NL8900833A

NL8900833A - Houder voor stroom-verzamelrails.

Info

Publication number: NL8900833A
Application number: NL8900833A
Authority: NL
Original assignee: Loh Kg Rittal Werk
Priority date: 1988-04-07
Filing date: 1989-04-04
Publication date: 1989-11-01
Also published as: ATA54489A; DE3811569C2; AT403333B; DE3811569A1

Description

* # NO 35723 ^ 1 ·;

Houder voor stroom-verzamelrails

De uitvinding heeft betrekking op een houder voor stroom-verzamel-rails met een vierhoekig draaggedeelte, dat in diens van de bevesti-gingskant afgekeerde bovenkant meerdere groefvormige opneemplaatsen heeft voor rechthoekige stroomverzamelrails van verschillende dikte, 5 waarbij de stroom-verzamelrails in de opneemgedeelten van het draaggedeelte worden vastgehouden door middel van met het draaggedeelte koppel bare vasthoudelementen.

Een houder voor stroom-verzamelrails van dit type is bekend uit het DE-PS 31 43 518. Daarbij zijn de vasthoudelementen voor alle in de 10 opneemgedeelten van het draaggedeelte geplaatste stroom-verzamelrails gecombineerd tot een gemeenschappelijk afdekgedeelte, dat door middel van schroeven met het draaggedeelte wordt verbonden. Bij deze bekende houder voor stroom-verzamelrails zijn de opneemgedeelten ontworpen voor een maximale doorsnede van de stroom-verzamelrails. Een aanpassing aan 15 andere doorsneden van de stroom-verzamelrails wordt bereikt door in-steekelementen, die kunnen worden gestoken in de opneemgedeelten van het draaggedeelte en een dienovereenkomstige uitsparing hebben die is aangepast aan de afwijkende stroom-verzamelrails.

Deze bekende houder heeft het nadeel, dat bij het verwisselen van 20 een stroom-verzamelrails het afdekgedeelte dient te worden weggenomen.

Dit heeft tot gevolg dat daardoor tegelijkertijd ook alle andere stroom-verzamelrails die in het draaggedeelte worden vastgehouden worden losgemaakt, hetgeen niet alleen de montage- en demontagewerkzaamhe-den bemoeilijkt, maar ook tot gevolg kan hebben het volledig loslaten 25 van stroom-verzamelrails en de elektrische apparaten die daardoor worden gedragen.

Doel van de uitvinding is een houder voor stroom-verzamelrails van het hierboven genoemde type te verschaffen, waarbij de stroom verzamel-rails afzonderlijk kunnen worden losgemaakt van het draaggedeelte, zon-30 der dat de bevestiging van de andere stroom-verzamelrails wordt beïnvloed, waarbij de mogelijkheid dient te worden gehandhaafd in de opneemgedeel ten van het draaggedeelte stroom-verzamelrails van verschillende dikte te kunnen plaatsen.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat de vasthoud-35 elementen zijn uitgevoerd als afzonderlijke vasthoudplaten voor stroom-verzamelrails die de bijbehorende opneemgedeelten van de stroom-verzamelrails overlappen en door middel van geleidingsuitsteeksels niet draaibaar echter loodrecht op de bevestigingskant van het draaggedeelte 69608337 2 t verstelbaar zijn geleid en worden vastgehouden in naast de opneemge-deelten voor de stroom-verzamelrails aangebrachte geleidingsdelen van het draaggedeelte.

De afzonderlijke vasthoudplaten voor de stroom-verzamel rails maken 5 een gerichte uitwisseling van een stroom-verzamelrails mogelijk zonder de bevestiging van de overige stroom-verzamelrails in het draaggedeelte te beïnvloeden. Via de geleidingsuitsteeksels van de vasthoudplaten en de daarop afgestemde geleidingsopneemdelen in het draaggedeelte kunnen de vasthoudplaten loodrecht op de stroom-verzamelrails worden ver-10 steld waarbij stroom-verzamelrails van verschillende dikte in de op-neemgedeelten van het draaggedeelte kunnen worden geplaatst. De geleidingsuitsteeksels kunnen ook worden gebruikt voor het vasthouden van de vasthoudplaten aan het draaggedeelte.

