecterende middelen. Verder kunnen houtschroeven het omgevende materiaal verkleuren en kunnen hun koppen en gleuven of wiggen vuil herbergen.

De scharnierposten van gebruikelijke scharnier-samenstellen worden met moeren en bouten aan een toiletpot bevestigd. Het gladde oppervlak van de toiletpot biedt zeer weinig weerstand tegen rotatie van de bevestigingsdelen. Tegelijkertijd kan slechts een beperkte klemdruk aangebracht worden op de toiletpot, omdat het porselein zal barsten indien de moeren en bouten te strak vastgezet worden. Daardoor zal zijwaartse druk die aangebracht is op de voorzijde van de toiletzitting beweging van de schar-nierbevestigende delen kunnen veroorzaken, zodat ze om hun midden draaien. Beweging van de scharnierbladen om de schroefgaten, beweging van de scharnierdelen om de schar-nierpennen en de boven beschreven beweging van de beves-tigingsdelen heeft aanzienlijke mogelijke zijwaartse beweging van de toiletzitting tot gevolg. De voorranden van een toiletzitting worden door middel van op de potrand rustende stootkussens ondersteund op de toiletpot. Slechts een relatief klein, plat oppervlak is aanwezig op de potrand, zodat bij een kleine mate van zijwaartse beweging van de voorzijde van de toiletzitting de stootkussens van de rand zullen schuiven. Dit probleem wordt vergroot door het gewicht van een zich op de toiletzitting bevindend persoon.

Het Amerikaanse octrooischrift 3.277.500 (Carlson) heeft betrekking op gebruik van een paar mem-braanscharnieren of "beweeg"-scharnieren voor een toiletzitting en toiletdeksel. Door deze scharnieren worden alle boven beschreven problemen versterkt. In de eerste plaats wordt gebruik gemaakt van houtschroeven om de scharnierbladen te bevestigen aan de toiletzitting en de toiletdeksel. In de tweede plaats is de afstand tussen het punt waar de scharnieren zijn verbonden met de toiletzitting en het punt waar de scharnieren verbonden zijn met de toiletpot zo groot, dat als gevolg van de buigmodulus van de gebruikte materialen de scharnierbladen zelf ontvankelijk zijn voor aanzienlijke buiging.

De uitvinding verschaft een toiletsamenstel omvattend een enkel, ééndelig scharnier voor het verbinden van een toiletzitting en -deksel met een toiletpot. Het door de uitvinding verschafte scharnier bezit geen van de boven genoemde nadelen van bekende scharnieren. Omdat geen schroeven of scharnierpennen gebruikt worden kunnen de zitting en de deksel enkel een draaibeweging uitvoeren om de gewenste assen. Zijwaartse beweging van de zitting en de deksel wordt in hoofdzaak voorkomen.

Het toiletsamenstel omvat een toiletpot met een achtereind en een bovenoppervlak. Het bovenoppervlak is voorzien van een paar openingen. Het samenstel omvat tevens een zitting die beweegbaar is tussen een open stand en een gesloten stand en voorzien is van een achtereind en een achteroppervlak, dat zich in hoofdzaak verticaal uitstrekt wanneer de zitting zich in de gesloten stand bevindt. Het achteroppervlak is voorzien van een gleuf die zich uitstrekt over in hoofdzaak de volledige breedte van het achtereind van de zitting. Het samenstel omvat tevens een deksel, die beweegbaar is tussen een open stand en een gesloten stand en voorzien is van een achtereind en een benedenoppervlak, dat zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekt wanneer de deksel zich in de gesloten stand bevindt. Het benedenoppervlak is voorzien van een gleuf, die aangrenzend aan het achtereind van de deksel gelegen is zich over in hoofdzaak de volledige breedte van het achtereind van de deksel uitstrekt.

Het ééndelige scharnier omvat een scharnierpost-gedeelte, dat met het bovenoppervlak van de toiletpot verbonden is aangrenzend aan het achtereind daarvan. Meer in het bijzonder is het scharnierpostgedeelte voorzien van een paar openingen, die in lijn liggen met de openingen in de toiletpot, en is het scharnierpostgedeelte door middel van bouten verbonden met de toiletpot, waarbij de bouten zich door de openingen in het scharnierpostgedeelte en door de openingen in de toiletpot uitstrekken. De bouten zijn door middel van moeren aan de toiletpot bevestigd.

