BE1010646A3 - Plooikist. - Google Patents

Plooikist. Download PDF

Info

Publication number
BE1010646A3
BE1010646A3 BE9600804A BE9600804A BE1010646A3 BE 1010646 A3 BE1010646 A3 BE 1010646A3 BE 9600804 A BE9600804 A BE 9600804A BE 9600804 A BE9600804 A BE 9600804A BE 1010646 A3 BE1010646 A3 BE 1010646A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
walls
folding box
box according
upright
edge
Prior art date
Application number
BE9600804A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Overpelt Plascobel Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Overpelt Plascobel Nv filed Critical Overpelt Plascobel Nv
Priority to BE9600804A priority Critical patent/BE1010646A3/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1010646A3 publication Critical patent/BE1010646A3/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D11/00Containers having bodies formed by interconnecting or uniting two or more rigid, or substantially rigid, components made wholly or mainly of plastics material
    • B65D11/18Containers having bodies formed by interconnecting or uniting two or more rigid, or substantially rigid, components made wholly or mainly of plastics material collapsible, i.e. with walls hinged together or detachably connected
    • B65D11/1833Containers having bodies formed by interconnecting or uniting two or more rigid, or substantially rigid, components made wholly or mainly of plastics material collapsible, i.e. with walls hinged together or detachably connected whereby all side walls are hingedly connected to the base panel

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een plooitkist met een rechthoekige bodem (1) en ten opzichte van deze bodem (1) scharnierende wanden (2 en 5), tussen een opgerichte stand, nagenoeg loodrecht op de bodem (1) en een neergeklapte stand, nagenoeg evenwijdig aan deze laatste, waarbij ten minste aan twee tegenoverliggende zijden op het bovenvalk van genoemde bodem (1) een vaste opstaande rand(6,7) voorzien is waarop de overeenkomstige wanden (2 tot 5) scharnierend bevestigd zijn, met het kenmerk dat desbetreffende overeenkomstige wanden (2 tot 5) gemonteerd zijn op genoemde opstaande rand (6,7) bij middel van ten opzichte van deze laatste minstens gedeeltelijk verzonken scharnieren (8) en dit op een zodanige manier dat, in genoemde neergeklapte stand, de wanden (2 tot 5) zich aan de binnenzijde van de opstaande rand (6,7), naast deze laatste, uitstrekken.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  PLOOIKIST 
De uitvinding heeft betrekking op een plooikist met een rechthoekige bodem en ten opzichte van deze bodem scharnierende wanden, tussen een opgerichte stand, nagenoeg loodrecht op de bodem en een neergeklapte stand, nagenoeg evenwijdig aan deze laatste, waarbij ten minste aan twee tegenoverliggende zijden op het bovenvlak van genoemde bodem een vaste opstaande rand voorzien is waarop de overeenkomstige wanden scharnierend bevestigd zijn. 



   Het betreft hier meer bepaald een plooikist die gebruikt kan worden voor het stockeren en transporteren van groenten en/of fruit. 



   De bekende plooikisten van dit type vertonen meestal een relatief zwakke constructie. Aldus is de bevestiging van de scharnierende wanden   t. o. v.   de bodem meestal zodanig dat het praktisch niet mogelijk is deze bodem te verstevigen. Deze scharnierende bevestiging is bovendien relatief kwetsbaar en kan vooral problemen stellen bij het openen en dichtklappen van de plooikist. 



   Dit alles heeft tot gevolg dat deze bekende plooikisten in gevulde toestand slechts tot op een zeer beperkte hoogte op elkaar gestapeld kunnen worden zonder dat zich vervormingen van de wanden ervan voordoen die als gevolg kunnen hebben dat deze naar buiten uitknikken en aldus beschadigd worden. 



   Dergelijke plooikisten hebben dan ook slechts een korte levensduur. 



   De uitvinding heeft hoofdzakelijk tot doel een plooikist voor te stellen die, wat betreft stevigheid, vergelijkbaar is met de bestaande kisten met vaste wanden. 



   Tot dit doel zijn, in de plooikist volgens de uitvinding, genoemde wanden gemonteerd op de opstaande randen bij middel van ten opzichte van deze laatste minstens gedeeltelijk verzonken scharnieren en dit op een 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 zodanige manier dat, in genoemde neergeklapte stand, de wanden zich aan de buitenzijde van de opstaande randen, naast deze laatste uitstrekken. 



   Doelmatig strekt genoemde opstaande rand zich doorlopend uit langs de vier zijden van de bodem. 



