NL9001830A - Ineendraaibare stelling. - Google Patents

Description

Titel: Ineendraaibare stelling.

De uitvinding heeft betrekking op een met een draaibeweging axiaal samentrekbaar frame, in het bijzonder geschikt voor uitstalstellingen met meerdere boven elkaar gelegen plateau's.

De uitvinding beoogt een dergelijk frame dat licht en toch stabiel is, in samengetrokken toestand weinig plaats inneemt en eenvoudig is op te richten en samen te trekken.

Hiertoe omvat volgens de uitvinding het frame staanders die omtreksranden van boven elkaar gelegen plateau's met elkaar verbinden, welke staanders elk zijn samengesteld uit elementen die tussen opeenvolgende plateau's onderling scharnierend zijn verbonden en die elk met een plateaurand zijn verbonden door een zwenkscharnier dat beperkte rotatie van het staanderelement toelaat in een vlak dat in hoofdzaak aan de plateaurand raakt.

In opgerichte toestand van een stelling welke is uitgerust met het frame volgens de uitvinding, bevinden de plateau's zich boven elkaar en de staanders zijn verticale kolommen, waarvan de samenstellende elementen in eikaars verlengde liggen. In samengetrokken toestand liggen de plateau's in hoofdzaak op elkaar en de staanders strekken zich in verticale projectie gezien, als een veelhoek om de plateau's uit, waarbij elke staander een geknikte schroeflijn volgt die zich van een omtreksplaats van het onderste plateau naar een omtreksplaats van het bovenste plateau uitstrekt.

Teneinde enerzijds toe te laten dat elke staander bij samengetrokken frame het beschreven geknikte schroeflijntraject volgt en anderzijds te waarborgen dat bij opgerichte stelling deze een goede stabiliteit heeft, kunnen in nadere uitwerking van de uitvinding de staanderelementen zijn gevormd uit profielmateriaal dat een goede buigstijfheid, echter een geringe torsiestijfheid heeft. Derhalve kunnen de scharnieren die telkens twee staanderelementen onderling verbinden, zodanig zijn uitgevoerd dat zij uitsluitend hoekveranderingen tussen deze elementen in hun gemeenschappelijke middenlangsvlak toelaten, zodat de stabiliteit van een opgerichte stelling niet door speling in deze scharnieren nadelig wordt beïnvloed, en kan de flexibiliteit die nodig is om in samengetrokken toestand van de stelling elke staander zich langs het geknikte schroeflijntraject te laten uitstrekken, worden verschaft door geringe torsieweerstand in de staanderelementen zelf.

Een profiel dat op de gewenste wijze buigstijf is en weinig torsieweerstand heeft is bij voorbeeld een stalen U-profiel met en buitenmaat in de orde van grootte van lOxlOmm en een materiaaldikte in de orde van grootte van 0,5mm.

Voor het dwars op de zwenkrichting verstijven van de scharnierverbinding tussen opeenvolgende staanderelementen kunnen van het betreffende einde van het eerste element de flenzen van het profiel over de materiaaldikte binnenwaarts zijn verzet, zodat zij bij gestrekt scharnier passend tussen de flenzen van het tweede profiel reiken. Daarbij kan bovendien van genoemd tweede profiel, het lijf zijn verlengd zodat dit bij gestrekt scharnier tegen de buitenzijde van het eerste profiel rust.

Een constructief eenvoudige uitvoering van het zwenk-scharnier waarmee elk staanderelement met de rand van een plateau is verbonden en dat beperkte rotatie van het staanderelement toelaat in een vlak dat in hoofdzaak aan de plateaurand raakt, is die waarbij twee kunststofdelen, de ene bestemd voor bevestiging aan een plateaurand en de andere voor bevestiging aan een staanderelement, in oppervlaktecontact met elkaar, begrensd door aangevormde aanslagdelen, relatief roteerbaar zijn.