Het scharnier omvat tevens een eerste scharnier-bladgedeelte, dat door middel van een beweegscharnier verbonden is met het scharnierpostgedeelte voor draaiende beweging om een eerste, in hoofdzaak horizontale as ten opzichte van het scharnierpostgedeelte. Het eerste schar-nierbladgedeelte is zodanig verbonden met het benedenoppervlak van de deksel, dat het eerste scharnierbladge-deelte zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekt wanneer de deksel zich in de gesloten stand bevindt en het eerste scharnierbladgedeelte strekt zich over in hoofdzaak de volledige breedte van het achtereind van de deksel uit. Het eerste scharnierbladgedeelte is voorzien van een uitsteeksel, dat opgenomen is in de gleuf in de deksel en voorzien is van een ondersnijding, waarbij het eerste scharnierbladgedeelte door middel van een hechtmiddel bevestigd is aan de deksel en waarbij het hechtmiddel de gleuf in de deksel vult, de ondersnijding in het uitsteeksel vult en hecht aan de deksel. Wanneer het hechtmiddel hardt voorkomt dit dat het uitsteeksel uit de gleuf getrokken wordt. Het hechtmiddel bevestigt daardoor het eerste scharnierbladgedeelte aan de deksel.

Het scharnier omvat tevens een tweede scharnierbladgedeelte, dat door middel van een beweegscharnier verbonden is met het scharnierpostgedeelte met het oog op draaiende beweging ten opzichte van het scharnierpostgedeelte om een tweede as, die op afstand van de eerste as gelegen is en zich evenwijdig daarmee uitstrekt. Bij voorkeur is de tweede as voor en beneden de eerste as gelegen. Het tweede scharnierbladgedeelte is zodanig verbonden met het achter oppervlak van de zitting, dat het tweede scharnierbladgedeelte zich in hoofdzaak verticaal uitstrekt wanneer de zitting zich in de gesloten stand bevindt. Het tweede scharnierbladgedeelte strekt zich over in hoofdzaak de volledige breedte van het achtereind van de zitting uit en is voorzien van een uitsteeksel, dat opgenomen is in de gleuf in de zitting. Het uitsteeksel op het tweede scharnierbladgedeelte is voorzien van een ondersnijding, en een hechtmiddel in de gleuf in de zitting zorgt voor bevestiging van het tweede scharnierbladgedeelte aan de zitting.

Andere eigenschappen en voordelen van de uitvinding zullen duidelijk worden voor deskundigen na het doornemen van de naar de bijgevoegde tekeningen verwijzende beschrijving van een voorkeursuitvoering van de uitvinding.

Getoond wordt in: figuur 1 een bovenaanzicht van een de uitvinding belichamend toiletsamenstel, dat een ééndelig scharnier omvat; figuur 2 een vergrote, gedeeltelijke doorsnede is, volgens de lijn II-II in figuur 1; figuur 3 een perspectivisch aanzicht is van het scharnier; figuur 4 een aanzicht is van één van de schar-nierbladgedeelten van het scharnier; en figuur 5 een op figuur 4 gelijkend aanzicht is, waarbij een alternatieve scharnierbladconstructie geïllustreerd wordt.

Een de uitvinding belichamend toiletsamenstel 10 is in de tekeningen weergegeven. Het toiletsamenstel 10 omvat een toiletpot 12 (gedeeltelijk weergegeven in figuur 2) met een achtereind (aan de rechterzijde in figuur 2) en een bovenoppervlak 16. Het bovenoppervlak 16 is voorzien van op afstand van elkaar aangebrachte openingen 18 (figuur 1) en 20 (figuren 1 en 2). Dit is een gebruikelijke constructie .

