NL8901870A - Schakeling voor het automatisch instellen van de videobandbedrijfsmodus voor geprogrammeerde opnamen. - Google Patents

Description

Schakeling voor het automatisch instellen van de videoband-bedri.jfsmodusvoor geprogrammeerde opnamen.

Gebied van de uitvinding.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een schakeling voorhet automatisch instellen van de videoband-bedrijfsmodus voor geprogram¬meerde opnamen, die in staat is tot het detecteren van de opnametijd ende capaciteit van de videoband teneinde automatisch een SP (StandardPlay), LP (Long Play) of SLP (Super Long Play) modus in te stellen, inhet geval dat een videorecorder mogelij'kheden heeft voor geprogrammeerdopnemen.

Achtergrond van de uitvinding.

In het algemeen geldt, dat wanneer men een videorecorder eengeprogrammeerde opname doet verrichten van een bepaald omroepprogramma,de gebruiker de bedrijfsmodus-schakelaar dient te bedienen teneinde debedrij'fsmodus van de videorecorder in te stellen. Echter, gebruikerszijn in het algemeen gepreoccupeerd met het instellen van de begin- eneindtijd van het omroepprogramma, zodat ze het instellen van de video¬band-bedrijfsmodus veelal vergeten, waarbij overigens geldt, dat debedrijfsmodus van de videorecorder gewoonlijk is ingesteld op een SPmodus.

Echter, bij het uitvoeren van een geprogrammeerde opname waarbijde videoband-bedrijfsmodus is ingesteld op een SP modus, kan indien deopnamecapaciteit van de videoband groter is dan de geprogrammeerdeopnametijd van het omroepprogramma dat opgenomen dient te worden, hetgehele programma naar behoren worden opgenomen. Anderzijds, indien degeprogrammeerde opnametijd langer is dan de opnamecapaciteit van devideoband zal het laatste deel van de inhoud van het omroepprogrammaniet worden opgenomen omdat onvoldoende videoband beschikbaar is.

Samenvatting van de uitvinding.

Het is derhalve het doel van de onderhavige uitvinding te voorzienin een automatische instelling van de videoband-bedrijfsmodus voorgeprogrammeerde opnamen, die in staat is de totale geprogrammeerdeopnametijd te vergelijken met de opnamecapaciteit van de videoband diein de machine is geplaatst, en automatisch de videoband-bedrijfsmodus inte stellen op een SP, LP of SLP modus, zodat het probleem van het met dehand instellen van de videoband-bedrijfsmodus door de gebruiker wordtweggenomen, en dat het uitblijven van het opnemen van het laatste deel van het programma voorkomen kan worden.

Teneinde bovengenoemd doel te bereikten omvat de schakeling voorhet automatisch instellen van de bedrijfsmodus volgens de onderhavigeuitvinding een tijdgeheugenmiddel voor geprogrammeerd opnemen teneinde5 successievelijk de start- en eindtijden van een aantal geprogrammeerd opte nemen omroepprogamma's zoals ingesteld door de gebruiker te onthou¬den; een tijd-detector voor geprogrammeerd opnemen voor het detecterenvan de totale geprogrammeerde opnametijd van de programma’s die opgeno¬men dienen te worden door het aftrekken van de starttijd van de eindtijd) teneinde voor ieder geprogrammeerd op te nemen omroepprogramma de tijds¬duur te berekenen en voor het optellen van al deze tijdsduren teneindede totale geprogrammeerde opnametijd te verkrijgen van alle programma’s;een opnamecapaciteitsdetector voor het detecteren van deopnamecapaciteit van de videoband die in de machine is geplaatst; eeni opnamecapaciteit-tijdbasisdatagenerator voor het genereren van detijdbasisdata overeenkomstig de opnamecapaciteit welke gedetecteerd isdoor de opnamecapaciteitdetector; en een bedrijfsmodus-signaalgeneratorvoor het genereren en zenden van een videoband-bedrijfsmodus-signaalnaar een microcomputer die de werking van het gehele systeem bestuurti door de uitgangssignalen te vergelijken van de tijd-detector voor gepro¬grammeerd opnemen en van de opnamecapaciteit-tijdbasisdatagenerator.

De schakeling voor het automatisch instellen van de bedrijfsmodusvolgens de onderhavige uitvinding zoals boven beschreven wordt bediendzoals in het volgende beschreven. Indien de gebruiker de start- eneindtijden voor geprogrammeerd opnemen van het gewenste omroepprogrammainstelt, zal het tijdgeheugenmiddel voor geprogrammeerd opnemen voor eenaantal successievelijk vast te leggen programma's de start- en eindtij¬den voor automatisch opnemen onthouden en als uitvoer produceren. Der¬halve, indien de start- en eindtijden als uitvoer worden geproduceerd,zal de tijd-detector voor geprogrammeerd opnemen de tijd van de gepro¬grammeerde opname berekenen door de starttijd voor geprogrammeerd opne¬men af te trekken van de eindtijd van geprogrammeerd opnemen en hettotaal van de berekende resultaten optellen teneinde de totale tijd teverkrijgen voor het geprogrammeerd opnemen van alle opgegeven pro¬gramma's.

Intussen zal de opnamecapaciteitdetector de opnamecapaciteitdetecteren van de videoband die de gebruiker in de machine heeft ge¬plaatst teneinde een geprogrammeerde opname uit te voeren. Vervolgenszal de opnamecapaciteit-tijdbasisdatagenerator de tijdbasisdata genere¬ren overeenkomstig de gedetecteerde opnamecapaciteit in combinatie met de verdubbelde tijdbasisdata. Verder zal de bedrijfsmodus-signaalgenera-tor de opnamecapaciteit-tijdbasisdata die worden geproduceerd door deopnamecapaciteit-tijdbasisdatagenerator vergelijken met de totale gepro¬grammeerde opnametijd die de uitvoer vormt van de geprogrammeerde opna-metijd-detector, en door middel hiervan het van te voren vastgesteldevideoband-bedrijfsmodus-signaal genereren zoals een SP modussignaal,een LP modussignaal of een SLP modussignaal dat aan een microcomputerdient te worden toegevoerd.

