NL8901051A - Omhuld product en werkwijze en inrichting voor het omhullen daarvan. - Google Patents

Description

t - {'

Omhuld product en werkwijze en inrichting voor het omhullen daarvan.

De uitvinding heeft betrekking op een omhuld product en een werkwijze en inrichting voor het omhullen daarvan.

De momenteel bekende productomhullingsinrichtingen omvatten een vulbuis, een pomp voor het pompen van een plastisch 5 product door de vulbuis, een roteerbaar opspanorgaan vóór het afvoereinden van de vulbuis, een schakelvormingsinrichting voor het vormen van schakels van de gevormde omhulling, en een lus-vormingsinrichting voor het in lussen rangschikken van de schakels.

Als een aanvulling op het gebruik van een roteerbaar opspanorgaan 10 wordt bij sommige inrichtingen een roterende vulbuis aangewend, die een rotatie aan de gevulde omhulling verleent voor het tijdstip dat de omhulling tot schakels gevormd wordt in de schakel-vormingsinrichting.

Bij deze vroegere inrichtingen wordt een buisvormige 15 omhulling over de vulbuis samengedrukt op harmonica-achtige wijze en omvat deze één ongevouwen einde dat voorbij het afvoereinde van de vulbuis uitsteekt. Als het product uit het afvoereinde van de vulbuis uittreedt, wordt hierdoor het gedeelte van de omhulling, dat voorbij het einde van de vulbuis uitsteekt, gevuld, 2Q onder het zodoende vullen vein de omhulling en het voortdrijven daarvan van het afvoereinde van de buis af zodat aanvullende gedeelten van omhullingen ontvouwen en voorbij het einde van de buis gevoerd zullen worden.

De omhullingen voor het vervaardigen van Frankforter worst zonder vel, alsmede eetbare omhullingen voor andere soorten 25 saucijs, worden momenteel vervaardigd in een buisvormig model alvorensover het einde van de vulbuis aangebracht te worden.

Als gevolg van dit buisvormige model is het moeilijk om de omhulling van beide zijden van het omhullingsmateriaal te behandelen. Ook is het, teneinde het mogelijk te maken een aanzienlijke 30 omhullingslengte op de buis te monteren, nodig om de omhulling te plooien (de omhulling te rimpelen zodat het verdicht wordt tot een korte 89010517 i -2- if lengte) tot een stokvorm zodat een aanzienlijke omhullingslengte op de hoorn geplaatst kan worden,gewoonlijk tot zelfs 30 meter of meer. Dit plooiingsproces is duur en tijdrovend, en de omhulling is omvangrijk en in een broze toestand voor 5 verzending. Gedurende het vul- en schakelvormingsproces worden deze stokken of geplooide omhullingen op een vulhoorn geplaatst en met een aanzienlijke snelheid geroteerd om het verdraaien van de omhulling bij tussenpozen te vergemakkelijken nadat deze gevuld is teneinde schakels te vormen.

jq De in het voorgaande beschreven werkwijze voor het plaatsen van de omhulling op de vulbuis in geplooide vorm heeft ook het bezwaar dat de omhullingslengte enigszins beperkt is. Als elke omhullingslengte opgebruikt is, is het nodig om de machine stil te zetten zodat een aanvullende stok van geplooide omhulling over de vulbuis aangebracht kan worden.

15

Het is bekend dat omhullingen geproduceerd zouden kunnen worden in een platte lintvorm en toegevoerd zouden kunnen worden in rollen die honderden zo niet duizenden meters lang zijn.

Er was tot dusver echter geen geschikt middel voor het aanbrengen van deze omhulling aan de vulbuis in een vorm die een cilindrische 20 omhulling verschaffen zal. Dit was voor de onderhavige uitvinding onpractisch omdat de omhulling geroteerd moet worden teneinde een verdraaide schakel te vormen. Voor de uitvinding van de-

Amerikaanse octrooiaanvrage onder serienummer 644.218, die op 24 augustus 1984 ingediend is, was geen practisch middel verschaft 25 voor het aanbrengen van het omhullingslint aan de vulbuis, terwijl het tegelijkertijd mogelijk gemaakt wordt dat de omhulling geroteerd wordt voor het vormen van de verdraaide schakel. Het kleefmiddel, dat bij die uitvinding gebruikt wordt en op de randen van het schroeflijnvormig gevormde lintmateriaal aangebracht 30 wordt, vereist echter een zeer teergevoelige en moeilijke verrichting.

Derhalve bestaat een voornaamste oogmerk van de onderhavige 8901051.

J

-3- ü uitvinding uit het verschaffen van een verbeterd omhuld product en een werkwijze en inrichting voor het omhullen daarvan.

Een verder oogmerk van de onderhavige uitvinding bestaat uit het verschaffen van een inrichting, die een plat lint van 5 omhullingsmateriaal tot een cilindrische omhulling vormen zal terwijl tegelijkertijd het mogelijk gemaakt wordt dat de cilindrische omhulling met product gevuld, geroteerd en tot een aantal saucijsschakels verdraaid wordt, waarbij het gebruik van een kleef middel op het lint niet vereist is.

10 Een verder oogmerk van de onderhavige uitvinding bestaat uit het verschaffen van een inrichting, die de vorming mogelijk maken zal van een lang lint van omhullingsmateriaal tot een aantal schroeflijnvormige omdraaiingen met de zijranden van het lint telkens binnen elk van de schroeflijnvormige omdraaiingen in 15 aangrijping met de zijranden van de aangrenzende schroeflijnvormige omdraaiingen van het lint en deze overlappend om zodoende een cilindrische omhulling te vormen door het gecombineerde effect van daaraan verbonden cohesie van het overlapte lint en de buitenwaartse van het in de omhulling geplaatste materiaal, 20 Een verder oogmerk van de onderhavige uitvinding bestaat uit het verschaffen van een inrichting, die een omhullingtoe-voerorgaan behelst, dat versteld kan worden om zodoende de hoek te veranderen van de schroeflijnvormige omdraaiingen waarmee de omhulling rond de vulbuis gewikkeld is.