Het toiletsamenstel 10 omvat tevens een eerste deel of zitting 22 (in figuur 2 gedeeltelijk weergegeven), welke zitting beweegbaar is tussen een open stand (niet weergegeven) en gesloten stand (in figuur 2 weergegeven). De zitting 22 is voorzien (zie figuur 2) van een achtereind 24 en een achteroppervlak 26, dat zich in hoofdzaak verticaal uitstrekt wanneer de zitting 22 zich in de gesloten stand bevindt, zoals weergegeven in figuur 2. Het achteroppervlak 26 van de zitting 22 is voorzien van een gleuf 28, die zich over in hoofdzaak de volledige breedte van het achtereind 24 van de zitting 22 uitstrekt. De rede voor de aanwezigheid van de gleuf 28 zal hieronder uiteengezet worden.

Het toiletsamenstel 10 omvat tevens (zie de figuren 1 en 2) een tweede deel of deksel 30, welke deksel beweegbaar is tussen een open stand (niet weergegeven) en een gesloten stand (figuren 1 en 2). De deksel 30 is voorzien (zie figuur 2) van een achtereind 32 en een benedenoppervlak 34, dat zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekt wanneer de deksel zich in de gesloten stand bevindt. Het benedenoppervlak 34 van de deksel 30 is voorzien van een gleuf 36, die aangrenzend aan het achtereind 32 van de deksel 30 gelegen is en zich over in hoofdzaak de volledige breedte van het achtereind van de deksel 30 uitstrekt. De reden voor de aanwezigheid van de gleuf 36 wordt hieronder uiteengezet. De zitting 32 en de deksel 30 zijn bij voorkeur vervaardigd van een harsgebonden hout-meel.

Het toiletsamenstel omvat tevens een enkel, ééndelig scharnier 40. In de voorkeursuitvoering is het scharnier 40 door middel van spuitgieten vervaardigd van polypropeen. Het scharnier 40 is voorzien (zie figuren 2 en 3) van een scharnierpostgedeelte 42, dat met het bovenoppervlak 16 van de toiletpot 12 verbonden is, aangrenzend aan het achtereind daarvan. De wijze waarop het scharnierpostgedeelte 42 verbonden is met de toiletpot 12 wordt hieronder beschreven. Het scharnierpotgedeelte 42 is voorzien van een zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekkend gedeelte 44, dat rust op het bovenoppervlak 16 van de toiletpot 12 en voorzien is van op afstand van elkaar aangebrachte openingen 46 (figuur 3) en 48 (figuur 2), die respectievelijk in lijn liggen met de openingen 18 en 20 in de toiletpot 12. Het scharnierpostgedeelte 42 is tevens voorzien van een in hoofdzaak verticaal gedeelte 50, dat zich vanaf het horizontale gedeelte 44 opwaarts uitstrekt en voorzien is (zie figuur 2) van een bovenoppervlak 52 en een voorwaarts oppervlak 54. Als een geheel daarmee gevormde versterkingsdelen 56 (figuur 3) verbinden het verticale gedeelte 50 met het horizontale gedeelte 44.

Het scharnier 40 is tevens voorzien van een eerste scharnierbladgedeelte 60, dat op een daarmee een geheel vormende wijze verbonden is met het scharnierpostgedeelte 42 door tussenkomst van een beweegscharnier 62 met het oog op draaibeweging om een eerste, in hoofdzaak horizontale as 64 ten opzichte van het scharnierpostgedeelte 42. In de voorkeursuitvoering verbindt het beweegscharnier 62 het scharnierbladgedeelte 60 met het bovenoppervlak 52 van het verticale gedeelte 50 langs een lijn, die aangrenzend is aan het achtereind van dat bovenoppervlak 52. Het scharnierbladgedeelte 60 is zodanig verbonden met het benedenoppervlak 34 van de deksel 30, dat het scharnierbladgedeelte 60 zich in hoofdzaak horizontaal en vóór de as 64 uitstrekt, wanneer de deksel zich in de gesloten stand bevindt, De manier waarop het scharnierblad-gedeelte 60 met de deksel 30 verbonden is wordt hieronder beschreven. Het scharnierbladgedeelte 60 strekt zich over in hoofdzaak de volledige breedte van het achtereind 32 van de deksel 30 uit en het scharnierbladgedeelte 60 is voorzien van een uitsteeksel 66, dat opgenomen is in de gleuf 36 in de deksel 30. Het uitsteeksel 36 is voorzien van een aantal groeven 68, die ondersnijdingen bepalen in het uitsteeksel 66 (zie figuur 4). Een alternatieve groefopstelling is in figuur 5 geïllustreerd.

