NL8901352A - Trapleer met treden. - Google Patents

Trapleer met treden. Download PDF

Info

Publication number
NL8901352A
NL8901352A NL8901352A NL8901352A NL8901352A NL 8901352 A NL8901352 A NL 8901352A NL 8901352 A NL8901352 A NL 8901352A NL 8901352 A NL8901352 A NL 8901352A NL 8901352 A NL8901352 A NL 8901352A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
platform
side walls
halves
platform halves
transverse side
Prior art date
Application number
NL8901352A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Loh Kg Hailo Werk
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Loh Kg Hailo Werk filed Critical Loh Kg Hailo Werk
Publication of NL8901352A publication Critical patent/NL8901352A/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06CLADDERS
    • E06C1/00Ladders in general
    • E06C1/02Ladders in general with rigid longitudinal member or members
    • E06C1/38Special constructions of ladders, e.g. ladders with more or less than two longitudinal members, ladders with movable rungs or other treads, longitudinally-foldable ladders
    • E06C1/39Ladders having platforms; Ladders changeable into platforms
    • E06C1/393Ladders having platforms foldable with the ladder

Landscapes

  • Ladders (AREA)

Description

Trapleer met treden._
Beschrijving
De uitvinding heeft betrekking op een trapleer met treden met twee in het bovenste gebied scharnierend met elkaar verbonden, telkens twee bomen bevattende trapgedeelten, van welke ten minste een van treden is voorzien, en bij welke onder de scharnieras tussen de ladderdelen een platform zwenkbaar aan een ladderdeel aangebracht is, zodat dit in een horizontale werkstand en een ingeklapte bergstand plaatsbaar is.
Bij de bekende trapleren van dit soort is het uit een stuk bestaande platform slechts aan een ladderdeel scharnierend gelagerd en steunt zich in de werkstand op een steunas of dergelijke van het andere ladderdeel af. De werkstand van het platform is daarbij naar veilig-heidstechnische gezichtspunten niet voldoende verzekerd. Bij asymmetrische belasting van het platform, hetgeen bij het bestijgen van de trapleer en bij het werken op de trapleer herhaaldelijk voortkomt, kan het platform eenzijdig omhoog komen, waardoor de ondersteuning ervan op de steunas onzeker en onvoldoende wordt.
De uitvinding beoogt een trapleer van het in de aanhef beschreven soort zodanig te verbeteren, dat zelfs bij asymmetrische belasting van het platform de werkstand volgens veiligheidstechnische gezichtspunten absoluut zeker behouden blijft.
Dit oogmerk wordt volgens de uitvinding daardoor opgelost, dat het platform uit twee platformhelften bestaat, van welke elke aan een van de beide trap!eerde!en scharnierend aangebracht is en dat de naar elkaar toegekeerde zijden van de platformhelften zodanig zwenkbaar met elkaar verbonden zijn, dat zij zich in de werkstand wederzijds op elkaar afsteunen en naar boven toe in de opbergstand omhoog klapbaar zijn.
De platformhelften zijn niet-1osneembaar met de ladderdelen en niet-1osneembaar met elkaar scharnierend verbonden. Omhoog komen van het platform van de trap!eerde!en is daarmee uitgesloten. Is het platform belast, dan is ook bij asymmetrische belasting gegarandeerd dat de platformhelften in het gebied van hun zwenkas niet omhoog kunnen komen. Door de belasting wordt steeds de handhaving van de horizontale werkstand van de platformhelften ondersteund. Het aldus uitgevoerde platform beantwoordt derhalve aan de veiligheidstechnische eisen.
De verbinding van de platformhelften met de trapleerdelen en hun verbinding met elkaar zijn volgens een uitvoeringsvorm zodanig opgelost, dat de naar de bomen van de ladderdelen toegekeerde zijden van de platformhelften van omgezette dwarse zijwanden voorzien zijn, welke boringen voor de doorgaande scharnierassen of individuele scharnierbou-ten dragen, die in de bomen van de ladderdelen gelagerd zijn, en dat de dwarse zijwanden in het gebied van de zwenkas van de platformhelften van boringen voor een verbindingsas voorzien zijn, die de beide platformhelften zwenkbaar met elkaar verbindt.
Om stabiliteitsredenen is verder er voor gezorgd, dat de naar de ladderdelen toegekeerde langszijwanden van de platformhelften van omgezette randen voorzien zijn, die bij voorkeur in een ten opzichte van de zwenkas ingebogen eindgedeelte uitlopen.
Is volgens een verdere uitvoeringsvorm er voor gezorgd dat de platformhelften identiek uitgevoerd en over 180° verdraaid zwenkbaar met elkaar verbonden zijn, waarbij de naar de zwenkas toegekeerde langszijwanden van de platformhelften elk over de halve langsafmeting van een steunrand en een zich erop afsteunende oplegrand voorzien zijn, en dat de steunrand tegenover de oplegrand over de dikte van de oplegrand met betrekking tot het loopvlak van de platformhelften verzonken is, dan wordt het aantal van de verschillende onderdelen gereduceerd en er wordt met identieke platformhelften niettemin de wederzijds afsteu-ning in de werkstand bereikt. Daarbij wordt niettemin een praktisch gesloten vlak stavlak verkregen.
Volgens een verdere uitvoering wordt er voor gezorgd, dat de steunrand cirkelboogvormig uitgevoerd is, waarbij het middelpunt van de radius op de zwenkas van de platformhelften en zodoende op de middenas van de verbindingsas ligt.