Korte beschrijving van de tekeningen.

Het bovenstaand doel en de andere voordelen van de onderhavigeuitvinding zullen worden verduidelijkt door het beschrijven van devoorkeursuitvoering van de onderhavige uitvinding in meer detail onderverwijzing naar de begeleidende tekeningen in welke: figuur 1 de schakeling voor het automatisch instellen van devideoband-bedrijfsmodus volgens de onderhavige uitvinding illustreert; figuren 2(A) en 2(B) respectievelijk een gedeeltelijk opengewerktaanzicht en een achteraanzicht zijn welke een recordergedeelte tonen dateen video-opnamecapaciteit-detectieschakelaar heeft voor gebruik in deschakeling voor het automatisch instellen van de videoband-bedrijfsmodusvolgens de onderhavige uitvinding; figuur 3 een vergrote schematische tekening is die de werkingillustreert van een opnamecapaciteit-detectieschakelaar welke wordttoegepast in de schakeling voor het automatisch instellen van de video¬band-bedrijfsmodus volgens de onderhavige uitvinding; figuren 4a tot 4f perspectivische aanzichten zijn van verscheidenevideobanden die voorzien zijn van detectiegroeven voor verschillendeopnamecapaciteiten, welke werkzaam verbonden zijn met de opnamecapaci-teit-detectieschakelaar die in fig, 3 wordt getoond; en figuur 5 een tabel is die de operationele toestanden toont van dedetectieschakelaar voor verschillende opnamecapaciteiten van verschil¬lende videobanden die in de machine geplaatst zijn, volgens de onderha¬vige uitvinding.

Beschrijving van de voorkeursuitvoering.

Figuur 1 illustreert de schakeling van het automatisch instellenvan de bedrijfsmodus volgens de onderhavige uitvinding. Zoals getoond indeze tekening omvat de schakeling volgens de onderhavige uitvinding eengeprogrammeerd opname-tijdgeheugenmiddel 10 voor het onthouden en alsuitvoer produceren van de start- en eindtijden van een aantal omroeppro¬ gramma's, gekozen door de gebruiker, die successievelijk automatischdienen te worden opgenomen; een tijd-detector 20 voor geprogrammeerdopnemen waarvan de functie is, de totale geprogrammeerde opnametijd voormeerdere omroepprogramma’s te detecteren door het aftrekken van de5 starttijd van de eindtijd die door het tijdgeheugenmiddel 10 voor gepro¬grammeerd opnemen als uitvoer wordt geproduceerd voor elk van de pro¬gramma's ter berekening van iedere geprogrammeerde opnametijdsduur, enal deze opnametijdsduren op te tellen teneinde de totale geprogrammeerdeopnametijd te verkrijgen voor alle programma's; een opnamecapaciteit-) detector 30 voor het detecteren van de opnamecapaciteit van de videobanddie in de machine is geplaatst; een opnamecapaciteit-tijdbasisdatagene-rator 40 voor het als uitvoer produceren van de opnamecapaciteit-tijd-basisdata overeenkomstig de opnamecapaciteit gedetecteerd door de opna-mecapaciteitdetector 30; en een bedrijfsmodus-signaalgenerator 50 voori het als uitvoer teruggeven van een videoband-bedrijfsmodus-signaal aaneen microcomputer 60 die de werking bestuurt van het gehele systeem doorhet vergelijken van de uitgangssignalen van de tijd-detector voor gepro¬grammeerd opnemen 20 met die van de opnamecapaciteit-tijdbasisdatagene-rator 40.

I Het tijdgeheugenmiddel voor geprogrammeerd opnemen 10 bestaat uit een weergeefscherm-aansturingseenheid 12 voor het besturen van hetuitgangssignaal van het toetsenbord 11 zodat het kan worden weergegevenop een afleeseenheid DIS; een encodereenheid 13 voor het coderen van hetuitgangssignaal van het toetsenbord 11 teneinde de starttijdsignalenvoor het geprogrammeerd opnemen en de eind tijdsignalen voor het gepro¬grammeerd opnemen op te wekken; een flip-flop FF11 die wordt omgescha¬keld door te drukken op een tijdschakelaar SW11; een AND poort AD11 voorhet logisch vermenigvuldigen van uitgangssignalen van de flip-flop FF11en een oscillator 14; een teller 15 voor het tellen van de uitgangssig¬nalen van de AND poort AD11 of het aantal keren dat een programma-con-troleschakelaar SW12 werd ingedrukt; een geheugen 16 voor het uitvoerenvan lees/schrijf operaties overeenkomstig de uitgangssignalen van deflip-flop FF11, en voor het opslaan en het als uitvoer produceren van deuitgangssignalen van de codeereenheid 13 naar en van de adressen aange¬duid door de signalen van de teller 15; een houdschakeling 17 voor hetvasthouden van uitvoersignalen van de teller 15 in responsie op deuitgangssignalen van de flip-flop FF11; een comparator 18 voor hetvergelijken van de uitgangssignalen van de teller 15 en de houdschake¬ling 17 teneinde hun gelijkheid te bevestigen; een differentiator 19,samengesteld uit een condensator Cll en een weerstand R13, voor het differentiëren van de uitgangssignalen van de flip-flop FF11; en een ORpoort 0R11 voor het logisch optellen van de uitgangssignalen van decomparator 18 en de differentiator 19, en voor het vrijgeven van deteller 15.