25 Een verder oogmerk van de onderhavige uitvinding bestaat uit het verschaffen van een inrichting, die de vorming mogelijk maken zal van een cilindrische omhulling op een vulbuis uit een continue strook van omhullingsmateriaal ongeacht of de vulbuis al dan niet stationair of roterend is.

30 Een verder oogmerk van de onderhavige uitvinding bestaat uit het verschaffen van een inrichting, die voorzien is van een stationair omhullingtoevoerorgaan, organen voor het roteren van _ de omhulling nadat deze gevuld is, en schakelvormingsorganen, die --de-roterende gevulde omhulling aanvatten en -het- mogelijk maken----- 8901051.

λ 4 -4-- om de omhulling te verdraaien en een schakel te vormen.

Een verder oogmerk van de onderhavige uitvinding bestaat uit het verschaffen van een inrichting, waarbij de voorwaartse snelheid van de buisvormige omhulling geregeld wordt door het 5 schakelvormingsmechanisme en de roterende snelheid van de buisvormige omhulling de zijdelingse of dwarsbeweging van het omhullingslint bepaalt.

Een verder oogmerk van de onderhavige uitvinding bestaat uit het verschaffen van een inrichting, waarbij met de rotatie-10 snelheid van de omhulling en de langsgerichte snelheid van de omhulling gemanipuleerd kan worden om een buisvormige omhulling te produceren van een gewenste diameter en rotatiesnelheid om zodoende te resulteren in het gewenste aantal schroeflijnvormige omdraaiingen van omhullingsstrook binnen elke schakel 15 en om zodoende de gewenste saucijslengte te verschaffen.

Een verder oogmerk van de onderhavige uitvinding bestaat uit het verschaffen van een inrichting, die de kosten van omhullingen voor het vormen van saucijsschakels verminderen zal.

Een verder oogmerk van de uitvinding bestaat uit het ver-20 schaffen van een werkwijze en een inrichting die hetvormen van een lang lint van omhullingsmateriaal mogelijk zal maken, waarvan de zijranden elkaar pakken en overlappen om zo een cilindervormige omhulling te vormen door het gecombineerde effect van inherente wrij-vingscohesie van het overlapte lint en de naar buiten gerichte druk 25 van het in de omhulling geplaatste materiaal waarbij de cohesie wordt versterkt door de vochtigheidsgraad van het lint.

Een verder oogmerk van de uitvinding is het verschaffen van een orgaan voor het aaribrengen van vocht op het lint bij het invoeren van het lint in de productomhullingsmachine.

30 Een verder oogmerk van de uitvinding is het verschaffen van een dichte patroon die lint bevat voor gebruik bij het omhullen van het product waarbij een voorafbepaalde hoeveelheid vocht op het lint in de dichte patroon is opgelegd en de vochtigheidsgraad bewaard blijft totdat de patroon voor gebruik met de productomhullingsmachine 35 wordt geopend.

Samenvattend wordt bij de onderhavige uitvinding gebruik 8901051.

-5- it gemaakt van een productpomp, een vulbuis, die aan de productpomp verbonden is, en schakelvormingsorganen voorbij het afvoer-einde van de vulbuis. In aanvulling hierop is een omhulling-toevoerinrichting aangrenzend aan de vulbuis gemonteerd, en is deze 5 berekend op het verschaffen van een platte lintvorm van omhullings-materiaal aan de vulbuis. De vulbuis kan stationair zijn of deze kan uit een roteerbare vulbuis bestaan. In het geval van de stationaire vulbuis zijn aanvullende organen zoals een roterend opspanorgaan verschaft voor het roteren van de omhulling nadat 10 deze gevuld is voor het tijdstip dat deze de schakelvormings-inrichting bereikt. Deze rotatiebeweging wordt geleverd door een roterende vulbuis in het geval van een machine die een roteerbare vulbuis heeft.

Het onhullingslint is gemonteerd op een omhullingtoevoer-15 inrichting, die uitgevoerd kan zijn in de vorm van een roterende haspel of andere geschikte vorm. Het lint wordt van de haspel toegevoerd op het buitenoppervlak van de vulbuis onder een hoek die gekanteld is ten opzichte van de langsas van de vulbuis.

De rond het buitenoppervlak van de vulbuis gewikkelde omhulling 20 wordt hetzij door de roterende vulbuis {in het geval van een roteerbare vulbuis), hetzij door andere geschikte organen zoals een roterend opspanorgaan (in het geval van een stationaire vulbuis) geroteerd.

Een productpomp drijft een productmateriaal door de vulbuis 25 en tot in de omhulling ter plaatse van het afvoereinde van de vulbuis. Dit trekt om de omhulling van het einde van de vulbuis en stuwt deze naar de schakelvormingsinrichting toe. De continue werking van de productpomp leidt tot het continu van het einde van de vulbuis af trekken van de omhulling en leidt er bijgevolg 30 toe dat het omhullingslint continu van de linttoevoerinrichting getrokken wordt.

De linttoevoerinrichting voert het lint aan het buiten-__ oppervlak van de buis toe onder een hoek die gekanteld is ten 8901051 .

Λ -6- opzichte van de langsas van de buis. De roterende buis in het geval van een roteerbare buis (of het roterende opspanorgaan in het geval van een stationaire buis) leidt er toe dat het lint rond het buitenoppervlak van de buis gewikkeld wordt in een aantal 5 schroeflijnvormige omdraaiingen. De hoek van de toevoer van het lint aan de buis en de breedte van het lint worden zo gekozen dat de randen van het lint elkaar overlappen binnen de schroeflijnvormige omdraaiingen, onder het zodoende vormen van een lange cilindrische omhulling. De overlapte randen van de 10 omhullingssstrook zijn alleen aan elkaar gehecht door de daaraan verbonden cohesie van de overlapte gedeelten van het omhullings-materiaal en de druk van het te omhullen product om zodoende een cilindrische omhullingseenheid te vormen.

De voorkeursuitvoering van de lïnttoevoerorganen behelst 15 een haspel, die zo gemonteerd is op een haspelsteungestel dat deze een zwenkbeweging uitvoeren kan om zowel een horizontale as als een verticale zwenkas. De haspel is vrij om vrij te zwenken om de verticale zwenkas om het zodoende mogelijk te maken dat de haspel zichzelf uitricht ten opzichte van de vulbuis onder een 20 bepaalde hoek afgaande op het van de haspel trekken van het lint.