Voor de zwenkbare verbinding van de platformhelften is ten behoeve van de gelijkmatige uitlijnen ervan ten opzichte van de trapleerdelen voorzien dat ten minste de dwarse zijwanden aan een zijde van de platformhelften in het gebied van de boring voor de verbindingsas in schar-nierdelen uitlopen, die over een afstand naar binnen versprongen zijn, welke met de dikte van de dwarse zijwanden van de platformhelften overeenkomt. Daarbij wordt de verspringing op eenvoudige wijze daardoor bereikt, dat de scharniergedeelten door middel van overgangsgedeelten van de dwarse zijwanden zelf ten opzichte van de dwarse zijwanden versprongen zijn.
Om inklemmen van de vingers bij het grijpen van de platformhelften en het instellen ervan in de opbergstand te vermijden, zorgt de verdere ontwikkeling ervoor dat de dwarse zijwanden van de platformhelften in het gebied van hun vrije benedenkanten tussen de boringen voor de scharnierassen en de verbindingsas van uitsparingen voorzien zijn.
De uitvinding wordt aan de hand van een in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeeld nader toegelicht.
Figuur 1 toont een platformhelft gezien tegen haar onderzijde, figuur 2 toont een doorsnede door de platformhelft volgens figuur 1 langs de lijn II-II, figuur 3 toont een deel doorsnede van een in de werkstand zich bevindende trapleer met treden met een uit twee identieke platformhelften samengesteld platform en figuur 4 toont een overeenkomstige gedeeltelijke dwarsdoorsnede met de opbergstand van het platform.
De figuren 1 en 2 tonen een platformhelft 10, die met een identieke platformhelft tot een platform samengesteld kan worden en met de ladderde!en tot een trapleer verbonden kan worden. Het aanzicht tegen de onderzijde volgens figuur 1 en de doorsnede volgens figuur 2 laten de kastvorm van de platformhelft 10 herkennen, welke om stabiliteitsre-denen gekozen is. Met de scharnieras 23 is het gebied aangegeven waarin de scharnierende verbinding met een ladderdeel plaatsvindt, terwijl de zwenkas 22 het gebied aangeeft waarin de verbinding met een identieke platformhelft plaatsvindt, welke 180° gedraaid en daartegen geplaatst wordt. Het loopvlak 11 is vlak en gaat aan de langszijwand die naar het ladderdeel toegekeerd is, in de omgezette rand 12 over. De rand 12 loopt uit in het ingebogen einddeel 13 zodat geen scherpe rand ontstaat. Aan de er tegenover gelegen langszijde is over de helft van de lengte de cirkel boogvormige steunrand 14 omgezet, terwijl de andere helft van de lengte de rechte oplegrand 15 draagt, welke in een vlak ligt met het loopvlak 12. De dwarszijwanden 16 en 24 dragen aan de onderste vrije kant een uitsparing 21 zodat in de bergstand volgens figuur 4 een voldoende grote ruimte voor de vingers van de de platformhelften 10 en 10' grijpende handen aanwezig is. Het inklemmen van vingers is zodoende vermeden. De zijwanden 16 en 24 hebben boringen 19 en 20 voor de verbindingsas 31 en de scharnieras 27 respectievelijk 30, zoals figuren 3 en 4 tonen. De dwars-zijwand 16 loopt in het gebied van de boring 19 voor de verbindingsas 31 in het scharniergedeelte 17 over, welke door het omgezette overgangsgebied 18 vereist, met de dikte van de dwarse zijwand 16 naar binnen toe gesprongen is.
Zoals de doorsnede volgens figuur 3 toont zijn de platformhelften 10 en 10' via de in de ten opzichte van elkaar uitgelijnde boringen 19 geplaatste doorgaande verbindingsas 31 zwenkbaar met elkaar verbonden. Daarbij ligt de niet weergegeven oplegrand 15 van de ene platformhelft 10 in de horizontale werkpositie op de steunrand 14' van de andere platform 10'. Omgekeerd rust de oplegrand 15' van de andere platform-helft 10' op de steunrand 14 van de ene platformhelft 10. Op deze manier wordt bereikt dat zich de beide platformhelften 10 en 10' langs de scharnieras 22 ten opzichte van elkaar op elkaar afsteunen en niet via de horizontale werkstand heen verder naar beneden verzwenkt kunnen worden. Bij de belasting van het platform worden veeleer de platformhel f ten 10 en 10' in de werkstand gedrukt en daarin gehouden en dit ook bij asymmetrische belasting van het platform. De platformhelft 10 is aan de andere langszijde door middel van de doorgaande scharnieras 27 aan het ladderdeel 25 scharnierend verbonden, welke in de boringen 20 van de dwarse zijwanden 16 en 24 en in de bomen bijvoorbeeld 26 van het ene ladderdeel 25 draaibaar gelagerd is. De platformhelft 10' is via de scharnieras 30 in de boringen 20' van de dwarse zijwanden 16' en 24' en van de bomen bijvoorbeeld 29 van het andere ladderdeel 28 draaibaar gelagerd, zodat het samengestelde platform in de in figuur 4 afgebeelde opbergstand omhooggeklapt kan worden, wanneer de ladderdelen 25 en 28 in de opbergpositie ingeklapt worden.
De dwarse zijwand 24 resp. 24' van de platformhelft 10 resp. 10' is vlak, terwijl het doorlopende scharniergedeelte 17 van de dwarse zijwand 16' resp. 16 met de dikte van de dwarse zijwand 24' resp. 24 naar binnen versprongen is om een uitgelijnde scharnierende verbinding van de beide platformhelften 10 en 10' in dit gebied te bereiken waarin de dwarse zijwand 16 op de dwarse zijwand 24' en de dwarse zijwand 16' op de dwarse zijwand 24 rusten.
De steunrand 14 is cirkelboogvormig omgezet, waarbij de radius samenvalt met het midden van de as van de boringen 19, d.w.z. met de scharnieras 23. De dwarse zijwanden 24 en 24' behoeven geen overgangsgebied en geen scharniergedeelte te bevatten.