   Bij bepaalde bekende plooikisten worden de wanden bij middel van zogenoemde buigelementen met de bodem scharnierend verbonden. In een dergelijke plooikist, welke zoals gebruikelijk uit kunststof door spuitgieten vervaardigd wordt, bestaan de bodem, de buigelementen en de wanden uit   een   stuk. Meer bepaald worden de buigelementen gevormd door dunne stroken kunststof die zeer kwetsbaar zijn bij het stapelen, laden en lossen van dergelijke plooikisten. Bovendien worden deze eveneens gemakkelijk beschadigd wanneer zandkorrels, steentjes   e. d.   er tussen geklemd raken. Door het feit dat deze bestaande plooikisten uit   een   stuk vervaardigd zijn is het niet mogelijk eventueel beschadigde wanden te vervangen. Dit is dan ook de reden waarom deze slechts een korte levensduur heeft. 



   Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt eveneens aan deze nadelen verholpen door het feit dat, in de plooikist volgens de uitvinding, genoemde scharnieren elk twee afzonderlijke delen bevatten met name een scharnieras en een scharnierbus, waarbij   een   van deze delen vast is ten opzichte van genoemde bodem en het andere deel vast is ten opzichte van de overeenkomstige wand en dit zodanig dat deze laatste losneembaar ten opzichte van de bodem van de plooikist gemonteerd kan worden. 



   In een meer specifieke uitvoeringsvorm van de uitvinding bestaat tussen genoemde scharnieras en genoemde scharnierbus een zodanige speling dat de wanden, in de opgerichte stand, hoofdzakelijk steunen op minstens een gedeelte van de opstaande rand waarop deze scharnierend gemonteerd zijn en, op deze manier, de scharnieras minstens gedeeltelijk ontlast wordt. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 



   In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding zijn twee opeenvolgende wanden, in hun opgerichte stand, zijdelings losneembaar met elkaar verbonden op een zodanige manier dat deze een nagenoeg stijf geheel vormen en dit door gebruik te maken van zwaluwstaartverbindingen die toelaten de naar elkaar gerichte zijranden van twee opeenvolgende wanden, in hun opgerichte stand, tegen elkaar aan te spannen, wanneer op de wanden een druk uitgeoefend wordt. 



   Andere bijzonderheden en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hierna volgende beschrijving van een specifieke uitvoeringsvorm van een plooikist volgens de uitvinding. De beschrijving van deze uitvoeringsvorm wordt enkel als voorbeeld gegeven en beperkt de draagwijdte van de uitvinding niet. De hierbij gebruikte verwijzingscijfers hebben betrekking op de hierbij gevoegde figuren. 



   Figuur 1 is een algemeen perspectief aanzicht van de plooikist, volgens deze specifieke uitvoeringsvorm, in de volledig opengeklapte stand. 



   De figuren 2 tot 4 zijn gedeeltelijke perspectief aanzichten van deze uitvoeringsvorm, waarvan bepaalde wanden zich in een stand bevinden tussen de opgerichte en de neergeklapte stand. 



   Figuur 5 is een gedeeltelijk perspectief aanzicht van steeds dezelfde uitvoeringsvorm wanneer deze zich in volledig dichtgeklapte stand bevindt. 



   Figuur 6 is een perspectief aanzicht van een gedeelte van een losse wand van een plooikist volgens deze uitvoeringsvorm. 



   Figuur 7 is een zijaanzicht van een gedeelte van deze uitvoeringsvorm in opengeklapte stand. 



   Figuur 8 is een onderaanzicht van een gedeelte van de plooikist volgens deze specifieke uitvoeringsvorm. 



   Figuur 9 is een zijaanzicht van op elkaar gestapelde plooikisten, volgens deze specifieke uitvoeringsvorm, in dichtgeklapte toestand. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 



   Figuur 10 is een analoog aanzicht als dit van figuur 9 met op elkaar gestapelde plooikisten in opengeklapte toestand. 



   Figuur 11 is, op relatief grote schaal, een schematische vertikale doorsnede van een belangrijk onderdeel van de plooikist volgens deze specifieke uitvoeringsvorm. 



   In deze verschillende figuren hebben dezelfde verwijzingscijfers betrekking op dezelfde elementen. 



   Alhoewel de plooikist, volgens de uitvinding, vooral bestemd is voor het stockeren en transporteren van groenten en/of fruit kan deze, wegens haar stevigheid, voor zeer uiteenlopende toepassingen gebruikt worden. Deze plooikist wordt bij voorkeur uit thermoplastische kunststof, zoals polyethyleen of polypropyleen, door het toepassen van de spuitgiettechniek vervaardigd. 