Opdat de vasthoudplaten bij het verstellen, dat wil zeggen bij het 15 spannen van de in de opneemgedeelten van het draaggedeelte geplaatste stroom-verzamelrails, hun stand bijbehouden ten opzichte van het bijbehorende opneemgedeelte, is volgens een eenvoudige uitvoeringsvorm daarin voorzien dat de geleidingsopneemdelen van het draaggedeelte en de geleidingsuitsteeksels van de vasthoudplaten dezelfde vierkante of 20 rechthoekige dwarsdoorsnede hebben.

Wanneer volgens een verdere uitvoeringsvorm daarin is voorzien dat de geleidingsopneemdelen van het draaggedeelte voor de geleidingsuitsteeksels van de vasthoudplaten direkt aansluiten op een zijwand van de opneemgedeelten voor de stroom-verzamelrails en dat alle geleidingsop-25 neemdelen aan dezelfde kant van de opneemgedeelten voor de stroom-ver-zamelrails zijn aangebracht in het draaggedeelte, dan kan de nieuwe wijze van bevestiging van de stroom-verzamelrails ook worden toegepast bij een houder, waarbij de opneemgedeelten voor de stroom-verzamelrails slechts een kleine afstand tot elkaar hebben.

30 Opdat de vasthoudplaten ook binnenwaarts in de opneemgedeelten in het draaggedeelte kunnen worden versteld, wordt volgens een verdere uitvoeringsvorm daarin voorzien dat de uiteinden van de vasthoudplaten die van de geleidingsopneemdelen van het draaggedeelte zijn afgekeerd in één vlak komen te liggen met de er naar toe gekeerde zijwanden van 35 de opneemdelen voor de stroom-verzamelrails en daar langs verstelbaar zijn geleid.

Het vastzetten van de stroom-verzamelrails in de opneemdelen van het draaggedeelte vindt volgens een uitvoeringsvorm plaats doordat de geleidingsopneemdelen van het draaggedeelte zijn begrensd door lood-40 recht op de stroom-verzamelrails staande scheidingswanden, waartussen 89 00 833 Γ * 3 spanschroeven zijn geplaatst die in de vasthoudplaten kunnen worden geschroefd.

Het fixeren van de vasthoudplaten wordt aan beide uiteinden volgens een uitvoeringsvorm bereikt doordat de geleidingsopneemgedeelten 5 van het draaggedeelte voor de geleidingsuitsteeksels van de vasthoudpl aten direkt op een zijwand van de opneemdelen voor de stroom-verzamel rails aansluiten, doordat alle geleidingsopneemgedeelten aan dezelfde kan van de opneemdelen voor de stroom-verzamelrails in het draaggedeel te zijn aangebracht, doordat de van de geleidingsuitsteeksels afge-10 keerde uiteinden van de vasthoudplaten in dikte trapsgewijs verlopen, doordat in deze trap van de vasthoudplaten een uitsteeksel kan worden gevoerd van een aangrenzende vasthoudplaat dat in vorm is aangepast aan het naar het geleidingsuitsteeksel toegekeerde uiteinde van de vasthoudpl aten, en dat het draaggedeelte buiten de opneemdelen voor de 15 stroom-verzamelrai1s althans over de diepte van verstelling van de vasthoudplaten een in diens breedterichting is voorzien van uitsparingen. Daarbij blijft de verstelling van de vasthoudplaten in de opneemdelen van het draaggedeelte binnenwaarts behouden, hetgeen van betekenis is voor het vastzetten van stroom-verzamelraiIs van verschillende 20 dikte. Volgens een uitvoeringsvorm is er daarbij in voorzien dat de uitsteeksels van de vasthoudplaten in één vlak afsluiten met hun bovenkanten en dat de trapvormige delen aan de bovenkanten van de vasthoudpl aten zijn uitgespaard. Wanneer in de opneemdelen van het draaggedeel-te stroom-verzamelraiIs zijn geplaatst van eenzelfde dikte, dan sluiten 25 alle vasthoudplaten aan met hun bovenkanten in één vlak. Het wederkerig in elkaar grijpen van de vasthoudplaten is daarbij zodanig uitgevoerd, dat de trapvormen van de vasthoudplaten zijn gevormd aan de uiteinden van de vasthoudplaten die in één vlak aansluiten op de zijwanden van de opneemdelen voor de stroom-verzamelrails die zijn afgekeerd van de ge-30 leidingsopneemgedeelten voor de geleidingsuitsteeksels van de vasthoudpl aten, terwijl de uitsteeksels van de vasthoudplaten zijn gevormd aan de zijwanden van de geleidingsuitsteeksels van de vasthoudplaten die van de opneemdelen voor de stroom-verzamelrails zijn afgekeerd.