De tijd-detector voor geprogrammeerd opnemen 20 bestaat uit eenAND poort AD21 voor het logisch vermenigvuldigen van uitgangssignalenvan de flip-flop FF11 en de AND poort AD11, of voor het logisch verme¬nigvuldigen van de uitgangssignalen van de flip-flop FF11 en het aantalkeren dat de programma-controle-schakelaar SW12 van het tijdgeheugenmid-del voor geprogrammeerd opnemen 10 wordt ingedrukt; een flip-flop FF21die wordt omgeschakeld in responsie op het uitgangssignaal van de ANDpoort AD21; een houdschakeling 21 voor het vastleggen en als uitvoerproduceren van de uitgangssignalen van het geheugen 16 van het tijdge-heugenmiddel voor geprogrammeerd opnemen 10 in responsie op de uitgangs¬signalen van de flip-flop FF21; een aftrekker 22 voor het aftrekken vande uitgangssignalen van de houdschakeling 21 van de uitgangssignalen vanhet geheugen 16; een vertrager 23 samengesteld uit een weerstand R21,een condensator C21 en een diode D21, voor het vertragen van de uit¬gangssignalen van de flip-flop FF21 gedurende een van tevoren vastge¬stelde tijd-periode; een opteller 24 voor het optellen van de uitgangs¬signalen van de aftrekker 22 en de uitgangssignalen van de later tenoemen houdschakeling 25 in responsie op de uitgangssignalen van devertrager 23; een houdschakeling 25 voor het vasthouden van de uitgangs¬signalen van de opteller 24 in responsie op de uitgangssignalen van devertrager 23, en voor het opnieuw toevoeren van de signalen aan deopteller 24; en een houdschakeling 26 voor het vasthouden en als uitvoerproduceren van de uitvoersignalen van de opteller 24 in responsie op deuitgangssignalen van de comparator 18 van het tijdgeheugenmiddel voorgeprogrammeerd opnemen 10.

Zoals getoond in figuren 2 en 3 is opnamecapaciteitdetector 30voorzien van een aantal opnamecapaciteit-detectieschakelaars 32A tot 32Cdie respectievelijk bestaan uit een vast deel 33 dat een vast contact33A heeft en een beweegbaar deel 34 dat een bedieningsstaaf 34a heeft,dat bij de opnamecapaciteit-detectieschakelaars 32A tot 32C parallelworden geïnstalleerd met bepaalde tussenruimten. Naast de schakelaar 32Ais een preventieschakelaar tegen abusievelijk wissen 31 geïnstalleerd.

Zoals getoond in figuren 4 (A) tot 4 (F) is de videocassette 35voorzien van een preventiegroef 36 tegen abusievelijk wissen, terwijleen bepaald aantal opnamecapaciteitdetectiegroeven 37A tot 37C zichbevinden naast de preventiegroef 36 tegen abusievelijk wissen overeen- komstig de schakelaars 32A tot 32C, waarbij het aantal van de groeven37A tot 37C wordt bepaald al naar gelang de opnamecapaciteit van devideoband 35· Dat wil zeggen, in het geval van een band van 30 minutenzijn in het geheel geen groeven 37A tot 37c aanwezig terwijl bij banden60, 90. 120, 180 en 240 minuten respectievelijk is voorzien in de groef37A, de groef 37B, de groeven 37A en 37B, de groef 370 en de groeven 37Aen 370, zodat wanneer de videoband in de machine wordt geplaatst, deschakelaars 32A tot 32C selectief geopend en gesloten worden zoalsgetoond in figuur 5·

De opnamecapaciteit-tijdbasisdatagenerator 40 bestaat uit eencodeereenheid 41 voor het coderen van de uitgangssignalen van de opname-capaciteitdetector 30 teneinde de opnamecapaciteit-tijdbasisdata af tegeven en een vermenigvuldiger 42 voor het met twee (2) vermenigvuldigenvan de tijdbasisdata van de codeereenheid 4l.

De bedrijfsmodus-signaalgenerator 50 bestaat uit een comparator 51voor het uitvoeren van een vergelijking teneinde vast te stellen of deuitgangssignalen van de codeereenheid 41 van de opnamecapaciteit-tijdba-sisdatagenerator 40 groter zijn dan de uitgangssignalen van de houdscha-keling 26 in de geprogrammeerde opnametijd-detector 20, en voor hetproduceren van een SP modus-signaal (SPM) via een niet-inverterendeuitgangsaansluiting Q51; een comparator 52 voor het uitvoeren van eenvergelijking teneinde vast te stellen of de uitgangssignalen van devermenigvuldiger 42 van de opnamecapaciteit-tijdbasisdatagenerator 40groter zijn dan of gelijk zijn aan de uitgangssignalen van de houdscha-keling 20, en voor het produceren van een SLP modus-signaal (SLPM) viaeen inverterende uitgangsaansluiting Q52; en een AND poort AD51 voor hetlogisch vermenigvuldigen van de uitgangssignalen van de inverterendeuitgangsaansluiting Q51 van de comparator 51 en de niet-inverterendeuitgangsaansluiting Q52 van de comparator 52 teneinde een LP modus¬signaal (LPM) te produeren.