   De plooikist, volgens de uitvinding, waarvan een specifieke uitvoeringsvorm in volledig ontplooide of opengeklapte toestand in perspectief in figuur 1 voorgesteld wordt, bevat een rechthoekige bodem 1 en ten opzichte van deze bodem scharnierende wanden, met name twee korte dwarswanden 2 en 3 en twee langswanden 4 en 5. 



   Onder ontplooide of opengeklapte stand wordt verstaan de gebruikstoestand van de plooikist, waarbij de wanden 2 tot 5 loodrecht op de bodem staan. Aldus zijn deze wanden 2 tot 5 scharnierend gemonteerd ten opzichte van de bodem   1,   tussen een opgerichte stand, nagenoeg loodrecht op de bodem   1,   zoals voorgesteld in figuur   1,   en een neergeklapte of dichtgeplooide stand, nagenoeg evenwijdig aan deze bodem   1,   zoals voorgesteld werd in figuur 5. 



   In de figuren 2 tot 4 worden de opeenvolgende tussenstanden voorgesteld bij de overgang van de volledig opengeplooide gebruiksstand, zoals in figuur   1,   en de volledig dichtgeplooide stand zoals voorgesteld in figuur 5. 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 



   Zoals achtereenvolgens blijkt uit de figuren 2 en 3 worden hier de beide dwarswanden 2 en 3 in hun neergeklapte stand, tegen de bodem 1 gebracht. Vervolgens, zoals blijkt uit figuur 4, worden, in deze uitvoeringsvorm, eerst de beide langswanden 4 en 5 tegen deze dwarswanden neergeklapt. 



   Voor de overgang van de dichtgeplooide of neergeklapte stand naar de ontplooide stand wordt uiteraard omgekeerd te werkgegaan. Zij duidelijkheidshalve nog vermeld dat de dwarswanden 2 en 3, alsook de langswanden 4 en 5, in hun opgerichte stand, zieh twee aan twee evenwijdig ten opzichte van elkaar uitstrekken. 



   Volgens de uitvinding zijn zowel de dwarswanden 2 en 3 als de langswanden 4 en 5 scharnierend gemonteerd op hun opstaande rand 6 en 7 bij middel van ten opzichte van deze laatste minstens gedeeltelijk verzonken scharnieren 8 en dit op een zodanige manier dat, in genoemde neergeklapte stand, de vier wanden 2 tot 5 zieh volledig aan de binnenzijde van de overeenkomstige opstaande rand 6 en 7, naast deze laatste, uitstrekken. 



   Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm, zoals deze die voorgesteld werd in bijgaande figuren, strekt de opstaande rand 6 en 7 zieh doorlopend uit langs de vier zijden van de bodem 1 en vormt deze aldus een belangrijke versteviging van deze bodem. 



   De hoogte van de opstaande rand 6, aan de zijde van de bodem 1 waar de dwarswanden 2 en 3 gemonteerd zijn stemt nagenoeg overeen met de dikte van deze dwarswanden 2 en 3, terwijl de hoogte h2 van de opstaande rand 7 aan de twee andere tegenoverliggende zijden van de bodem 1 overeenstemt met of enigszins groter is dan de som van de dikte van twee aangrenzende wanden,   t. t. z.   een dwarswand en een langswand, zodanig dat deze beide wanden op elkaar neergeklapt kunnen worden in een stand nagenoeg evenwijdig aan het bovenvlak 9 van de bodem 1. 



   Steeds in deze specifieke uitvoeringsvorm bestaan genoemde scharnieren 8 elk uit twee delen, een 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 scharnieras 10 en een scharnierbus 11, waarbij   een   van deze delen vast is ten opzichte van de bodem 1 en het andere deel vast is ten opzichte van de overeenkomstige wand 2,3, 4,5. 



   In deze specifieke uitvoeringsvorm, zoals op relatief grote schaal schematisch meer duidelijk voorgesteld in figuur 11, maakt de scharnierbus 11 deel uit van de opstaande rand 6 en 7 en bevindt deze zich in een in deze laatste zijdelings inspringende ligplaats 12 gezien vanaf de binnenzijde van de plooikist. 



   Verder zijn de scharnierbus 11 en de met deze laatste samenwerkende scharnieras 10 door een klikverbinding bij voorkeur losneembaar met elkaar verbonden. 



   Meer bepaald bevat de scharnierbus 11 een minstens gedeeltelijk kokervormige lager 13 waarin de scharnieras 10 draaibaar gemonteerd is. 