Daarbij kan het deel dat bestemd is voor bevestiging aan een in doorsnede U-vormig staanderelement zijn uitgevoerd als in hoofdzaak schijfvormig orgaan met in één zijde uitmondende evenwijdige uitsparingen waar de flenzen van het U-profiel van het staanderelement passend in kunnen worden opgenomen, terwijl aan de tegenoverliggende zijde een glij- oppervlak is gevormd dat in samengevoegde toestand aanligt tegen het glij-oppervlak van het andere, tegen de plateaurand te bevestigen deel. Daarmee kan een spelingvrije bevestiging aan een staanderelement worden verkregen die bijdraagt tot de stabiliteit van het frame.

Eveneens bijdragend tot de stabiliteit van deze zwenk-scharnierverbinding is een uitvoering waarbij de glij-oppervlakken van de scharnierdelen op respectievelijk een uitstekend deel en een verzonken deel zijn aangebracht, waarbij het verzonken glij-oppervlak is omgeven door een ringrand, waarbinnen het genoemde uitstekende deel met glijpassing kan worden opgenomen en waarbij de aanslag-begrenzende middelen worden gevormd door ten minste een radiale nok die aan de binnenzijde van de ringrand is gevormd.

Ter verduidelijking van de uitvinding zal, onder verwijzing naar de tekening, een uitvoeringsvoorbeeld van het samenklapbare frame worden beschreven.

Fig.l toont het frame toegepast bij een uitstal-stelling, in opgerichte toestand; fig.2 toont de stelling volgens fig.l in gedeeltelijk samengetrokken toestand; fig.3 toont de stelling in de samengetrokken opberg- of transportstand; fig.4 en 4a zijn een zij-aanzicht, respectievelijk een eindaanzicht van een staanderelement; fig.5 is een onderaanzicht van het element volgens fig.4; fig.6. is een perspectiefaanzicht van de scharnier-verbinding tussen staanderelementen; en fig.7 is een perspectiefaanzicht met uiteengenomen delen, van een uitvoeringsvorm van het zwenkscharnier voor de verbinding van een staanderelement met een plateaurand.

Verwijzend naar fig.l is een uitstalstelling voorzien van plateau's 1 die via hun rand 2 worden gesteund door staanders 3. De staanders 3 zijn elk samengesteld uit elementen 4 die tussen de plateau's 1 onderling zijn verbonden door scharnieren 5. De staanderelementen 4 zijn met de randen 2 van de diverse plateau's verbonden door een zwenkscharnier 6 waarvan een uitvoeringsvoorbeeld in fig.7 in perspectief is afgebeeld.

Zoals zichtbaar in fig.2 zwenken de staanderelementen 4 ten opzichte van de plateauranden 2 in de zwenkscharnieren 6 en knikken zij ten opzichte van elkaar in de scharnieren 5. Teneinde de onderlinge nadering van de plateau's 1 mogelijk te maken en uiteindelijk de volledig samengetrokken stand van fig.3 te kunnen bereiken moeten de staanders 3 uit de rechte vorm van fig.l kunnen buigen naar een schroeflijnvorm zoals weergegeven in fig.2 en 3.

Dit wordt mogelijk gemaakt doordat de staanderelementen 4 zijn uitgevoerd als profielen met een grote buigstijfheid en een betrekkelijk geringe torsiestijfheid.

Een dergelijk profiel is weergegeven in de figuren 4, 4a en 5. Zoals in het bijzonder blijkt uit fig.4a heeft het profiel, dat in hoofdzaak U-vormig is, een lijf 7 en flenzen 8. Aan beide einden zijn gaten 9, 10 in de flenzen aangebracht voor niet afgeheelde scharnierassen. Bij het linkereinde van het profiel is het lijf 7 verlengd met een deel 7a en zijn de benen 8 plaatselijk vergroot met een boogvormig deel 8a. Uit het onderaanzicht van fig.5 blijkt dat aan het andere, rechter-einde de flenzen 8 binnenwaarts zijn verzet (8b) en wel over de materiaaldikte, zodat bij de scharnieren 5 (zie fig 6) de verzette delen 8b passend tussen de flenzen 8 (in het bijzonder de vergrote delen 8a) van het aangrenzende staanderelement 4 reiken. Bij gestrekte staander 3 geeft het verlengde lijf 7a door aanligging tegen het lijf 7 van het aangrenzende element 4, extra stijfheid aan het scharnier 5. Bij geknikte scharnieren verschaft het vergrote deel 8a van de benen 8 van elk profiel 3 een extra weerstand tegen torderen in het scharnier 5,