Opdat ook de buitenste vasthoudplaat met het vrije uiteinde wordt 35 vastgezet op het draaggedeelte, is volgens een verdere uitvoeringsvorm daarin voorzien dat de vasthoudplaat, die het buitenste opneemdeel voor de stroom-verzamelrails in het draaggedeelte overlapt, wordt vastgehouden door middel van een afsluitblok met daaraan gevormd uitsteeksel dat verstelbaar is in een geleidingsopneemdeel.

40 Is er in voorzien dat de geleidingsuitsteeksels van de vasthoud- 8900833.

» 4 platen een lengte hebben, die ten minste overeenkomt met de maximale dikte van de in de opneemdelen van het draaggedeelte plaatsbare stroom-verzamelrails, dan behoeft de vasthoudplaat bij uitwisseling van de stroom-verzamelrails niet los te worden gemaakt van het draaggedeelte.

5 De stroom-verzamelrails kan loodrecht op de overige stroom-verzamelrails worden geschoven onder de van de bovenkant van het draaggedeelte afstaande vasthoudplaat en dan worden geleid in het daaronder gelegen opneemgedeelte. Door de verstelling van de vasthoudplaat in de richting naar het draaggedeelte toe, wordt dan het vastzetten van de ingebrachte 10 stroom-verzamelrails ingeleid en uitgevoerd.

Is onder de vasthoudplaat geen plaats voor het zijdelings invoeren van de stroom verzamel rails, hetgeen in het bijzonder het geval kan zijn bij het bovenste opneemdeel van het draaggedeelte, wanneer de houders direkt in aansluiting op een kastwand of een inbouw aansluiten, 15 dan wordt volgens een uitvoeringsvorm daarin in voorzien doordat de gelei dingsuitsteeksels van de vasthoudplaten aan hun vrije uiteinden overgaan in verlengingen, die een doorsnede hebben, die een verdraaiing in de geleidingsopneemgedeelten van het draaggedeelte toelaat. Wanneer de vasthoudplaat voldoende is afgetild van de bovenkant van het draag-20 gedeelte, dan wordt het geleidingsuitsteeksel naar buiten uit het gelei dingsopneemdeel gebracht en kan de vasthoudplaat worden gedraaid. Daardoor wordt het bijbehorende opneemdeel in het draaggedeelte vrijgemaakt, zodat de stroom-verzamel rail direkt kan worden geleid in het opneemdeel. De vasthoudplaat wordt teruggedraaid tot zij het opneemdeel 25 overlapt en dan in de richting naar het opneemdeel verplaatst, teneinde de ingebrachte stroom-verzamelrail vast te zetten.

Opdat de vasthoudplaten vastgeklemd kunnen worden op de in de opneemdelen geplaatste stroom-verzamelrails, is er volgens een eenvoudige uitvoeringsvorm in voorzien dat de vasthoudplaten en de geleidingsuit-30 steeksels zijn voorzien van doorgaande loodrecht op de bevestigingskant van het draaggedeelte gerichte van schroefdraad voorziene boringen, dat in de scheidingswanden van de geleidingsopneemdelen van het draaggedeel te die spanschroeven axiaal onverschuifbaar echter vrij draaibaar zijn gelegerd, die in de van schroefdraad voorziene boringen van de 35 vasthoudplaten en geleidingsuitsteeksels kunnen worden geschroefd, en dat de naar de bovenkant van het draaggedeelte toegekeerde uiteinden van de spanschroeven zijn voorzien van opneemgedeelten voor gereedschappen voor zeskant of kruisgroef schroevendraaiers.