Claims (8)

1. Trapleer met treden met twee in het bovenste gebied scharnierend met elkaar verbonden, telkens twee bomen bevattende ladderde!en, van welke ten minste een van treden voorzien is, waarbij onder de scharnieras van de ladderdelen een platform zwenkbaar aan een ladder-deel aangebracht is, zodat dit in een horizontale werkpositie en een ingeklapte opbergstand brengbaar is, met het kenmerk, dat het platform uit twee platformhelften (10, 10') bestaat, van welke elk aan een van de beide ladderdelen (25, 28) scharnierend aangebracht is en dat de naar elkaar toegekeerde zijden van de platformhelften (10, 10') zodanig zwenkbaar met elkaar verbonden zijn, dat zij zich in de arbeidspositie ten opzichte van elkaar afsteunen en naar boven toe in de opbergstand omhoog klapbaar zijn.
2. Trapleer volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de naar de bomen (26, 29) van de ladderdelen (25, 28) toegekeerde zijden van de platformhelften (10, 10') van omgezette dwarse zijwanden (16, 24, 24') voorzien zijn, die boringen (20, 20') voor doorgaande scharnierassen (27, 30) of individuele scharnierpennen bevatten, die in de bomen (26, 29) van de ladderdelen (25, 28) gelagerd zijn, en dat de dwarse zijwanden (16, 24, 24') in het gebied van de zwenkas (23) van de platformhelften (10, 10') van boringen (19) voor een verbindingsas (31) voorzien zijn, welke de beide platformhelften (10, 10') zwenkbaar met elkaar verbindt.
3. Trapleer volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de naar de ladderdelen (25, 28) toegekeerde langszijwanden van de platformhelften (10, 10') van omgezette randen (12) voorzien zijn die bij voorkeur in een naar de scharnieras (23) toe ingebogen eindgedeelte (13) eindigen.
4. Trapleer volgens een der conclusies 1 tot en met 3, met het kenmerk, dat de platformhelften (10, 10') identiek uitgevoerd zijn en 180° verdraaid zwenkbaar met elkaar verbonden zijn, waarbij de naar de zwenkas (23) toegekeerde langszijwanden van de platformhelften (10, 10. telkens over de halve lengte van een steunrand (14) en een zich daarop afsteunende oplegrand (15) voorzien zijn, en dat de steunrand (14) ten opzichte van de oplegrand (15) met een afstand gelijk aan de dikte van de oplegrand (15) met betrekking tot het loopvlak (11, 11') van de platformhelften (10, 10') versprongen is.
5. Trapleer volgens een der conclusies 1 tot en met 4, met het kenmerk, dat de steunrand (14) cirkelboogvormig uitgevoerd is, waarbij het middelpunt van de radius op de zwenkhartlijn (23) van de platform-helften (10, 10') en zodoende op die van de middenhartlijn van de verbindingsas (31) ligt.
6. Trapleer volgens een der conclusies 1 tot en met 5, met het kenmerk, dat tenminste de dwarse zijwanden (16) aan een zijde van de platformhelften (10, 10') in het gebied van de boring (19) voor de verbindingsas (31) uitlopen in scharniergebieden (17) die over een afstand naar binnen toe versprongen zijn welke met de dikte van de dwarse zijwanden (16, 24, 24') van de platformhelften (10, 10') overeenkomt.
7. Trapleer volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de scharniergebieden (17) door middel van overgangsgebieden (18) van de dwarse zijwanden (16) zelf ten opzichte van de dwarse zijwanden (16) versprongen zijn.
8. Trapleer volgens een der conclusies 1 tot en met 7, met het kenmerk, dat de dwarse zijwanden (16, 24, 24') van de platformhelften (10, 10') in het gebied van hun vrije benedenzijden tussen de boringen (19, 20, 20') voor de scharnierassen (27, 30) en de verbindingsas (31) van uitsparingen (21, 21') voorzien zijn.
NL8901352A 1988-06-10 1989-05-29 Trapleer met treden. NL8901352A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE3819741A DE3819741A1 (de) 1988-06-10 1988-06-10 Stufenstehleiter
DE3819741 1988-06-10