In fig.5 en 6 is een centraal in elk staanderdeel 4 aangebracht gat 11 zichtbaar dat dient voor het doorlaten van een schroefbout 12 welke deel uitmaakt van het zwenkscharnier 6, waarmee staanderelementen 4 zijn bevestigd aan omtreksringen 9001 830 2 van een plateau 1. Een uitvoeringsvoorbeeld van het zwenk-scharnier 6 is afgebeeld in fig 7.

Uit fig.6, waarin drie staanderelementen 4 met geknikte scharnieren 5 zijn afgebeeld, blijkt dat voor het uit het platte vlak buigen van de drie afgebeelde elementen 4 teneinde de in fig. 2 en 3 weergegeven schroeflijnvorm van de staanders 4 mogelijk te maken, elk element 4 op de door de pijlen P aangegeven wijze tordeert,terwijl de op de scharnieren 5 aansluitende delen van de staanderelementen 4 in beginsel volgens het middenlangsvlak van elk scharnier 5 georiënteerd blijven.

Volgens fig.7 is elk zwenkscharnier 6 waarmee telkens een staanderelement 4 is verbonden met de omtreksrand 2 van een plateau 1, samengesteld uit twee delen 6A en 6B. In de afgebeelde uitvoeringsvorm is het deel 6A bestemd voor bevestiging aan een staanderelement 4 en het deel 6B voor bevestiging aan een omtreksrand 2.

Het deel 6A is in het algemeen schijfvormig en heeft aan de ene zijde twee uitsparingen 13 voor het passend daarin opnemen van de benen 8 van het U-profiel van een staanderelement 4. Aan de tegenoverliggende zijde is een glij-oppervlak 14 gevormd op een uitstekend deel 15. Het uitstekende deel 15 kan passend worden opgenomen binnen een ringrand 16 van het deel 6B, dat in samengestelde toestand van het zwenkscharnier 6 naar het deel 6A is toegekeerd, welke ringrand 16 het glij-oppervlak 17 van het deel 6B omgeeft. Naar binnen uitstekend van de ringrand 16 zijn twee aanslagnokken 18 afgebeeld, waarvan in hoofdzaak radiaal gerichte aanslagvlakken 18a kunnen samenwerken met zijvlakken 15a van het deel 6A teneinde de toegelaten zwenkhoek in elk scharnier 6 tot een gewenste waarde te beperken.

Voor verdere verbetering van de stabiliteit van het scharnier 6 zijn in fig.7 nog twee ribben 19 bij het deel 6A aangegeven waarvan de kopvlakken 19a zich op hetzelfde niveau bevinden als vlakken 20 ter weerszijden van het uitstekende deel 15. Bij samengesteld scharnier 6 strekt het uitstekende deel 15 van het scharnierdeel 6A zich uit binnen de ringrand 16 van het deel 6B, waarbij terwijl de respectieve glij-opper- vlakken 14 en 17 met elkaar in aanraking zijn terwijl de oppervlakken 19a en 20 van het deel 6Ά zich op geringe afstand van de ringrand 16 bevinden. Derhalve zullen op het zwenkscharnier 6 uitgeoefende kantelkrachten worden tegengewerkt door de dan met elkaar in aanraking komende oppervlakken 19a en 20 van het deel 6A en de tegenoverliggende zijde van de ringrand 16 van het deel 6B.

Het is duidelijk dat de uitvinding niet is beperkt tot het afgeheelde en besproken uitvoeringsvoorbeeld. Wezenlijk voor de uitvinding is dat het frame voor een stellage met boven elkaar gelegen plateau's is voorzien van staanders welke zijn samengesteld uit elementen die onderling en met plateauranden zijn verbonden en die elk zijn gevormd uit materiaal met een goede buigstijfheid en een geringe torsiestijfheid, zodat de stellage in de opgerichte gebruikstoestand stabiel is en in axiaal samengetrokken toestand de staanders zich in hoofdzaak volgens schroeflijnen om de plateau's kunnen uitstrekken.