Het axiaal vastzetten van de spanschroeven vindt volgens een uit-40 voeringsvorm plaats doordat de spanschroeven draaibaar zijn gelagerd in 8900833:

V

5 % boringen van de scheidingswanden van de gel ei di ngsopneemgedeelten, waarbij de schroefkoppen van de spanschroeven zijn geplaatst aan de van de bovenkant van het draaggedeelte afgekeerde kant van de scheidingswand en door middel van klemmen axiaal onverschuifbaar daarin worden 5 vastgehouden. De spanschroeven worden gedraaid door de van schroefdraad voorziene boringen van de geleidingsuitsteeksels en vasthoudplaten heen, waarbij de spanschroef wordt geschroefd in de van schroefdraad voorziene boring en de vasthoudplaat met het geleidingsuitsteeksel niet draaibaar geleid in de richting van het opneemdeel wordt versteld.

10 Het plaatsen en vastzetten van de klemmen vindt plaats doordat in de door scheidingswanden gevormde opneemdelen voor de schroefkoppen in de geleidingsopneemdelen van de loodrecht op de stroom-verzamelrails staande zijwanden doorbrekingen aanwezig zijn voor het plaatsen en insnappen van een klemkop en insnapveren met insnapuitsteeksels voorziene 15 klemmen.

Wanneer volgens een verdere uitvoeringsvorm daarin is voorzien dat de geleidingsopneemdelen voor de geleidingsuitsteeksels van de vasthoudplaten zodanig in het draaggedeelte zijn aangebracht dat de vasthoudplaten zijn gevormd aan de geleidingsuitsteeksels zodanig dat de 20 vasthoudplaten de bijbehorende opneemdelen en de daarin geplaatste stroom-verzamelrails van onder naar boven toe overlappen, dan houden de vasthoudplaten met hun geleidingsuitsteeksels de zijdelings ingebrachte stroom-verzamelrails voor het vastspannen vast. Dit vergemakkelijkt de montage- en demontagewerkzaamheden aanmerkelijk bij het verwisselen van 25 een stroom-verzamelrai1.

De uitvinding zal aan de hand van in de tekening getoonde uitvoe-ringsvoorbeelden verder worden toegelicht.

Fig. 1 toont in perspectief een houder voor drie stroom-verzamel-rails van een draaistroomsysteem.

30 Fig. 2 toont in perspectief met gedeeltelijk doorgesneden gebieden de houder volgens fig. 1, waarbij de voor het vasthouden en verstellen van de vasthoudplaten gebruikte delen duidelijk zijn te zien.

Fig. 3 toont in perspectief een ander uitvoeringsvoorbeeld voor de houder van een draaistroomsysteem, waarbij de vasthoudplaten elkaar we-35 derkerig overlappen en extra fixeren.

Fig. 4 toont een gedeelte van de vasthoudinrichting met het op-neemgedeelte van de bovenste stroom-verzamelrail en de verdraaibare vasthoudplaat.

Het vierhoekige draaggedeelte 10 van de houder van fig. 1 is dwars 40 gericht ten opzichte van drie stroom-verzaraelrails 30 en wordt met de 00 833." / 6 onderkant als bevestigingskant bevestigd op een bevestigingsvlak, bijvoorbeeld de wand van een schakelkast.

Daarbij worden de bevestigingsschroeven geplaatst in de opneemde-len 11, waarvan de diameter is afgestemd op de diameter van de schroef-5 kop. Naar de bevestigingskant toe zijn de opneemdelen 11 uitgevoerd met een kleinere diameter en hebben in dit gebied de boring 31 voor het van schroefdraad voorziene gedeelte van de bevestigingsschroef.

In de bovenkant van het draaggedeelte 10 zijn op gelijke afstanden van elkaar drie opneemdelen 12 aangebracht voor stroom-verzamel rails 30 10 van dezelfde breedte. De diepte van deze opneemdelen 12 is zodanig dat stroom-verzamel rails 30 van verschillende dikte tot een maximale dikte kunnen worden geplaatst. Deze groefvormige opneemdelen 12 zijn ter plaatse van de bodem van de groef versmald, zoals de trappen 13 tonen, zodat vrijwel de gehele onderkant van de stroom-verzamelrail 30 vrij-15 ligt, zoals in fig. 2 is getoond in het doorgesneden gedeelte.