Het scharnier 40 is tevens voorzien van een tweede scharnierbladgedeelte 70, dat door tussenkomst van een beweegscharnier 72 verbonden is met het scharnierpost-gedeelte 42 met het oog op draaibeweging ten opzichte van het scharnierpostgedeelte 42 om een tweede as 74, die op afstand gelegen is van de eerste as 64 en daarmee evenwijdig is. In de voorkeursuitvoering verbindt het beweegscharnier 72 het scharnierbladgedeelte 70 met het vooroppervlak 54 van het verticale gedeelte 50, volgens een lijn die aangrenzend is aan het bovenoppervlak 52 van het verticale gedeelte 50, zodat de tweede as 74 vóór de eerste as 64 gelegen is. De tweede as 74 is ook enigszins beneden de eerste as 64 gelegen. Het scharnierbladgedeelte 70 is zodanig verbonden met het achteroppervlak 26 van de zitting 22, dat het scharnierbladgedeelte 70 zich in hoofdzaak verticaal en neerwaarts uitstrekt vanaf de as 74 wanneer de zitting 22 zich in de gesloten stand bevindt. De wijze waarop het scharnierbladgedeelte 70 verbonden is met de zitting 22 wordt hieronder beschreven. Het scharnierbladgedeelte 70 strekt zich over in hoofdzaak de volledige breedte van het achtereind 24 van de zitting 22 uit en het scharnierbladgedeelte 70 is voorzien van een uitsteeksel 76, dat opgenomen is in de gleuf 28 in de zitting 22. Het uitsteeksel 76 is voorzien van een aantal groeven 78, die gelijken op de groeven 68 in het uitsteeksel 66 en die ondersnijdingen in het uitsteeksel 76 bepalen (zie figuren 2 en 3).

Het toiletsamenstel 10 omvat verder eerste verbindingsorganen, die zich uitstrekken door de opening 46 in het scharnierpostgedeelte 42 en door de opening 18 in de pot 12, voor het bevestigen van het scharnierpostgedeelte 42 aan de pot 12. Voorts zijn tweede bevestigingsorganen voorzien, die zich uitstrekken door de opening 48 in het scharnierpostgedeelte 42 en door de opening 20 in de pot 12, voor bevestiging van het scharnierpostgedeelte 42 aan de pot 12. Hoewel verschillende geschikte verbindingsor-ganen gebruikt kunnen worden, omvatten dergelijke organen volgens de voorkeursuitvoering (zie figuur 2) gebruikelijke moeren 80 en bouten 82.

Het toiletsamenstel 10 omvat tevens een eerste hechtmiddel voor het bevestigen van het scharnierblad-gedeelte 60 aan de deksel 30. Het eerste hechtmiddel is gelegen in de gleuf 36 in de deksel 30, vult de ondersnij-dingen of groeven 68 in het uitsteeksel 66 en hecht aan de deksel 30. Het toiletsamenstel 10 omvat verder een tweede hechtmiddel, voor het bevestigen van het scharnierbladge-deelte 70 aan de zitting 22. Het tweede hechtmiddel is gelegen in de gleuf 28 in de zitting 22, vult de groeven of onder snij dingen 78 in het uitsteeksel 76 en hecht aan de zitting 22. Hoewel verschillende geschikte hechtmiddelen gebruikt kunnen worden behoort tot de eerste en de tweede hechtmiddelen, volgens de voorkeursuitvoering, een vloeibaar hars 84 zoals polyurethaanhars, epoxyhars of polyes-terhars (zie figuur 2). Het hars 84 vult de gleuf 28 en hecht aan het hars-gebonden houtmateriaal van de zitting 22 en de deksel 30.

