NL8901175A - Inrichting voor het vormen van een continue laag korrelvormig en/of poedervormig stroombaar materiaal, alsmede een paneermachine met een dergelijke inrichting. - Google Patents

Inrichting voor het vormen van een continue laag korrelvormig en/of poedervormig stroombaar materiaal, alsmede een paneermachine met een dergelijke inrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL8901175A
NL8901175A NL8901175A NL8901175A NL8901175A NL 8901175 A NL8901175 A NL 8901175A NL 8901175 A NL8901175 A NL 8901175A NL 8901175 A NL8901175 A NL 8901175A NL 8901175 A NL8901175 A NL 8901175A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
belt
buffer
plate
funnel
movement
Prior art date
Application number
NL8901175A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Koppens Maschf Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Koppens Maschf Bv filed Critical Koppens Maschf Bv
Priority to NL8901175A priority Critical patent/NL8901175A/nl
Priority to CA002016104A priority patent/CA2016104C/en
Priority to EP90201160A priority patent/EP0397267B1/en
Priority to ES90201160T priority patent/ES2051660T3/es
Priority to DE69013562T priority patent/DE69013562T2/de
Priority to AT90201160T priority patent/ATE113173T1/de
Priority to US07/520,662 priority patent/US5129353A/en
Priority to FI902338A priority patent/FI93162C/fi
Priority to JP2121054A priority patent/JPH03206875A/ja
Publication of NL8901175A publication Critical patent/NL8901175A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A21BAKING; EDIBLE DOUGHS
    • A21CMACHINES OR EQUIPMENT FOR MAKING OR PROCESSING DOUGHS; HANDLING BAKED ARTICLES MADE FROM DOUGH
    • A21C9/00Other apparatus for handling dough or dough pieces
    • A21C9/04Apparatus for spreading granular material on, or sweeping or coating the surfaces of, pieces or sheets of dough
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23PSHAPING OR WORKING OF FOODSTUFFS, NOT FULLY COVERED BY A SINGLE OTHER SUBCLASS
    • A23P20/00Coating of foodstuffs; Coatings therefor; Making laminated, multi-layered, stuffed or hollow foodstuffs
    • A23P20/10Coating with edible coatings, e.g. with oils or fats
    • A23P20/12Apparatus or processes for applying powders or particles to foodstuffs, e.g. for breading; Such apparatus combined with means for pre-moistening or battering

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Oil, Petroleum & Natural Gas (AREA)
  • Polymers & Plastics (AREA)
  • Formation And Processing Of Food Products (AREA)
  • Filling Or Emptying Of Bunkers, Hoppers, And Tanks (AREA)
  • Confectionery (AREA)
  • Manufacturing And Processing Devices For Dough (AREA)
  • Feeding Of Articles To Conveyors (AREA)
  • Bakery Products And Manufacturing Methods Therefor (AREA)
  • General Preparation And Processing Of Foods (AREA)
  • Absorbent Articles And Supports Therefor (AREA)