   Bovengenoemde klikverbinding wordt gevormd door een spleet 14 die in de lager 13 voorzien is en zich nagenoeg evenwijdig met de bodem 1 van de plooikist uitstrekt, waarbij de breedte van deze spleet 14 enigszins kleiner is dan de diameter van de scharnieras 10. De wand 15 van de lager 18 is enigszins verend en laat aldus toe de scharnieras 10 elastisch doorheen de spleet 14 in de lager 13 te drukken en draaibaar vast te houden. 



   Zoals ondermeer duidelijk blijkt uit figuur 6, die een afzonderlijke dwarswand 2 of 3 voorstelt, wordt de scharnieras niet alleen met zijn vrije uiteinden door middel van twee   eindflenzen   32 aan de onderrand van de wanden opgehangen, maar wordt in het midden van de as een bijkomende ondersteuning 33 voorzien. 



   Ook is tussen de scharnieras 10 en de binnenzijde van de lager 13 van de scharnierbus 11 een zodanige speling, dat de wanden 2 tot 5, in hun opgerichte stand, zoals voorgesteld werd in figuur   1,   hoofdzakelijk steunen op de overeenkomstige opstaande rand 6 en 7, waarop deze scharnierend gemonteerd zijn, en dit zodanig dat de 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 scharnieras 10 minstens gedeeltelijk ontlast wordt wanneer bijvoorbeeld een drukkracht op de wand uitgeoefend wordt loodrecht op de bodem. 



   Hiertoe bevinden de ligplaatsen 12   vÎÎr   de scharnierbussen 11 zich aan de binnenzijde van de opstaande rand 6 en 7 ten opzichte van de omtrek van de bodem 1, waarbij de bovenkant 16 van de opstaande rand 6 en 7 een aanslag vormt voor de wanden 2 tot 5 bij het openklappen van deze laatste in hun opgerichte stand, zodanig dat vermeden wordt dat de wanden 2 tot 5 bij dit openklappen over een hoek groter dan 900 met de bodem zouden draaien rond genoemde scharnieras tussen hun neergeklapte en opgerichte stand. 



   Twee opeenvolgende wanden, bijvoorbeeld de dwarswand 2 en de tegen deze laatste aansluitende langswanden 4 en 5 zijn, in hun opgerichte stand, zijdelings losneembaar met elkaar verbonden op een zodanige manier dat deze een nagenoeg stijf geheel vormen. 



   Aldus worden twee opeenvolgende wanden bijvoorbeeld de dwarswand 2 met de langswand 4, zoals meer in detail voorgesteld werd in figuur 7, in hun opgerichte stand, aan hun naar elkaar gerichte zijranden, respectievelijk 17 en 18, in de nabijheid van de vrije bovenrand 19 van deze wanden 2 en 4 en eveneens nagenoeg ter hoogte van het midden van deze zijranden 17 en 18 voorzien van verbindingsorganen 20 die toelaten deze zijranden 17 en 18 losneembaar met elkaar te verenigen. 



   Zoals duidelijk blijkt uit de figuren 1 tot 4 zijn de zijranden 17 van de langswanden naar binnen omgebogen over een hoek van 900 zodanig dat de eindvlakken van deze randen zieh loodrecht uitstrekken op de dwarswanden wanneer de plooibak zieh in opengeklapte stand bevindt en aldus perfect kan aansluiten tegen het eindvlak van de aangrenzende zijrand 18 van de dwarswanden 2 en 3. 



   Bij de langswanden 4 en 5 strekken de eindvlakken van de zijranden 17 zieh dus in een vlak uit dat evenwijdig is aan de langswanden zelf, terwijl bij de 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 dwarswanden 2 en 3 deze eindvlakken zieh loodrecht op het vlak van deze laatste uitstrekken, zoals ondermeer duidelijk is uit figuur 6 die de helft van een dergelijke dwarswand afzonderlijk voorstelt. 



   In de in bijgaande figuren voorgestelde specifieke uitvoeringsvorm van een plooikist volgens de uitvinding worden de verbindingsorganen gevormd door een zwaluwstaartverbinding waarbij het tapsgedeelte 21 ervan voorzien is op de haaks omgebogen langsrand 17 van de langswanden 4 en 5, terwijl de overeenkomstige uitsparing 22 voorzien is in de zijranden 18 van de dwarswanden 2 en 3. 



   Zoals   o. m.   duidelijk is op figuur 7 vertoont het tapsgedeelte 21 zijdelingse uitsteeksels 23 die zieh evenwijdig aan de eindvlakken van de zijrand 17 van de langswanden 4 en 5 uitstrekken, en die grijpen in overeenkomstige holtes 23 in de uitsparingen 22 van de zijranden 18 van de dwarswanden 2 en 3. 