De geleidingsopneemdelen 14 sluiten onmiddellijk aan op de opneemdelen 12 voor de stroom-verzamel rails 30, welke geleidingsopneemdelen zijn begrensd door de loodrecht op de stroom-verzamelrails 30 staande zijwanden 15 en 16. Opdat de stroom-verzamelrails 30 in de opneemdelen 20 12 van het draaggedeelte 10 worden vastgehouden, worden afzonderlijke vasthoudplaten 20 voor de stroom-verzamelrails gebruikt, die het bijbehorende opneemdeel 12 overlappen en door middel van schroeven op het draagdeel 10 kunnen worden vastgezet. Aan de vasthoudplaten 20 zijn daartoe blokvormige geleidingsuitsteeksels 22 gevormd, die in de gelei-25 dingsopneemdelen 14 van het draaggedeelte 10 zijn gevoerd en daarin loodrecht ten opzichte van de stroom-verzamelrails 30 verstelbaar zijn geleid. Daarbij sluit het vrije uiteinde van de vasthoudplaat 20 telkens in een vlak aan op de van het geleidingsopneemdeel 14 afgekeerde zijwand van het opneemdeel 12, zodat de vasthoudplaten 20 ook in de op-30 neemdelen 12 naar binnen toe verstelbaar zijn, zoals aan de hand van de onderste stroom-verzamelrail 30 in fig. 1 is getoond.

De geleidingsuitsteeksels 22 van de afdekplaten 20 hebben net als de geleidingsopneemdelen 14 in het draaggedeelte 10 vierkante of rechthoekige doorsnede, zodat de vasthoudplaten 20 niet draaibaar echter 35 loodrecht ten opzichte van de stroom-verzamelrails 30 verstelbaar zijn geleid.

Het vastzetten van de vasthoudplaten 20 op het draaggedeelte 10 wordt overgenomen door de spanschroeven 23 die axiaal onverschuifbaar echter vrij draaibaar zijn gelegerd in de geleidingsopneemdelen 14 van » 40 het draaggedeel te 10 en kunnen worden geschroefd in de doorgaande 8300833.

7 schroefdraadboringen 21 in de gel ei dingsui tsteeksels 22 van de vast-houdplaten 20. Daartoe zijn de spanschroeven 23 aan de naar de bovenkant van het draagdeel 10 toegekeerde kopzijde voorzien van een opneera-deel voor een gereedschap voor een kruisgroefschroevendraaier 39 of een 5 zeskantsleute! 32, die via de schroefdraadboring 21 kan worden ingébracht en de draaibeweging uitvoert voor de spanschroef 23. Daarbij wordt de vasthoudplaat 20 in de richting naar de bevestigingskant van het draagdeel 10 toe versteld en wordt de in het opneemdeel 12 geplaatste stroom-verzamel rail 30 daarin vastgeklemd.

10 Zoals de gedeeltelijke doorsnede in fig. 2 laat zien, zijn de gelei dingsopneemdel en 14 afgesloten door scheidingswanden 17 met een boring 18, zodat naar de bevestigingskant toe nog een opneemdeel 29 voor een schroefkop wordt gevormd. In het gebied van dit opneemdeel 29 voor een schroefkop hebben de loodrecht op de stroom-verzamelrails 30 staan-15 de zijwanden van het draagdeel 10 in lijn met elkaar geplaatste doorbrekingen 19 die uitmonden in de opneemdelen 29 voor de schroefkop. Wanneer de spanschroef 23 via de boring 18 is gevoerd in het gelei-dingsopneemdeel 14, dan kont de schroefkop 24 te liggen tegen de van het geleidingsopneendeel 14 afgekeerde kant van de scheidingswand 17.

20 De snapklem 25 wordt dan ingesnapt in de in lijn liggende doorbrekingen 19, waarbij de kop 26 van de klem 25 de insnapbeweging beperkt en de aan de veren 27 gevormde uitsteeksels 28 grijpen achter de doorbreking 19 aan de tegenover liggende zijwand van het draagdeel 10. De insnap-klem 25 houdt op deze wijze de schroefkop 24 van de spanschroef 23 25 axiaal onverschuifbaar vast. De spanschroef 23 kan echter vrij draaien in de boring 18 van de scheidingswand 17.

De geleidingsuitsteeksels 22 hebben een lengte die althans overeenkomt met de maximale dikte van de stroom-verzamelrai1 30. De vasthoudplaat 20 kan dan zover uit het geleidingsopneemdeel 14 naar buiten 30 worden bewogen, dat de onderkant van de vasthoudplaat 20 ten opzichte van de bovenkant van het draagdeel 10 een afstand krijgt, die gelijk aan of groter is dan de maximale dikte van de stroom-verzamelrail 30.