Description

Inrichting voor het vormen van een continue laag korrelvormig en/of poedervormig stroombaar materiaal, alsmede een paneermachine met een dergelijke inrichting,
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het vormen van een continue, uit korrelvormig en/of poedervormig stroombaar materiaal bestaande laag van constante dikte, welke inrichting een voor dat materiaal doorlaatbare band bezit, waarbij het materiaal met de band verplaatsbaar is over een zich onder de band bevindende leiplaat. Een dergelijke inrichting is bekend uit NL-A-7810080. Bij deze bekende inrichting wordt het materiaal vanuit een voorraadhouder aangebracht op de band, en door middel van een aandrukrol gelijkmatiger verdeeld.
Aan deze bekende inrichting kleeft een aantal nadelen. Allereerst functioneert de aandrukrol slechts bevredigend wanneer de toevoer van materiaal over de band niet al te zeer varieert. Het risico bestaat dat bij kortstondige onderbrekingen in de aanvoer plaatselijk toch te weinig materiaal aanwezig is in de met de aandrukrol behandelde laag. Bij een overmatig grote aanvoer bestaat de kans dat het materiaal te sterk samengedrukt wordt. Vooral bij grofkorrelig, kwetsbaar materiaal is dit ongewenst. Dergelijk materiaal zou door de aandrukrol gemakkelijk verpulverd kunnen worden.
Doel van de uitvinding is daarom een inrichting van het in de aanhef genoemde soort te verschaffen die deze nadelen mist. Dit doel wordt bereikt doordat een buffer voor het materiaal is voorzien waarvan de afvoeropening zich bevindt nabij en boven hèt in de bewegingsrichting van de band achterste eind van de leiplaat, en dat de buffer een overloop bezit die in die bewegingsrichting achter dat eind uitmondt. Bij de inrichting volgens de uitvinding wordt het materiaal niet rechtstreeks, doch via de buffer toegevoerd aan de band. Zo lang de buffer gevuld blijft, is hij in staat om fluctaties in de materiaalaanvoer automatisch te compenseren. Bij een tijdelijk te lage aanvoer loopt hij verder leeg, terwijl hij daarentegen bij een tijdelijk te hoge aanvoer uiteindelijk overloopt. Het overlopende materiaal kan niet meegevoerd worden door de band, aangezien de overloop zich achter de leiplaat bevindt en het materiaal dus door de band heenvalt. Omdat het materiaal niet aangedrukt wordt, zoals bij de bekende inrichting wel gebeurt, kan ook kwetsbaar materiaal goed behandeld worden met de inrichting volgens de uitvinding.
De bekende inrichting is voorzien van een rondlopende band onder elk part waarvan zich een leiplaat bevindt, alsmede van een keerschot nabij de plaats waar de band omgeleid is voor het overbrengen van het materiaal vanaf het onderste naar het bovenste part. Daarbij is de inrichting volgens de uitvinding zodanig uitgevoerd dat de afvoeropening van de buffer zich bevindt nabij en boven het onderste part en dat de toevoeropening van de buffer zich bevindt nabij en onder een ander deel van de band, onder welk deel zich een in de bewegingsrichting daarvan tot aan die toevoeropening zich uitstrekkende leiplaat bevindt. De buffer ontvangt nu het materiaal vanaf het ene deel van de band. Dit toegevoerde materiaal kan bijvoorbeeld het overschot zijn van een voorgaande produktiefase waarbij het materiaal verbruikt is voor de vervaardiging van bepaalde eindprodukten, en waarbij slechts een beperkte hoeveelheid materiaal afgenomen is. Daardoor kan de laag zeer onregelmatig verdeeld zijn over de band. In de buffer wordt dit overschot nu verzameld en vervolgens regelmatig verdeeld afgegeven op het onderste part.
De totale transportbeweging van het overtollige materiaal blijft daarbij beperkt, hetgeen vooral bij kwetsbaar materiaal belangrijk is. Dergelijk materiaal kan namelijk gemakkelijk verpulverd worden bij het transport, waardoor het gehalte aan fijn, poedervormig materiaal toeneemt ten koste van het gehalte aan grover, korrelig materiaal. Dit is zeer ongewenst, aangezien de grove en fijne component ontmengen waarbij de grove component bovenop komt te liggen en de fijne component naar beneden zakt. Daarbij is het risico groot dat de inrichting geen over de laag constant mengsel meer aflevert, doch een onderliggende laag bestaande uit verhoudingsgewijze veel fijn materiaal, en een bovenliggende laag met verhoudingsgewijze veel grof materiaal. In dat geval kunnen geen eindprodukten met constante kwaliteit meer worden afgeleverd.
Doel van de uitvinding is daarom ook in dit opzicht een verbetering te verschaffen, zodanig dat steeds een laag materiaal verschaft kan worden waarin de grove en fijne componenten gelijkmatig verdeeld zijn over de dikte van die laag. Dit doel wordt bereikt doordat het onderste part van de band tweemaal in bewegingsrichting naar beneden toe tegengesteld omgeleid is volgens drie in wezen horizontaal onder en naast elkaar verlopende banddelen, dat tussen het bovenste en middelste banddeel zich de buffer bevindt waarvan de uitlaat ligt boven een zich onder het onderste banddeel bevindende leiplaat, en dat de zich onder het bovenste banddeel bevindende leiplaat met zijn in bewegingsrichting van het bovenste banddeel voorste eindrand ligt nabij de in die bewegingsrichting achterste rand van de buffer. Deze uitvoering heeft een gunstig effect op het handhaven van de gewenste mengverdeling van grof- en fijnkorrelig materiaal. Vanwege de snelheid waarmee de band en dus het materiaal voortbeweegt, schieten de grofkorrelige bestanddelen daarvan iets verder door in de bewegingsrichting van de band dan de fijnkorrelige delen, wanneer zij vanaf de leiplaat naar beneden vallen. Daardoor kan een verhoudingsgewijze groter deel van het grofkorrelige materiaal de buffer bereiken; het fijnkorrelige materiaal schiet minder ver door zodat een verhoudingsgewijze groter deel van het fijnkorrelige materiaal de buffer niet kan bereiken, op de overloop valt en afgevoerd wordt. Dit laatste effect treedt vooral op indien gedeeltelijke ontmenging heeft plaatsgevonden: dan bestaat het onderste deel van de laag uit verhoudingsgewijze veel fijnkorrelig materiaal. Dit valt snel weg, na verlaten van de leiplaat, zonder dat het meegesleurd kan worden door het grofkorreliger materiaal. De mengverhouding van het rondgeleide mengsel behoeft daarbij geenszins te veranderen, bijvoorbeeld indien het grovere materiaal toch nog enigszins verpulverd.