Het hars wordt op dezelfde wijze gebruikt om het scharnierbladgedeelte 60 aan de deksel 30 te bevestigen en het scharnierbladgedeelte aan de zitting 22 te bevestigen. Enkel de wijze waarop het scharnierbladgedeelte 60 verbonden wordt met de deksel 30 zal in detail beschreven worden. Om te beginnen wordt een vooraf bepaalde hoeveelheid hars 84 in de bodem van de gleuf 36 geplaatst. Vervolgens wordt het uitsteeksel 66 op het scharnierbladgedeelte 60 ingébracht in de gleuf 36. Het inbrengen van het uitsteeksel 66 in de gleuf 36 zorgt ervoor dat het hars 84 om het uitsteeksel 66 en in de groeven of ondersnijdingen 68 vloeit, waardoor de onder snij dingen 68 gevuld worden. Het hars 84 vult ook de ruimte tussen het uitsteeksel 66 en de wanden van de gleuf 36. Bij het harden hecht het hars 84 aan de deksel 30 en kan niet uit de gleuf 36 verwijderd worden. Daar het hars 84 de ondersnijdingen 68 in het uitsteeksel 66 vult, voorkomt dit dat het uitsteeksel 66 uit de gleuf 36 verwijderd wordt. Aldus bevestigt het hars 84 het scharnierbladgedeelte 60 aan de deksel 30.

Bij voorkeur omvat het toiletsamenstel 10 tevens een afdekdeel of schild 90, dat op verwijderbare wijze bevestigd is aan het horizontale gedeelte 44 van het scharnierpostgedeelte 42 om de koppen van de bouten 82 af te schermen. Het schild 90 houdt vuil en vocht weg van de bouten 82 en de openingen 46 en 48 en is tevens esthetisch aangenaam. In de voorkeursuitvoering is het schild 90 buigzaam en door tussenkomst van uitsteeksel (niet weergegeven) op het schild 90 en verdiepingen 94 (figuur 3) in het scharnierpostgedeelte 42 op verwijderbare wijze bevestigd aan het scharnierpostgedeelte 42.

Claims (20)

1. Toiletsamenstel omvattend een toiletpot en een deel dat een achtereind met een breedte heeft, gekenmerkt door slechts één scharnier (40), dat voorzien is van een met de toiletpot (12) verbonden scharnierpostgedeelte (42) en een scharnierbladgedeelte (60; 70), dat op draaibare wijze met het scharnierpostgedeelte verbonden is, aangrenzend aan het achtereind (32; 24) van het deel (30; 22) verbonden is met dit deel en zich over in hoofdzaak de volledige breedte van het achtereind van het deel uitstrekt.

2. Toiletsamenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de toiletpot (12) voorzien is van een eerste (18) en een tweede (20) opening, die op afstand van elkaar aangebracht zijn, dat het scharnierpostgedeelte (42) voorzien is van een eerste (46) en een tweede (48) opening, die op afstand van elkaar aangebracht zijn, en dat het toiletsamenstel (10) verder een eerste verbindingsorgaan (82) omvat, dat zich uitstrekt door de eerste opening in het scharnierpostgedeelte en de eerste opening in de pot voor het bevestigen van het scharnierpostgedeelte aan de pot, alsmede een tweede verbindingsorgaan (82), dat zich uitstrekt door de tweede opening in het scharnierpostgedeelte en de tweede opening in de pot voor bevestiging van het scharnierpostgedeelte aan de pot.

3. Toiletsamenstel volgens conclusie l of 2 met het kenmerk, dat het deel (30; 22) voorzien is van een gleuf (36; 28), die aangrenzend aan het achtereind (32; 24) van het deel gelegen is en zich over in hoofdzaak de volledige breedte van het achtereind van het deel uitstrekt, waarbij het scharnierbladgedeelte (60; 70) voorzien is van een uitsteeksel (66; 76), dat opgenomen is in de gleuf in het deel en voorzien is van een ondersnijding en waarbij het toiletsamenstel (10) tevens hechtmiddelen (84) omvat voor het bevestigen van het scharnierbladgedeelte aan het deel, welke hechtmiddelen gelegen zijn in de gleuf in het deel, zich uitstrekken in de ondersnijding in het uit steeksel en aan het deel hechten.

4. Toiletsamenstel omvattend: een toiletpot; een deel met een achtereind; en een scharnier, met het kenmerk, dat het scharnier voorzien is van een met de toiletpot verbonden scharnierpostgedeelte en een scharnierbladgedeel-te, dat aangrenzend aan het achtereind van het deel verbonden is met het deel en verbonden is met het scharnierpostgedeelte voor draaibeweging ten opzichte daarvan, en dat hechtmiddelen (84) aanwezig zijn voor het bevestigen van het scharnierbladgedeelte (70; 60) aan het deel (22; 30).