   Een belangrijk voordeel van deze zwaluwstaartverbindingen is dat wanneer een vertikale belasting op de bovenrand 9 van de wanden 2 tot 5 van de plooikist uitgeoefend wordt, de aangrenzende langsranden 17 en 18 automatisch tegen elkaar zullen aangespannen worden, zodanig dat een zeer stevig en onvervormbaar geheel verkregen wordt dat vergelijkbaar is met analoge kisten met vaste wanden. 



   Op een zelfde manier als dit het geval is voor de langswanden, zijn de vrije uiteinden 24 van de opstaande rand 7 waarop de langswanden 4 en 5 scharnierend gemonteerd zijn, haaks naar binnen omgebogen ter hoogte van de hoeken van de bodem 1 zodanig dat in de opgerichte stand van deze langswanden 4 en 5 de omgebogen zijranden 17 ervan eveneens rusten op deze vrije uiteinden 24. 



   Volgens de uitvinding wordt de stevigheid van deze specifieke uitvoeringsvorm van de plooikist, volgens de uitvinding, nog in de hand gewerkt door aan genoemde uiteinden 24 van de opstaande rand 7 en de hier tegen 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 aansluitend onderste uiteinde van de zijrand 18 van de dwarswanden 2 en 3 verankeringsmiddelen te voorzien, die toelaten het onderste uiteinde van de zijranden 18 van de dwarswanden 2 en 3 met de aangrenzende vrije uiteinden 24 van de opstaande rand 7 op een efficiente, maar losneembare manier, met elkaar te verbinden. 



   In desbetreffend geval bevatten deze verankeringsmiddelen een pen 25 die vast is op de buitenzijde van het onderste uiteinde van genoemde zijrand 18 en die, wanneer desbetreffende dwarswand 2 en 3 zieh in de opgerichte stand bevindt, dringt in een overkomstige uitsparing 26 van genoemd tegenoverliggend omgebogen uiteinde van de opstaande rand 7. 



   Ten einde toe te laten de dwarswanden 2,3 en de langswanden 4,5 op een correcte manier te positioneren ten opzichte van elkaar, in hun opgerichte stand, zijn op   een   van de tegenover elkaar gelegen zijranden 17 en 18 van twee opeenvolgende wanden nokken 27 voorzien die, wanneer deze wanden zieh in opgerichte stand bevinden, elastisch klikken in overeenkomstige uitsparingen 28 in de andere zijrand, zodanig dat genoemde opeenvolgende wanden in deze stand op een correcte manier losneembaar vastgezet worden in samenwerking met de hierboven reeds beschreven verbindingsorganen en verankeringsmiddelen. 



   In de voorgestelde uitvoeringsvorm bevinden de nokken 27 zieh enerzijds in de uitsparing 22 van de zwaluwstaart verbinding 20, in de nabijheid van de bovenrand 19 van de wanden, en is de overeenkomstige uitsparing 28 aangebracht in het tapsgedeelte 21 ervan. 



   Een tweede analoge nokverbinding 27,28 is voorzien tussen de beide zwaluwstaartverbindingen 20. 



   Een ander belangrijk kenmerk van desbetreffende uitvoeringsvorm van de plooikist volgens de uitvinding is dat minstens   n van twee opeenvolgende wanden, ter hoogte van de hoeken van de bodem, een verstevigingskolom 29 vertoont die zieh evenwijdig aan de zijranden 17 en 18 van deze wanden uitstrekt over volledige lengte van deze 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 zijranden. Aldus worden bij het aanbrengen van een vertikale belasting op de wanden 2 tot 5 in hun opgerichte stand de krachten hoofdzakelijk via deze verstevigingskolommen 29 naar de bodem   l overgebracht.   



   Aldus worden dan ook bij het op elkaar stapelen van dergelijke plooikisten, in opengeklapte stand, nagenoeg alle krachten via de opeenvolgende verstevigingskolommen 29 van de verschillende kisten naar het draagvlak overgebracht waarop deze rusten, zodanig dat geen vervormingen ontstaan in het vlak van de wanden 2 tot 5 van deze kisten. 



   Zoals voorgesteld werd in figuur 8 is aan de onderzijde van de bodem   1,   in de nabijheid van de omtrek van deze laatste, een nagenoeg doorlopende verstevigingsrib
30 voorzien die slechts plaatselijk onderbroken wordt door inkepingen 31 waarin de bovenrand 19 van een onderliggende plooikist in opengeklapte stand terecht komt van op elkaar geplaatste plooikisten. Daarbij kunnen nog bijkomende verstevigingsribben 34, verdeeld over de onderzijde van de bodemplaat   1,   de stijfheid van deze laatste bevorderen, zoals eveneens zichtbaar is op figuur 8. 