Bij sommige mengsels kan het wenselijk zijn dat zich zo min mogelijk fijnkorrelig materiaal in het mengsel bevindt; ook daarbij heeft de inrichting volgens de uitvinding een gunstige invloed, aangezien het eventueel bij het rondleiden van het grofkorrelige materiaal gevormde fijnkorrelige materiaal automatisch afgevoerd wordt over de overloop.
In dit verband wordt de inrichting bij voorkeur zo uitgevoerd dat op de achterste rand van de buffer schuin naar beneden en zich voorbij het tweede banddeel uitstrekkend een overloopplaat is aangesloten, zodanig dat het door het eerste banddeel toegevoerde korrelige materiaal allereerst hoofdzakelijk in de buffer valt, en wanneer deze vol is overloopt naar de overloopplaat. Bij deze uitvoering kan vermeden worden dat bij extreem grote toevoer van het materiaal het overlopende materiaal terecht komt op de reeds gevormde, continue laag. Het overtollige materiaal valt via de overloopplaat door de doorlaatbare band heen, zonder daarbij de dikte van de laag te beïnvloeden.
Bij voorkeur bestaat de buffer uit een trechter met een in wezen verticale trechterplaat alsmede een in bewegingsrichting van het bovenste banddeel zich daarachter bevindende, schuin naar beneden naar de in wezen verticale trechterplaat toe verlopende trechterplaat, welke beide trechterplaten een zich over de breedte van de leiplaten uitstrekkende trechterspleet bepalen. Indien daarbij voorzien is dat tussen de in wezen verticale trechterplaat en de zich onder het middelste banddeel bevindende leiplaat een sleuf aanwezig is waarvan de grootte in wezen overeenkomt met de banddikte, en dat tussen de schuine trechterplaat en deze leiplaat zich een afvoerspleet bevindt voor het materiaal, kan door een geschikte keuze van de trechterspleet en de afvoerspleet de gewenste dosering van het materiaal verkregen worden. Ter verkleining van het risico op het ontstaan van verstoppingen kan de afvoerspleet groter worden gekozen dat de trechterspleet.
Volgens een voorkeurstoepassing van de uitvinding wordt de inrichting gebruikt bij een machine voor het paneren van etenswaren. Dergelijke machines zijn eveneens bekend uit NL-A-7810080. Daarbij bevindt de uitlaat van de middelen voor het aanbrengen van de bovenste laag paneermateriaal zich boven het bovenste part van de band. Bij de machine volgens de uitvinding komt nu het van het bovenste part afkomstige overtollige materiaal terecht op het onderste part, waarna dit wordt toegevoerd aan de buffer.
Bij voorkeur is daarbij de machine voorzien van een inrichting volgens één der conclusies 4 t/m 11, en strekt de leiplaat onder het bovenste part van de band zich in bewegingsrichting van dat part vanaf het keerschot uit tot boven de leiplaat onder het bovenste banddeel van het onderste part. Op deze wijze worden de reeds genoemde gunstige effecten betreffende het vermijden van ontmenging, en het vormen van een laag met gelijkmatige dikte, zoals reeds besproken, gunstig beïnvloed.
Indien daarbij de machine zo uitgevoerd is dat de leiplaat onder het bovenste banddeel van het onderste part aan zijn eind gekeerd naar de overloopplaat schuin naar beneden verloopt en in de bewegingsrichting van dat banddeel met zijn voorrand op afstand ligt van de achterrand van de trechter, zodanig dat wanneer het materiaal in de trechter tot een niveau hoger dan de achterste rand opgehoopt is, het vervolgens toegevoerde materiaal op dat tot boven de achterste rand van de trechter opgehoopte materiaal botst en overloopt over de overloopplaat kan het overtollige, overgelopen materiaal direkt weer rondgeleid worden.
Tevens kan de uitlaat voorzien zijn van een zeef waar de paneelkorrels over heen beweegbaar zijn in een richting tegengesteld aan de bewegingsrichting van dat bovenste part, en waarvan de zeefopeningen groter zijn dan die der grootste korrels. Het grofkorrelige materiaal glijdt verder door over de zeef dan het fijnkorrelige. Daardoor worden de te behandelen produkten eerst bekleed met een grofkorrelige laag, en pas daarna valt het fijnkorreliger materiaal daartussen. Eén en ander heeft een gunstige invloed op de hechting van het grofkorrelige materiaal, en het uiterlijk van de eindprodukten.
De bekende machine bezit een voorraadhouder voor het materiaal met een zich daarin bevindend transportorgaan voor het voeden van de inlaat van de middelen voor het aanbrengen van de bovenste laag materiaal. Volgens de uitvinding kan nabij de uitlaat van die middelen zich een met het transportorgaan verbonden sensor bevinden door middel van welke sensor het transportorgaan bediend wordt afhankelijk van de uit de uitlaat afgevoerde hoeveelheid materiaal.
Vervolgens zal de uitvinding aan de hand van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld verder toegelicht worden.
Figuur 1 toont een machine voor het paneren van etenswaren, voorzien van een inrichting volgens de uitvinding.
Figuur 2 toont de inrichting volgens de uitvinding, overeenkomstig detail II van figuur 1.
De in figuur 1 weergegeven machine voor het paneren van etenswaren bezit op bekende wijze een voor het korrelvormige en/of poedervormige paneelmateriaal doorlaatbare band 1 zonder eind, die rondgeleid is over twee eindrollen 2, 3. De bewegingsrichting van de band is door pijlen aangegeven. Door middel van een aparte transporteur 4 worden de te paneren produkten 5 toegevoerd op het bovenste part 6 van de band. Aan het in de bewegingsrichting van dat bovenste part 6 voorste eind worden de gepaneerde produkten vervolgens via een niet getoonde inrichting afgevoerd.