5. Toiletsamenstel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het deel (22; 30) voorzien is van een gleuf (28; 36), die gelegen is aangrenzend aan het achtereind (34; 32) van het deel, waarbij het scharnierbladgedeelte (70; 60) voorzien is van een uitsteeksel (67; 66), dat opgenomen is in de gleuf in het deel en voorzien is van een ondersnijding, en waarbij de hechtmiddelen (84) gelegen zijn in de gleuf in het deel, zich tot in de ondersnijding in het uitsteeksel uitstrekken en aan het deel hechten.

6. Toiletsamenstel volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat de toiletpot (12) voorzien is van een eerste (18) en een tweede (20) opening, die op afstand van elkaar aangebracht zijn, dat het scharnierpostgedeelte (42) voorzien is van een eerste (46) en een tweede (48) opening, die op afstand van elkaar aangebracht zijn, en dat het toiletsamenstel (10) verder een eerste verbindingsorgaan (80) omvat, dat zich uitstrekt door de eerste opening in het scharnierpostgedeelte en de eerste opening in de pot voor het bevestigen van het scharnierpostgedeelte aan de pot, alsmede eèn tweede verbindingsorgaan (80), dat zich uitstrekt door de tweede opening in het scharnierpostgedeelte en de tweede opening in de pot voor bevestiging van het scharnierpostgedeelte aan de pot.

7. Toiletsamenstel omvattend: een toiletpot met een achtereind en een bovenoppervlak; een zitting; een deksel; en een scharnier, met het kenmerk, dat het scharnier (40) omvat een scharnierpostgedeelte (42), dat verbonden is met het bovenoppervlak (16) van de toiletpot (12) aangrenzend aan het achtereind daarvan, een eerste schar-nierbladgedeelte (60), dat verbonden is met de deksel (30) en verbonden is met het scharnierpostgedeelte voor draaibe-weging ten opzichte daarvan om een eerste as (64), en een tweede scharnierbladgedeelte (70), dat verbonden is met de zitting (22) en verbonden is met het scharnierpostgedeelte voor draaibeweging ten opzichte daarvan om een tweede as (74), waarbij de tweede as op afstand van de eerste as gelegen is en evenwijdig daarmee is.

8. Toiletsamenstel volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de tweede as (74) vóór de eerste as (64) gelegen is.

9. Toiletsamenstel volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de tweede as (74) beneden de eerste as (64) gelegen is.

10. Toiletsamenstel volgens conclusie 7, 8 of 9, met het kenmerk, dat de toiletpot (12) voorzien is van een eerste (18) en een tweede (20) opening, die op afstand van elkaar aangebracht zijn, dat het scharnierpostgedeelte (42) voorzien is van een eerste (46) en een tweede (48) opening, die op afstand van elkaar aangebracht zijn, en dat het toiletsamenstel (10) verder een eerste verbindingsorgaan (80) omvat, dat zich uitstrekt door de eerste opening in het scharnierpostgedeelte en de eerste opening in de pot voor het bevestigen van het scharnierpostgedeelte aan de pot, alsmede een tweede verbindingsorgaan (80), dat zich uitstrekt door de tweede opening in het scharnierpostgedeelte en de tweede opening in de pot voor bevestiging van het scharnierpostgedeelte aan de pot.