De stroom-verzamelrail 30 kan derhalve bij vertikaal gericht zijn van de houders van bovenaf tussen de vasthoudplaat 20 en de bovenkant van 35 het draagdeel 10 worden geschoven en dan in het opneemdeel 12 worden gevoerd. Daartoe behoeft de vasthoudplaat 20 niet los te worden gemaakt van het draagdeel 10. Het spanproces vindt dan plaats door draaien van de spanschroef 23. Dit richten van de houder en van de afdekplaten 20 biedt het voordeel, dat de tussen de vasthoudplaat 20 en de bovenkant 40 van het draagdeel 10 geschoven stroom-verzamelrail 30 reeds door het 8900833 7 * 8 gel eldingsui tsteeksel 22 van de vasthoudplaat 20 wordt gedragen en wel in een stand waarin zij dan in het opneemdeel 12 wordt ingevoerd.

Bij het uitvoeringsvoorbeeld volgens de fig. 3 en 4 is het draag-deel 10 in de gebieden tussen de opneemdelen 12 en buiten het onderste 5 en bovenste opneemdeel 12 voorzien van een uitsparing zodat nog slechts zijwanddelen 15 en 16 blijven staan. Dit is nodig omdat de vrije uiteinden van de vasthoudplaat 20 met een trap 33 uitsteken voorbij de opneemdelen 12 en de vasthoudplaten 20 in de opneemdelen 12 naar binnen versteld worden. De geleidingsopneemdelen 14 voor de gel eidingsuit-10 steeksels 22 van de vasthoudplaten 20 liggen weer aan dezelfde kant van de opneemdelen 12 die in de gemonteerde toestand van de houder bij voorkeur weer telkens onder de bijbehorende opneemdelen 12 liggen. De gel eidingsuitsteeksels 22 dragen aan de van het bijbehorende opneemdeel 12 afgekeerde zijwand een uitsteeksel 34 dat het uitsteeksel 33 van de 15 voorafgaande vasthoudplaat 20 overlapt. De uitsteeksels 34 sluiten aan op de bovenkanten van de vasthoudplaten 20, terwijl de uitsteeksels 33 ten opzichte van de bovenkanten getrapt zijn. Het vastzetten van de vasthoudplaten 20 en het spannen van de stroom-verzamelrails 30 vindt op dezelfde wijze plaats door middel van spanschroeven die axiaal on-20 verschuifbaar echter vrij draaibaar worden vastgehouden in de geleidingsopneemdelen 14.

De lengte van de geleidingsuitsteeksels 22 van de vasthoudplaten 20 is weer zodanig bepaald dat de vasthoudplaten 20 zover van de bovenkant van het draagdeel 10 kunnen worden verwijderd dat de stroom-verza-25 melrail 30 met de maximale dikte zijdelings kan worden ingevoerd, de vasthoudplaten 20 echter nog niet draaibaar worden vastgehouden.

De gel eidingsuitsteeksels 22 van de vasthoudplaten 20 gaan over in verlengingen 38 die in doorsnede zodanig zijn bepaald, dat zij in het geleidingsopneemdeel 14 kunnen worden gedraaid. Wanneer het geleidings-30 uitsteeksel 22 uit het geleidingsopneemdeel 14 is bewogen, kan de vasthoudplaat 20 worden gedraaid, zoals in fig. 4 met de in streeppuntlijn getekende vasthoudplaat 20' is getoond. Daardoor wordt het opneemdeel 12 vrijgemaakt en kan de stroom-verzamelrail 30 direkt worden ingevoerd. Dit is in bijzonder van belang bij de buitenste bovenste opneem-35 delen 12 van het draagdeel 10, wanneer direkt daarop een kastwand of dergelijke aansluit, die een zijdelings inschuiven van de stroom-verzamel rail 30 onder de vasthoudplaat 20, zoals bij het uitvoeringsvoorbeeld volgens de fig. 1 en 2, niet toelaat.

Wanneer de stroom-verzamelrail 30 in het opneemdeel 12 is ge-40 bracht, wordt de vasthoudplaat 20 teruggedraaid teneinde het opneemdeel 8900833.