Verder behoeven de plateau's niet, zoals afgeheeld, rond te zijn. Zij kunnen in beginsel elke gewenste omtreksvorm hebbe.

Claims (8)

1. Axiaal met een draaibeweging axiaal samentrekbaar frame, in het bijzonder geschikt voor uitstalstellingen met meerdere boven elkaar gelegen plateau's, welk frame staanders (3) omvat die omtreksranden (2) van boven elkaar gelegen plateau's (1) met elkaar verbinden, welke staanders (3) elk zijn samengesteld uit elementen (4) die tussen opeenvolgende plateau's (1) onderling scharnierend (5) zijn verbonden en die elk met een plateaurand (2) zijn verbonden door een zwenkscharnier (6) dat beperkte rotatie van het staanderelement (3) toelaat in een vlak dat in hoofdzaak aan de plateaurand (2) raakt.

2. Frame volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de staanderelementen (3) zijn gevormd uit profielmateriaal (7,8) dat een goede buigstijfheid, echter een geringe torsiestijfheid heeft.

3. Frame volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat bij de scharnierverbinding (5) tussen staanderelementen (4), van het betreffende einde van het eerste element de flenzen (8) van het profiel over de materiaaldikte binnenwaarts zijn verzet (8b), zodat zij bij gestrekt scharnier passend tussen de flenzen (8) van het tweede profiel reiken.

4. Frame volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat van het tweede profiel het lijf (7) is verlengd (7a) zodat dit bij gestrekt scharnier (5) tegen de buitenzijde van het eerste profiel rust.

5. Frame volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het zwenkscharnier (6) waarmee elk staanderelement met de rand (2) van een plateau (1) is verbonden en dat beperkte rotatie van het staanderelement (4) toelaat in een vlak dat in hoofdzaak aan de plateaurand (2) raakt, is uitge voerd met twee kunststofdelen (6A,6B), de ene (6B) bestemd voor bevestiging aan een plateaurand (2) en de andere (6A) voor bevestiging aan een staanderelement (4), welke kunststofdelen (6A,B) in oppervlaktecontact met elkaar, begrensd door aangevormde aanslagdelen (18), relatief roteerbaar zijn.

6. Frame volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het deel (6A) dat bestemd is voor bevestiging aan een in doorsnede U-vormig staanderelement (4), is uitgevoerd met een in hoofdzaak schijfvormig deel met in één zijde uitmondende evenwijdige uitsparingen (13) waar de flenzen (8) van het U-profiel van het staanderelement (4) passend in kunnen worden opgenomen, terwijl aan de tegenoverliggende zijde een glij-oppervlak (14) is gevormd dat in samengevoegde toestand aanligt tegen het glij-oppervlak (17) van het andere, aan de plateaurand (2) te bevestigen deel.

7. Frame volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de glij-oppervlakken (14,17) van de zwenkscharnierdelen (6A,B) op respectievelijk een uitstekend deel (15) en een verzonken deel zijn aangebracht, waarbij het verzonken glij-oppervlak (17) is omgeven door een ringrand (16), waarbinnen het genoemde uitstekende deel (15) met glijpassing kan worden opgenomen en waarbij de aanslag-begrenzende middelen worden gevormd door ten minste een radiale nok (18) die aan de binnenzijde van de ringrand (16) is gevormd.

8. Frame volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het zwenkscharnierdeel (6A) is voorzien van ribben (19) waarvan de kopvlakken (19a) zich op hetzelfde niveau bevinden als vlakken (20) ter weerszijden van het uitstekende deel (15), zodat bij samengesteld scharnier (6) het uitstekende deel (15) van het ene scharnierdeel (6A) zich uitstrekt binnen de ringrand (16) van het andere deel (6B), waarbij de respectieve glij-opper-vlakken (14) en (17) met elkaar in aanraking zijn en tevens de oppervlakken (19a) en (20) van het deel (6A) zich op geringe afstand van de ringrand (16) bevinden.