De hoek van de haspel ten opzichte van de langsas van de vulbuis kan gewijzigd worden door het haspelsteungestel om een tweede verticale as te zwenken ten opzichte van het machinegestel en door het haspelsteungestel in een stationaire positie vast te 25 zetten wanneer de gewenste hoek bereikt is.

De bij de onderhavige uitvinding weergegeven vulbuis is van een vernuftige constructie doordat het afvoereinde van de vulbuis een aantal zich radiaal naar buiten uitstrekkende vingers daarop heeft. Deze zich naar buiten uitstrekkende vingers 30 lopen uit in vingereinden die in aangrijping komen met het binnenoppervlak de omhulling ter plaatse van een aantal punten.

De afstand tussen de vingereinden is zodanig dat de omhulling niet _ voorbij de normale cilindrische omtrek daarvan gestrekt wordt, 8901051.

f % -7- maar in plaats daarvan vervormd wordt tot een model dat zich in doorsnede ongeveer voordoet in de vorm van een veelhoek waarbij elk van de vingers een top van de veelhoek vormt. Deze zich naar buiten uitstrekkende vingers verschaffen een ver-5 tragingseffect of sleepweerstand op de langsbeweging van de omhulling als deze van het afvoereinde van de vulbuis af getrokken wordt. Deze sleepweerstand is van belang om de goede vulling van de omhulling gelijkmatig langs de lengte van de omhulling te verzekeren.

10 Bij de onderhavige uitvinding wordt een stationaire mon tering aangewend voor de haspel, die het omhullingslint vasthoudt, waarbij het toch mogelijk gemaakt wordt dat de omhulling geroteerd wordt aan het einde van de vulbuis om zodoende de verdraaide schakels te vormen. In het geval van een stationaire vulbuis zijn 15 een roterend opspanorgaan of andere organen aangebracht aangrenzend aan het uitlaateinde van de hoorn of buis voor het roteren van het buisvormige gedeelte van de omhulling met de juiste snelheid om het gewenste aantal verdraaiingen per schakel te verschaffen.

In het geval van een roterende vulbuis verleent de roterende 20 buis zelf de rotatie aan de omhulling op de buis.

Voorbij het einde van de vulbuis bevindt zich een schakel-vormingsinrichting, die de omhulling samenknijpt op geregelde tussenafstanden om exact te bepalen waar de verdraaiing ingesteld zal worden in de buisvormige omhulling alsmede om de afstand tussen 25 de schakels in te stellen om de lengte van de saucijsschakels te bepalen.

De voorwaartse snelheid van de gevormde en gevulde buisvormige omhulling wordt geregeld door het schakelvormings-mechanisme terwijl de roterende snelheid van de buisvormige 30 omhulling de snelheid bepaalt, waarmee het omhullingslint van de linttoevoerorganen af getrokken wordt. Door met deze twee snelheden te manipuleren, en door de juiste breedte van het lint — aan te wenden, is het mogelijk om een buisvormige omhulling van een 8901051.

-8- Μ gewenste diameter te produceren, die met de juiste snelheid roteert om zodoende het aantal verdraaiingen te produceren, dat per schakels gewenst is, en om dus de gewenste saucijs-lengte te produceren. Deze twee bewegingen in samenhang 5 gecombineerd bepalen de hoek waarmee het lint op de hoorn aangebracht wordt. De vrij wielende zwenkmontering van de om-hulling-toevoerorganen veroorlooft het automatisch zwenken van de omhullingsrol om een verticale zwenkas en het daardoor volgen van de gewenste hoek.

10 Alle hierboven genoemde aspecten van de uitvinding zijn vermeld in de Amerikaanse octrooischriften 4.660.225, 4.709.447 en 4.727.625. De uitvinding is nieuw in de aanwending van voldoende vochtigheid en vocht op het omhullingsmateriaal teneinde de wrij-vingscohesie van de overlapte gedeelten daarvan te versterken. De 15 gewenste vochtigheid kan worden opgelegd aan het omhullings- of lintmateriaal hetzij op het tijdstip dat het materiaal in de product-omhullingsmachine wordt ingevoerd, of op het tijdstip van vervaardigen van het omhullingsmateriaal waarbij het omhullingsmateriaal in gesloten patronen wordt geplaatst om de gewenste vochtigheid 20 tot het tijdstip van gebruik te behouden.

Vervolgens wordt een korte beschrijving aan de figuren van de tekeningen gewijd.

Fig. 1 is een afbeelding in perspectief van de inrichting van de onderhavige uitvinding.

25 Fig. 2 is een bovenaanzicht van de onderhavige uitvinding.

Fig. 3 is een vooraanzicht van de onderhavige uitvinding.

Fig. 4 is een op grotere schaal en in perspectief weergegeven detailafbeelding van het einde van de vulbuis.

Fig. 5 is een gedetailleerde doorsnede, die de aanbren-30 ging van de omhulling op het einde van de vulbuis weergeeft.

Fig. 6 is een doorsnede lan-s de lijn VI-VI van fig. 5 beschouwd.

Fig. 7 is een op grotere schaal en in doorsnede weergegeven detailafbeelding, die het inlaateinde van de vulbuis 35 weergeeft.

8901051/ * % -9-

Pig. 8 is een bovenaanzicht van de omhullingstoevoer-inrichting.

Pig. 9 is een doorsnede langs de lijn IX-IX van fig. 8 beschouwd.

5 Fig. 10 is een op grotere schaal en in bovenaanzicht weergegeven detailafbeelding van het afvoereinde van de vulbuis en de schakelvormingsorganen.

Fig. 11 is een doorsnede langs de lijn XI-XI van fig. 10 beschouwd.

10 Fig. 12 is een afbeelding overeenkomstig aan fig. 10, maar toont een gewijzigde vorm van de uitvinding.

Fig. 13 is een gedeeltelijke afbeelding in perspectief van een gedeelte van de vulbuis als het lintmateriaal daarop gewonden wordt.

15 Fig. 14 is een dwarsdoorsnede op de lijn XIV-XIV van fig.

13 beschouwd.

Fig. 15 is een langsdoorsnede op de lijn XV-XV van fig.