   De uitvinding is geenszins beperkt tot de hierboven beschreven en in bijgaande figuren voorgestelde uitvoeringsvorm van de plooikist volgens de uitvinding. 



   Aldus kunnen, binnen het raam van de uitvinding, meerdere varianten overwogen worden. Zo is het mogelijk de plooikist uit polyamide, polycarbonaat of polypropyleen te vervaardigen. Een plooikist uit polyamide of polycarbonaat is duurder maar biedt de mogelijkheid om deze te steriliseren. Verder is het mogelijk de plooikist te vervaardigen uit welbekende metaallegeringen, bijvoorbeeld op basis van aluminium, die zieh tot spuitgieten lenen. Ook is de uitvinding niet beperkt tot een plooikist met een rechthoekvormige bodem met twee korte en twee lange zijden, maar kan deze bijvoorbeeld vierkantig zijn. Evenzeer kunnen de scharnierassen deel uitmaken van de bodem terwijl de scharnierbussen dan vast zouden zijn op dwars- en langswanden.

Claims (18)

  1. CONCLUSIES 1. Plooikist met een rechthoekige bodem (1) en ten opzichte van deze bodem (1) scharnierende wanden (2 tot 5), tussen een opgerichte stand, nagenoeg loodrecht op de bodem (1) en een neergeklapte stand, nagenoeg evenwijdig aan deze laatste, waarbij ten minste aan twee tegenoverliggende zijden op het bovenvlak van genoemde bodem (1) een vaste opstaande rand (6, 7) voorzien is waarop de overeenkomstige wanden (2 tot 5) scharnierend bevestigd zijn, met het kenmerk dat desbetreffende overeenkomstige wanden (2 tot 5) gemonteerd zijn op genoemde opstaande rand (6, 7) bij middel van ten opzichte van deze laatste minstens gedeeltelijk verzonken scharnieren (8) en dit op een zodanige manier dat, in genoemde neergeklapte stand, de wanden (2 tot 5)
    zieh aan de binnenzijde van de opstaande rand (6, 7), naast deze laatste, uitstrekken.
  2. 2. Plooikist volgens conclusie 1, met het kenmerk dat genoemde opstaande rand (6, 7) zieh doorlopend langs de vier zijden van de bodem (1) uitstrekt.
  3. 3. Plooikist volgens conclusie 2, met het kenmerk dat de hoogte van de opstaande rand (6, 7) aan twee tegenoverliggende zijden van de bodem (1) nagenoeg overeenstemt met de dikte van de aan deze zijden EMI11.1 scharnierend gemonteerde wanden (2, de hoogte van de opstaande rand (7) aan de twee andere tegenoverliggende zijden van de bodem (1) minstens overeenstemt met de som van de dikte van twee aangrenzende wanden (2, 4 of 3, 5), zodanig dat deze beide aangrenzende wanden (2 tot 5) op elkaar neergeklapt kunnen worden in een stand nagenoeg evenwijdig aan het bovenvlak van de bodem (1).
  4. 4. Plooikist volgens een van de conclusies 1 tot 3, met het kenmerk dat genoemde scharnieren (8) elk twee delen, een scharnieras (10) en een scharnierbus (11), bevatten, waarbij een van deze delen vast is ten opzichte <Desc/Clms Page number 12> van genoemde bodem (l) en het andere deel vast is ten opzichte van de overeenkomstige wand.
  5. 5. Plooikist volgens conclusie 4, met het kenmerk dat genoemde scharnierbus (11) deel uitmaakt van de opstaande rand (6, 7) en zieh uitstrekt in een in deze rand (6, 7) zijdelings inspringende ligplaats (12).
  6. 6. Plooikist volgens een van de conclusies 4 of 5, met het kenmerk dat genoemde scharnierbus (11) en de met deze laatste samenwerkende scharnieras (10) door middel van een klikverbinding met elkaar verbonden zijn.
  7. 7. Plooikist volgens conclusie 6, met het kenmerk dat genoemde scharnierbus (11) een minstens gedeeltelijk kokervormige lager (13) bevat waarin de scharnieras (10) draaibaar gemonteerd is, welke lager (13) een spleet (14) vertoont die nagenoeg evenwijdig is met genoemde bodem (1) en waarvan de breedte enigszins kleiner is dan de diameter van genoemde scharnieras (10), waarbij de wand (15) van de lager (13) enigszins verend is, ten einde toe te laten de scharnieras (10) elastisch doorheen genoemde spleet (14) in de lager (13) te drukken en in deze laatste draaibaar vast te houden.
  8. 8. Plooikist volgens een van de conclusies 4 tot 7, met het kenmerk dat tussen genoemde scharnieras (10) en genoemde scharnierbus (11) een zodanige speling bestaat dat de wanden (2 tot 5), in de opgerichte stand, hoofdzakelijk steunen op minstens een gedeelte van de opstaande rand (6, 7) waarop deze scharnierend gemonteerd zijn en, op deze manier, de scharnieras (10) minstens gedeeltelijk ontlast wordt.