11. Toiletsamenstel volgens één der conclusies 7-10, met het kenmerk, dat de zitting (22) voorzien is van een achtereind (24) met een breedte, en van een gleuf (28), die gelegen is aangrenzend aan het achtereind van de zitting en zich over in hoofdzaak de volledige breedte van het achtereind van de zitting uitstrekt, dat de deksel (30) voorzien is van een achtereind (32) met een breedte, en van een gleuf (36), die gelegen is aangrenzend aan het achtereind van de deksel en zich over in hoofdzaak de volledige breedte van het achtereind van het deksel uitstrekt, dat het eerste scharnierbladgedeelte (60) aangrenzend aan het achtereind van de deksel verbonden is met de deksel, zich over in hoofdzaak de volledige breedte van het achtereind van de deksel uitstrekt en voorzien is van een eerste uitsteeksel (66), dat opgenomen is in de gleuf in de deksel en voorzien is van een onder snij ding, dat het tweede scharnierbladgedeelte (70) aangrenzend aan het achtereind van de zitting verbonden is met de zitting, zich over in hoofdzaak de volledige breedte van het achtereind van de zitting uitstrekt en voorzien is van een tweede uitsteeksel (76), dat opgenomen is in de gleuf in de zitting en voorzien is van een ondersnijding, en dat het samenstel verder omvat eerste hechtmiddelen (84) voor het bevestigen van het eerste scharnierbladgedeelte aan de deksel, waarbij de eerste hechtmiddelen gelegen zijn in de gleuf in de deksel, zich tot in de ondersnijding in het eerste uitsteeksel uitstrekken en aan de deksel hechten, alsmede tweede hechtmiddelen (84) voor het bevestigen van het tweede scharnierbladgedeelte aan de zitting, waarbij de tweede hechtmiddelen gelegen zijn in de gleuf in de zitting, zich tot in de ondersnijding in het tweede uitsteeksel uitstrekken en aan de zitting hechten.

12. Toiletsamenstel omvattend: een toiletpot met een bovenoppervlak; een zitting, die beweegbaar is tussen een open stand en een gesloten stand en voorzien is van een achteroppervlak, dat zich in hoofdzaak verticaal uitstrekt wanneer de zitting zich in de gesloten stand bevindt; en een deksel, die beweegbaar is tussen een open stand en een gesloten stand en voorzien is van een benedenoppervlak, dat zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekt wanneer de deksel zich in de gesloten stand bevindt, gekenmerkt door een ééndelig scharnier (40), dat voorzien is van een met het bovenoppervlak (16) van de toiletpot (12) verbonden schar-nierpostgedeelte (42), een eerste scharnierbladgedeelte (60) , dat verbonden is met het scharnierpostgedeelte voor draaibeweging ten opzichte daarvan, waarbij het eerste scharnierbladgedeelte zodanig verbonden is met het benedenoppervlak (34) van de deksel (30) dat het eerste scharnierbladgedeelte zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekt wanneer de deksel zich in de gesloten stand bevindt, alsmede een tweede scharnierbladgedeelte (70), dat verbonden is met het scharnierpostgedeelte voor draaibeweging ten opzichte daarvan, waarbij het tweede scharnierbladgedeelte zodanig verbonden is met het achteroppervlak (26) van de zitting (22), dat het tweede scharnierbladgedeelte zich in hoofdzaak verticaal uitstrekt wanneer de zitting zich in de gesloten stand bevindt.

13. Ééndelig scharnier, geschikt voor gebruik met een toiletsamenstel, dat een toiletpot met een achtereind en een bovenoppervlak omvat alsmede een zitting en een deksel, gekenmerkt door een scharnierpostgedeelte (42), dat geschikt is om verbonden te worden met het bovenoppervlak (16) van de toiletpot (12), aangrenzend aan het achtereind daarvan, een eerste scharnierbladgedeelte (60), dat geschikt is om verbonden te worden met de deksel en verbonden is met het scharnierpostgedeelte (42) voor draaibeweging ten opzichte daarvan om een eerste as (64), en een tweede scharnierbladgedeelte (70), dat geschikt is om verbonden te worden met de zitting en verbonden is met het scharnierpostgedeelte voor draaibeweging ten opzichte daarvan om een tweede as (74), waarbij de tweede as op afstand gelegen is van de eerste as en evenwijdig daarmee is.

14. Scharnier volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de tweede as (74) vóór de eerste as (64) gelegen is.

15. Scharnier volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de tweede as (74) beneden de eerste as (64) gelegen is.

16. Scharnier volgens conclusie 13, 14 of 15, waarbij de toiletpot voorzien is van een eerste en een tweede opening, met het kenmerk, dat het scharnierpostgedeelte (42) voorzien is van een eerste (46) en een tweede (48) opening, en dat het scharnier (40) verder omvat een eerste verbindingsorgaan (82), dat zich uitstrekt door de eerste opening in het scharnierpostgedeelte en geschikt is om zich uit te strekken door de eerste opening (18) in de pot voor het bevestigen van het scharnierpostgedeelte aan de pot, alsmede een tweede verbindingsorgaan (82), dat zich uitstrekt door de tweede opening in het scharnierpostge-deelte en geschikt is om zich uit te strekken door de tweede opening (20) in de pot voor bevestiging van het scharnierpostgedeelte aan de pot.