Verder is de machine voorzien van een voorraadhouder 7 voor het paneermateriaal, waarin zich een schroefvijzel 8 bevindt welke het paneermateriaal toevoert aan de inlaat 9 van een pompinrichting 10.
Deze pompinrichting 10 verpompt het paneermateriaal naar de uitlaat 11, alwaar het paneermateriaal over de glijbaan 12 naar de zeef 13 glijdt. De grovere korrels van het paneermateriaal glijden daarbij verder door over de zeef dan de fijnere korrels, zodanig dat allereerst hoofdzakelijk grofkorrelig materiaal op de te paneren produkten valt, * en pas daarna het fijnkorrelige materiaal. Daardoor komt het fijnkorrelige materiaal tussen de grovere korrels op het produkt te liggen, waardoor het gewenste uiterlijk van de eindprodukten kan worden verzekerd.
Onder het bovenste part van de band bevindt zich de leiplaat 14. Het via de zeef 13 toegevoerde paneermateriaal beweegt met de band 1 over de leiplaat 6, totdat de voorrand 15 van de leiplaat 14 bereikt is. Het nog niet aan de eindprodukten gehechte paneermateriaal valt na passeren van die voorrand 15 door de band 1 heen, op het onderste part 16 van de band 1. Eventueel kan daarbij een blaasinrichting 39 zijn voorzien om het verwijderen van het overtollige materiaal te bespoedigen.
Het onderste part 16 van de band 1 bestaat uit drie delen: een bovenste deel 17, een middelste deel 18 en een onderste deel 19.
Een en ander is op grotere schaal weergegeven in figuur 2,
Deze drie delen 17, 18 en 19 zijn verkregen door het onderste part 16 om te leiden over de rollen 20 en 21. Daarbij bevindt zich onder het bovenste deel 17 een leiplaat 22, onder het middelste deel 18 een korte leiplaat 23, en onder het onderste deel 19 een leiplaat 24.
Tussen het bovenste banddeel 17 en het middelste banddeel 18 bevindt zich een trechter, bestaande uit een in wezen verticale trechterplaat 25 en een schuine trechterplaat 26. Deze trechterplaten vormen een dwars ten opzichte van de band 1 verlopende trechterspleet 27; door middel van niet getoonde schotten is de trechter zijdelings afgesloten. De leiplaat 23 bevindt zich nu onder de trechterspleet 27, op een zodanige afstand van de verticale trechterplaat 25 dat het middelste banddeel 18 tussen deze beide door kan bewegen, en verder op een zodanige afstand van de schuine trechterplaat 26 dat, met het middelste banddeel mee, het door de trechterspleet 27 gelopen materiaal afgevoerd kan worden door de tussen leiplaat 23 en schuine trechterplaat 26 gevormde afvoerspleet 28. Nadat het materiaal over de leiplaat 23 gevoerd is, valt dit door het middelste banddeel 18 op het onderste banddeel 19, alwaar het over de leiplaat 24 meegevoerd wordt met dat banddeel 19.
De hiervoor beschreven inrichting met trechter volgens de uitvinding werkt als volgt. Met het bovenste banddeel 17 wordt over de leiplaat 22 een hoeveelheid materiaal 29 met een zekere laagdikte aangevoerd. De dikte van deze laag is meestal ongelijkmatig, aangezien het materiaal afkomstig is vanaf het bovenste part 6 van de band 1 waar reeds een gedeelte van het materiaal gebruikt is. Via de schuine voorrand 30 van de leiplaat 22 glijdt het materiaal naar de door de platen 25, 26 gevormde trechter. Afhankelijk van de hoeveelheid toegevoerd materiaal 29 vult de trechter zich min of meer. De plaats van de voorrand van de schuine plaat 30 ten opzichte van de in bewegingsrichting van het bovenste banddeel 17 achterste rand 31 van de trechter wordt daarbij zo gekozen dat het grootste gedeelte van het materiaal doorschiet naar de trechter. Het eventuele fijne, zich onder in de laag 29 bevindende materiaal valt verhoudingsgewijze snel naar beneden, zodat een gedeelte daarvan voor de achterste rand 31 van de trechter terecht komt en afgevoerd wordt over de op de achterste rand 31 aangesloten overloopplaat 32. Zoals in figuur 1 te zien is komt dit over de overloopplaat 32 afgevoerde materiaal terecht bij de inlaat 9 van de pomp 10, zodat dit weer rondgeleid kan worden.
Wanneer in de trechter meer materiaal toegevoerd wordt dan afgenomen wordt via de trechterspleet 27 en de afvoerspleet 28, zal zich een hoeveelheid materiaal 33 in de trechter vormen die uiteindelijk uit zal steken boven de achterste rand 31 van de trechter. Het gevolg daarvan is dat het via de voorrand 30 van de leiplaat 22 aankomende materiaal op het door het materiaal 34 gevormde talud botst, en via dit talud en de overloopplaat 32 eveneens afgevoerd wordt naar de inlaat 9 van de pomp 10.
Zolang de door de platen 25, 26 gevormde trechter geheel of gedeeltelijk vol is, wordt met het middelste banddeel 18 steeds een constante hoeveelheid materiaal per tijdseenheid afgevoerd door de afvoerspleet 28, waardoor op het onderste banddeel 19 een laag materiaal 35 met een constante dikte gevormd wordt. Door een geschikte keuze van de grootte van de openingen 27, 28 kan de dikte van deze laag 35 geregeld worden. Verder wordt bij voorkeur de afvoerspleet 28 groter gekozen dan 27, om het optreden van verstoppingen tegen te gaan.
Zoals afgebeeld in figuur 1 wordt het materiaal 35 op het onderste part 19 toegevoerd naar de rol 2, alwaar een op zich bekend keerschot 36 voorzien is waarmee het materiaal 35 omgeleid kan worden naar het bovenste part 6. Ook op dat part wordt zodoende een laag paneermateriaal met constante dikte 37 gevormd, waarop de produkten 5 aangevoerd worden. Via de zeef 13 wordt, zoals reeds genoemd, verder paneermateriaal aangevoerd, waardoor de produkten 5 aan de bovenzijde bedekt worden.
Boven de glijbaan 12 is tenslotte een sensor 38 voorzien, die de hoeveelheid paneermateriaal waarneemt die over de glijbaan 12 glijdt. Deze sensor is gekoppeld met de aandrijving van de schroefvijzel 8, zodanig dat wanneer te weinig materiaal over de glijbaan 12 stroomt, de schroefvijzel 8 in werking gezet wordt. Uit de voorraadhouder 7 wordt vervolgens het paneermateriaal toegevoerd aan de inlaat 9 van de pomp 10. Zodoende kan de gewenste aanvoer van paneermateriaal worden verzekerd.

Claims (18)

1. Inrichting voor het vormen van een continue, uit korrelvormig en/of poedervormig stroombaar materiaal bestaande laag van constante dikte, welke inrichting een voor dat materiaal doorlaatbare band bezit, waarbij het materiaal met de band verplaatsbaar is over een zich onder de band bevindende leiplaat, met het kenmerk, dat een buffer voor het materiaal is voorzien waarvan de afvoeropening zich bevindt nabij en boven het in de bewegingsrichting van de band achterste eind van de leiplaat, en dat de buffer een overloop bezit die in die bewegingsrichting achter dat eind uitmondt.
2. Inrichting volgens conclusie 1 voorzien van een rondlopende band onder elk part waarvan zich een leiplaat bevindt, alsmede van een keerschot nabij de plaats waar de band omgeleid is voor het overbrengen van het materiaal vanaf het onderste naar het bovenste part, met het kenmerk, dat de afvoeropening van de buffer zich bevindt nabij en boven het onderste part.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de toevoeropening van de buffer zich bevindt nabij en onder een ander deel van de band, onder welk deel zich een in de bewegingsrichting daarvan tot aan die toevoeropening zich uitstrekkende leiplaat bevindt.
4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het onderste part van de band tweemaal in bewegingsrichting naar beneden toe tegengesteld omgeleid is vólgens drie in wezen horizontaal onder en naast elkaar verlopende banddelen, dat tussen het bovenste en middelste banddeel zich de buffer bevindt waarvan de uitlaat ligt boven een zich onder het onderste banddeel bevindende leiplaat, en dat de zich onder het bovenste banddeel bevindende leiplaat met zijn in bewegingsrichting van het bovenste banddeel voorste eindrand ligt nabij de in die bewegingsrichting achterste rand van de buffer.
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat op de achterste rand van de buffer schuin naar beneden en zich tot voorbij het tweede banddeel uitstrekkend een overloopplaat is aangesloten, zodanig, dat het door het eerste banddeel toegevoerde materiaal allereerst hoofdzakelijk in de buffer valt, en wanneer deze vol is overloopt naar de overloopplaat.
6. Inrichting volgens één der conclusies 2 t/m 5, met het kenmerk, dat de buffer bestaat uit een in wezen verticale trechterplaat alsmede een in bewegingsrichting van het bovenste banddeel zich daarachter bevindende, schuin naar beneden naar de in wezen verticale trechterplaat toe verlopende trechterplaat, welke beide trechterplaten een zich over de breedte van de leiplaten uitstrekkende trechterspleet bepalen.
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de overloopplaat en de schuine trechterplaat uit één, volgens een rechte buiglijn gebogen stuk plaatmateriaal bestaan, welke buiglijn de achterste rand van de trechter bepaalt.
8. Inrichting volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat onder het middelste banddeel ter hoogte van de trechteruitlaat zich een leiplaat bevindt die een in de bewegingsrichting van dat middelste banddeel voorste stuk daarvan vrijlaat.
9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat tussen de in wezen verticale trechterplaat en de zich onder het middelste banddeel bevindende leiplaat een sleuf aanwezig is waarvan de grootte in wezen overeenkomt met de banddikte, en dat tussen de trechterplaat en deze leiplaat zich een afvoerspleet bevindt voor het korrelige materiaal.
10. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de afvoerspleet groter is dan de trechterspleet.
11. Inrichting volgens één der conclusies 2 t/m 9, met het kenmerk, dat de zich onder het bovenste banddeel bevindende leiplaat schuin naar beneden in de richting van de achterste rand van de trechter afgebogen is.
12. Machine voor het paneren van etenswaren, voorzien van een inrichting volgens één der voorgaande conclusies voor het vormen van een onderste laag paneermateriaal, middelen voor het aanbrengen van de etenswaren op de onderste laag paneermateriaal, alsmede middelen voor het vormen van een bovenste laag paneermateriaal.
13. Machine volgens conclusie 12, waarbij de uitlaat van de middelen voor het aanbrengen van de bovenste laag paneermateriaal zich bevindt boven het bovenste part van de band, met het kenmerk, dat de machine voorzien is van een inrichting volgens één der conclusies 4 t/m 11, en dat de leiplaat onder het bovenste part van de band zich in bewegingsrichting van dat part vanaf het keerschot uitstrekt tot boven de leiplaat onder het bovenste banddeel van het onderste part.
14. Machine volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de leiplaat onder het bovenste banddeel van het onderste part aan zijn eind gekeerd naar de overloopplaat schuin naar beneden verloopt en in de bewegingsrichting van dat banddeel met zijn voorrand op afstand ligt van de achterste rand van de trechter, zodanig dat wanneer het materiaal in de trechter tot een niveau hoger dan de achterste rand opgehoopt is, het vervolgens toegevoerde materiaal op dat tot boven de achterste rand van de trechter opgehoopte materiaal botst en overloopt over de overloopplaat.
15. Machine volgens conclusie 14 met het kenmerk, dat de onderrand van de overloopplaat zich bevindt boven de inlaat van de middelen voor het aanbrengen van de bovenste laag materiaal.
16. Machine volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de uitlaat voorzien is van een zeef waar het materiaal overheen beweegbaar is in een richting tegengesteld aan de bewegingsrichting van dat bovenste part, en de zeefopeningen groter zijn dan die der grootste korrels van het materiaal.
17. Machine volgens conclusie 15 of 16, met het kenmerk, dat nabij het in bewegingsrichting van het bovenste part van de band voorste eind van zijn leiplaat zich een blaasinrichting bevindt voor het wegblazen van overtollige materiaal naar het onderste part van de band.
18. Machine volgens één der conclusies 10 t/m 16 voorzien van een voorraadhouder voor korrelig materiaal met een zich daarin bevindend transportorgaan voor het voeden van de inlaat van de middelen voor het aanbrengen van de bovenste laag materiaal, met het kenmerk, dat nabij de uitlaat van die middelen zich een met het transportorgaan verbonden sensor bevindt door middel van welke sensor het transportorgaan bediend wordt afhankelijk van de uit de uitlaat afgevoerde hoeveelheid materiaal.
NL8901175A 1989-05-10 1989-05-10 Inrichting voor het vormen van een continue laag korrelvormig en/of poedervormig stroombaar materiaal, alsmede een paneermachine met een dergelijke inrichting. NL8901175A (nl)

Priority Applications (9)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8901175A NL8901175A (nl) 1989-05-10 1989-05-10 Inrichting voor het vormen van een continue laag korrelvormig en/of poedervormig stroombaar materiaal, alsmede een paneermachine met een dergelijke inrichting.
CA002016104A CA2016104C (en) 1989-05-10 1990-05-04 Apparatus for forming a continuous layer of granular and/or pulverulent flowable material, and also a breadcrumb coating machine having such an apparatus
EP90201160A EP0397267B1 (en) 1989-05-10 1990-05-07 Apparatus for forming a continuous layer of granular and/or pulverulent flowable material in a breadcrumb coating machine
ES90201160T ES2051660T3 (es) 1989-05-10 1990-05-07 Aparato para formar una capa continua de material fluente granular y/o pulvurulento en una maquina empanadora.
DE69013562T DE69013562T2 (de) 1989-05-10 1990-05-07 Vorrichtung zur Bildung einer kontinuierlichen Schicht von körnigem und/oder pulverigem Material in einer Paniermaschine.
AT90201160T ATE113173T1 (de) 1989-05-10 1990-05-07 Vorrichtung zur bildung einer kontinuierlichen schicht von körnigem und/oder pulverigem material in einer paniermaschine.
US07/520,662 US5129353A (en) 1989-05-10 1990-05-08 Apparatus for forming a continuous layer of granular and/or pulverulent flowable material, and also a breadcrumb coating machine having such an apparatus
FI902338A FI93162C (fi) 1989-05-10 1990-05-10 Laite keskeytymättömän kerroksen muodostamiseksi, joka kerros on muodostettu rakeisesta ja/tai jauhemaisesta aineesta sekä kone syötävien tuotteiden peittämiseksi korppujauhoilla
JP2121054A JPH03206875A (ja) 1989-05-10 1990-05-10 粒状および/または粉末状の流動材の連続層を形成する方法と装置並びに該装置を有するパン粉コーティング機