9 ’ 12 te bedekken. De daarin aanwezige stroom-verzamel rail 30 wordt door middel van de spanschroef op dezelfde wijze in de richting naar de be-vestigingskant van het draagdeel 10 verplaatst. Opdat het vrije uiteinde van de bovenste vasthoudplaat 20 ook wordt gefixeerd, is voorzien in 5 een afsluitblok 35 dat in een geleidingsopneemdeel 40 van het draagdeel 10 met behulp van een spanschroef op dezelfde wijze verstelbaar is en daarbij met een uitsteeksel 36 grijp* over de traP 33 van de naburige vasthoudplaat 20.

8900 83 3 ·"

Claims

1. Houder voor stroom-verzamelrails met een vierhoekig draagdeel, dat in diens van de bevestigingskant afgekeerde bovenkant meerdere groefvormige opneemdelen voor rechthoekige stroom-verzamelrails van 5 verschillende dikte heeft, waarbij de stroom-verzamelrails in de opneemdelen van het draagdeel worden vastgehouden door middel van het met het draagdeel verbindbare vasthoudelementen, met het kenmerk, dat de vasthoudelementen zijn uitgevoerd als afzonderlijke vasthoudplaten (20) voor stroom-verzamelrails, welke platen de bijbehorende opneemdelen 10 (12) van de stroom-verzamelrails (30) bedekken en door middel van ge-leidingsuitsteeksels (22) niet draaibaar echter loodrecht op de bevestigingskant van het draagdeel (10) verstelbaar zijn geleid en vastgehouden in naast de opneemdelen (12) voor de stroom-verzamelrails (30) aangebrachte geleidingsopneemdelen (14) van het draagdeel (10).

2. Houder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de geleidings opneemdelen (14) van het draagdeel (10) en de geleidingsuitsteeksels (22) van de vasthoudplaten (20) dezelfde vierkante of rechthoekige dwarsdoorsnedevorm hebben.

3. Houder volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de gelei- 20 dingsopneemdelen (14) van het draagdeel (10) voor de geleidingsuitsteeksels (22) van de vasthoudplaten (20) direkt op een zijwand van de opneemdelen (12) voor de stroom-verzamelrails (30) aansluiten en dat alle geleidingsopneemdelen (14) in het draagdeel (10) zijn aangebracht aan dezelfde kant van de opneemdelen (12) voor de stroom-verzamelrails 25 (30).

4. Houder volgens een der conclusies 1 tot 3, met het kenmerk, dat de van de geleidingsopneemdelen (14) van het draagdeel (10) afgekeerde uiteinden van de vasthoudplaten (20) aansluiten op de er naar toe gekeerde zijwanden van de opneemdelen (12) voor de stroom-verzamelrails 30 (30) en daarlangs verstelbaar zijn geleid.

5. Houder volgens een der conclusies 1 tot 4, met het kenmerk, dat de geleidingsopneemdelen (14) van het draagdeel (10) door middel van loodrecht op de stroom-verzamelrails (30) staande scheidingswanden (15, 16. zijn begrensd, waartussen in de vasthoudplaten (20) schroefbare 35 spanschroeven (23) zijn geplaatst.

6. Houder volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de geleidingsopneemdelen (14) van het draagdeel (10) voor de geleidingsuitsteeksels (22) van de vasthoudplaten (20) direkt op een zijwand van de opneemdelen (12) voor de stroom-verzamelrails (30) aansluiten, 40 dat alle geleidingsopneemdelen (14) aan dezelfde kant als de opneemde- 8300833. len (12) voor de stroom-verzamelrails (30) in het draagdeel (10) zijn aangebracht, dat de van de geleidingsuitsteeksels (22) afgekeerde uiteinden van de vasthoudplaten (20Σ trapsgewijs in dikte afnemen, 5 dat in deze trap (33) van de vasthoudplaten (20) een uitsteeksel (34) van een naburige vasthoudplaat (20) kan worden ingevoerd, welk uitsteeksel is gevormd aan het naar het geleidingsuitsteeksel (22) toegekeerde uiteinde van de vasthoudplaten (20) en dat het draagdeel (10) buiten de opneemdelen (12) voor de stroom-verza- 10 melrails (30) althans over de diepte van de verstelling van de vast-houdplaten (20) en in de breedterichting daarvan is voorzien van een uitsparing.