14 beschouwd.

Fig. 16 is een afbeelding in perspectief van een gereed-20 gekomen schakel van omhuld materiaal.

Fig. 17 is een afbeelding in perspectief van een gesloten patroon die lintmateriaal volgens de uitvinding bevat.

Fig. 18 is een gedeeltelijk zij-aanzicht dat een orgaan voor het aanbrengen van vocht op het lint of omhullingsmateriaal bij het 25 invoeren van het materiaal in een productomhullingsmachine.

Vervolgens wordt een gedetailleerde beschrijving aan de voorkeursuitvoering gewijd.

Bij beschouwing van fig. 1 wordt gezien dat met het verwijzingscijfer 10 de vul- en schakelvormingsmachine van de 30 onderhavige uitvinding algemeen aangegeven is. De machine 10 behelst een tafel of kast 12 die op het bovenoppervlak daarvan een productpompstelsel 14, een buissteunstelsel 16, een vulbuis of hoorn 18, en een schakelvormingsinrichting 20 gemonteerd heeft.

Ook aan de tafel 12 gemonteerd is een omhullingslinttoevoerstel-35 sel 22.

Bij beschouwing van fig. 7 wordt gezien dat de product- 89 0105 1 : -10- pomp 14 van de gebruikelijke constructie is en derhalve zijn de details niet weergegeven, De pomp 14 omvat een uitlaat 24, die in verbinding staat met het inlaateinde 26 van de vulbuis 18. Het buissteunstelsel 16 omvat een kast 28, die gemonteerd is op 5 het bovenoppervlak van de tafel of kast 12 en die een aantal legers 30 omvat, welke de vulbuis 18 ondersteunen en welke een roteerbare montering van de vulbuis 18 opleveren voor rotatie om een horizontale as, Een riemschijf 32 is op de vulbuis 18 binnen de kast 28 gemonteerd. Aangelegd rond de riemschijf 32 en rond 10 een aanvullende motorschijf 34 is een drijfriem 36. De motor-schijf 34 wordt aangedreven door een motor 38 om zodoende de rotatie van de vulbuis 18 om zijn langsas teweeg te brengen.

De vulbuis 18 omvat een met vergrote diameter uitgevoerd gedeelte 40 aangrenzend aan het inlaateinde 26 daarvan, en omvat 15 ook een lang, met verkleinde diameter uitgevoerd gedeelte 42, dat zich van het verbrede gedeelte 40 tot het afvoereinde 44 van de vulbuis 18 uitstrekt (fig. 4).

Zoals in fig. 4 en 5 gezien kan worden, is het afvoereinde 44 voorzien van een aantal vingers, elk waarvan radiaal naar 20 buiten uitgebogen is tot een vingerpunt 48. Bij de in fig. 4 en 5 weergegeven vormgeving treden er vier vingers 46 op, maar meer of minder vingers kunnen aangewend worden zonder afbreuk te doen aan de uitvinding.

Zoals in fig. 6 gezien kan worden, komt elk van de vinger-25 punten 48 in aangrijping met het binnenoppervlak van de omhulling 50 om zodoende de omhulling een in hoofdzaak veelhoekig model te laten hebben (in het geval vein de in fig. 4 en 5 weergegeven vormgeving, een vierkant model), veeleer dan het cirkelronde doorsnedemodel dat rond het met verkleinde diameter uitgevoerde 30 gedeelte 42 van de vulbuis 18 optreedt. De buitenwaartse uitbuiging van de punten 48 is zo gekozen dat de punten de omhulling niet vervormen of strekken uit zijn oorspronkelijk natuurlijk model dat _ verkregen wordt door toedoen van het omgeven van de vulbuis 42.

8901051.' -11-

Dat wil zeggen, de omtrek van de omhulling 50 wanneer deze door de vingerpunten 48 aangegrepen wordt, is dezelfde en is niet verbreed van de omtrek van de omhulling 50 wanneer deze het met verkleinde diameter uitgevoerde gedeelte 42 van de vulbuis 18 5 omgeeft. Bij beschouwing van fig. 6 wordt gezien dat de afmeting X de afstand van het middelpunt van de doorsnede van de vulbuis tot de buitenwaarts tapse punten 48 vertegenwoordigt. Indien deze afstand X zo gekozen wordt dat deze ongeveer 1,11 maal de straal van de vulbuis ter plaatse van het met verkleinde diameter uit-10 gevoerde gedeelte 42 bedraagt, zal het gevolg een vervorming van het cirkelronde model van de omhulling door de vingers 48 zijn zonder het strekken of verbreden van de omtrek van de omhulling.

Het gevolg van de in het voorgaande vermelde vormgeving van de buitenwaarts uitgebogen vingers 46 is dat een langsgerichte 15 sleepweerstand aan de omhulling verleend wordt om zodoende de voorwaartse stuwbeweging, die door het uit het buitenwaartse afvoereinde 44 van de vulbuis 18 uittredende product verleend wordt, tegen te werken.

Het omhullingslinttoevoerstelsel 22 behelst een lang 20 bochtgestel 52 dat een bovenste gestelonderdeel 54 en een onderste gestelonderdeel 56 heeft, die verbonden zijn ter plaatse van een elleboog 58. Het bovenste gestelonderdeel 54 is enkelvoudig in constructie. Het onderste gestelonderdeel 56 behelst een paar uiteengelegen armen 62. De uiteengelegen armen 62 en het 25 bovenste gestelonderdeel 54 zijn onderling verbonden ter plaatse Vein de elleboog 58.

Roteerbaar gemonteerd tussen de uiteengelegen armen 62 is een omhulling-haspel 64, die ter plaatse van de elleboog 58 ondersteund is door middel van een aspen 66, die zich door 30 het middelpunt van de haspel 64 uitstrekt. De pen 66 zorgt voor de roteerbare montering van de haspel 64 om een horizontale as.

Rond de haspel 64 is een langwerpig omhullingslint 68 — gewikkeld, dat plat is en dat van tegenovergestelde zijranden 8901051 -12- 70, 72 voorzien is (fig. 13). Het lint 68 bestaat uit een cellulosemateriaal dat gewoonlijk aangewend wordt bij saucijsomhulling. De dikte daarvan bedraagt ongeveer 0,03 millimeter en de breedte kan variëren, maar een breedte van 2,5 tot 5 10 centimeter is bevredigend.