  9. 9. Plooikist volgens een van de conclusies 4 tot 8, met het kenmerk dat de scharnieren (8) zich uitstrekken aan de binnenzijde van de opstaande rand (6, 7) ten opzichte van de omtrek van de bodem (1) en een aanslag vormen voor de wanden (2 tot 5) bij het openklappen van deze laatste in hun opgerichte stand, zodanig dat vermeden wordt dat de wanden (2 tot 5) bij dit openklappen over een hoek groter <Desc/Clms Page number 13> dan 90 met de bodem (1) zouden draaien rond de scharnieras (10) tussen hun neergeklapte en opgerichte stand.
  10. 10. Plooikist volgens een van de conclusies 1 tot 9, met het kenmerk dat twee opeenvolgende wanden (2 tot 5), in hun opgerichte stand, zijdelings losneembaar met elkaar verbonden zijn op een zodanige manier dat deze een nagenoeg stijf geheel vormen.
  11. 11. Plooikist volgens conclusie 10, met het kenmerk dat twee opeenvolgende wanden (2 tot 5), in hun opgerichte stand, aan hun naar elkaar gerichte zijranden (17,18), minstens in de nabijheid van de vrije bovenrand (19) van deze wanden (2 tot 5) en nagenoeg ter hoogte van het midden van deze zijranden (17,18), voorzien zijn van verbindingsorganen (20) die toelaten deze zijranden (6, 7) (6, 7) en losneembaar met elkaar te verenigen.
  12. 12. Plooikist volgens conclusie 11, met het kenmerk dat verankeringsmiddelen (25,26) voorzien zijn in de nabijheid van de hoeken van de bodem 1, tussen een zich op deze plaats omgebogen uiteinde (24) van de hoogste opstaande rand (7) en het onderste uiteinde van de zijrand (18) van de wand (2, 3), die gemonteerd is op de laagste opstaande rand (6) en, die in de opgerichte stand, zich uitstrekt tegenover de binnenzijde van dit omgebogen uiteinde (24).
  13. 13. Plooikist volgens conclusie 12, met het kenmerk dat genoemde verankeringsmiddelen een pen (25) bevatten op de buitenzijde van het onderste uiteinde (26) van genoemde zijrand (18) (6, 7) die, wanneer desbetreffende wand (2, 3) zieh in de opgerichte stand bevindt, dringt in een overeenkomstige uitsparing (26) van genoemd tegenoverliggend omgebogen uiteinde (24) van de hoogste opstaande rand (7).
  14. 14. Plooikist volgens een van de conclusies 10 tot 14, met het kenmerk dat twee opeenvolgende wanden (2, 4) en (3, 5), in hun opgerichte stand, losneembaar met elkaar verbonden zijn door middel van zwaluwstaartverbindingen (20). <Desc/Clms Page number 14>
  15. 15. Plooikist volgens één van de conclusies 10 tot 14, met het kenmerk dat op een van de tegenover elkaar gelegen zijranden (18) van twee opeenvolgende wanden (2, 4) en (3, 5) nokken (27) voorzien zijn, die, wanneer deze wanden zich in opgerichte stand bevinden, elastisch klikken in overeenkomstige uitsparingen (28) in de andere zijrand (17) zodanig dat genoemde opeenvolgende wanden in deze stand losneembaar vastgezet worden.
  16. 16. Plooikist volgens een van de conclusies 1 tot 15, met het kenmerk dat één van de tegenover aan elkaar grenzende zijranden (17,18) van twee opeenvolgende wanden (2, 4) en (3, 5) in opgerichte stand omgebogen zijn over een hoek van 90 ter hoogte van genoemde bodem (1).
  17. 17. Plooikist volgens een van de conclusies 1 tot 16, met het kenmerk dat minstens één van twee opeenvolgende wanden (2, 4) en (3, 5), ter hoogte van de hoeken van de bodem (1), doorlopende kolommen of verstevigingsribben (29) vertonen die zieh evenwijdig aan de zijranden (17,18) van deze wanden, over de volledige lengte van deze zijranden (17,18), uitstrekken.
  18. 18. Plooikist volgens één van de conclusies 1 tot 17, met het kenmerk dat de onderzijde van de bodem (1), in de nabijheid van de omtrek van deze laatste, van een verstevigingsrib (30) voorzien is.
BE9600804A 1996-09-24 1996-09-24 Plooikist. BE1010646A3 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9600804A BE1010646A3 (nl) 1996-09-24 1996-09-24 Plooikist.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9600804A BE1010646A3 (nl) 1996-09-24 1996-09-24 Plooikist.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1010646A3 true BE1010646A3 (nl) 1998-11-03