In de schakeling volgens de onderhavige uitvinding samengesteldzoals in het voorgaande beschreven, zal op voorwaarde dat de voedings¬spanning Vcc aan de schakeling wordt toegevoerd, wanneer meerdere gepro¬grammeerde opnamen van omroepprogramma's in de videorecorder dienen terorden vastgelegd, de uitgangsaansluiting Qll van de flip-flop FP11 eensignaal van laag niveau produeren, en derhalve zal het geproduceerdesignaal van laag niveau worden toegevoerd aan een lees/schrijf terminalï/W van het geheugen 16, zodat het geheugen 16 in staat gesteld wordt:ot het uitvoeren van schrijfoperaties.

Indien onder deze conditie de gebruiker on de orogramma-controle- schakelaar SW12 drukt, zal de voedingsspanning Vcc via de schakelaarSW12 worden toegevoerd aan een klokaansluiting CLK15 van de teller 15,en derhalve zal de teller 15 een telling uitvoeren teneinde het getelderesultaat toe te voeren aan een adrespoort AD van het geheugen 16,hiermee aangevend het adres van het geheugen waar de starttijd voorgeprogrammeerd opnemen van het eerste programma dient te worden opgesla¬gen.

Indien onder deze conditie de gebruiker de starttijd voor gepro¬grammeerd opnemen van het eerste programma door middel van een toetsen¬bord 11 invoert, zal de starttijd worden ingevoerd in de weergeef-schermaansturingseenheid 12 teneinde te worden weergegeven op het weer-geefscherm DIS. Tegelijkertijd zal de starttijd worden gecodeerd doorde codeereenheid 13 zodat de gecodeerde data naar een data-invoerpoortDT van het geheugen 16 worden gevoerd, en het geheugen 16 de geprogram¬meerde starttijd voor geprogrammeerd opnemen van het eerste programmaopslaat in het adres dat toegewezen is door het uitgangssignaal van deteller 15.

Indien de gebruiker vervolgens opnieuw op de schakelaar SW12drukt, zal de teller 15 teloperaties uitvoeren teneinde het adres vanhet geheugen toe te wijzen waar de eindtijd voor geprogrammeerd opnemenvoor het eerste programma dient te worden opgeslagen. Vervolgens, indiende eindtijd voor geprogrammeerd opnemen voor het eerste programma viahet toetsenbord 11 wordt ingevoerd, zal de eindtijd worden weergegevenop de afleeseenheid via de afleesscherm-aansturingseenheid 12, en tege¬lijkertijd opgeslagen via de codeereenheid 13 in het geheugen 16.

Derhalve, indien herhaalderlijk op de schakelaar SW12 wordt ge¬drukt, zal de teller 15 teloperaties uitvoeren voor het aantal kerendat op de schakelaar SW12 werd gedrukt en tegelijkertijd zullen deadressen successievelijk worden toegewezen waar de start- en eindtijdenvan hun eerste programma, de start- en eindtijden van het tweede pro¬gramma enz. respectievelijk dienen te worden opgeslagen, terwijl destart- en eindtijden van het eerste progrmma de start- en eindtijden vanhet tweede programma enz. kunnen worden opgeslagen in de respectieveadressen door middel van manipulaties van de toets op het toetsenbord11,

Derhalve zal nadat de tijdinstelling van het omroepprogramma vooreen geprorammeerde opname is voltooid, de flip-flop FF11, indien op deschakelaar SW11 wordt gedrukt, worden omgeschakeld teneinde een signaalvan hoog niveau uit te voeren via zijn uitgangsaansluiting Qll. Hetuitgangssignaal van hoog niveau zal worden geleverd aan de lees/schrijf- aansluiting R/ltf, aan de klokaansluiting CLK17 van de houdschakeling 17,aan de ene van de ïnvoeraansluitingen van de AND poort AD11 en aan dedifferentiator 19. Derhalve zal het geheugen in staat gesteld wordenleesoperaties uit te voeren, en zal de houdschakeling 17 de uitgangssig-5 nalen van de teller 15 opslaan als uitvoer produceren. Dat wil zeggen,de houdschakeling 17 zal het laatste adres van de programma's opslaan enuitvoeren dat in het geheugen is vastgelegd, terwijl de differentiator19 een differentiatiesignaal van hoog niveau zal uitvoeren teneinde ditdoor te geven aan de OR poort ORU aan een vrijgeef-aansluiting CLR vanD de teller 15. Derhalve zal de teller 15 worden vrijgegeven, en zal deAND poort AD11 een oscillerend signaal uitvoeren na ontvangst van hetsignaal van de oscillator 14 via zijn ingangsaansluiting.

Indien een eerste oscillerend signaal wordt opgewekt door deoscillator 14, wordt het uitgevoerde signaal toegevoerd via de AND poort5 AD11 aan de klokaansluiting van de teller 15, zodat de teller 15 instaat wordt gesteld de uitgevoerde oscillerende signalen te tellen, enhet adres van het geheugen 16 dat de starttijd bevat van de geprogram¬meerde opname voor het eerste programma wordt toegewezen. Derhalve zalhet geheugen 16 de starttijd voor geprogrammeerd opnemen voor het eerste) programma als uitvoer produceren. Nadat een tweede oscillerend signaalis opgewekt door de oscillator 14, zal de teller 15 het volgende adresin het geheugen toewijzen, zodat het geheugen l6 in staat wordt gesteldde eindtijd voor geprogrammeerd opnemen voor het eerste programma alsuitvoer te produceren.

i Derhalve, indien de oscillerende signalen worden opgewekt door de oscillator 14, zal de teller 15 de oscillerende signalen tellen, entegelijkertijd de adressen in het geheugen 16 successievelijk toewijzen,zodat het geheugen 16 in staat wordt gesteld successievelijk uitvoer teproduceren van de daarin opgeslagen start- en eindtijden van het eerste1 programma, de start- en eindtijden van het tweede programma enz.