Het ondereinde van het onderste gestelonderdeel 56 omvat een verticaal geörienteerde bus 74 (fig. 9), die ingesteld is tussen twee verticaal uiteengelegen wangonderdelen 76, 78 van een zwenkblok 80. Een zwenkpen of -bout 82 strekt zich naar beneden 10 uit door de bovenste en onderste wangen 78 en ook door de bus 74 om zodoende een zwenkmontering van het bochtgestel 52 om een verticale as te verschaffen. Zoals in fig. 9 gezien kan worden, is de lengte van de bus 74 iets groter dan de dikte van het onderste gestelonderdeel 56 zodat het gestelonderdeel 56 vrij om de 15 bus 74 zwenken zal zonder vast te lopen tegen de bovenste en onderste uiteengelegen wangen 76, 78.

Het zwenkblok 80 omvat ook een paar uiteengelegen flenzen 83, 84, die een steunblok 86 invatten, dat stevig aan de tafel of kast 12 geminteerd is. Het zwenkblok 80 is zwenkbaar gemonteerd 20 aan het steunblok 86 door middel van een bout of pen 88 die zich door de flenzen 83, 84 uitstrekt en zich ook door het steunblok 86 uitstrekt. Het zwenkblok 80 is zodoende vrij om rond de door de pen 88 gevormde verticale as te zwenken.

Stevig gemonteerd aan het bovenoppervlak van het steun-25 blok 86 is een stelplaat 89. De beweging van de plaat 89 ten opzichte van het blok 86 wordt tegengegaan door middel van bouten I 82 en ook door middel van de pen 88 die zich door de plaat 89 uitstrekt.

De plaat 89 heeft een boogvormige sleuf 90 daarin, die 30 zich langs een kromme uitstrekt, welke concentrisch is met de door de pen 88 gevormde zwenkas. De bout 82 strekt zich door de sleuf 90 en vandaar naar beneden door de wangonderdelen 76, 78 en _ de bus 84 uit. Wanneer de bout 82 aangehaald wordt, gaat deze 89 Of 051.

.6 -13- de zwenkbeweging van het zwenkblok 80 om de as 88 tegen, terwijl hierdoor tegelijkertijd mogelijk gemaakt wordt dat het bocht-gestel 52 vrij om de door de pen 82 gevormde verticale as zwenkt. Wanneer het gewenst is om het blok 80 om de as 88 te 5 zwenken, bestaat al hetgeen nodig is uit het losdraaien van de bout 82 en het zwenken van het zwenkblok 80 om de pen 88 naar de gewenste positie. De bout 82 wordt dan aangehaald en de verdere zwenkbeweging van het zwenkblok 80 wordt dan tegengegaan.

Gemonteerd op het boveneinde van het bovenste gestelonder-10 deel 54 is een lintsteunpen 94 (fig. 2 en 3). De pen 94 vormt een glijsteunoppervlak voor het lint 88 als het van de haspel 64 af getrokken wordt.

Het vrije einde van het lint voert als het van de haspel 64 af komt boven over de pen 94 en wordt dan rond de vulbuis 18 15 gewikkeld op een schroeflijnvormige wijze om zodoende een lange cilindrische omhulling te vormen, die met het verwijzingscijfer 50 aangegeven is. Bij beschouwing van fig. 15 wordt gezien dat elke schroeflijn 68a overlapte gedeelten 68b en 68c behelst.

De mate van overlapping kan variëren, maar moet voldoende groot 20 zijn opdat de schroeflijnen 68A niet van elkaar gescheiden worden bij het met materiaal vullen daarvan. Een overlapping gelijk aan de helft van de breedte van het lint 68 is meer dan voldoende.

Zoals in fig. 2 en 3 gezien kan worden, is de pen 94 voor de zwenkpen 82 ingesteld. Deze rangschikking plaatst de haspel 25 64 en pen 94 aan weerszijden van de door de pen 82 gevormde zwenkas. Wanneer het lint 68 over de pen 94 getrokken wordt, leidt dit er toe dat het gehele gestel 52 vrij om de zwenkpen 82 gezwenkt wordt om zodoende de haspel 64 zelf uit te richten met de hoek van de op dè vulbuis gevormde lintschroeflijnen.

30 Het schakelvormingsmechanisme 20 is van gebruikelijke constructie en omvat een paar roterende schakelvormingskettingen 100 die een aantal V-vormige knijponderdelen 102 en een aantal _ V-vormige vasthoudonderdelen 104 daarop hebben. De kettingen 100 8901051.' « -14- zijn gemonteerd op uiteengelegen kettingwielen 106 en een paar vasthoudsteunen 108 zijn er op ingesteld om de kettingen in uiteengelegen verband te houden om zodoende een schakelweg 110 daartussen te vormen voor het opnemen van de roterende omhulling 5 50 van het afvoereinde van de vulbuis 18 en voor het op gebruikelijke wijze vormen van verdraaide schakels van de gevulde omhulling.

De in fig. 1-12 weergegeven gewijzigde uitvoering omvat een roterende vulbuis 18. De onderhavige uitvinding kan echter 10 ook aangewend worden in combinatie met een stationaire vulbuis.

Fig. 12 geeft een voorstelling van een gewijzigde vorm van de uitvinding, waarbij een stationaire vulbuis 110 aangrenzend aan het afvoereinde daarvan een roterend opspanstelsel 112 omvat. Het opspanstelsel 112 is overeenkomstig aan de roterende 15 opspanorganen die momenteel bij productomhullingsmachines gebruikt worden. Het omvat een roteerbaar aangedreven onderdeel 114 dat een langsgerichte opspanopening 116 heeft met een aantal cannelures 118 die daarvan radiaal naar binnen steken. De cannelures 118 zijn er op berekend om in aangrpijping te komen 20 met het buitenoppervlak van de omhulling nadat deze met uit het afvoereinde van de vulbuis 110 uittredend product gevuld is. Het roteerbare onderdeel verleent een rotatie aan de gevulde omhulling zodat de omhulling tegelijk geroteerd wordt wanneer deze door het schakelvormingsmechanisme 20 aangegrepen wordt.

25 De werking van de in fig. 1-11 weergegeven inrichting is als volgt: De bedieningspersoon bepaalt eerst de hoek waaronder hij de strook 68 met de vulbuis 18 in aangrijping wenst te brengen. Dit wordt bewerkstelligd door het losdraaien van de bout 82 en het zwenken van het zwenkblok 80 binnen de boogvormige sleuf 92 tot 30 de gewenste hoek. De bout 82 wordt dan aangehaald om zodoende de verdere beweging van het zwenkblok 80 tegen te gaan. De vrije zwenkbeweging van het bochtgestel 52 om de pen 82 maakt het. mogeliik dat de haspel 64 vrij om de verticals as van de pen 8901051Γ -15- 82 zwenkt. Dit maakt het mogelijk dat de haspel 64 zichzelf uitricht door de werking van het lint dat van de haspel af getrokken wordt.

Na het kiezei van de juiste instelling voor het zwenkblok 5 80 trekt de bedieningspersoon het losse einde van het lint 68 naar boven over de pen 94 zoals in fig. 3 en 4 weergegeven. Hij wikkelt de omhulling dan rond de vulbuis 50 op schroeflijnvormige wijze zoals in fig. 2 weergegeven tot een gedeelte van de omhulling voorbij het afvoereinde van de vulbuis uitsteekt. Als de 10 bedieningspersoon het lint van de haspel 64 af trekt hebben de overlappende gedeelten 68B en 68C de neiging om zich onder wrijving aam elkaar vast te hechten om de constructie van de omhulling 50 te bewaren. Zodoende overlappen, wanneer het lint rond de vulbuis 18 gewikkeld wordt, de zijranden 70, 72 elkaar en komen 15 deze met elkaair in aangrijping en hechten deze zich onder wrijving aan elkaar en leidt dit er toe dat het lint tot een lange cilindrische omhulling gevormd wordt, die met het verwijzingscijfer 50 aangegeven is in de tekeningen.

De bedieningspersoon draait vervolgens de machine aan, laat 20 de productporap 14 het product door de vulbuis drijven en laat tegelijkertijd de vulbuis 18 roteren. Als de vulbuis roteert, leidt de wrijving tussen de vulbuis en de cilindrische omhulling 50 tot het in samenhang met de vulbuis roteren van de cilindrische omhulling 50. Het door de vulbuis gepompte product treedt door 25 het afvoereinde van de vulbuis uit en vult de omhulling, die voorbij de vulbuis uitsteekt, om zodoende een gevulde schakel te vormen, die door het schakelvormingsmechanisme aangegrepen wordt op gebruikelijke wijze zoals in fig. 10 en 11 weergegeven.

Het vullen van de omhulling oefent een buitenwaartse kracht 30 tegen de schroeflijnen 68A uit en leidt er toe dat de overlappende gedeeltai68B en 68C steviger met elkaar in aangrijping komen en zich onder wrijving aan elkaar hechten.

— De uitgebogen vingerpunten 48 komen in aangrijping met

8901051 .V

..... i i .1 — .1 I.. — —I. I .» i. II I ,

-16- I

het binnenoppervlak van de omhulling als deze van het afvoer-einde van de vulbuis af getrokken wordt, en zorgen voor een i vertraging of sleepweerstand ten aanzien van de axiale beweging van de omhulling. Dit maakt het mogelijk dat de omhulling tenminste 5 gedeeltelijk gevuld wordt voor de schakelvormingsverrichting.

De zijdelingse snelheid van de schakelvormingsinrichting verschaft een laatste mate van vulling zoals gewenst wordt. De uitgebogen vingerpunten 48 vergemakkelijken ook de rotatie van de omhulling 50 afgaande op de rotatie van de vulbuis.

10 De rotatie van de vulbuis en de j axiale beweging van de cilindrische omhulling 50 van het afvoereinde van de vulbuis leiden er toe dat het lint 68 continu aan de haspel 64 af getrokken en schroeflijnvormig rond de vulbuis 18 gewikkeld wordt.

15 Omdat mogelijk gemaakt wordt dat het bochtgestel 52 vrij om de verticale as van de bout 82 zwenkt, wordt mogelijk gemaakt datde haspel 64 zichzelf uitricht in een rechte lijn ten opzichte van de lijn tussen de pennen 82, 88.

Indien het gewenst is om de plaats waar het lint aan de j 20 roterende vulbuis 18 toegevoerd wordt te veranderen, draait de j

bedieningspersoon alleen de bout 82 los en wordt het zwenkblok 80J

> I

i naar de gewenste positie gezwenkt. Dit zal de plaats van de | | haspel ten opzichte van de vulbuis veranderen zodat het punt waar: j ! ; ter plaatse het lint zich rond de buis begint te wikkelen ook 25 veranderd wordt. ! i

De invalshoek van het lint 68 en de breedte van het lint 68 worden zo gekozen dat de randen van het lint zich aangrenzend of overlappend bevinden bij het rond de vulbuis 18 wikkelen.

Het gevolg van de in het voorgaande vermelde constructie 30 is dat de omhullingsrol gemonteerd wordt op het Omhullingsliht-toevoerstelsel 22, dat stationair is ten opzichte van de vulbuis. Tegelijkertijd verschaft de onderhavige uitvinding een roterende _ omhulling 50 ter plaatse vein het einde van de hoorn hetgeen nodig 8901051.' -17- is teneinde de verdraaide schakels te vormen in combinatie met het schakelvorrningsmechanisme.

De voorwaartse snelheid van de gevormde buisvormige omhulling 5Q wordt geregeld door het schakelvorrningsmechanisme en door 5 de snelheid waarmee het pompstelsel 14 het product uit het einde van de vulbuis drijft. De rotatiesnelheid van de buisvormige omhulling bepaalt de zijdelingse of dwarsbeweging van het omhullings-lint. Door derhalve met deze twee snelheden te manipuleren, en door de juiste lintbreedte te gebruiken, is het mogelijk om de 10 gewenste invalshoek van de strook te verkrijgen en om een buisvormige omhullingvan een gewenste diameter te produceren die met de juiste snelheid roteert om het gewenste aantal verdraaiingen per schakel en de gewenste lengte van elke schakel te verschaffen.

Bij de in fig. 12 weergegeven gewijzigde uitvoering is 15 de vulbuis 110 stationair en heeft deze geen uitgebogen einde.

Voor de roatie van de omhulling wordt echter gezorgd door het roterende opspanstelsel 112, dat de gevulde omhulling aangrenzend aan het afvoereinde van de vulbuis aangrijpt. Dit leidt tot het roteren van de omhulling op de vulbuis, onder het zodoende pro-20 duceren van hetzelfde effect van het van hettoevoerstelsel 22 af trekken van het lint 68 en het vormen van de schroeflij nvormige windingen die een cilindrische omhulling 50 uitmaken.

Zodoende kan gezien worden dat de onderhavige uitvinding aangewend kan worden met zowel een stationaire vulbuis als een 25 roterende vulbuis.

De onderhavige uitvinding levert een voordeel op voor de techniek van het vervaardigen van saucijzen, niet alleen door grote besparingen in omhullingskosten, maar ook door het verhogen van het rendement dat resulteert uit het niet zo vaak behoeven 30 aan te zetten en stil te zetten van de machine als het geval is met de huidige geplooide omhullingen. De kwaliteit van het saucijsproduct kan ook verbeterd worden met de onderhavige uitvinding — omdat de saucijsvulling door een betrekkelijk lange slanke buis 8901051: -18- zoals nodig is bij de huidige geplooide omhullingen veel schade berokkent aan de emulsies of het saucijsmateriaal dat door de buis gepompt wordt. Bij de onderhavige uitvinding behoeft de vulbuis niet zo lang te zijn als bij de vroegere inrichtingen, 5 onder het zodoende tot een mimimum beperken van de wrijving tussen de emulsie en het inwendige van de vulbuis. Door het elimineren van het gebruik van een kleefmiddel kan het proces op een snellere en doelmatiger wijze uitgevoerd worden.

Zodoende kan gezien worden dat de inrichting tenminste ( 10 als de hier opgegeven oogmerken vervult.

! i Kort samengevat is in het volgende | beschreven dat het omhulde product van de onderhavige uitvinding i bestaat uit een lange buigzame omhulling die cilindrisch gemodel- I 5 | leerd is in hoofdzaak langs de lengte daarvan en tegenovergestelde

i 15 eindsluitingen heeft. Een productmateriaal vult de door de I

buigzame omhulling gevormde holte en houdt de omhulling in een cilindrisch model. De cilindrische omhulling wordt gevormd uit een lange strook van buigzaam materiaal, die tegenovergestelde zijranden heeft, waarbij de strook gevormd wordt tot een aantal 20 schroeflijnvormige omdraaiingen waarbij de zijranden van de strook telkens binnen elk van de schroeflijnvormige omdraaiinger elkaar onder wrijving overlappen en zijranden aangrijpen binnen aangrenzende schroeflijnvormige omdraaiingen van de strook.

i

Het product wordt gevormd door het j 25 continu aanbrengen van een lang buigzaam lint op het cilindrische buitenoppervlak van een vulbuis onder een gekantelde hoek i ten opzichte van de langsas van de buis en het roteren van het buigzame lint tot het punt waar het aangebracht wordt op de s vulbuis zodat het zich rond de buis wikkelen zal in een aantal

* I

30 schroeflijnvormige omdraaiingen om een cilindrische omhulling te vormen op de buis. De aangrenzende randen van de schroeflijnvormige omdraaiingen van het lint worden onder wrijving overlapt op elkaar om zodoende een cilindrische omhulling te vormen en j 8901051.

-19- het product wordt door de buis gedreven van het achterinde naar het afvoereinde en tot in de cilindrische omhulling.

De vulbuis kan uit een roterende vulbuis bestaan of deze kan uit een stationaire vulbuis bestaan. Een linttoevoerinrichting 5 wordt verschaft voor het toevoeren van een continue lint-strook aan de vulbuis.

Fig. 17 toont een andere vorm van de uitvinding die omvat een huis of patroon 64A dat bestaat uit huisdelen 64B en 64C die door middel van enig geschikt middel langs de sluit-10 lijn 64D aan elkaar zijn gelast. De patroon 64D bevat een houder 64 waarbij het lint 68 op de houder de gewenste vochtigheids-draad daarop opgelegd heeft gekregen op het tijdstip van vervaardiging. Het lint 68 is vervolgens in de patroon 64D opgesloten om de vochtigheidsgraad in het lint te bewaren totdat het 15 lint wordtgebruikt als aangegeven in fig. 1, 2 en 3.

Fig. 18 toont een hulpstuk dat kan worden cpmaakt bij de machine volgens fig. 1, 2 en 3 waarbij vocht kan worden toe-gevoegd aan het lint 68 op het tijdstip dat dit wordt ingevoerd in de productomhullingsmachine. Een rol 22A is met een of ander 20 geschikt middel op de machine gemonteerd naast het lint 68.

Op de rol 22A is een sponsachtig materiaal 22B bevestigd op het buitenoppervlak en de rol is gemonteerd op een steun 22C voor draaiing om het middelpunt. Het oppervlak van het sponsachtige materiaal 22B is geschikt om met het lint 68 in 25 aanraking te komen terwijl dit van de spoel 64 afloopt zoals aangegeven in fig. 1, 2 en 3. Een toevoerbuis 22D voor een vloeistof of water die is aangesloten aan een bestuurde vloeistofbron,eindigt nabij de omtrek van het materiaal 22b om vloeistof op het materiaal 22B te leggen voor latere aanbrenging op het lint 68.

30 De vloeistof kan water zijn of een op water gebaseerd niet-klevend fluïdum.

De hoeveelheid vocht of het vochtgehalte dat op het lint 68 kan worden opgelegd, zal variëren afhankelijk van de keuze van hst materiaal daarvan. Echter moet een voldoende vochtigheid 35 aanwezig zijn om de overlappende randen van het lint een voldoende wrijvingscohesie te kunnen laten ervaren om de· omhullingsstrook in een zichzelf vormende buisvormige omhulling te houden voor het opnemen van een kneedbaar product. De rol 22A kan hetzij het 8901051: * -20- gehele lint 68 of uitsluitend de zijranden die elkaar overlappen, raken.