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8901352A true NL8901352A (nl) 1990-01-02

Family

ID=6356253

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8901352A NL8901352A (nl) 1988-06-10 1989-05-29 Trapleer met treden.

Country Status (5)

Country Link
AT (1) AT396166B (nl)
CH (1) CH678351A5 (nl)
DE (1) DE3819741A1 (nl)
IT (1) IT1230215B (nl)
NL (1) NL8901352A (nl)

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB599282A (en) * 1945-09-04 1948-03-09 Frederick Duncan Lomas Improvements relating to step ladders
US2146020A (en) * 1936-05-16 1939-02-07 Michigan Ladder Company Stepladder
DE1963077U (de) * 1966-09-29 1967-06-29 Hymer Leichtmetallbau Beidseitig begehbare stufen-stehleiter.
DE1958246U (de) * 1966-11-12 1967-04-06 Erbsloeh Julius & August Stufenstehleiter.
DE8129697U1 (de) * 1981-10-10 1982-04-08 Krause-Werk Gmbh & Co Kg, 6320 Alsfeld Doppelstufenleiter

Also Published As

Publication number Publication date
AT396166B (de) 1993-06-25
ATA118689A (de) 1992-10-15
DE3819741C2 (nl) 1992-04-02
IT8920662A0 (it) 1989-05-26
CH678351A5 (nl) 1991-08-30
DE3819741A1 (de) 1989-12-14
IT1230215B (it) 1991-10-18

Similar Documents

Publication Publication Date Title
FR2581358A1 (fr) Chariot de service a escabeau incorpore
FR2926590A1 (fr) Poste de travail et dispositif pour le travail en elevation
US4834216A (en) Foldable ladder structure and method of manufacturing the same
NL8901352A (nl) Trapleer met treden.
US4249637A (en) Tripod stepladder
US4569419A (en) Foldable stepladder
CA1048436A (fr) Escalier telescopique a inclinaison variable
NL193749C (nl) Opzetmachine-onderdeel voor het daaromheen oprichten van een kartonnen doos.
NL8104611A (nl) Transportabele houder met panelen voor het samenstellen van een hal.
EP1384697A1 (en) Scissor lift device
EP2551442B1 (fr) Dispositif d'accès en hauteur
EP2378052A2 (en) Folding stepladder
WO2001096705A1 (en) Collapsible ladder
EP0670947B1 (fr) Passerelle pour le franchissement d'obstacles
US3504766A (en) Ladders
NL7908558A (nl) Vergrendelingsinrichting voor een in een twee-potig trapladderonderstel verticaal verschuifbare schuif- ladder.
NL9001830A (nl) Ineendraaibare stelling.
US5005280A (en) Method of manfacturing a foldable ladder structure
NL9000873A (nl) Inklapbare trap.
NL8900002A (nl) Inrichting voor gebruik als steekwagen en andere doeleinden.
US442360A (en) Step-ladder
NL9202269A (nl) Steigerconstructie, in het bijzonder middelen voor het in verticale stand met elkaar verbinden van twee of meer staanders daarvan.
US2162040A (en) Ladder construction
AU632929B2 (en) An improved stepladder
EP1176269A1 (fr) Cintre métallique pour la réalisation d'arcs ou de voûtes dans l'industrie du bâtiment

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed