NL8700590A

NL8700590A - Samenvouwbare constructie.

Info

Publication number: NL8700590A
Application number: NL8700590A
Authority: NL
Original assignee: Hendrikus Michael Thimotheus T
Priority date: 1987-03-11
Filing date: 1987-03-11
Publication date: 1988-10-03
Also published as: GR3006433T3; EP0287130B1; JPS63242211A; EP0287130A1; DE3874186D1; US4816310A; ATE80016T1; CA1298054C; DE3874186T2; ES2035236T3

Description

* NL 34.161-Vo/hp Ϋ

Samenvouwbare constructie

De uitvinding heeft betrekking op een samenvouwbare constructie, die beweegbaar is tussen een uitgeklapte en een samengeklapte stand.

Samenvouwbare constructies zijn in diverse vormge-5 vingen bekend, en bestaan in het algemeen uit tamelijk gecompliceerde stangensamenstellen. Deze bekende samenvouwbare constructies bezitten vaak als nadeel, dat ze weinig veelzijdig zijn.

De uitvinding beoogt een samenvouwbare constructie 10 van dit type te verschaffen, waarbij dit nadeel op eenvoudige, doch niettemin doeltreffende wijze wordt opgeheven.

Hiertoe wordt de samenvouwbare constructie volgens de uitvinding gekenmerkt door paren van telkens evenwijdige staanders en paren van deze staanders telkens schaarvormig 15 verbindende verbindingsstangen, waarbij de verbindingsstangen van elk paar verbindingsstangen in hun middens onderling ver-zwenkbaar zijn verbonden en met hun uiteinden verzwenkbaar zijn verbonden met de staanders van het corresponderende paar staanders, terwijl ten minste êên uiteinde van elke verbin-20 dingsstang tevens verschuifbaar is langs de corresponderende staander.

Door toepassing van de evenwijdige staanders en de zich tussen deze uitstrekkende verbindingsstangen, waardoor als het ware een schaarmechanisme wordt gevormd, is het moge-25 lijk, om aan de constructie diverse posities in de uitgeklapte stand te verlenen.

Hierbij kenmerkt een voorkeursuitvoeringsvorm van de samenvouwbare constructie volgens de uitvinding zich door zich in de uitgeklapte stand van de constructie boven elkaar 30 bevindende paren staanders, waarvan de afzonderlijke staanders telkens in eikaars verlengde zijn gelegen, waarbij de aangrenzende uiteinden van de staanders zodanig scharnierend zijn verbonden, dat de paren staanders zigzagvormig samen-vouwbaar zijn tot een stand, waarin de met hun uiteinden ver-35 bonden staanders zich evenwijdig naast en op korte afstand van elkaar uitstrekken.

Door variatie van het aantal zich boven elkaar bevindende paren staanders kan de totale hoogte van de con- 87X 0 ;·' : f -2- i structie op eenvoudige wijze worden gevarieerd. Verder wordt door de zigzagvormige samenvouwbaarheid van deze boven elkaar gelegen paren staanders in de samengeklapte stand van de constructie een klein handzaam pakket verkregen.

5 Een verdere, met voordeel toe te passen, uitvoe ringsvorm van de samenvouwbare constructie volgens de uitvinding is gekenmerkt door zich in de uitgeklapte stand van de constructie naast elkaar bevindende paren staanders, waarbij telkens één staander van het ene paar staanders zodanig 10 scharnierend met de aangrenzende staander van een daarnaast gelegen paar staanders is verbonden, dat de hoek tussen de vlakken door deze aangrenzende paren staanders, in de uitgeklapte stand van de constructie, vrij instelbaar is.

Door het variëren van de hoek tussen de vlakken 15 door de aangrenzende paren staanders is het mogelijk, om de vorm van de uitgeklapte constructie op eenvoudige wijze te variëren. Hierbij kan de constructie zodanig worden geplaatst, dat de basis hiervan diverse geometrische figuren vormt, zoals driehoeken, vierkanten, veelhoeken of gedeelten 20 daarvan.

Een handige uitvoeringsvorm van de samenvouwbare constructie volgens de uitvinding bezit als kenmerk, dat de staanders ter plaatse van hun uiteinden zijn voorzien van scharnierdelen, die zowel de samenvouwbaarheid van de, in de 25 uitgeklapte stand van de constructie, in eikaars verlengde gelegen staanders, alsmede de instelbaarheid van de naast elkaar gelegen staanders mogelijk maken.

Hierbij is het verder van voordeel, wanneer elk scharnierdeel een horizontale en verticale scharnieras bezit, 30 die beide althans nagenoeg evenwijdig aan het vlak van het betreffende paar staanders verlopen, waarbij de horizontale scharnieras via een scharnierlip is verbonden met de horizontale scharnieras van het corresponderende scharnierdeel van een daarboven of daarbeneden gelegen staander, terwijl de 35 verticale scharnieras via een scharnierlip is verbonden met de verticale scharnieras van het corresponderende scharnierdeel van een aangrenzende staander van een daarnaast gelegen paar staanders.

Op deze wijze wordt zowel de samenvouwbaarheid van 40 de, in de uitgeklapte stand van de constructie, in eikaars & ? p f··· r r> ft K} i \: \i 1.: l* ί -3- verlengde gelegen staanders, alsmede de instelbaarheid van de naast elkaar gelegen staanders van aangrenzende paren staanders eenvoudig bereikt. Hierbij belemmeren de scharnierlippen, die de verticale scharnierassen van aangrenzende schar-5 nierdelen verbinden geenszins de scharnierbeweging van de scharnierlippen, die de horizontale assen van aangrenzende scharnierdelen verbinden en omgekeerd.

Verder is het gunstig, wanneer de staanders een hol open profiel bezitten, waarbij de geopende zijden van de 10 staanders van een paar staanders naar elkaar zijn toegekeerd, terwijl de verbindingspunten tussen de staanders en de ver-bindingsstangen binnen dit open profiel zijn gelegen.

Hierdoor zijn de verbindingsstangen in de samengeklapte stand van de constructie, of wanneer slechts een ge-15 deelte van de constructie is samengevouwen, aan het oog onttrokken, waardoor de samenvouwbare constructie een esthetisch uiterlijk bezit.

Wanneer tenslotte beide uiteinden van elke verbin-dingsstang verschuifbaar zijn langs de corresponderende 20 staander, welke staander twee aanslagen bezit voor het vastleggen van de stand van de verbindingsstangen in de uitgeklapte stand van de constructie, kan in de uitgeklapte stand van de constructie een zeer stabiele plaatsing hiervan worden verkregen.

25 De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld van de samenvouwbare constructie volgens de uitvinding is weergegeven.

Fig. 1 toont een vooraanzicht van een gedeelte van 30 een constructie volgens de uitvinding in de uitgeklapte stand;

Fig. 2 toont een vooraanzicht van de constructie volgens fig. 1 in een gedeeltelijk samengeklapte stand;

Fig. 3 is een doorsnede volgens de lijn III-III in fig. 1, op grotere schaal weergegeven; 35 Fig. 4 en 5 illustreren een gedeelte van de samen- vouwbeweging bij een constructie volgens de uitvinding, en

Fig. 6 en 7 tonen een detail van de constructie volgens de uitvinding tijdens de samenvouwbeweging volgens fig. 4 en 5.

40 De in fig. 1 zichtbare samenvouwbare constructie, 6 ' - ' ' f».

i -4- ï die zich in een uitgeklapte stand bevindt, bezit een groot aantal paren van telkens evenwijdige staanders 1, 2; 3, 4; 5, 6; 7, 8, en paren van deze staanders 1, 2; 3, 4; 5, 6; 7, 8 telkens schaarvormig verbindende verbindingsstangen 9, 10 5 respectievelijk 11, 12 respectievelijk 13, 14 respectievelijk 15, 16. Het aantal evenwijdige staanders en het aantal ver-bindingsstangen hangt af van de totale afmeting van de constructie, en kan vrij worden gekozen.

De verbindingsstangen, zoals de verbindingsstangen 10 9 en 10, zijn telkens in hun middens onderling verzwenkbaar verbonden ter plaatse van een scharnierpunt 17. Dit scharnierpunt 17 kan op diverse wijzen zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld zodanig, dat de verbindingsstangen in een bepaalde onderlinge hoekrelatie losneembaar zijn.

15 De uiteinden van de verbindingsstangen 9-16 zijn verzwenkbaar verbonden met de staanders van het telkens corresponderende paar staanders 1-8. In de getoonde uitvoeringsvorm volgens fig. 1 zijn de uiteinden van de verbindingsstangen 9-16 verzwenkbaar bevestigd in schuifblokken 18, zoals is 20 aangeduid bij het verbindingsstangenpaar 9, 10, welke schuifblokken 18 verschuifbaar zijn langs geleidingen in de staanders. Deze geleidingen worden nader toegelicht bij de bespreking van fig. 3.

Voor het verkrijgen van een samenvouwbaarheid van 25 de getoonde constructie is het noodzakelijk, dat tenminste één uiteinde van elke verbindingsstang 9-16 verschuifbaar is langs de corresponderende staander 1-8, dit in tegenstelling tot de getoonde uitvoeringsvorm, waarbij beide uiteinden van elke verbindingsstang 9-16 verschuifbaar zijn langs de cor-30 responderende staanders 1-8.

Voor het vastleggen van de stand van de verbindingsstangen 9-16 in de uitgeklapte stand van de constructie is elke staander 1-8 voorzien van, in fig. 1 slechts schematisch weergegeven, aanslagen 19.

35 Tijdens het samenvouwen van de constructie vanuit de in fig. 1 getoonde uitgeklapte stand naar de in fig. 2 getoonde gedeeltelijk samengeklapte stand schuiven de uiteinden van de verbindingsstangen 9—16 samen hun schuifblokken 18 in van elkaar afgekeerde richtingen langs de staanders 1-8, tot-40 dat de in fig. 2 getoonde stand wordt bereikt. Zoals aan de ?' 7:/ 0 59 0 -5- / hand van fig. 3 zal blijken, bezitten de staanders 1-8 een hol open profiel, waarbij de geopende zijden van de staanders 1-8 van een paar staanders 1, 2; 3, 4; 5, 6; 7, 8 naar elkaar zijn toegekeerd, terwijl de verbindingspunten tussen de in de 5 staanders 1-8 opgenomen schuifblokken 18 en de verbindings-stangen 9-16 binnen dit open profiel zijn gelegen. Hierdoor is het mogelijk, dat de verbindingsstangen 9-16 in de in fig.

2 getoonde stand niet langer zichtbaar zijn, en dat de staanders van een zelfde paar staanders tegen elkaar aanliggen.

10 Hierdoor wordt een compacte samengeklapte stand verkregen.

Zoals zichtbaar is in fig. 1 bezit de constructie in de uitgeklapte stand een aantal naast elkaar gelegen paren staanders, zoals de paren 1, 2 en 3, 4 of de paren 5, 6 en 7, 8. Hierbij is telkens een staander van het ene paar staanders 15 scharnierend verbonden met de aangrenzende staander van een daarnaast gelegen paar staanders. Zo is staander 2 scharnierend verbonden met staander 3, terwijl staander 6 scharnierend is verbonden met staander 7.

Teneinde de genoemde scharnierende verbinding te 20 verkrijgen, zijn de staanders 1-8 ter plaatse van hun uiteinden voorzien van scharnierdelen 20. De scharnierdelen 20 van aangrenzende staanders 2 en 3 of 6 en 7 zijn onderling via een horizontale scharnierlip met elkaar verbonden. Hierbij is elke horizontale scharnierlip 21 telkens met elk van zijn 25 uiteinden roteerbaar om een verticale scharnieras van elk der scharnierdelen 20 in deze scharnierdelen 20 bevestigd. In fig. 3 zijn deze verticale scharnierassen 22, en de deze scharnierassen 22 verbindende scharnierlip 21 duidelijk weergegeven .

30 Verder bezitten de aangrenzende staanders 2 en 3 of 6 en 7 samenwerkende vertandingen 23, waardoor slechts een rollende onderlinge beweging van beide staanders 2 en 3 of 6 en 7 ten opzichte van elkaar mogelijk is. Op deze wijze wordt bereikt, dat de hoek tussen de vlakken door de aangrenzende 35 paren staanders, zoals de paren 1, 2 en 3, 4 of 5, 6 en 7, 8, in de uitgeklapte stand van de constructie vrij instelbaar is. Opgemerkt wordt, dat de vertanding 23 bij de constructie volgens fig. 1 is aangebracht op de scharnierdelen 20. Het is echter tevens mogelijk, dat deze vertanding op de staanders 40 zelf is aangebracht.

? ' - \ : Tv -6- i ;

In fig. 3 is de onderlinge samenwerking van de ver-tanding 23 op twee aangrenzende scharnierdelen nogmaals duidelijk geïllustreerd. Tijdens het uitvoeren van een rollende onderlinge beweging van de scharnierdelen of de daarmee ver-5 bonden staanders roteren deze om de verticale scharnierassen 22, zodat de onderlinge hoek wordt veranderd.

Daarnaast toont fig. 3 een schuifblok 18, dat door geleidingen 24 wordt geleid. In het schuifblok 18 is een ver-bindingsstang 14 met zijn uiteinde verzwenkbaar aangebracht. 10 Tevens is duidelijk zichtbaar, dat de staanders een hol open profiel bezitten, zodat de verbindingsstangen in de samengeklapte stand van de constructie volledig binnen de staanders kunnen worden opgenomen.

Zoals blijkt uit fig. 1, bezit de getoonde con-15 structie verder zich in de uitgeklapte stand van de constructie boven elkaar bevindende paren staanders, zoals de paren 1, 2 en 5, 6 of 3, 4 en 7, 8, waarvan de afzonderlijke staanders telkens in eikaars verlengde zijn gelegen. De aangrenzende uiteinden van de staanders, in dit geval de scharnier-20 delen 20, zijn hierbij zodanig scharnierend verbonden, dat de paren staanders zigzagvormig samenvouwbaar zijn tot een stand, waarin de met hun uiteinden verbonden staanders zich evenwijdig naast en op korte afstand van elkaar uitstrekken. Dit is aan de hand van de fig. 4 en 5 schematisch weergegeven 25 voor drie staanders 26, 27 en 28. De staander 26 is voorzien van een horizontale scharnieras 29, terwijl de staander 27 horizontale scharnierassen 30 en 31 bezit en de-staander 28 tenslotte een horizontale scharnieras 32 bezit. De scharnierassen 29 en 30 van de staanders 26 respectievelijk 27 liggen 30 tegenover elkaar, en zijn verbonden door een verticale schar-nierlip 33. Evenzo zijn de horizontale scharnierassen 31 en 32 van de staanders 27 respectievelijk 28 onderling verbonden door een verticale scharnierlip 34. (Opgemerkt wordt, dat de scharnierlippen 33 en 34 in feite niet zijn aangebracht in de 35 staanders 26-28, doch in scharnierdelen, die ter plaatse van de uiteinden van deze staanders zijn aangebracht. Voor de beschreven vouwbeweging maakt dit echter geen verschil uit.) De scharnierassen 29 en 30 respectievelijk 31 en 32 zijn ten opzichte van de hartlijn van de betreffende staanders 26-28 40 zijdelings versprongen, zodat het samenvouwen van deze staan- fc ï f 0 5 9 0 -7- ί ders zonder meer mogelijk is. Door het afwisselend naar de ene zijde en naar de andere zijde verspringen van deze paren scharnierassen kunnen de staanders 26-28 op de, in fig. 5 getoonde wijze zigzagvormig worden saraengevouwen.

5 In fig. 6 en fig. 7 zijn twee staanders 35, 36 weergegeven, die ter plaatse van hun aangrenzende uiteinden zijn voorzien van scharnierdelen 37, 38. Via horizontale scharnierassen 41, 42 is tussen beide scharnierdelen 37, 38 een scharnierlip 39 aangebracht, waardoor een beweging van de 10 staander 35 ten opzichte van de staander 36 zoals weergegeven door de gestippelde pijl, mogelijk is. Hierbij wordt de in fig. 7 getoonde uitgeklapte stand van de constructie bereikt.

Zoals duidelijk blijkt uit de fig. 6 en 7 bezit de scharnierlip 39 een zodanige vorm, dat deze tevens als cen-15 treerorgaan voor de staanders 35, 36 (of de scharnierdelen 37, 38) dient. Door de corresponderende uitsparingen in de scharnierlip 39 en de uitsteeksels van de scharnierdelen 37, 38 wordt de in fig. 7 getoonde stand op effectieve wijze gehandhaafd.

20 De samenvouwbare constructie volgens de uitvinding kan op eenvoudige wijze worden uitgeklapt en samengeklapt, waarbij enerzijds in de uitgeklapte stand een constructie wordt verkregen, die zeer veelzijdig is, doordat de paren staanders telkens ten opzichte van elkaar verzwenkbaar zijn 25 via de horizontale scharnierlippen, terwijl anderzijds in de samengeklapte stand van de constructie een klein en handzaam geheel wordt verkregen.

De constructie kan in de gekoppelde stand worden gebruikt voor het dragen van panelen, zoals fotopanelen of 3Q dergelijke.

De uitvinding is niet beperkt tot de in het voorgaande beschreven uitvoeringsvorm, die binnen het kader der uitvinding op velerlei wijzen kan worden gevarieerd.

f; C :· C> n

Claims

1. Samenvouwbare constructie, die beweegbaar is tussen een uitgeklapte en een samengeklapte stand, gekenmerkt door paren van telkens evenwijdige staanders en paren van deze staanders telkens schaarvormig verbindende 5 verbindingsstangen, waarbij de verbindingsstangen van elk paar verbindingsstangen in hun middens onderling verzwenkbaar zijn verbonden en met hun uiteinden verzwenkbaar zijn verbonden met de staanders van het corresponderende paar staanders, terwijl ten minste een uiteinde van elke verbindingsstang te- 10 vens verschuifbaar is langs de corresponderende staander.

2. Samenvouwbare constructie volgens coclusie 1, gekenmerkt door zich in de uitgeklapte stand van de constructie boven elkaar bevindende paren staanders, waarvan de afzonderlijke staanders telkens in eikaars verlengde zijn 15 gelegen, waarbij de aangrenzende uiteinden van de staanders zodanig scharnierend zijn verbonden, dat de paren staanders zigzagvormig samenvouwbaar zijn tot een stand, waarin de met hun uiteinden verbonden staanders zich evenwijdig naast en op korte afstand van elkaar uitstrekken.

3. Samenvouwbare constructie volgens conclusie 1 of 2, gekenmerkt door zich in de uitgeklapte stand van de constructie naast elkaar bevindende paren staanders, waarbij telkens een staander van het ene paar staanders zodanig scharnierend met de aangrenzende staander van een daar- 25 naast gelegen paar staanders is verbonden, dat de hoek tussen de vlakken door deze aangrenzende paren staanders, in de uitgeklapte stand van de constructie, vrij instelbaar is.

4. Samenvouwbare constructie volgens coclusie 3, met het kenmerk, dat de aangrenzende staanders 30 van naast elkaar gelegen paren staanders zijn voorzien van samenwerkende vertandingen, die slechts een rollende onderlinge beweging van beide staanders ten opzichte van elkaar mogelijk maken.

5. Samenvouwbare constructie volgens conclusie 2, 35 èn concclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat de staanders ter plaatse van hun uiteinden zijn voorzien van scharnierdelen, die zowel de samenvouwbaarheid van de, in de 6. f: f i ^ o n V v v v. v -9- f uitgeklapte stand van de constructie, in eikaars verlengde gelegen staanders, alsmede de instelbaarheid van de naast elkaar gelegen staanders mogelijk maken.

6. Samenvouwbare constructie volgens conclusie 5, 5. e t het kenmerk, dat elk scharnierdeel een horizontale en verticale scharnieras bezit, die beide althans nagenoeg evenwijdig aan het vlak van het betreffende paar staanders verlopen, waarbij de horizontale scharnieras via een scharnierlip is verbonden met de horizontale scharnieras 10 van het corresponderende scharnierdeel van een daarboven of daarbeneden gelegen staander, terwijl de verticale scharnieras via een scharnierlip is verbonden met de verticale scharnieras van het corresponderende scharnierdeel van een aangrenzende staander van een daarnaast gelegen paar staanders.

7. Samenvouwbare constructie volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de scharnierlippen tussen de horizontale scharnierassen tevens als centreerorganen voor de staanders dienen.

8. Samenvouwbare constructie volgens conclusie 4, 20 èn een der conclusies 5^7, met het kenmerk, dat de vertandingen zijn aangebracht op de scharnierdelen.

9. Samenvouwbare constructie volgens een der conclusies 1-8, met het kenmerk, dat de staanders een hol open profiel bezitten, waarbij de geopende zijden van 25 de staanders van een paar staanders naar elkaar zijn toegekeerd, terwijl de verbindingspunten tussen de staanders en de verbindingsstangen binnen dit open profiel zijn gelegen.

10. Samenvouwbare constructie volgens een der conclusies 1-9, met het kenmerk, dat de beide uit-30 einden van elke verbindingsstang verschuifbaar zijn langs de corresponderende staander, welke staander twee aanslagen bezit voor het vastleggen van de stand van de verbindingsstangen in de uitgeklapte stand van de constructie. f"" - e.