Het lint 68 kan bestaan uit gebruikelijk omhullings-materiaal,zoals cellulosehydraat, collageen of kunstdansen welke 5 laatste bijvoorbeeld kunnen zijn gemaakt van polyamide of van polyester. Omhullingen van cellulosehydraat worden verkregen door het coaguleren van viscose en het regenereren van de cellulose; zij bevatten weekmakers zoals glycerol. Hoewel deze gebruikelijke omhullingen op kenmerkende wijze een watergehalte van 6 tot 15% 10 hebben, kunnen zij een watergehalte van ongeveer 25% of meer bevatten. Het watergehalte van gebruikelijke omhullingen die alle in buisvorm zijn, heeft niets te maken met het vormen van deze bekende omhullingen, (zie het Amerikaanse octrooischrift nr. 4.505. 003, kolom 5, te beginnen bij regel 15.) 15 Voorts hebben sommige bekende omhullingen op de buiten zijde een laag die ondoordringbaar is voor water en waterdamp hetgeen zou verhinderen dat deze worden toegepast bij de uitvinding. Dit is zo omdat het vochtgehalte vein het lint 68 cruciaal is voor het verkrijgen van de wrijvingsadhesie van het lint bij het vormen 20 van de omhulling.

Het lint 68 volgens de uitvinding dient dus een vochtgehalte tussen 15% en 45% te hebben, en bij voorkeur in het traject van 20% tot 40% (naar. gewicht). indien het vochtgehalte onder 15% ligt, is de adhesie zeer slecht of niet aanwezig, indien het vocht-25 gehalte boven 45% ligt, is de omhulling te nat en verijdelt het vocht het adhesieproces door het oppervlak van het lint te smeren.

Aldus blijkt dat de uitvinding tenminste alle van de gestelde oogmerken zal bereiken.

890105 1 7

Claims (12)

1. Inrichting voor het omhullen van een kneedbaar product/ gekenmerkt door een steun, een lange omhullingsstrook met tegenover elkaar gelegen zijranden, 5 een eerste orgaan op de steun voor het vormen van de strook tot een lange buisvormige omhulling waarbij de zijranden van de strook elkaar door wrijving pakken en overlappen langs een lange naad, een tweede orgaan op de steun voor het invoeren van het kneedbare product in de omhulling, 10 waarbij de elkaar overlappende randen van de omhullingsstrook voldoende vochtig zijn door de aanwezigheid van vocht en elkaar voldoende overlappen om de zijranden in een vaste overlapping te houden teneinde de omhullingsstrook in een uit zichzelf gevorm-de buisvormige omhulling te houden voor het bevatten van het kneed- 15 bare product.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het eerste orgaan op de steun een orgaan omvat voor het vormen van de strook tot een aantal schroeflijnvormige windingen met de zijrand van de strook binnen elk van de schroeflijnvormige windingen 20 door wrijving de zijranden van de strook pakkend en overlappend binnen die van de schroeflijnvormige windingen naast de ene schroeflijnvormige winding om zo een lange buisvormige omhulling te vormen-

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de omhullingsstrook een vochtgehalte van 15 tot 45 gew.% heeft.

4. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de omhullingsstrook een vochtgehalte van 20 tot 40 gew.% heeft.

5. Werkwijze voor het omhullen van een kneedbaar product, gekenmerkt door het nemen van een lange strook van een lang klevend vrij lint, 30 het opbrengen van voldoende vocht op tenminste de zijranden van 8901051.' « -22- het lint zodat de zijranden aan elkaar zullen hechten bij overlapping, het vormen van het lange lint met tegenover elkaar gelegen zijranden tot een lange buisvormige omhulling waarbij de zijranden 5 van het lint elkaar door wrijving pakken en overlappen langs een lange naad voor het vormen van een lange buisvormige omhulling, het inbrengen van hetkneedbare product in de omhulling, het laten overlappen van de zijranden van het lint in een voldoende mate om de zijranden in een vaste overlapping te houden 10 om het lint in een uit zichzelf gevormde buisvormige omhulling voor het opnemen van het kneedbare product te houden.

6. Werkwijze volgens conclusie 3, gekenmerkt door het vormen van het lange lint met tegenover elkaar gelegen zijranden tot een aantal schroeflijnvormige windingen met de randen 15 van het lint op elk van de schroeflijnvormige windingen in overlappende aanraking onder wrijving met de zijranden in naast gelegen schroeflijnvormige windingen.

7. Werkwijze volgens conclusie 5 of 6, waarbij het vocht dat aan het lint is opgelegd is beperkt tot tussen 15 en 45 gew.%.

8. Werkwijze volgens conclusie 5 of 6, waarin het vocht dat op het lint is opgelegd, is beperkt tussen 20 en 40 gew.%.

9. Een omhuld product, gekenmerkt door en lange, buigzame omhulling die cilindervormig is gevormd over praktisch zijn gehele lengte en een holte voor een product vormt, 25 een productmateriaal dat de holte vult en de omhulling in de cilindrische vorm houdt, waarbij de cilindrische omhulling is gevormd uit een lange strook buigzaam materiaal waarbij de tegenover elkaar gelegen zijranden elkaar overlappen om zo een lange naad te creëren, 30 waarbij de elkaar overlappende zijranden van de omhullingsstrook voldoende vochtig zijn door de aanwezigheid van vocht en elkaar voldoende overlappen om genoeg wrijvingscohesie te creëren om de strook buigzaam materiaal in een uit zichzelf gevormde buigzame omhulling te houden om het productmateriaal te bevatten.

10. Omhuld product volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de omhulling is gevormd uit een lange laag buigzaam materiaal dat is gevormd tot een aantal windingen waarbij telkens één van de 6901 051 -23- windingen door wrijving de naast gelegen windingen pakt en overlapt,

11. Omhuld product volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk,- dat de omhulling een vochtgehalte heeft tussen 15 en 45 gew.%.

12. Omhuld product volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk, dat de omhulling een vochtgehalte heeft tussen 20 en 40 gew.%. -o-o-o-o-o-o-o-o- 6901051 .''