Door middel van de bovenstaande procedure zal, indien het laatsteadres voor de start- en eindtijden voor geprogrammeerd opnemen in hetgeheugen 16 wordt toegewezen door de teller 15, het geheugen 16 delaatstgeprogrammeerde start- en eindtijden voor opnemen als uitvoerprodueren, en vervolgens zullen de uitvoersignalen van de teller 15 ende houdschakeling 17 aan elkaar gelijk worden. Derhalve zal de compara-tor 18 een signaal van hoog niveau afgeven via de uitgangsaansluitingQl8, en zal het uitgevoerde signaal van hoog niveau worden toegevoerdvia de OR poort 0R11 aan de vrijgeef-aansluiting CLR van de teller,zodat de teller wordt vrijgegeven.

Als resultaat zal het tijdgeheugenmiddel voor geprogrammeerdopnemen 10 nadat door de gebruiker op de schakelaar SW12 is gedrukt inde toegewezen geheugenadressen de start- en eindtijden voor geprogram¬meerd opnemen van het eerste programma opslaan, de start- en eindtijdenvoor geprogrammeerd opnemen van het tweede programma, enz. zoals inge¬voerd via het toetsenbord. Als het invoeren van de tijden van omroeppro¬gramma's is voltooid, zal het geheugen 16 successievelijk de start- eneindtijden voor geprogrammeerd opnemen van het eerste programma, destart- en eindtijden voor het geprogrammeerd opnemen van het tweedeprogramma enz. in responsie op de oscillerende signalen van de oscilla-tor 14 als uitvoer produceren.

De tijd-detector voor geprogrammeerd opnemen 20 wordt bestuurdzoals in het volgende beschreven. Indien een eerste oscillerend signaalwordt geproduceerd door de oscillator 14, zal het geproduceerde oscille¬rende signaal worden toegevoerd via de AND poorten AD11 en AD21 aan deklokaansluiting CK21 van de flip-flop FF21, en derhalve zal de flip-flopFF21 worden omgeschakeld teneinde een signaal van laag niveau te produ¬ceren via zijn uitgangsaansluiting Q21. Als het uitgangssignaal Q21 vanlaag niveau wordt omgezet in een signaal van hoog niveau door een inver-ter IV1 en wordt toegevoerd aan een klokaansluiting CLK21 van een houd-schakeling 21, zal de starttijd voor geprogrammeerd opnemen van heteerste programma zoals geleverd door het geheugen 16 in responsie ophet eerste oscillerende signaal van de oscillator 14 worden ingevoerd inde houdschakeling 21.

Onder deze conditie zal, indien een tweede oscillerend signaalwordt geleverd door de oscillator 14, vervolgens de flip-flop FF21worden omgeschakeld teneinde een signaal van hoog niveau te leveren viade uitvoeraansluiting Ö21, en het geleverde signaal van hoog niveau zalworden toegevoerd als het kloksignaal aan de klokaansluiting CLK22 vande aftrekker 22. Derhalve zal, overeenkomstig het tweede oscillatie-signaal van de houdschakeling 21, het geheugen 16 de eindtijd voorgeprogrammeerd opnemen van het eerste programma als uitvoer producerenteneinde deze toe te voeren aan de ingangspoort A22 van de aftrekker 22zodat de aftrekker 22 in staat wordt gesteld de geprogrammeerde opname-tijdsduur van het eerste programma als uitvoer te produceren door destarttijd voor geprogrammeerd opnemen af te trekken van de geprogram¬meerde eindtijd. Derhalve, in responsie op de oscillerende signalen vande oscillator 14, worden de starttijden voor geprogrammeerd opnemen vanhet eerste programma, het tweede programma enz. zoals geleverd door hetgeheugen 16 afgetrokken van de eindtijden voor geprogrammeerd opnemen van het eerste programma, het tweede programma enz. zoals geleverd doorhet geheugen 16, teneinde uiteindelijk de geprogrammeerde opnametijdsdu-ren van het eerste programma, het tweede programma enz. als uitvoer teproduceren.

5 De geprogrammeerde opnametijdsduren van het eerste programma, het tweede programma enz. zoals uitgevoerd door de aftrekker 22 wordeningevoerd in de ingangspoort A24 van de opteller 24 in responsie op heteerste oscillerende signaal. Intussen zal het signaal van hoog niveau,geleverd door de uitgangsaansluiting Q2l van de flip-flop FF21, dat 0 optreedt in responsie op het tweede oscillerende signaal, vertraagdworden gedurende een van te voren vastgestelde tijdsperiode door devertrager 23, en vervolgens worden toegevoerd aan de klokaansluitingCLK25 van de houdschakeling 25· Overeenkomstig het derde oscillerendesignaal, dient de uitgangsaansluiting 021 van de Flip-flop FF21 het j signaal van laag niveau op te wekken, dat de houdschakeling 25 buitenwerking stelt, en op zijn beurt wordt omgezet in een signaal van hoogniveau door een inverter IV2. Het signaal van hoog niveau van de inver-ter IV2 wordt toegevoerd aan de klokaansluiting CLK24 van de opteller 24zodat de opteller 24 in staat wordt gesteld de geprogrammeerde opname-) tijdsduren afkomstig van de invoeraansluitingen A24 en B24 te combinerenteneinde de gesommeerde tijd op te wekken. Wat betreft de herhaaldeoperaties kan de opteller 24 de som van de respectieve tijdsduren voorgeprogrammeerd opnemen van het eerste, het tweede omroepprogramma enz.