7. Houder volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de uitsteeksels (34) van de vasthoudplaten (20) met hun bovenvlakken in één vlak 15 liggen en dat de trappen (33) aan de bovenkanten van de vasthoudplaten (20) zijn gevormd door een uitsparing.

8. Houder volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat de trappen (33) van de vasthoudplaten (20) zijn gevormd aan de uiteinden van de vasthoudplaten (20) die met de van de geleidingsopneemdelen (14) 20 voor de geleidingsuitsteeksels (22) van de vasthoudplaten (20) afgekeerde zijwanden van de opneemdelen (12) voor de stroom-verzamelrails (30) in één vlak liggen, terwijl de uitsteeksels (34) van de vasthoud-platen (20) zijn gevormd aan de van de opneemdelen (12) voor de stroom-verzamelrails (30) afgekeerde zijwanden van de geleidingsuitsteeksels 25 (22) van de vasthoudplaten (20).

9. Houder volgens een der conclusies 6 tot 8, met het kenmerk, dat de vasthoudplaat (20), die het buitenste opneemdeel (12) voor de stroom-verzamelrails (30) in het draagdeel (10) bedekt, wordt vastgehouden door middel van een afsluitblok (35) met daaraan gevormd uit- 30 steeksel (36), dat verstelbaar is ineen geleidingsopneemdeel (40).

10. Houder volgens een der conclusies 1 tot 9, met het kenmerk, dat de geleidingsuitsteeksels (22) van de vasthoudplaten (20) een lengte hebben die ten minste overeenkomt met de maximale dikte van de in de opneemdelen (12) van het draagdeel (10) plaatsbare stroom-verzamelrails 35 (30).

11. Houder volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de geleidingsuitsteeksels (22) van de vasthoudplaten (20) aan hun vrije uiteinden overgaan in verlengingen (38) die een doorsnede hebben, die een verdraaiing in de geleidingsopneemdelen (14) van het draagdeel (10) 40 toelaat. 8300833 *

12. Houder volgens een der conclusies 1 tot en met 11, met het kenmerk, dat de vasthoudplaten (20) en de geleidingsuitsteeksels (22) zijn voorzien van doorgaande, loodrecht op de bevestigingskant van het draagdeel (10) gerichte schroefdraadboringen (21), 5 dat in de scheidingswanden (17) van de geleidingsopneemdelen (14) van het draagdeel (10) die spanschroeven (23) axiaal onverschuifbaar, echter vrij draaibaar zijn gelegerd, die in de schroefdraadboringen (21) van de vasthoudplaten (20) en de geleidingsuitsteeksels (22) kunnen worden geschroefd en 10 dat de naar de bovenkant van het draagdeel (10) toegekeerde uiteinden van de spanschroeven (23) zijn voorzien van opneemdelen voor gereedschap voor zeskantsleutels (32) of kruisschroevendraaiers (39).

13. Houder volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de spanschroeven (23) draaibaar zijn gelegerd in boringen (18) van de schei- 15 dingswanden (17) van de geleidingsopneemdelen (14), waarbij de schroef-koppen (24) van de spanschroeven (23) aan de van de bovenkant van het draagdeel (10) afgekeerde kant van de scheidingswand (17) zijn geplaatst en axiaal onverschuifbaar daarin worden vastgehouden door middel van insnapklemmen (25).

14. Houder volgens conclusie 12 of 13, met het kenmerk, dat in de door de scheidingswanden (17) onderverdeelde opneemdelen (23) voor de schroefkop van de geleidingsopneemdelen (14) de loodrecht op de stroom-verzamelrails (30) staande zijwanden doorbrekingen hebben voor het invoeren en doen insnappen van de van een klemkop (26) en snapveren (27) 25 met snapuitsteeksels (28) voorziene klemmen (25).

15. Houder volgens een der conclusies 1 tot 14, met het kenmerk, dat de geleidingsopneemdelen (14) voor de geleidingsuitsteeksels (22) van de vasthoudplaten (20) zodanig in het draagdeel (10) zijn geplaatst dat de vasthoudplaten (20) zo aan de geleidingsuitsteeksels (22) zijn 30 gevormd, dat de vasthoudplaten (20) de bijbehorende opneemdelen (12) en de daarin geplaatste stroom-verzamelrails (30) van onder naar boven toe bedekken. ++++++++++ t . 89 00 833.