17. Scharnier volgens één der conclusies 13-16, waarbij de zitting voorzien is van een achtereind met een breedte en van een gleuf, die gelegen is aangrenzend aan het achtereind van de zitting en zich uitstrekt over in hoofdzaak de volledige breedte van het achtereind van de zitting en waarbij de deksel voorzien is van een achtereind met een breedte en van een gleuf, die gelegen is aangrenzend aan het achtereind van de deksel en zich uitstrekt over in hoofdzaak de volledige breedte van het achtereind van de deksel, met het kenmerk, dat het eerste scharnier-bladgedeelte (60) geschikt is om aangrenzend aan het achtereind van de deksel verbonden te worden met de deksel en zich in hoofdzaak over de volledige breedte van het achtereind van de deksel uit te strekken, waarbij het eerste scharnierbladgedeelte (60) voorzien is van een eerste uitsteeksel (66), dat geschikt is om opgenomen te worden in de gleuf in de deksel en voorzien is van een ondersnijding, dat het tweede scharnierbladgedeelte (70) geschikt is om aangrenzend aan het achtereind van de zitting verbonden te worden met de zitting en zich over in hoofdzaak de volledige breedte van het achtereind van de zitting uit te strekken, waarbij het tweede scharnierbladgedeelte voorzien is van een tweede uitsteeksel (76), dat geschikt is om opgenomen te worden in de gleuf in de zitting en voorzien is van een ondersnijding, en dat het scharnier verder omvat eerste hechtmiddelen (84) voor het bevestigen van het eerste scharnierbladgedeelte aan de deksel, waarbij de eerste hechtmiddelen zich uitstrekken tot in de ondersnijding in het eerste uitsteeksel en geschikt zijn om geplaatst te worden in de gleuf in de deksel en aan de deksel te hechten, alsmede tweede hechtmiddelen (84) voor het bevestigen van het tweede scharnierbladgedeelte aan de zitting, waarbij de tweede hechtmiddelen zich tot in de ondersnijding in het tweede uitsteeksel uitstrekken en geschikt zijn om geplaatst te worden in de gleuf in de zitting en aan de zitting te hechten.

18. Ééndelig scharnier, geschikt voor gebruik met een toiletsamenstel, dat een toiletpot en een deel met een een breedte bezittend achtereind omvat, gekenmerkt door een scharnierpostgedeelte (42), dat geschikt is om verbonden te worden met de toiletpot, en een scharnierbladgedeelte (60; 70) dat geschikt is om aangrenzend aan het achtereind van het deel verbonden te worden met het deel en verbonden is met het scharnierpostgedeelte voor draaibeweging ten opzichte daarvan, waarbij het scharnierbladgedeelte zich over in hoofdzaak de volledige breedte van het achtereind van het deel uitstrekt.

19. Scharnier volgens conclusie 18, waarbij de toiletpot voorzien is van een eerste en een tweede opening, met het kenmerk, dat het scharnierpostgedeelte (42) voorzien is van een eerste (46) en een tweede (48) opening, en dat het scharnier (40) verder omvat een eerste verbindings-orgaan (82), dat zich uitstrekt door de eerste opening in het scharnierpostgedeelte en geschikt is om zich uit te strekken door de eerste opening (18) in de pot voor het bevestigen van het scharnierpostgedeelte aan de pot, alsmede een tweede verbindingsorgaan (82), dat zich uitstrekt door de tweede opening in het scharnierpostgedeelte en geschikt is om zich uit te strekken door de tweede opening (20) in de pot voor bevestiging van het scharnierpostgedeelte aan de pot.

20. Scharnier volgens conclusie 18 of 19, met het kenmerk, dat het scharnierbladgedeelte (60; 70) voorzien is van een uitsteeksel (66; 76), dat geschikt is om opgenomen te worden in een gleuf in het deel.