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8901175A NL8901175A (nl) 1989-05-10 1989-05-10 Inrichting voor het vormen van een continue laag korrelvormig en/of poedervormig stroombaar materiaal, alsmede een paneermachine met een dergelijke inrichting.
NL8901175 1989-05-10

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8901175A true NL8901175A (nl) 1990-12-03

Family

ID=19854628

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8901175A NL8901175A (nl) 1989-05-10 1989-05-10 Inrichting voor het vormen van een continue laag korrelvormig en/of poedervormig stroombaar materiaal, alsmede een paneermachine met een dergelijke inrichting.

Country Status (9)

Country Link
US (1) US5129353A (nl)
EP (1) EP0397267B1 (nl)
JP (1) JPH03206875A (nl)
AT (1) ATE113173T1 (nl)
CA (1) CA2016104C (nl)
DE (1) DE69013562T2 (nl)
ES (1) ES2051660T3 (nl)
FI (1) FI93162C (nl)
NL (1) NL8901175A (nl)

Families Citing this family (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1007032C2 (nl) * 1997-09-12 1999-03-15 Koppens Bv Paneerinrichting.
NL1013797C2 (nl) 1999-12-08 2001-06-11 Koppens Bv Inrichting voor het bekleden van producten met een poedervormig materiaal.
NL1017818C2 (nl) * 2001-04-10 2002-10-15 Cfs Bakel Bv Luchteenheid voor het verwijderen van deeltjesvormig materiaal.
DK1308099T3 (en) * 2001-10-31 2018-02-26 Marel Townsend Further Proc Bv Method and device for preparing a layer of coating material, and coating device
NL1019265C2 (nl) * 2001-10-31 2003-05-15 Stork Titan Bv Werkwijze en inrichting voor het vormen van een laag van bekledingsmateriaal en bekledingsinrichting.
US7275498B2 (en) * 2001-12-06 2007-10-02 The Proctor 'gamble Company Flowable solids dispensing apparatus and method of use
US20060156931A1 (en) * 2005-01-19 2006-07-20 Mather Donald A Breading machine and methods of operation
US20070264397A1 (en) * 2005-01-19 2007-11-15 Mp Equipment Company Breading machine and methods of operation
EP2698064B1 (en) * 2012-08-17 2016-05-18 Radie B.V. Device for providing dough products with a topping material
US11278033B2 (en) 2017-03-30 2022-03-22 Robert G. Nothum, Jr. Food product loader for food process lines
US20200393283A1 (en) 2017-03-30 2020-12-17 Robert G. Nothum, Jr. Production flow-rate measurement options for food process lines
US11432579B2 (en) 2017-03-30 2022-09-06 Robert G. Nothum, Jr. Internal washing provisions for food process line machines
JP6694997B1 (ja) * 2019-12-11 2020-05-20 株式会社ロッテ 散粉装置
IT202000015490A1 (it) * 2020-06-26 2021-12-26 Dreamfood S R L Apparato e metodo di farcitura di pizze