Nadat derhalve de eindtijd voor geprogrammeerd opnemen van het 1 laatste programma is geproduceerd door het geheugen 16 waar deze isopgeslagen, hetgeen de voltooiing inhoudt van het als uitvoer producerenvan de totale tijdsduur voor geprogrammeerd opnemen van alle program¬ma's, zal de comparator 18 een uitgangssignaal van hoog niveau genere¬ren. Het uitgangssignaal van hoog niveau zal worden toegevoerd aan de i klokaansluiting CLK 26 van de houdschakeling 26, en derhalve zal dehoudschakeling 26 de totale tijdsduur voor geprogrammeerd opnemen op¬slaan en uitvoeren, met het resultaat dat de uitgevoerde tijddata zullenworden toegevoerd aan invoeraansluitingen B51, B52 van de comparator 51,52 die is opgenomen in de bedrijfsmodus-signaalgenerator 50.

Dat wil zeggen, de tijd-detector voor geprogrammeerd opnemen 20,zal de starttijden voor geprogrammeerd opnemen aftrekken van de eindtij¬den voor geprogrammeerd opnemen van alle programma's door middel van deaftrekker 22, zodat de tijdsduren voor het geprogrammeerd opnemen van derespectieve programma's worden gedetecteerd. De detector 20 voert ookeen optelling uit van de respectieve tijden voor geprogrammeerd opnemen door middel van de opteller 24 teneinde de totale tijdsduur voor gepro¬grammeerd opnemen van alle programma's te verkrijgen, en vervolgensproduceert hij een signaal met het doel de totale tijdsduur voor gepro¬grammeerd opnemen in te voeren in de comparator 51» 52.

Intussen worden, indien de videocassette 35 voor een geprogram¬meerde opname in de machine wordt geplaatst, de opnamecapaciteit-detec-tieschakelaars 32A - 32C selectief geopend of gesloten. Dat wil zeggen,zoals getoond in figuur 4A, dat indien een videocassette 35 die eenopnamecapaciteit heeft van 30 minuten en derhalve niet voorzien is vanopnamecapaciteit-detectiegroeven 37A - 37C in de machine wordt gelegd,de achterzijde van de videocassette 35 tegen de activeringsstaaf 34A zaldrukken, en dat derhalve het beweegbare deel 3^ gescheiden zal wordenvan het vaste contact 33A van het vaste deel 33. en hierdoor alle scha¬kelaars 32A - 32C opent.

Indien een videocassette 35 met een capaciteit van 60 minuten dievoorzien is van de detectiegroef 37A zoals getoond in figuur 4b wordtgeplaatst, zal de activeringsstaaf 34a van de schakelaar 32A in de groef37A vallen en derhalve zal het beweegbare deel 34 in contact gehoudenworden met het vaste contact 33A van het vaste deel 33. zodat hierdooruitsluitend de schakelaar 32A wordt gesloten.

Indien videocassettes van respectievelijk 90 minuten, 120 minuten,180 minuten en 240 minuten zoals getoond in figuur 4C tot 4f in demachine worden geplaatst, zullen de schakelaars 32A - 32C selectiefgesloten of geopend worden overeenkomstig de opnamecapaciteit van debetreffende videocassette.

Verder zullen overeenkomstig het selectieve sluiten of openen vande schakelaars 32A - 320 deze schakelsignalen worden gecodeerd door decodeereenheid 4l teneinde de opnamecapaciteits als uitvoer te produce¬ren. De uitgevoerde opnamecapaciteit-tijdbasisdata zullen worden inge¬voerd in de invoerpoort A51 van de comparator 51. en zullen tegelijker¬tijd worden vermenigvuldigd met twee door de vermenigvuldiger 42 zodatze kunnen worden ingevoerd in de invoerpoort A52 van de comparator 52.Derhalve zullen de comparators 51 en 52 respectievelijk de opnamecapaci¬teit-tijdbasisdata vergelijken met de totale tijdsduur voor geprogram¬meerd opnemen, en de met twee vermenigvuldigde opnamecapaciteit-tijdba¬sisdata met de totale tijdsduur voor geprogrammeerd opnemen, en zullenselectief signalen van hoog niveau uitvoeren via de uitvoeraansluitingenQ51, Q51. Q52, 052 hetgeen tot resultaat heeft dat een SP modus-signaalSPM, een LP modus-signaal LPM, of een SLP modus-signaal SLPM wordeningevoerd in de microcomputer 60.

Bijvoorbeeld, wanneer een videocassette die een capaciteit heeftvan 120 minuten in de machine wordt geplaatst, zullen de opnamecapaci¬teit- tijdbasisdata worden ingevoerd in de invoerpoort A51 van de compa-rator 51. en tegelijkertijd vermenigvuldigd tot 240 minuten teneindeingevoerd te worden in de invoerpoort A52 van de comparator 52· Indiende totale tijdsduur voor geprogrammeerd opnemen kleiner is dan 120 minu¬ten, zal een signaal van hoog niveau worden uitgevoerd via de uitgangs-aansluiting Q51 van de comparator 51. hetgeen tot resultaat heeft dateen SP modus-signaal SPM zal worden ingevoerd in de microcomputer 60.Indien de totale tijdsduur voor geprogrammeerd opnemen groter is dan120 minuten en kleiner dan 240 minuten, zullen de comparators 51. 52hoge potentialen uitvoeren via hun uitgangsaansluitingen <551, Q52, zodateen LP modus-signaal LPM in de microcomputer wordt ingevoerd via de ANDpoort AD51. Indien de totale tijdsduur voor geprogrammeerd opnemenlanger is dan 240 minuten, zal comparator 52 een hoge potentiaal uitvoe¬ren via zijn uitvoeraansluiting 052, zodat een SLP modus-signaal SLPMwordt ingevoerd in de microcomputer 60.

De bedrijfsmodus-signaalgenerator 50 zal de totale tijdsduur voorgeprogrammeerd opnemen van alle programma’s vergelijken met de opnameca-paciteit-tijdbasisdata van de videocassette 35 die in de machine ge¬plaatst is. Indien de totale tijd voor geprogrammeerd opnemen korter isdan de opnamecapaciteit-tijdbasisdata, zal de bedrijfsmodus-signaalgene¬rator 50 een SP modus-signaal SPM uitvoeren. Indien de totale tijdsduurvoor geprogrammeerd opnemen langer is dan de opnamecapaciteit-tijdbasis-data, en korter is dan tweemaal de opnamecapaciteit-tijdbasisdata, zalhij een LP modus-signaal LPM uitvoeren. Echter, indien de totale tijds¬duur voor geprogrammeerd opnemen langer is dan tweemaal de opnamecapaci¬teit-tijdbasisdata, zal hij een SLP modus-signaal uitvoeren. Overeenkom¬stig het modus-signaal SPM, LPM, of SLPM uitgevoerd zoals boven beschre¬ven, zal de microcomputer 60 de videocassette aandrijven in de SP modus,de LP modus, of de SLP modus na ontvangst van de geprogrammeerde tijdvoor het uitvoeren van de geprogrammeerde opnamen.

Zoals in het voorgaande in detail wordt beschreven, vergelijkt deschakeling volgens de onderhavige uitvinding bij het uitvoeren van eengeprogrammeerde opname de totale tijdsduur van alle op te nemen program¬ma's met de opnamecapaciteit van de videoband, teneinde de modus automa¬tisch in te stellen; en hierdoor wordt niet alleen de hinderlijke taakvan het met de hand instellen van de modusschakelaars door de gebruikeroverbodig gemaakt, maar kan bovendien het uitblijven van het opnemen vanhet laatste deel van het programma als gevolg onvoldoende capaciteit van de videoband worden voorkomen.

Claims (6)

1. Een schakeling voor het automatisch instellen van de videoband-bedrijfsmodus voor geprogrammeerde opnamen, omvattend: 5 een tijdgeheugenmiddel voor geprogrammeerd opnemen (10) voor het in geheugen vastleggen en het successievelijk als uitvoer produceren vande start- en eindtijden voor geprogrammeerd opnemen van een aantalprogramma's die door de gebruiker worden ingesteld; een tijd-detector voor geprogrammeerd opnemen (20) voor het detec-3 teren van de totale tijdsduur voor geprogrammeerd opnemen van allebetreffende omroepprogramma's door de starttijd af te trekken van deeindtijd die als uitvoer wordt geproduceerd door genoemd tijdgeheugen¬middel voor geprogrammeerd opnemen (10) voor elk van de programma'steneinde iedere tijdsduur voor geprogrammeerd opnemen te berekenen, en > door al deze tijdsduren voor geprogrammeerd opnemen op te tellen tenein¬de de totale tijdsduur voor geprogrammeerd opnemen van alle programma'ste verkrijgen; een opnamecapaciteitdetector (30) voor het detecteren van deopnamecapaciteit van de videocassette die in de machine is geplaatst; > een opnamecapaciteit-tijdbasisdatagenerator (40) voor het genere¬ren van de tijdbasisdata overeenkomstig de opnamecapaciteit gedetecteerddoor de opnamecapaciteitdetector (30); en een bedrijfsmodus-signaalgenerator (50) voor het genereren enzenden van een videobandbedrijfsmodus-signaal naar een microcomputer(60) welke de werking bestuurt van het gehele systeem door het vergelij¬ken van de uitgangssignalen van de geprogammeerde opnametijd-detector(20) en de opnamecapaciteit-tijdbasisdatagenerator (40).

2. De schakeling voor het automatisch instellen van de videoband-bedrijfsmodus voor geprogrammeerde opnamen volgens conclusie 1, waarbijgenoemd tijdgeheugenmiddel voor geprogrammeerd opnemen (10) omvat: eenweergeefscherm-aansturingseenheid (12) voor het besturen van het uit-voersignaal van een toetsenbord (11) weer te geven op een weergeefeen¬heid (DIS); een codeereenheid (13) voor het coderen van het uitgangssignaalvan het toetsenbord (11) teneinde de starttijdsignalen voorgeprogrammeerd opnemen en de eindtijdsignalen voor geprogrammeerd opne¬men op te wekken; een flip-flop (FF11) die wordt omgeschakeld door te drukken op eentijdschakelaar (SW11); een AND poort (AD11) voor het logisch vermenigvuldigen van de uitgangssignalen van genoemde flip-flop (FF11) en een oscillator (14); een teller (15) voor het tellen van de uitgangssignalen van de ANDpoort (AD11) of het aantal keren dat een programmacontroleschakelaar(SW12) wordt ingedrukt; een geheugen (16) voor het verrichten van lees/schrijf-operatiesovereenkomstig de uitgangssignalen van genoemde flip-flop (FF11), envoor het opslaan en als uitvoer produceren van de uitgevoerde signalenvan genoemde encoder (13) naar en van de adressen die worden toegewezendoor de signalen van genoemde teller (15); een houdschakeling (17) voor het opslaan van uitgangssignalen vangenoemde teller (15) die in responsie op de uitgangssignalen van genoem¬de flip-flop (FF11); een comparator (18) voor het vergelijken van de uitgangssignalenvan genoemde teller (15) en genoemde houdschakeling (17) voor het beves¬tigen van hun gelijkheid; een differentiator (19) voor het differentiëren van de uitgangs¬signalen van genoemde flip-flop (FF11); en een OR poort (0R11) voor het logisch optellen van de uitgangssig¬nalen van genoemde comparator (18) en genoemde differentiator (19). envoor het vrijgeven van genoemde teller (15).

3. De schakeling voor het automatische instellen van de videoband-bedrijfsmodus voor geprogrammeerde opnamen volgens conclusie 1, waarbijgenoemde tijd-detector voor geprogrammeerd opnemen (20) omvat een AND poort (AD21) voor het logisch vermenigvuldigen van deuitgangssignalen van genoemde flip-flop (FF11) en genoemde AND poort(AD11), of voor het logisch vermenigvuldigen van de uitgangssignalen vangenoemde flip-flop (FF11) en het aantal keren dat genoemde programmacon¬troleschakelaar (SW12) van genoemd tijdgeheugenmiddel voor geprogram¬meerd opnemen (10) wordt ingedrukt; een flip-flop (FF21) die wordt omgeschakeld in responsie op hetuitgangssignaal van genoemde AND-poort AD21; een houdschakeling (21) voor het opslaan en uitvoeren van deuitgangssignalen van genoemd geheugen (16) van genoemd tijdgeheugenmid¬del voor geprogrammeerd opnemen (10) in responsie op de uitgangssignalenvan genoemde flip-flop (21); een aftrekker 22 voor het aftrekken van de uitgangssignalen vangenoemde houdschakeling (21) van de uitgangssignalen van genoemd geheu¬gen (16); een vertrager (23) voor het vertragen van de uitgangssignalen vangenoemde flip-flop (FF21) gedurende een van tevoren vastgestelde tijdpe- riode; een opteller (24) voor het optellen van de uitgangssignalen vangenoemde vertrager (22) en de uitgangssignalen van een houdschakeling(25) in responsie op de uitgangssignalen van genoemde vertrager (23); > een houdschakeling (25) voor het vasthouden van de uitgangssigna¬ len van genoemde opteller (24) in responsie op de uitgangssignalen vangenoemde vertrager (23), en voor het opnieuw invoeren van de signalen ingenoemde teller (24); en een houdschakeling (26) voor het opslaan en als uitvoeren produce-\ ren van de uitgangssignalen van genoemde opteller (24) in responsie opde uitgangssignalen van genoemde comparator (18) van genoemd tijdgeheu-genmiddel voor geprogrammeerd opnemen (10).

4. De schakeling voor het automatisch instellen van de videoband- bedrijfsmodus voor geprogrammeerde opnamen volgens conclusie 1, waarbijgenoemde opnamecapaciteitdetector (30) een aantal opnamecapaciteit-detectieschakelaars (32A - 32C) bevat aangebracht met bepaalde tussen¬ruimte naast een preventieschakelaar tegen abusievelijk wissen (31), enbovendien een aantal opnamecapaciteit-detectiegroeven (31A - 37C) bevatop een positie op de videocassette die overeenkomt met die van genoemdeopnamecapaciteit-detectieschakelaars (32A - 32C), waarbij genoemde opnamecapaciteit-detectiegroeven (37A - 37C) selectief worden aange¬bracht op zodanige wijze dat, indien de opnamecapaciteit van de video¬band 30 minuten is, niet in groeven (37A - 37c) wordt voorzien, enindien de opnamecapaciteit 60 minuten, 90 minuten, 120 minuten, 180 mi¬nuten of 240 minuten is, wordt voorzien in de groef (37A), de groef(37B), de groeven (37A en 37B), de groef (37c) respectievelijk de groe¬ven (37A en 37C), zodat de opnamecapaciteitdetectieschakelaars (32A-32C) selectief gesloten of geopend worden.

5. De schakeling voor het automatisch instellen van de videoband-bedrijfsmodus voor opnamen volgens conclusie 1, waarbij genoemde opname¬capaciteit- tijdbasisdatagenerator (40) omvat een codeereenheid (4l) voor het coderen van de uitgangssignalenvan genoemde opnamecapaciteit-detector (30) en voor het als uitvoerproduceren van de ópnamecapaciteit-tijdbasisdata; en een vermenigvuldiger (42) voor het vermenigvuldigen met twee vande uitgangssignalen van genoemde encoder (4l).

6. De schakeling voor het automatisch instellen van de videoband-bedrijfsmodus voor geprogrammeerde opnamen volgens conclusie 1, waarbijgenoemde bedrijfsmodus-signaalgenerator (50) een comparator (51) omvatvoor het uitvoeren van een vergelijking om vast te stellen of de uit- gangssignalen van genoemde codeereenheid (4l) van genoemde opnamecapaci¬teit- tij dbasisdatagenerator (40) groter zijn dan de uitgangssignalen vangenoemde houdschakeling (26) van genoemde tijd-detector voor geprogram¬meerd opnemen (20), en voor het als uitvoer produceren van een SP modus¬signaal SPM via een niet-inverterende uitgangsaansluiting Q51; een comparator (52) voor het uitvoeren van een vergelijking omvast te stellen of de uitgangssignalen van genoemde vermenigvulder (42)van genoemde opnamecapaciteit-tijdbasisdatagenerator (40) groter zijndan of gelijk aan de uitgangssignalen van genoemde houdschakeling (26),en voor het als uitvoer produceren van een SLP modus-signaal SLPM viaeen inverterende uitgangsaansluiting T$52; en een AND poort (AD51) voor het logisch vermenigvuldigen van deuitgangssignalen van de niet-inverterende uitgangsaansluiting Q51 vangenoemde comparator (51) en de inverterende uitgangsaansluiting Q$2 vangenoemde comparator (52) teneinde een LP modus-signaal LPM als uitvoerte produceren.