Family

ID=3889993

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9600804A BE1010646A3 (nl) 1996-09-24 1996-09-24 Plooikist.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1010646A3 (nl)

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2000063084A1 (de) * 1999-04-20 2000-10-26 Bekuplast Kunststoffverarbeitungs-Gmbh Transport- und lagerbehälter mit einklappbaren seitenwänden
FR2809087A1 (fr) * 2000-04-10 2001-11-23 Gifu Plastic Kogyo Kabushikiga Caisse pliable
EP1114779A3 (en) * 1999-11-09 2003-11-26 Sanko Co., Ltd. Collapsible container

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0211116A2 (en) * 1985-06-21 1987-02-25 Xytec Plastics Inc. Collapsible storage bin
US4775068A (en) * 1988-01-11 1988-10-04 Xytec Plastics, Inc. Collapsible container with removable access panel
US5094356A (en) * 1990-11-13 1992-03-10 Buckhorn Material Handling Group, Inc. Knock down bulk container
DE29605788U1 (de) * 1995-04-20 1996-06-20 Josef Haidlmair Maschinen Werk Transport- und/oder Lagerbehälter aus Kunststoff

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0211116A2 (en) * 1985-06-21 1987-02-25 Xytec Plastics Inc. Collapsible storage bin
US4775068A (en) * 1988-01-11 1988-10-04 Xytec Plastics, Inc. Collapsible container with removable access panel
US5094356A (en) * 1990-11-13 1992-03-10 Buckhorn Material Handling Group, Inc. Knock down bulk container
DE29605788U1 (de) * 1995-04-20 1996-06-20 Josef Haidlmair Maschinen Werk Transport- und/oder Lagerbehälter aus Kunststoff

Cited By (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2000063084A1 (de) * 1999-04-20 2000-10-26 Bekuplast Kunststoffverarbeitungs-Gmbh Transport- und lagerbehälter mit einklappbaren seitenwänden
EP1114779A3 (en) * 1999-11-09 2003-11-26 Sanko Co., Ltd. Collapsible container
FR2809087A1 (fr) * 2000-04-10 2001-11-23 Gifu Plastic Kogyo Kabushikiga Caisse pliable
US6669044B2 (en) 2000-04-10 2003-12-30 Gifu Plastic Kogyo Kabushikigaisha Foldable container

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4673087A (en) Collapsable, reusable container system
US5199589A (en) Collapsible bix box assembly formed of two separate collapsible bin boxes
US5398834A (en) Container, in particular container for vegetables, made from plastic material and having foldable side walls
US6443481B1 (en) Collapsible movable cart
EP0931727B1 (en) Stackable container
US5918744A (en) Shipping container system and method of constructing the same
US4508237A (en) Collapsible container
NZ260079A (en) Stackable container; open box with reinforced ends and corners
US6938789B1 (en) Collapsible storage container
BE1010646A3 (nl) Plooikist.
RU2690277C2 (ru) Демонстрационный контейнер
NL9101497A (nl) Stapelbare houder.
US4269345A (en) Nestable moulded container
US5421509A (en) Folding box
WO2003008275A2 (en) Collapsible container
JP2002308277A (ja) 運搬用容器
BE1027583B1 (nl) Opvouwbare container
NZ543919A (en) Container and set and method for forming the same
JP2510103B2 (ja) 折りたたみ箱
JP4010505B2 (ja) 折り畳みコンテナ
NL1016973C2 (nl) Doos en plano voor het vormen van de bodem daarvan.
NL8400304A (nl) Uitvouwbare doos, kartonnen verpakking of bak.
NL8900889A (nl) Versterkt traydeksel.
US20050103831A1 (en) Collapsible carton
KR200311740Y1 (ko) 중첩이 가능한 카톤박스

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Owner name: N.V. OVERPELT-PLASCOBEL

Effective date: 19990930