Family Cites Families (19)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE639947C (de) * 1933-01-15 1936-12-16 Humboldt Deutzmotoren Ag Verfahren und Einrichtung zur gleichmaessigen Aufgabe von ungleichmaessig ankommendem Rohgut
FR796418A (fr) * 1934-10-16 1936-04-07 Heuze Sa Des Atel Perfectionnements aux moyens pour, à l'aide d'une alimentation variable, assurer undébit constant de matières
US2389845A (en) * 1943-02-18 1945-11-27 Hercules Powder Co Ltd Distributor
US2659338A (en) * 1951-10-30 1953-11-17 Tilghman Packing Company Machine for coating raw oysters
US2855893A (en) * 1955-07-27 1958-10-14 Greer J W Co Breading machine
US3045640A (en) * 1960-08-09 1962-07-24 Greer J W Co Breading apparatus
US3759218A (en) * 1971-08-03 1973-09-18 H Korstvedt Breading apparatus
US3885519A (en) * 1973-06-04 1975-05-27 Korlow Corp Apparatus for breading food objects
FR2395922A1 (fr) * 1977-06-27 1979-01-26 Bourgoin Rene Appareil d'interruption de debit
US4333415A (en) * 1980-08-07 1982-06-08 Sam Stein Associates, Inc. Apparatus for distributing and sifting Japanese style bread crumbs in a typical breading machine for coating edible food products
US4366628A (en) * 1981-04-06 1983-01-04 Proctor & Schwartz, Inc. Invertable pan conveyor and material carrying pan therefor
DE3118892A1 (de) * 1981-05-13 1982-12-09 Sollich Gmbh & Co Kg, 4902 Bad Salzuflen Verfahren und vorrichtung zum allseitigen umhuellen von suesswarenartikeln mit streufaehigen, pulverfoermigen, granulatartigen oder stueckigen stoffen
US4496084A (en) * 1982-09-22 1985-01-29 Sam Stein Associates, Inc. Breading machine
DE3371031D1 (en) * 1983-01-12 1987-05-27 Koppens Maschf Bv Device for covering foodstuff with granular and/or powdery material
US4497244A (en) * 1983-01-21 1985-02-05 Koppens Machinefabriek B.V. Device for covering foodstuff with granular and/or powdery material
JPS59143557A (ja) * 1983-01-31 1984-08-17 コッペンス・マキネファブリーク・ビー・ヴィー 食品に粒状ないし粉状材料を被覆するための装置
US4516524A (en) * 1983-02-16 1985-05-14 The Upjohn Company Apparatus for coating particulate material
BE902107A (fr) * 1985-04-03 1985-07-31 Promark Internat S A Procede de revetement d'un support par une couche continue de granulats et installation pour la mise en oeuvre de ce procede.
ATE44213T1 (de) * 1986-01-22 1989-07-15 Frisco Findus Ag Beschichtetes nahrungsmittel.

Also Published As

Publication number Publication date
FI93162B (fi) 1994-11-30
CA2016104A1 (en) 1990-11-10
ES2051660T1 (es) 1994-07-01
JPH03206875A (ja) 1991-09-10
EP0397267A2 (en) 1990-11-14
ES2051660T3 (es) 1995-01-16
FI93162C (fi) 1995-03-10
DE69013562D1 (de) 1994-12-01
CA2016104C (en) 1995-03-21
EP0397267B1 (en) 1994-10-26
FI902338A0 (fi) 1990-05-10
US5129353A (en) 1992-07-14
DE69013562T2 (de) 1995-04-20
ATE113173T1 (de) 1994-11-15
EP0397267A3 (en) 1992-05-27
JPH0435152B2 (nl) 1992-06-10

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1013797C2 (nl) Inrichting voor het bekleden van producten met een poedervormig materiaal.
NL8901175A (nl) Inrichting voor het vormen van een continue laag korrelvormig en/of poedervormig stroombaar materiaal, alsmede een paneermachine met een dergelijke inrichting.
US3885519A (en) Apparatus for breading food objects
DK1308099T3 (en) Method and device for preparing a layer of coating material, and coating device
NL1007032C2 (nl) Paneerinrichting.
US4990052A (en) Process for production of uniformly discharged particle flow
NL8302632A (nl) Werkwijze voor het doseren van lignocellulose bevattend stortmateriaal, in het bijzonder cementgebonden houtspaanplaten alsmede een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze.
US4504182A (en) Procedure for controlling the density distribution of wood chips and device therefor
NL9101043A (nl) Verpakkingsinrichting.
NL9002881A (nl) Inrichting en werkwijze voor het vervaardigen van keramische tegels.
JP2005312450A (ja) 被覆材料の上側層で食品を被覆する方法とその装置
EP2175733B1 (en) Crumb breading distribution system
GB2099276A (en) Method of and apparatus for coating articles of confectionery with particulate material
GB1569918A (en) Method of forming a bed of flowable solid material on a conveyor
US3834431A (en) Container filling apparatus
JPH11268836A (ja) 定量ベルトコンベヤ装置
US2668322A (en) Loading apparatus and method
JPS6052052B2 (ja) 移送装置に流動性材料を供給する方法
US5405091A (en) Method for grinding of material
NL1020511C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het vormen van een laag van bekledingsmateriaal en bekledingsinrichting.
NL1019265C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het vormen van een laag van bekledingsmateriaal en bekledingsinrichting.
RU2398896C2 (ru) Способ загрузки шихты на агломерационную машину
US682749A (en) Ore-concentrator.
WO2023217846A1 (en) Coating of food products with a particulate coating material
NL1015547C2 (nl) Zeef.

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed