NL8820799A - Centrifugaal polijstinrichting met verbeterde afdichting, alsmede methode voor het centrifugaal polijsten. - Google Patents
Centrifugaal polijstinrichting met verbeterde afdichting, alsmede methode voor het centrifugaal polijsten. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8820799A NL8820799A NL8820799A NL8820799A NL8820799A NL 8820799 A NL8820799 A NL 8820799A NL 8820799 A NL8820799 A NL 8820799A NL 8820799 A NL8820799 A NL 8820799A NL 8820799 A NL8820799 A NL 8820799A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- liquid
- polishing
- chamber
- bottom member
- polishing chamber
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B24—GRINDING; POLISHING
- B24B—MACHINES, DEVICES, OR PROCESSES FOR GRINDING OR POLISHING; DRESSING OR CONDITIONING OF ABRADING SURFACES; FEEDING OF GRINDING, POLISHING, OR LAPPING AGENTS
- B24B31/00—Machines or devices designed for polishing or abrading surfaces on work by means of tumbling apparatus or other apparatus in which the work and/or the abrasive material is loose; Accessories therefor
- B24B31/10—Machines or devices designed for polishing or abrading surfaces on work by means of tumbling apparatus or other apparatus in which the work and/or the abrasive material is loose; Accessories therefor involving other means for tumbling of work
- B24B31/108—Machines or devices designed for polishing or abrading surfaces on work by means of tumbling apparatus or other apparatus in which the work and/or the abrasive material is loose; Accessories therefor involving other means for tumbling of work involving a sectioned bowl, one part of which, e.g. its wall, is stationary and the other part of which is moved, e.g. rotated
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Finish Polishing, Edge Sharpening, And Grinding By Specific Grinding Devices (AREA)
- Cleaning By Liquid Or Steam (AREA)
- Centrifugal Separators (AREA)
- Coating Apparatus (AREA)
- Filling Or Emptying Of Bunkers, Hoppers, And Tanks (AREA)
Description
- 1 - 88 2 O 79 9 '
Centrifugaal polijstinrichting met verbeterde afdichting, alsmede methode voor het centrifugaal polijsten.
ACHTERGROND VAN DE UITVINDING GEBIED VAN DE UITVINDING
De uitvinding heeft betrekking op een centrifugaal oppervlakpolijstinrichting, met een verbeterd afdicht-5 orgaan tussen een relatief roterende bodem en een uitwendige ópstaande wand van de polijstkamer daarvan, alsmede methode en middel voor het verschaffen en handhaven van zo'n afdichting onder gebruikmaking van een hydrostatische kop of vloeistofdruk, bijvoorbeeld water 10 of oplossing van polijstverbinding, op een wijze, welke vervuilen van genoemde afdichting door "poeder", geproduceerd door afslijpen van polijstmateriaal en/of werkstukken gedurende het polijstproces voorkomt.
STAND DER TECHNIEK
15 Inrichtingen en methoden voor het oppervlakte- polijsten van onderdelen of werkstukken door afslijpen met polijstmateriaal of media, welke relatief grote polijstdeeltjes bevatten, ook wel bekend als polijstchips, in een polijstkamer in aanwezigheid van een vloeistof-20 drager, zijn welbekend in de stand der techniek. Een type polijsten is bekend als centrifugaal polijsten en omvat het gebruik van een inrichting met een houder-oppervlak, bestaande uit een bodem en een ópstaande wand, die symmetrisch aangebracht zijn rond een gemeen-25 schappelijke as, en die relatief roteerbaar zijn rond genoemde as teneinde beweging op te leggen aan de inhoud van de polijstkamer. In een dergelijke inrichting roteert de bodem van de polijstkamer algemeen ten opzichte van een uitwendige opstaande wand, die gewoonlijk vast is, 30 en centrifugale werking doet de inhoud radiaal naar buiten bewegen naar en vallen op zo'n opstaande wand.
Een representatieve inrichting en methode en afdichtingen voor het bodemorgaan van de polijstkamer en het uitwendig opstaande wandorgaan worden aangetroffen 08 20793 - 2 - in de Amerikaanse octrooien 4.177.608; 3.435.565; 3.990.188; en 4.026.075, als ook in het Duitse Offen-legungsschrift 2.705.445. In de inrichting van deze octrooien is gebruikelijk een afdichting aangebracht, 5 die uitstromen van vloeistofdrager of "component” uit de polijstkamer voorkomt, en dergelijke afdichtingen omvatten algemeen een wrijvingscontact tussen vlakke of onregelmatige oppervlakken van de afdichting en de bodem, van de afdichting en de opstaande wand, of van 10 de afdichting zelf. Dergelijke afdichtingen zijn essentieel ongeacht of het type inrichting geheel centrifugaal van aard is, danwel veerkrachtige montagemiddelen, zoals veren of elastomeren, gebruikt worden op enig punt onder de polijstkamer en/of een trillingswerking 15 wordt opgelegd aan de centrifugaal werking, of gebruikt als deel van het polijstproces, zoals bij een ontlegings-fase. De aanwezigheid van zo'n afdichting is nodig in alle bekende centrifugaal uitvoeringen als gevolg van de relatieve beweging tussen de bodem van de polijstkamer 20 en de uitwendige opstaande wand daarvan.
Al zulke uitvoeringen zijn tot op heden duur geweest, inefficiënt, hebben overmatig vermogen nodig gehad voor het te boven komen van de aanzienlijke wrijving tussen de relatief bewegende oppervlakken, en hebben 25 te leiden aan overmatige slijtage, hetgeen veelvuldig vervangen van de afdichtmiddelen nodig maakt, en zijn bovendien niet effectief geweest in het elimineren van het vervuilen van de afdichting tussen de relatief roterende bodem van de polijstkamer en de uitwendige ópstaande 30 wand daarvan door het "poeder", geproduceerd gedurende het polijstproces door afslijpen van het polijstmateriaal en/of de te polijsten onderdelen of werkstukken. Dit gaat op, zelfs hoewel smering van de afdichting soms tot stand gebracht wordt door het gebruik van een pomp 35 en geassocieerde uitrusting om smeervloeistof in de afdichting te dringen. Als gevolg van tekortkomingen in de structuur van de inrichting en van de afdichtingen, die tot nog toe beschikbaar waren, en in de methode, die toegepast wordt voor het polijsten, omvattende het *820799.
% - 3 - tot stand brengen en handhaven van zo'n afdichting, en in het bijzonder voor het afvoeren van vloeistof uit de polijstkamer, hetgeen, tenminste gedeeltelijk, algemeen inhield het terugkeren of afvoeren van vloeistof 5 en meegenomen poeder door de afdichting of naar dezelfde bron, vanwaar de vloeistofdrager oorspronkelijk was gepompt, laten eerdere inrichtingen en procedure nog veel te wensen over. Daarom hebben alle tot nog toe bekende aanpakken, of van het "gesloten systeem" of 10 van het "doorstroom" type, en alle bekende variaties daarvan, ernstige beperkingen opgelegd aan het gebruik van een dergelijke centrifugaal inrichting en methode.
De onderhavige uitvinding verschaft een superieure en zeer voordelige constructie en afdichting en voldoet 15 aan een lang gevoelde behoefte daarnaar, terwijl tegelijk de tekortkomingen van de bekende techniek worden vermeden en daardoor een niet eerder bereikte doelmatigheid, duurzaamheid, en economie bij dit type inrichting en methode wordt verschaft, en in het bijzonder 20 volledige controle van toleranties in de afdichting wordt vooropgesteld, het gebruik van veel nauwere toleranties in de afdichting, en het handhaven van dergelijke toleranties gedurende lange bedrijfsperioden, waarbij de afdichting bovendien doelmatig zelf-reinigend 25 is.
DOELEINDEN VAN DE UITVINDING Het is een doel van de onderhavige uitvinding om een verbeterde inrichting en methode te verschaffen van het beschreven soort. Een verder doel is het ver-30 schaffen van een verbeterd afdichtorgaan voor gebruik bij een inrichting en methode van de beschreven soort.
Nog een verder doel is het verschaffen van een inrichting en methode van de beschreven soort, waarbij de nadelen en toekortkomingen van inrichtingen en methoden 35 uit de bekende techniek worden vermeden, en welke talrijke voordelen ten opzichte daarvan geven, omvattende al de eerder aangeduide en hierna aan te duiden, alsook de eliminatie van "poeder" uit het afdichtingsgebied, waardoor vervuilen van de afdichting door middel van 892 0799.' - 4 - * dergelijk poeder wordt voorkomen en/of geëlimineerd, waarbij alternatieve uittreemiddelen en uittreeweg voor het poeder uit de polijstkamer en inrichting is verschaft. Nog een verder doel van de uitvinding is het verschaffen 5 van nieuwe middelen en een methode voor het handhaven van een hydrostatische kop of druk van water, vloeibaar polijstmiddel, of andere vloeistof in de inrichting van de beschreven soort, en in het bijzonder in het kritische afdichtgebied daarvan, welke niet alleen zorgen 10 voor een doelmatige vloeistofsmering van de afdichting en de aanwezigheid van poeder in het afdichtgebied elimineert, maar tevens op effectieve wijze een roterende bodem of "spinner" lagert en centreert op zijn in wezen vertikale centrale as en in relatief uniforme afstands-15 relatie ten opzichte van de uitwendige opstaande wand van de polijstkamer, wanneer dit de gebruikte constructie is. Verdere doeleinden en voordelen zullen de vakman en anderen duidelijk worden uit het navolgende.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING 20 De doeleinden van de onderhavige uitvinding worden bereikt door de voorziening van een inrichting en methode voor oppervlak polijsten van onderdelen of werkstukken, welke een dergelijke verbeterde afdichting heeft, omvattende een veerkrachtige lip of ander gedeel-25 telijk bodem-vormend element op het roterend bodemorgaan of het uitwendig wandorgaan, dat, samen met het samenwerkende en complementair tegenovergestelde oppervlak van het andere orgaan,een veerkrachtig beperkte zone vormt rond de omtrek van het roterende orgaan en onder 30 de polijstkamerholte door het omgevende afdichtgebied, dat continu kan worden gebaad en gesmeerd met drager-vloeistof, die daardoor heen naar boven stroomt onder druk, bijvoorbeeld van een opslagkamer onder de bodem van de polijstkamer, en bij voorkeur tevens direct stroomt 35 in genoemde afdichting onder druk van een tweede bron buiten, maar aangrenzend aan de wand van de polijstkamer, waardoor niet eerder voorgekomen, nauwere toleranties worden mogelijk gemaakt, controle en handhaving daarvan, automatisch schok dempen en zelf-centreren van het 8820799.! - 5 - % roterende bodemorgaan, indien aanwezig, en continu en efficiënt zelf-reinigen van de afdichting zelf, alsmede de methode van het uitvoeren van dergelijke stappen en tot stand brengen van de zeer gewenste resultaten, 5 hetgeen allemaal vollediger zal worden beschreven in het navolgende.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN De uitvinding zal thans worden beschreven met speciale verwijzing naar de tekeningen, waarin: 10 Fig.1 een schematisch zijaanzicht geeft van de polijstkamer of het "ton" deel van een centrifugaal polijstinrichting volgens de onderhavige uitvinding samen met het geassocieerde centrifugaal aandrijfmechanisme, leidingwerk en controlesysteem, en 15 Fig.2 een gedetailleerd aanzicht in doorsnee is van het ondergedeelte van de polijstkamer of "ton", getoond in fig.1, waarbij meer in het bijzonder de unieke afdichting van de onderhavige uitvinding wordt getoond en de constructie, die daarvoor zorgt, en de methode 20 van bedrijven van een dergelijke inrichting volgens de uitvinding.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING
Onder verwijzing nu naar de fig.1 en 2 is aldaar getoond een vorm van de uitvinding, welke een ring-25 of cirkelvormige polijstkamer 10 omvat, welke houder-oppervlakken heeft, bestaande uit een roterend bodemorgaan 14 en een uitwendig vaste wandorgaan of mantel 12.
Het uitwendige vaste wandorgaan of mantel 12 30 heeft een elastomere binnenbekleding 13 en het roteerbare bodemorgaan 14 heeft een elastomere binnenbekleding 15. Het roterende bodemorgaan of "spinner" 14 wordt aangedreven rond zijn aanwezig vertikale as, die gemeenschappelijk gedeeld wordt met het omgevende wandorgaan 35 12, door een motor 16 via overbrenging 18 en holle as 20, welke holle as in de getoonde uitvoering tevens gebruikt wordt voor het helpen bij het draineren van het systeem zoals hierna zal worden beschreven. Het roterende bodemorgaan 14 heeft bij voorkeur een gebogen 8820799.
- 6 - dwarsdoorsnede, zoals getoond, maar in sommige uitvoeringen kan het plat of bijna plat zijn, met slechts enig verlies in rendement, dat bij bepaalde bedrijfsvoeringen kan worden getolereerd.
5 Dit polijstkamergedeelte van de polijstmachine wordt gedragen door een plankachtig gedeelte of plaat 22 van een standaardfreem (niet getoond), dat is uitge-voerd 6f voor het vastmonteren van dit gedeelte van de inrichting of voor het veerkrachtig monteren van 10 dit gedeelte van de inrichting, in afhankelijkheid ervan of al dan niet trillingen gewenst of nodig zijn en in afhankelijkheid daarvan of al dan niet een hulptrillings-motor of orgaan wordt gebruikt voor het opleggen of verhogen van de trillingen, zoals dit alles bekend is 15 en begrepen wordt in de techniek. Overeenkomstig volgens het gebied der techniek kan de montage omvatten scharnierende of wegbreekdelen voor het kantelen van de inrichting om te helpen met het legen van de polijst-kamer, of kunnen andere leegmakingsmiddelen worden gebruikt, 20 wederom zoals bekend in de techniek, maar zoals hierna verder zal worden beschreven.
Tussen het roterende bodemorgaan 14 en het vaste bodemgedeelte 24 van de polijstkamer is een bodem-voorraadkamer 26 aangebracht, die gevuld is met vloei-25 stof of vloeistofdrager zoals water, reinigingsvloeistof, of polijstverbinding, onder druk gehouden door pompen van genoemde vloeistof in de bodemvoorraadkamer 26 rond de periferie van het bodemorgaan 14 en vandaar naar boven in de inwendige holte van de polijstkamer. Dit 30 heeft het verdere gewenste effect van het centreren en steunen van het roteerbare bodemorgaan 14, dat zoals getoond, voorzien is van de belangrijke bodem-vormende veerkrachtige lip 50 van het restrictortype afdichting rond de omtrek daarvan, waardoor een veerkrachtig-35 beperkte zone wordt verschaft rond de periferie van bodemorgaan 14 en beneden de inwendige hole van de polijstkamer .
De bron van vloeistof, gepompt in kamer 26, is schematisch getoond in fig.1, waarbij water binnenkomt 8820793: * - 7 - via inlaat 30, gaat door stroommeter 32, vandaar door T-verbinding 34, door solenoideklep 36, en daarna door geschikte pijpaansluitingen in T-verbinding 38, gelegen aan één zijde van de ton of kamer 10. Van T-verbinding 5 38 wordt de vloeistof gevoerd door leiding 39 naar de pneumatisch bediende klep 40, verbonden met de bodem van kamer 26 door wand 24 en bestuurd door twee-wegs-solenoideklep 43. De pneumatische klep 40 heeft een buisvormig, elastomeer bekrachtigingselement 41. Met 10 klep 40 open wordt de kamer 26 snel gevuld. Een tweede ringvormige kamer 44 rond wand 12 en welke feitelijk kan worden beschouwd als een uitwendig gedeelte daarvan wordt eveneens met vloeistof gevuld via T-verbinding 38 en aansluitleiding 45. In fig.2 is klep 40 getoond 15 in open stand en in gebroken lijnen in gesloten stand.
Een overeenkomstige pneumatische klep 46 is normaal gesloten en regelt de afloop van kamer 26. Klep 46 wordt bediend door luchtklep 47. Een reeks naar binnen gerichte doorgangen 48, welke zestien (16) in aantal 20 kunnen zijn, gelegen rond het bereik van ringvormige kamer 44, verbinden kamer 44 met het restrictortype afdichting, bestaande uit veerkrachtige lip 50, aldus deze smerende met vloeistof, in het bijzonder tijdens bedrijf. De restrictortype afdichting, bestaande uit 25 de veerkrachtige lip 50 en de daarmee samenwerkende en complementair geplaatste sectie van wand 12, de elasto-mere binnenbekleding 13, zorgen voor voldoende speling en bepalen een veerkrachtig beperkte zone bij het afdicht-gebied, waarin de vloeistofdrager naar boven wordt ge-30 drongen vanuit kamer 26 door de vloeistofdruk van onderen.
Bij een minder de voorkeur bezittende uitvoering kan de veerkrachtige lip 50 zijn aangebracht op het ondergedeelte van het uitwendige opstaande wandorgaan 12 en een voortzetting of uitbreiding zijn van de elastomere 35 binnenbekleding 13 daarvan, of er kunnen lippen aanwezig zijn aan zowel de bodem als wandorganen, maar in elk geval verschaft lip 50 een gedeeltelijke bodem aan de veerkrachtig beperkte zone, gevormd rond de periferie van het bodemorgaan 12 en onder de inwendige holte 8820799.’ * - 8 - van de polijstkamer. Alternatief kunnen, indien gewenst, zo'n gedeeltelijke bodem en zo'n veerkrachtig beperkte zone zijn aangebracht in de vorm van partiële bodem-of lip-vormende vlakken in één of beide van de elastomere 5 binnenbekledingen 13 en 15 in het afdichtingsgebied, bijvoorbeeld als tegenovergelegen concave oppervlakken of tegenovergelegen V-vormige oppervlakken (met de open benen van de V's naar elkaar toegekeerd), of welke combinatie dan ook van tegenovergelegen oppervlakken, die 10 zodanig gerangschikt zijn, dat zij een partiële bodem geven aan de restrictortype afdichting en in elk geval zo, dat er zo'n veerkrachtig beperkte zone wordt verkregen, bij voorkeur omvattende zo'n gedeeltelijk bodem- of lip-vormend element, zodanig gerangschikt, dat het binnen-15 treden van verontreinigingen in genoemde afdichting wordt voorkomen, terwijl vloeistofstroom geleid wordt naar boven door genoemde zone en afdichtgebied in de holte van de polijstkamer.
Wanneer kamer 44 gevuld is met vloeistofdrager, 20 wordt tegelijk vloeistofdrager gedrongen in de veerkrachtig beperkte zone rond bodemorgaan 14 via doorgangen 48, gelegen rond de buitenwand 12 onder een hydrostatische kop of vloeistofdruk, die voor dit doel voldoende gehandhaafd wordt, waardoor een verdere toevoer 25 wordt verschaft van vloeistofdrager van een tweede bron buiten de polijstkamer zelf.
Een zekere en bepaalbare hoeveelheid vloeistof onder druk gaat van kamer 26 omhoog door de afdichting rond lip 50 in het inwendige van de polijstkamer, alwaar 30 zij zich vermengt met polijstmedium en te polijsten werkstukken of onderdelen. De vloeistofdruk of de hydrostatische kop in kamer 26 wordt voldoende gehouden om deze opwaartse vloeistofstroom tot stand te brengen.
Door deze omhoogwaartse passage naar de polijstkamer 35 voorkomt de vloeistof, dat het poeder, geproduceerd door het polijsten, zich afzet in of op de afdichting en in het bijzonder op lip 50, hetgeen de levensduur van de afdichting tijdens bedrijf in grote mate verlengt. Deze omhoogwaartse stroom en de weg van het medium en 8820799.
- 9 - de werkstukken in de polijstkamer is getoond door pijlen in fig.2, waarbij de rolbeweging van de massa van medium en werkstukken het gevolg is van de centrifugale kracht, voortgebracht door rotatie van het roterende bodemorgaan 5 of "spinner" 14, waardoor de massa van onderdelen en werkstukken wordt gebracht tot opbotsen tegen het uitwendige vaste wandorgaan of mantel 12.
Wanneer de rotatie van het roterende bodemorgaan 14 is beëindigd, worden het polijstmedium en de werk-10 stukken niet langer naar buiten geslingerd door centri-fugaalkracht en zullen zij in de polijstkamer omlaag zakken. Voor toepassing bij dit punt in het bedrijf, teneinde bij te dragen met het afvoeren van vloeistoffen uit de polijstkamer, is een reeks doorgangen 52, getoond 15 zes in aantal, centraal aangebracht, welke de vloeistof in staat stellen om te gaan van de bodem van de polijst-kamerholte in de holle drijfas 20 en uit de bodem daarvan naar een afloop of opvangorgaan (niet getoond), waarna de delen of werkstukken kunnen worden verwijderd uit 20 de ton op elke geschikte en/of gebruikelijke wijze.
Een derde leiding 54 staat in verbinding met een niveau en/of concentratiesensor 56 met bijbehorende schakeling 58 aangesloten op geschikte indicatoren of wijzerplaten (niet getoond) voor uitlezen door de opera-25 teur van het vloeistofniveau en/of concentratie in de polijstkamerholte op enig geschikt moment.
Wanneer de kamers 26 en 44 zijn gevuld met vloeistof, hetgeen doelmatig kan worden uitgevoerd met een hoge stroomsnelheid, wordt klep 36 gesloten en klep 30 60 geopend, zodat de vloeistof dan gaat door de met de hand bediende stroomregelklep 62, die kan worden ingesteld of vooringesteld voor continue vloeistof-stroom bij een relatief lage vloeistofsnelheid door laag-stroom stroommeter 63 en door het geassocieerde 35 leidingwerk in de kamers 26 en 44, welke stroomsnelheid vanzelfsprekend kan worden ingesteld volgens de wensen van de operateur.
De pompen 64 en 66 of beide kunnen naar wens worden geactiveerd door de operateur, elk voor het 082.0799 .* - 10 - leveren van vloeibare polijstverbinding in de vloeistof-stroom van bronnen, niet getoond, naar gewenst wordt door de operateur voor één of andere speciale polijst-bewerking. Desgewenst kan één van genoemde pompen een 5 verschillend type verbinding geven, bijvoorbeeld voor het onderhouden van de smeerbaarheid bij beëindiging van een speciale polijstcyclus of bij uitschakelen van de inrichting.
Voor het onderhouden van de druk in kamer 26 10 is voorzien in een reeks afdichtingen en afdichting- dragende ringen. De eerste afdichting 70 omvat een nauw-passend ringtypelichaam met een kegelvormige rok, die steunt tegen een afdichtring 72, welke op haar beurt nauw past in het vaste lagergedeelte 74 van het vaste 15 bodemdeel 24, welke ring 72 een reeks doorgangen 78 heeft voor het opnemen van smeervet en om mogelijke vloeistof, die ontsnapt van afdichting 70 in de afdicht-holte 79 te laten, teneinde af te lopen via doorgangen 78.
20 Een tweede afdichting 80, enigszins overeenkomstig aan afdichting 70, heeft een rok gelagerd op een gevormd metaaltype ring 82. Tussen deze afdichtring 82 en het het hoofdkussenblok houdende gietstuk 84 is een holte 86 aangebracht met het doel om visueel waar te nemen 25 of er al dan niet overmatige lekkage is en voor inspectie van afdichtingen is inspectiedoorgang 88 geboord door de bovenflens van het gietstuk 84. Teneinde smeervetten op te nemen en/of zware oliën voor het smeren van afdichtingen 70 en 80, zijn vetnippels 76 aangebracht 30 en geschroefd in de ondereinden van doorgangen 77, die in verbinding staan met doorgaande openingen, geboord in afdichtring 72 in de ringvormige holte 79 en met doorgangen 78.
Een bodemafdichting 90 steunt met haar rok 35 op het vaste deel van lager 92, gemonteerd in gietstuk 84.
Door de kopschroeven 94 te verwijderen, kan de naafkap 96 worden verwijderd, waardoor de bouten 98 bloot komen, die op hun beurt kunnen worden verwijderd 8820799.
* - 11 - voor het oplichten van roterende bodemorgaan 14 uit de kamer om het opnieuw te bekleden met elastomeer 15 en, indien nodig, om de veerkrachtige lip 50 te vervangen.
Het uitwendige vaste wandorgaan of de mantelbinnen-5 bekleding 13 kan eveneens op geschikte wijze worden vervangen met dit deel van de inrichting weggenomen, en het zal duidelijk zijn, dat de afdichting 70 kan worden geherplaatst naar beneden door het omlaag brengen van kraag 100 met behulp van stelschroeven, die genoemde 10 kraag op zijn plaats vergrendelen. Dienovereenkomstig kan afdichting 70 naar omlaag worden verzet wanneer dit nodig of gewenst is voor het opvangen van slijtage, wanneer dit zich voordoet aan de rok van afdichting 70.
15 Een duidelijk voordeel van het toevoeren van vloeistof door de afdichting en rond de veerkrachtige lip 50 of een ander gedeeltelijk bodemvormend element in de veerkrachtig beperkte zone bijgevolg naar boven in de polijstkamerholte is, dat enige gegeven polijst-20 werking, indien gewenst, kan beginnen met een relatief groot en droog type afslijpmedium, dat normaliter zou worden gebruikt voor het verwijderen van de ruwere randen of blutsen van werkstukken of onderdelen met geleidelijk invoeren van meer vloeistof naarmate het medium begint 25 af te slijten tot fijnere deeltjesvorm, waardoor meer een polijstmedium wordende, zodat de basisconstructie, inrichting en methode van de onderhavige uitvinding de operateur in staat stellen om twee of drie bewerkingen uit te voeren zonder de machine te stoppen, hetgeen 30 anders onmogelijk zou zijn. In toevoeging en de eerste t plaats is het voordeel, dat de omhoogwaartse beweging van de vloeistof van kamer 26 en doorgangen 48 door, rond, en over de afdichting en veerkrachtige lip 50 of een ander gedeeltelijke bodem-vormend element in 35 de veerkrachtig beperkte zone en bijgevolg in het inwendige van de polijstkamer, het vervuilen van de afdichting en de lip 50 door poeder of ander deeltjesmateriaal elimineert, in het bijzonder omdat de drainering uit de polijstkamer, zelfs om deze te ledigen, niet 8820799.' * - 12 - door de afdichting en rong de lip 50 gaat, maar in tegenstelling daarmee door inwendige centrale doorgangen 52 en bijgevolg door het open midden van de holle as 20 naar de buitenzijde van de machine.
5 Het zal de vakman duidelijk zijn, dat sommige montagefreems uitgerust zijn met kussenbloklagers, die draaitappen opnemen, die op hun beurt bevestigd zijn aan de zijden van de polijstkamer of ton, bijvoorbeeld met behulp van plank 22, hetgeen welbekend in de techniek 10 is en niet getoond, er dient op gewezen te worden, dat bij een dergelijk type polijstmachinemontage er eveneens flexibele verbindingen dienen te zijn aangebracht tussen de vaste delen en de kantelbare ton. Dergelijke kantelmechanismen zijn vaak voorzien om gemakkelijker laden 15 en ontladen van de lading te bevorderen.
Om te helpen bij het leegmaken van een kantelbare ton kan een reeks openingen 53 zijn aangebracht.
Deze zijn geboord door de zijwand van het buitenste vaste deel of mantel 12 van de polijstkamer 10 op een 20 zodanige hoogte, dat vloeistof op geschikte wijze kan worden weggebogen, terwijl het roterende gedeelte 14 van de polijstkamer nog draait. Bij een dergelijk bedrijf is het vanzelfsprekend duidelijk, dat deze afloop-openingen 53 zijn aangebracht in een zodanige stand, 25 dat zij relatief benedenwaarts geplaatst zijn, wanneer de polijstkamer wordt gekanteld voor ontladen, waardoor de vloeistof daarin in staat gesteld wordt om uit te lopen. In toevoeging kunnen dergelijke openingen 53 of overeenkomstige openingen zijn geassocieerd met leiding-30 aansluitingen op een afloop of opvangorgaan (niet getoond) , teneinde overloop te voorkomen of een maximaal vloeistofniveau te handhaven in de polijstkamer, in welk geval zijn zullen samenwerken met centrale doorgangen 52 voor de regeling van het vloeistofniveau in de polijst-35 kamer.
Op de in het voorgaande genoemde wijze en door de in het voorgaande genoemde wijze en door de in het voorgaande genoemde inrichting te gebruiken, wordt een uitstekend afdichtsysteem verkregen samen met ëen 8820799 / - 13 - centraal draineringsuittreekanaal, dat niet de afdichting omvat, alsook een geschikt draineringsmechanisme voor enige lekkage, overmaat, of overstroom, welke zou kunnen optreden, waardoor een lange levensduur gewaar-5 borgd is voor het afdichtsysteem.
Bij bedrijf van de inrichting van fig. 1 en 2 worden de onderdelen of werkstukken, het relatief grote polijstingsmateriaal, medium of chips, en vloeistof drager tot de gewenste mate tezamen met enig fijn 10 polijstmateriaal, dat gewenst kan zijn, aangebracht in de ringvormige polijstkamer 10 via de open bovenzijde daarvan. Een hydrostatische of vloeistofdrukkop wordt aangebracht op alle of in wezen alle punten rond de omtrek van het roteerbare bodemorgaan 14 als gevolg 15 van de vloeistof onder druk, die wordt gedrongen rond lip 50, wanneer aanwezig, en in de veerkrachtig beperkte zone van het afdichtgebied van de kamers 26 en 44 en in de kanalen 48, onderling op afstand verdeeld rond genoemde omtrek, waardoor een vloeistofkussen wordt 20 verschaft voor het roteerbare bodemorgaan 14, dit centrerende op zijn vertikale as in uniforme afstandsrelatie ten opzichte van de opstaande zijwand 12, bovendien naar boven zwaaiende in de polijstkamerholte en enige vaste verontreiniging van de afdichting eliminerende 25 en een onmiddellijk opstarten mogelijk makende van de polijstbewerking, zonder invoering van enig vloeistof-drager van de bovenzijde, indien aldus gewenst. Rotatie van het roteerbare bodemorgaan 14 doet de inhoud van kamer 10 radiaal naar buiten drijven door middel van 30 centrifugaalkracht, voortgebracht door genoemde rotatie.
De massa polijstmedium, onderdelen of werkstukken, en vloeibaar medium daarin zwaait omhoog langs de omhoog-waartse helling van de schijfvormige bodem 14 en valt op de binnenbekleding 13 van het uitwendige opstaande 35 wandorgaan 12. Als de rotatie voortzet, wordt een vloeistofdrukkop opgebouwd langs het opstaande wandorgaan 12 en bij zijn verbinding met het roteerbare bodemorgaan 14 en in het gebied van de afdichting en rond lip 50, indien aanwezig, dat wil zeggen in de buitenkant of 8820739 : - 14 - randgebieden van het roteerbare bodemorgaan 14 van de polijstkamer, en zou normaliter worden gestuwd door genoemde vloeistofdrukkop naar beneden in genoemde afdichting. Volgens de onderhavige bedrijfsmethode evenwel 5 en door gebruik te maken van de inrichting van de uitvinding prevaleert de hydrostatische kop of vloeistof-druk in kamer 26, en, in plaats van dat vloeistof plus poeder naar beneden in het afdichtingsgebied komen, houdt de vloeistof onder druk van kamer 26, als gevolg 10 van zijn omhoogwaartse beweging in de holte van de polijstkamer, lip 50, indien aanwezig, of een ander bodemvormend element, en de veerkrachtig beperkte zone in het af-dichtgebied continu gesmeerd en vrij T'an poeder, waarbij de lip functioneert zowel voor het richten van de 15 vloeistofstroom naar boven in de holte van de polijstkamer als om te voorkomen dat verontreinigingen de veerkrachtig beperkte zone binnentreden, in het bijzonder van onder af. Zodoende wordt een relatieve beweging opgelegd aan de inhoud van de kamer, inclusief de vloei-20 stofdrager, om te zorgen voor het polijsten van de onderdelen, en genoemde inhoud wordt tot naar buiten stromen gebracht langs een houderoppervlak, waarvan een gedeelte zich beweegt ten opzichte van een ander gedeelte daarvan, op een zodanige wijze, dat de vloeistofdrager, inclusief 25 enig "poeder", dat daarin wordt meegenomen, nog steeds wordt gedwongen naar buiten te stromen, maar niet langer in staat gesteld wordt om te stromen tussen deze relatief nauw op elkaar gepositioneerde, relatief roterende delen van de inrichting. Deze vloeistofdruk en de daar-30 door gegenereerde opwaartse stroom is gelijkelijk werkzaam, wanneer de inrichting werkt bij maximale rotatie-snelheid, en wanneer zij in rust is, en alle modi daartussen, en zorgt er bij voorkeur voor, dat de inrichting continu werkt, beginnende v66r een polijstronde en 35 eindigende daarna, teneinde de afdichting ten alle tijde vrij van poeder en andere verontreiniging te houden.
Vloeistofdrager, zoals gebruikelijk is in de polijsttechniek, kan ook worden ingeleid in het polijst-bedrijf door de open top van de polijstkamer, hoewel 0820799:1 - 15 - dit niet langer nodig is als gevolg van de goede toegankelijkheid ervan vanuit de kamers 26 en 44 en via de veerkrachtig beperkte zone van de afdichting en lip 50, welke in wezen een gedeeltelijke bodem vormt voor 5 genoemde zone, of een ander partieel bodemvormend element, naar boven in de polijstkamerholte. De vloeistofdrager dient als gebruikelijk voor het koelen van de reactie-massa en voor het afvoeren of meeslepen van "poeder", waardoor dit verwijderd wordt uit het gebied van het 10 hoofdpolijstbedrijf door het inwendige drainerings- systeem, daarvoor aangebracht door de onderhavige uitvinding (en niet door de afdichting), en de vloeistof kan bestaan uit of omvatten water, waterig detergens of zeepoplossing, oplossingen van chemische reinigings-15 of glansmiddelen of dergelijke, al naar gebruikelijk is in de techniek. Zo'n vloeistofdrager kan als gewoonlijk worden ingeleid met een gedoseerde stroomsnelheid door middel van hulpapparatuur zoals een voorraadhouder, pomp en geassocieerde leidingen, slangen, of buizen, 20 waarvan geen, uitgezonderd zoals omschreven in de conclusies van wezenlijk belang is voor de onderhavige uitvinding.
De vloeistofdrager kan eenvoudig worden ingegoten in de open top van de polijstinrichting vanuit een kam of andere houder, indien dit voldoet voor de speciale 25 polijstbewerking, waar het om gaat. Gewoonlijk wordt de bron van de vloeistofdrager voor intermitterende of continue invoer in het polijstbedrijf en kamer gevormd door sproeikoppen of een geperforeerde pijp of buizen of iets dergelijks, gelegen of binnen de polijstkamer 30 of daarbuiten, en het meest geschikt door zo'n pijp of buis, periferaal gelegen aan of nabij de bovenrand van een opstaande wand van de polijstkamer, bij voorkeur bij of rond de binnenlip of de uitwendige opstaande wand van de polijstkamer. Al deze uitrustingen en hulp-35 uitrusting voor het inbrengen van de vloeistofdrager op intermitterendeof continue wijze in het polijstbedrijf en de polijstkamer is standaard en gebruikelijk in de techniek, zoals deze heden ten dage bestaat en is daarom niet getoond in de tekening, en is alles in feite 0820799/ > - 16 - in wezen onnodig en overbodig gemaakt, wanneer gewerkt wordt volgens de inrichting, constructie, en methode van de onderhavige uitvinding.
TRXLLINGSASPECT
5 Zoals beschreven in het Amerikaanse octrooi 3.435.565 neemt, wanneer slechts middelen voor snelle rotatie van het medium en onderdelen rond een in wezen vertikale as worden gebruikt, de massa of inhoud van de polijstkamer een buitenwaartse en naar boven meer 10 binnenwaartse en benedenwaartse beweging aan, waardoor een toroïdale stroom voortgebracht wordt met afzonderlijke delen en deeltjes van het medium zich verplaatsende schroefvormig rond de toroïde. Wanneer tevens middelen, niet getoond, maar wel-bekend in de techniek voor het 15 opleggen van een trillende of rondwentelende beweging aan de inhoud van een polijstkamer met een roteerbare bodem of spinner, bij voorkeur maar niet noodzakelijkerwijs een kromlijnige of gebogen bodem (zoals hier getoond; zie fig. 1 en 2) eveneens aanwezig zijn, ondergaan de 20 onderdelen of werkstukken en/of het polijstmateriaal daarin aanwezig de verdere of versnelde beweging, die kan worden beschreven als een toroïdale precessie, dat wil zeggen de inhoud beweegt zich bovenwaarts naar het periferale deel van de kamer benedenwaarts naar het 25 binnengedeelte van de kamer, terwijl tegelijk een pre-cessiebeweging (lineaire progressie) wordt beschreven rond de kamer in de richting van de rotatie van de bodem. Een dergelijke beweging resulteert in een verdere relatieve beweging tussen het polijstmateriaal en de werk-30 stukken of tenminste een verdere wisselwerking daartussen, hetgeen ervoor zorgt, dat de onderdelen verder en soms meer efficiënt worden gepolijst, en kan bovendien worden gebruikt om bij te dragen bij het scheiden van gepolijste onderdelen door samenwerking van een dergelijke precessie-35 beweging met inwendige scheidingsmiddelen, in het bijzonder, aangezien de snelheid van precessie gemakkelijk kan worden geregeld door controle van de rondwentelings-beweging, opgelegd aan de polijstkamer, zoals allemaal wel bekend is in de techniek en volledig beschreven ÖH0799.’ - 17 - en geclaimd in de Amerikaanse octrooien 3.990.188 en 4.026.075.
VERWIJDERING VAN ONDERDELEN
Alternatieve vormen van onderdeelverwijderings-5 apparatuur kunnen desgewenst worden gebruikt, in het bijzonder bij inrichtingen van het trillende of tollende type. Eén vorm inrichting wordt beschreven in het Amerikaanse octrooi 3.514.907, bestaande uit een scharnierend gemonteerde klep in de zijwand van de polijstkamer, 10 welke kan worden geopend en gesloten met behulp van een hydraulische cilinder. Wanneer de klep geopend is, kan een verwijderingsinrichting, omvattende een helling, een scherm, en een ontladingsgoot, worden ingeschoven in de opening, resulterende van het openen van de klep, 15 en delen, afgescheiden van het polijstmateriaal worden daardoor ontladen. Alternatief kan een zogenaamde "chip-pomp" worden omlaag gebracht in de polijstkamer en, zoals beschreven in het Amerikaanse octrooi 3.400.495, de delen gescheiden en terug verkregen zoals onthuld 20 in de beschrijving van genoemd octrooi.
BINNENBEKLEDINGEN
Op voordelige wijze is de polijstkamer bekleed met een zacht, veerkrachtig materiaal, teneinde de onderdelen of werkstukken, die worden gepolijst, te beschermen. 25 Gewoonlijk is dit gedaan van urethaan of een ander elastomeer. Een bekleding van deze elastomeer, bijvoorbeeld polyurethaan, wordt gebonden aan het opstaande wand-orgaan en een andere bekleding wordt gebonden aan het boven- of kamer-vormende oppervlak van het roteerbare 30 bodemorgaan. De binnenbekledingen kunnen zodanig zijn gevormd, dat zij ten opzichte van zichzelf onderling bijeen geplaatste oppervlakken geven in het afdicht-gebied, zoals getoond in de tekening, of, op voordelige wijze, kunnen deze bekledingen verwijderbaar en ver-35 vangbare inzetstukken hebben, die de bijeen geplaatste vlakken en/of lip verschaffen, nodig of gewenst voor het afdichtorgaan en in het afdichtgebied. De verwijderbare inzetstukken kunnen worden uitgerust met middelen voor het bevestigen ervan respectievelijk aan het 8820709.
- 18 - ondergedeelte van het stijve opstaande wandorgaan en/of het boven en uitwendige periferale oppervlak van het uitwendige stijve deel van het roteerbare bodemorgaan, of beide. Zulke inzetstukken zijn in het algemeen niet 5 nodig met de constructie en methode van de uitvinding.
De bijeen geplaatste vlakken van het afdicht-orgaan hebben op voordelige wijze een afmeting of dikte, die, bij de kortste afstand vanaf de binnenzijde van de kamer naar het uitwendige tenminste een aantal maal 10 de breedte is van de ruimte tussen de vlakken. Bij gebruikelijke constructies uit de stand der techniek is deze spleet gewoonlijk van de orde van 0,05 cm (0,02 inch), maar, als gevolg van de doelmatigheid van de constructie en methode van de onderhavige uitvinding, kan deze nu 15 zo klein of nauw zijn als 0,01 cm (0,004 inch). Dit is mogelijk, omdat de naar boven stromende vloeistof-drager, welke algemeen water is, waterige detergensop-lossing, of iets dergelijks, de afdichtingsoppervlakken koelt en smeert en reinigt gedurende haar verplaatsing 20 naar het inwendige van de polijstkamer vanaf de kamers 26 en 44 via de veerkrachtig beperkte zone en zoals gericht door de veerkrachtige lip 50, indien aanwezig.
MEDIA
"Polijst chips", "polijstdeeltjes", en "polijst-25 medium", "media", of "materialen" zijn alle technische uitdrukkingen met hun gebruikelijke betekenissen. Wanneer de uitdrukkingen "polijstmaterialen" of "polijstmedia" hier worden gebruikt, zijn zij bedoeld om losse, fijn gemaakte, korrelige, of uit deeltjes bestaande, en in 30 elk geval vaste polijstmaterialen te definiëren van het type, die momenteel in vakkringen worden gebruikt, en andere van een overeenkomstige aard. Dergelijke materialen of media omvatten discrete "deeltjes", genaamd "chips" in vakkringen. Dergelijke "chips" of "deeltjes" 35 zijn gewoonlijk "relatief groot", waarbij een dergelijke verwijzing betekent ten opzichte van de grootte van de opening van de afdichting bij de verbindingsplaats van de relatief bewegende oppervlaktedelen van de afdichting. Zo'n beschrijving geeft ondoordringbaarheid 8810793.
- 19 - aan van de opening tussen de afdichtoppervlakken door de intact of bijna intact zijnde deeltjes of "chips", welke het polijstmedium bevat, en die dienovereenkomstig geen hoofdoorzaak zijn voor het vervuilen van de afdichting, 5 terwijl het "poeder", geproduceerd door afslijten gedurende het polijstproces, historisch een hoofdfactor geweest is bij het vervuilen en verslechteren van de afdichting.
DE POLIJSTKAMER
10 Hoewel het uitwendige opstaande wandorgaan van de polijstkamer hier soms beschreven is als zijnde cirkelvormig, ringvormig of in wezen ringvormig, dient te worden begrepen, dat dit het geval is in een gebruikelijk vlak bovenaanzicht, en dat het niet essentieel 15 is, dat zo'n bepalende wand van de polijstkamer ringvormig of cirkelvormig is in enige nauwkeurige betekenis van de uitdrukking. Wanneer het bodemorgaan van de polijstkamer ringvormig of cirkelvormig is, en in het bijzonder wanneer het roteerbare orgaan dit is, is het slechts 20 nodig, dat de uitwendige opstaande wand voldoende hoeken heeft, teneinde de vrije stroom van polijstmedium in en rond het inwendige van de speciale sectie van de betrokken polijstkamer te voorkomen. Het vlakke bovenaanzicht van de polijstkamer kan bijvoorbeeld slechts 25 algemeen cirkelvormig zijn, waaronder valt tienhoekig, achthoekig, zeshoekig, of vijfhoekig, of kan elke enigszins anders gehoekte dwarsdoorsnee hebben, welke geen afbreuk doet aan een algemene ringvormige of cirkelvormige aard en welke in het bijzonder niet tussenbeide komt 30 met de stroom van medium in het inwendige van de polijstkamer. Hoewel een werkelijk ringvormige of cirkelvormige dwarsdoorsnede de voorkeur heeft, kunnen andere algemeen ringvormige en algemeen cirkelvormige dwarsdoorsneden worden opgelegd aan het uitwendige wandorgaan van de 35 polijstkamer met gelijke of slechts een beetje verminderde doelmatigheid, zoals de vakman duidelijk zal zijn.
DE ELASTOMEER
Elke geschikte en gebruikelijke elastomeer kan worden gebruikt voor het produceren van de veer- 882078 9.' ι - 20 - krachtige afdichtlip 50, en de bijeen geplaatste afdicht-oppervlakken, en de elastomere kamerbekleding, die nodig is volgens bepaalde uitvoeringen van de uitvinding en de voorkeur heeft voor het voltooien van de polijstkamer.
5 De uitdrukking "elastomere binnenbekleding" zoals hier gebruikt, dient te worden opgevat als een binnenbekleding, gevormd van één van de talrijke natuurlijke of synthetische elastomeren, die strekken onder spanning, een hoge treksterkte hebben, snel terugtrekken, en in 10 wezen hun oorspronkelijke afmetingen herstellen. Voorbeelden omvatten natuurlijk rubber, homopolymeren zoals polychloorbutadieen, polybutadieen, polyisopreen, copoly-meren zoals styreen-butadieenrubber, butylrubber, nitril-rubber, ethyleen-propyleencopolymeren, fluorelastomeren, 15 en polyacrylaten, polycondensatieprodukten zoals poly-urethanen, neopreen, ABS rubber, PVC rubber, siliconenrubber, en polysulfiderubber, alsook chemische conversies van hoge polymeren zoals met halogeen gesubstitueerde rubbers. Shore A hardheid tussen vijftig (50) en honderd 20 (100), bij voorkeur rond vijf-en-zestig (65) tot negentig (90), heeft gewoonlijk de voorkeur, tenminste voor de binnenbekleding. Wanneer de elastomeer van het polyure-thaantype is, kan zij worden vervaardigd volgens de prepolymeermethode of door het samenlopend of gelijktijdig 25 mengen van de ingrediënten door verschillende mondstukken in een zogenaamde "één-schots" aanbrenging, welke de instandhoudende reactie van twee of drie componenten inhoudt. Andere details van elastomeer bekleden en de vorming ervan volgens gebruikelijke praktijk uit de 30 techniek kan men vinden in kolommen 9 en 10 van het Amerikaanse octrooi 4.480.411.
De elastomere bekleding kan met voordeel worden gebruikt in een uitgietbare vorm, welke bij harden in aanwezigheid van een matrijs resulteert in elke gewenste 35 configuratie van kamerbekleding, die van voordeel of gewenst kan zijn. De ADIPRENE (merknaam) klasse van urethaanelastomeren, geproduceerd door DuPont, en CONATHANÈ (merknaam) twee-componentspolyurethaangiet-systernen, geproduceerd door Conap, Inc., Olean, N.Y., 8820789.
* - 21 - zijn in het bijzonder geschikt voor gebruik bij de ondrhavige uitvinding. Het CONATHANE TU-79 (merknaam) systeem is in het bijzonder geschikt voor de produktie van polijstkamerbinnenbekledingen in die zin, dat het 5 een Shore A hardheid verkrijgt van 80±5 en uitstekende treksterkte en compressie-eigenschappen heeft. Bovendien is bij het mengen van de twee componenten van het twee-componentensysteem de initiële viscositeit van het mengsel bij 25°C of 77°F slechts 4.000 cps, hetgeen het uit-10 gietbaar maakt in vrijwel elke configuratie voor de produktie van kamerbekledingen volgens de uitvinding, hetzij in vormen, die vervolgens worden gebonden aan de polijstkamerwand of aan een vrijgeefmiddel op genoemde polijstkamerwand, hetzij rechtstreeks uitgegoten in 15 de polijstkamer, teneinde daardoor zelf-bindend aan de wand te worden of aan een thermisch activeerbaar vrijgeef middel aan het inwendige oppervlak daarvan bij harden. Met een hardbaarheid van 35 tot 40 minuten bij 25°C en het vermogen om te harden bij kamertemperatuur 20 of verhoogde temperaturen, is dit systeem in hoge mate bevredigend gebleken. Harden gedurende éën uur bij 25°C plus 16 uur bij 80°C is geschikt, en, alternatief kan de aangebrachte elastomeer worden gehard door het gedurende zeven (7) dagen of minder te houden op 25°C. Indien 25 een matrijs wordt gebruikt, zoals gewoonlijk het geval is, en dat gewoonlijk de voorkeur heeft in de huidige praktijk, kunnen matrijslossingen van diverse soorten, indien gewenst, eveneens worden gebruikt voor het verkrijgen van snelle, schone en geschikte losmaking van de 30 matrijs, zoals thans gebruikelijk is in de techniek.
De elastomere bekleding is bij voorkeur gebonden aan de kamerwand of bodem of aan een thermisch activeerbaar vrijmaakmiddel aan het binnenzijde-oppervlak van de polijstkamerwand of bodem door haar op zijn plaats te 35 gieten in vloeibare of half vloeibare toestand en op haar plaats te laten harden met mogelijk toevoeren van warmte en gebruik van hardingsmiddelen, indien gewenst, of de bekleding kan zoals tevoren opgemerkt minder gewenst worden voorgevormd en gebonden aan het inwendige oppervlak 8820 709.' - 22 - van de polijstkamerwand of bodem of aan een thermisch activeerbaar vrijmaakmiddel aan het binnenoppervlak van de polijstkamer of bodem rechtstreeks, met of zonder het toevoeren van uitwendige warmte en/of verder adhesie.
5 Het inbrengen van een unitaire matrijs in de polijstkamer-holte en het uitgieten van de elastomeer in de polijst-kamerholte rond genoemde matrijs en deze te laten harden is êén bevoorkeurde en gebruikelijke uitvoering, met geschikte modificaties in de procedure voor separate 10 bekleding van de relatief roteerbare bodem.
Samengevat is het uit het voorgaande duidelijk, dat de onderhavige uitvinding een nieuwe centrifugaal polijstinrichting en methode verschaft, welke unieke 15 structurele aspecten inhoudt, alsook een nieuw middel voor het verschaffen van een hydrostatische kop of druk van vloeistof binnen de inrichting en in het bijzonder de continue en opwaartse stroom van vloeistofdrager in het afdichtgebied en naar de veerkrachtig beperkte 20 zone en rond enige afdichtlip daarvan op een zodanige wijze, dat vervuilen van de afdichting door "poeder" of andere ongewenste vaste verontreinigingen wordt uitgesloten, en dat de inrichting en methode zoals verschaft door de uitvinding, de in het voorgaande opgesomde 25 eigenschappen en voordelen bezitten, omvattende, maar niet beperkt tot gemak en snelheid van bedrijf, in wezen een volledig betrouwbare afdichting en instandhouding van een hydrostatische kop, het direct centreren van een spinner of roterend bodemorgaan rond zijn centrale, 30 in wezen vertikale as en in uniforme afstandsrelatie aan zijn buitenomtrek ten opzichte van het uitwendige opstaande vaste wandorgaan van de polijstkamer, en de methode en middelen voor het verwijderen van poeder en andere vaste verontreinigingen van de polijstkamer 35 zonder enig wezenlijk contact daarvan met de afdichting of het afdichtgebied tussen de omtrek van het bodemorgaan en het uitwendige, zich naar boven uitstrekkende wandorgaan van de polijstkamer.
Een verder voordeel van de uitvoering van de 682073®.' £ -23- uitvinding, waarbij koelvloeistof gebracht wordt tot het binnentreden van de veerkrachtig beperkte zone vanaf de zijkant, zoals het geval is, wanneer er een vloeistof-voorraadkamer is buiten en aangrenzend aan het opstaande 5 wandorgaan van de polijstkamer met geassocieerde doorgangen daardoor heen om vloeistof te leveren in genoemde veerkrachtig beperkte zone vanaf de zijkant, in het bijzonder, wanneer genoemde vloeistofvoorraadkamer en geassocieerde doorgangen gelegen zijn rond de oratrek van het uitwendig 10 opstaande wandorgaan, en speciaal, wanneer zo'n koelvloeistof wordt ingebracht bij een polijstbewerking, is, dat de vloeistof rechtstreeks in de veerkrachtig beperkte zone kan binnentreden zonder enige aanzienlijke periode van opslag in een voorraadkamer, waardoor een 15 lagere temperatuur van de koelvloeistof mogelijk wordt gemaakt, dan wanneer deze in staat zal worden gesteld te staan gedurende lange perioden voorafgaand aan het inbrengen in de veerkrachtig beperkte zone, en daardoor tevens de mate van koeling aanzienlijk verhoogt, welke 20 kan worden uitgevoerd binnen de polijstzone en in de veerkrachtig beperkte zone, met het verdere bijkomende voordeel van het eveneens reduceren van de uitzetting (en bijgevolg slijtage) van het constructiemateriaal van de veerkrachtig beperkte zone, in het bijzonder, 25 omdat de elastomere materialen van het gebruikte type minder uitzetten bij lage temperaturen.
Er zij op gewezen, dat de uitvinding niet beperkt is tot de exacte details van bedrijfsvoering, of tot de exacte samenstellingen, methoden, procedures, of 30 uitvoeringen, getoond en beschreven.
Modificaties en equivalenten, vallende onder het kader van de uitvinding, zullen de vakman duidelijk zijn.
35 -conclusies- 8820799.
Claims (47)
- 2. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat genoemd bodemorgaan roteerbaar is 35 ten opzichte van genoemd wandorgaan en genoemd bodemorgaan genoemde lip of gedeeltelijk bodem-vormend element bevat. 88207997 - 2s- *
- 3. Inrichting volgens conclusie 2, m e t het kenmerk, dat genoemde lip zelf zich naar buiten uitstrekt, teneinde een gedeeltelijke bodem te geven voor genoemde -veerkrachtig beperkte zone.
- 4. Inrichting volgens conclusie 2,met het kenmerk, dat genoemde middelen voor het leveren en houden van genoemde vloeistof de capaciteit hebben om genoemde vloeistof te leveren en te houden onder een voldoende druk en genoemde vloeistof te doen binnenkomen 10 in genoemde veerkrachtig beperkte zone en vandaar naar boven in genoemde holte van de polijstkamer, zowel wanneer genoemde inrichting in bedrijf is, als wanneer genoemde inrichting vrij loopt.
- 5. Inrichting volgens conclusie 2,met het ken-15 merk, dat genoemde middelen voor het leveren en onder druk houden van vloeistof zodanig zijn gelegen ten opzichte van genoemde veerkrachtig beperkte zone, dat er voor gezorgd wordt, dat genoemde vloeistof in genoemde veerkrachtig beperkte zone binnenkomt en vandaar in genoemde 20 polijstkamer vanaf beneden.
- 6. Inrichting volgens conclusie 4,met het ken merk, dat genoemde middelen omvatten een vloeistofvoorraadkamer onder genoemd bodemorgaan.
- 7. Inrichting volgens conclusie 6, m e t het k e n- 25 merk, dat genoemde middelen voor het leveren en onder druk houden van vloeistof zijn geassocieerd met genoemde voorraadkamer, teneinde genoemde vloeistof te doen binnenkomen in genoemde kamerholte vanaf beneden.
- 8. Inrichting volgens conclusie 6,met het ken- 30 merk, dat genoemde vloeistofvoorraadkamer is gelegen onder genoemd bodemorgaan rond de omtrek ervan.
- 9. Inrichting volgens conclusie 3,met het ken merk, dat genoemde lip of gedeeltelijk bodem-vormend element van veerkrachtig materiaal is en de bijeengeplaatste 88207997 i -lh - oppervlakken van genoemd bodemorgaan en genoemd wandorgaan in het gebied van genoemd afdichtorgaan bestaan uit elastomeer materiaal. 10. .Inrichting volgens conclusie 2,met het k e n-5 merk, dat genoemd bodemorgaan een ringvormig of cirkelvormig orgaan is, bedoeld om te roteren ten opzichte van een vast uitwendig opstaand wandorgaan.
- 11. Inrichting volgens conclusie 10,met het kenmerk, dat genoemd bodemorgaan is gemonteerd op een 10 roteerbare centrale kolom en roteerbaar daarmee.
- 12. Inrichting volgens conclusie 11, m e t het kenmerk, dat genoemde centrale kolom hol is en dat er doorgangen zijn aangebracht aangrenzend aan de bodem van genoemde polijstkamerholte, welke in verbinding staan 15 met genoemde holle centrale kolom voor het draineren van de vloeistof uit genoemde polijstkamerholte.
- 13. Inrichting volgens conclusie 10, m e t het kenmerk, dat deze separate draineringsmiddelen heeft voor het draineren van vloeistof uit de bodem van genoemde 20 polijstkamerholte, teneinde drainering door genoemd afdichtorgaan te voorkomen.
- 14. Inrichting volgens conclusie 13,met het kenmerk, dat genoemde draineringsmiddelen een holle centrale as omvatten en kanalen daarin.
- 15. Inrichting volgens conclusie 10,met het kenmerk, dat genoemd bodemorgaan geassocieerd is met een centrale kolom, en genoemde centrale kolom een holle as heeft voor het draineren van vloeistof uit genoemde polijstkamer.
- 16. Inrichting volgens conclusie 15,met het kenmerk, dat genoemde draineringsmiddelen omvatten een holle roteerbare centrale kolom en geassocieerde kanalen daarin vanaf genoemde polijstkamer voor het wegnemen $820799. -!ï- van vloeistof uit genoemde polijstkamer.
- 17. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk,- dat genoemde middelen omvatten een vloeistofvoorraadkamer, gelegen uitwendig van de poli jstkamer 5 rond de opstaande wand daarvan.
- 18. Inrichting volgens conclusie 17, m e t het kenmerk, dat genoemde middelen omvatten een vloeistof-voorraadkamer buiten en aangrenzend aan het opstaand wandorgaan van genoemde polijstkamer en geassocieerde 10 kanalen daar doorheen, teneinde vloeistof te geven in genoemde veerkrachtig beperkte zone vanaf de zijkant.
- 19. Inrichting volgens conclusie 17,met het kenmerk, dat genoemde vloeistofvoorraadkamer is gelegen op de omtrek van genoemde buitenste opstaande wand.
- 20. Inrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt door een vloeistofvoorraadkamer onder genoemd bodemorgaan en een vloeistofkamer gelegen buiten en aangrenzend aan genoemd uitwendig opstaand wandorgaan.
- 21. Inrichting volgens conclusie 20, met het ken-20 merk, dat genoemde vloeistofvoorraadkamer onder genoemd bodemorgaan gelegen is rond de omtrek van een roteerbaar bodemorgaan, en dat een andere vloeistofvoorraadkamer is gelegen rond de omtrek van genoemd uitwendig opstaand wandorgaan.
- 22. Inrichting volgens conclusie 11, m e t het ken merk, dat ëên einde van genoemde voorraadkamer aangrenzend is aan genoemde centrale kolom en een tweede afdichtorgaan heeft voor het afdichten van genoemde vloeistofvoorraadkamer tegen lekkage aan het einde 30 ervan aangrenzend aan genoemde centrale kolom.
- 23. Inrichting volgens conclusie 22,met het kenmerk, dat genoemd afdichtorgaan een rok omvat en middelen voor het vertikaal bijstellen, teneinde het 8820799. -2Θ - mogelijk te maken, dat genoemd afdichtorgaan omlaag kan worden verschoven, als de rok ervan onderhevig is aan slijtage. « · u
- 24. Inrichting volgens conclusie 11, met het k e n-5 merk, dat genoemde vloeistofvoorraadkamer een vaste bodem heeft en een afdichtorgaan heeft tussen genoemde centrale kolom en genoemde vaste bodem van de vloeistof-voorraadkamer.
- 25. Inrichting volgens conclusie 11, gekenmerkt 10 door een afzonderlijk draineerorgaan voor genoemde voorraadkamer.
- 26. Inrichting volgens conclusie 12, gekenmerkt door tevens tweede draineermiddelen voor het draineren van vloeistof boven een voorbepaald niveau van genoemde 15 polijstkamerholte.
- 27. Inrichting volgens conclusie 13, gekenmerkt door tevens tweede draineermiddelen voor het draineren van vloeistof boven een voorbepaald niveau van genoemde polijstkamerholte.
- 28. Inrichting volgens conclusie 4, gekenmerkt door vloeistofniveau- en/of concentratieaftastmiddelen en geassocieerde schakeling voor het veranderen van de snelheid van de vloeistofstroom in de polijstkamer, wanneer een voorbepaald vloeistofniveau of concentratie 25 is bereikt in de polijstkamerholte.
- 29. Verbeterde methode voor het polijsten van onderdelen of werkstukken door middel van een proces, dat omvat het onderwerpen van genoemde onderdelen of werkstukken aan afslijpen door relatieve beweging met los, 30 fijngemaakt, korrelvormig, of deeltjesvormig vast polijst-materiaal in aanwezigheid van een vloeistofdrager in een polijstkamer, welke een inwendige holte heeft en houderoppervlakken, omvattende een uitwendig opstaand wandorgaan en een bodemorgaan, welke relatief draaibaar 8820799. -*5- zijn ten opzichte van elkaar, met afdichtmiddelen daartussen, gekenmerkt door het aanbrengen van genoemd afdichtorgaan in de vorm van een veerkrachtig beperkte zone rond de periferie van genoemd bodemorgaan 5 en beneden genoemde polijstkamerholte, het voorzien van genoemde zone van een lip of gedeeltelijk bodemvormig element aan ëén van genoemde organen en een complementair oppervlak aan genoemd ander orgaan, dat samenwerkt met genoemde lip om het afdichtorgaan te bepalen, en het 10 inbrengen van vloeistof onder druk van beneden en rond de omtrek van genoemd bodemorgaan en naar boven in genoemde zone en vandaar naar boven in genoemde polijst-kamer, het voorzien in afzonderlijke middelen voor het inwendig draineren van vloeistof van genoemde polijst-15 kamerholte, en het uitvoeren van de drainering van vloeistof van genoemde holte anders dan door genoemd afdichtorgaan.
- 30. Methode volgens conclusie 29,met het kenmerk, dat genoemde vloeistofdruk voldoende is om 20 genoemde vloeistof te doen binnentreden in genoemde zone en vandaar naar boven in genoemde polijstkamer, wanneer genoemde inrichting in bedrijf is of wanneer genoemde inrichting vrijloopt.
- 31. Methode volgens conclusie 30,met het ken-25 merk, dat vloeistof wordt ingebracht continu gedurende een polijstbewerking.
- 32. Methode volgens conclusie 29, m e t het kenmerk, dat genoemd bodemorgaan roteerbaar is ten opzichte van genoemd wandorgaan, en dat genoemd bodem- 30 orgaan is voorzien van genoemde lip of gedeeltelijk bodem-vormend element,
- 33. Methode volgens conclusie 32, gekenmerkt door de stap van het voorzien in genoemde lip of gedeeltelijk bodem-vormend element van veerkrachtig , 35 materiaal en het voorzien in bijeengeplaatste oppervlakken van genoemd bodemorgaan en genoemd wandorgaan in het ¢820799. -V - gebied van genoemd afdichtorgaan van elastomeer materiaal.
- 34. Methode volgens conclusie 32, gekenmerkt door 'de-;stap van het voorzien in genoemd bodemorgaan in de vorm van een ringvormig of cirkelvormig orgaan, uit- 5 gevoerd voor rotatie ten opzichte van een vast uitwendig opstaand wandorgaan.
- 35. Methode volgens conclusie 34, gekenmerkt door de stap van het monteren van genoemd bodemorgaan op een holle roteerbare centrale kolom, die daarmee 10 roteerbaar is.
- 36. Methode volgens conclusie 35, gekenmerkt door de stap van het voorzien in kanalen aangrenzend aan de bodem van genoemde polijstkamerholte en die in verbinding staan met genoemde holle centrale kolom, 15 en het draineren van vloeistof uit genoemde polijstkamerholte door genoemde kanalen en kolom.
- 37. Methode volgens conclusie 29,met het kenmerk, dat genoemd bodemorgaan is geassocieerd met een centrale kolom, welke een holle as heeft, en omvattende 20 de stap van het draineren van vloeistof uit genoemde polijstkamer door genoemde holle as.
- 38. Methode volgens conclusie 29, gekenmerkt door de stap van het doen binnentreden van genoemde vloeistof in genoemde veerkrachtig beperkte zone van opzij.
- 39. Methode volgens conclusie 29, gekenmerkt door de stap van het doen binnentreden van genoemde vloeistof in genoemde veerkrachtig beperkte zone zowel van terzijde als van onderen.
- 40. Methode volgens conclusie 39, g e k e n m e r k t 30 door de stap van het voorzien in vloeistofvoorraadkamers onder genoemd bodemorgaan en buiten en aangrenzend aan genoemd uitwendig opstaand wandorgaan, en het toevoeren van genoemde vloeistof onder druk vanaf genoemde kamers. 8820799. -3* - 4
- 41. Methode volgens conclusie 32, gekenmerkt door de stap van het aftasten van vloeistofniveau- en/of concentratie in de polijstkamer en het veranderen van de snelheid van de vloeistofstroom in de polijstkamer, wanneer 5 een voorbepaald vloeistofniveau of concentratie is bereikt in de polijstkamerholte.
- 42. Methode volgens conclusie 37, gekenmerkt door de stap van het voorzien in tweede draineermiddelen en het draineren van vloeistof boven een voorbepaald 10 niveau uit genoemde polijstkamerholte.
- 43. Methode voor het polijsten en automatisch steunen en centreren van het roteerbare bodemorgaan in een inrichting voor het polijsten van onderdelen of werkstukken door afslijpen met los, fijngemaakt, korrelig, of 15 deeltjesvormig vast polijstmateriaal in aanwezigheid van een vloeistofdrager, welke omvat: een polijstkamer met een inwendige holte en houder-oppervlakken, omvattende een uitwendig opstaand wandorgaan en een bodemorgaan, 20 welk opstaand wandorgaan en welk bodemorgaan symmetrisch opgesteld zijn rond een gemeenschappelijke, in wezen vertikale as, en welk bodemorgaan roteerbaar is rond genoemde as, teneinde beweging op te leggen aan de inhoud van genoemde kamer voor het polijsten van genoemde onder- 25 delen of werkstukken daarin, en middelen voor het veroorzaken van zo‘n relatieve beweging, welk uitwendig wandorgaan en welk bodemorgaan op nauwe afstand bijeengeplaatste oppervlakken hebben met afdichtmiddelen daartussen, 30 welke afdichtmiddelen omvatten een zone rond de omtrek van genoemd roteerbaar bodemorgaan en onder genoemde inwendige holte van de polijstkamer, en middelen voor het leveren van vloeistof in genoemde zone en voor het houden van genoemde vloeistof onder een 35 voldoende druk, teneinde genoemde vloeistof te doen binnentreden in genoemde zone en vandaar naar boven in genoemde inwendige holte van de polijstkamer, omvattende de stappen van het inbrengen van vloeistof 882079 9.' -32- - onder druk van beneden en rond de omtrek van genoemd bodemorgaan en naar boven in genoemde zone en vandaar naar boven in genoemde inwendige holte van genoemde polijst-kamer*, teneinde 5. genoemd bodemorgaan te centreren rond zijn in wezen vertikale as, en genoemd inbrengen van vloeistof te conti-nuëren gedurende het polijstproces.
- 44. Methode volgens conclusie 33, gekenmerkt door de stap van het aanbrengen van genoemde zone in de 10 vorm van een veerkrachtig beperkte zone.
- 45. Methode volgens conclusie 43, gekenmerkt door de stap van het voorzien in separate middelen voor het draineren van vloeistof uit genoemde inwendige holte van de polijstkamer, en het draineren van genoemde 15 vloeistof uit genoemde polijstkamer anders dan door genoemde afdichtmiddelen,
- 46. Methode volgens conclusie 45, gekenmerkt door de stap van het voorzien in een holle centrale kolom-montage voor genoemd roteerbaar bodemorgaan, en het 20 draineren van vloeistof uit genoemde polijstkamer door genoemde kolom.
- 47. Methode voor het polijsten in en het draineren van vloeistof uit een inrichting voor het polijsten van onderdelen of werkstukken door afslijpen met los, fijngemaakt, 25 korrelig, of deeltjesvormig vast polijstmateriaal in aanwezigheid van een vloeistofdrager, welke omvat: een polijstkamer met een inwendige holte en houder-oppervlakken, omvattende: een uitwendig opstaand wandorgaan en een bodemorgaan, 30 welk opstaand wandorgaan en welk bodemorgaan symmetrisch zijn opgesteld rond een gemeenschappelijke, in wezen vertikale as, en welk bodemorgaan roteerbaar is rond genoemde as, teneinde beweging op te leggen aan de inhoud van genoemde kamer voor het polijsten van genoemde onder-35 delen of werkstukken daarin, en middelen voor het veroorzaken van zo'n relatieve beweging, 88 2.0 79 9 7 -31- welk uitwendig wandorgaan en welk bodemorgaan op nauwe afstand bijeengeplaatste oppervlakken hebben met afdichtmiddelen daartussen, «welke afdichtmiddelen omvatten een zone rond de 5 omtrek van genoemd roteerbaar bodemorgaan en beneden genoemde inwendige holte van de polijstkamer, en middelen voor het brengen van vloeistof in genoemde zone en voor het houden van genoemde vloeistof onder een voldoende druk, teneinde genoemde vloeistof te doen binnen-10 treden in genoemde zone en vandaar naar boven in genoemde inwendige holte van de polijstkamer, omvattende de stappen van het voorzien in een holle centrale kolommontage voor genoemd roteerbaar bodemorgaan, het inbrengen van vloeistof onder druk in genoemde zone van 15 beneden af en rond de omtrek van genoemd bodemorgaan en vandaar naar boven in de inwendige holte van genoemde polijstkamer, het voortzetten van genoemd inbrengen van vloeistof gedurende het polijstproces, en het draineren van vloeistof uit genoemde polijstkamer door genoemde holle 20 centrale kolom.
- 48. Inrichting voor het polijsten onderdelen of werkstukken door afslijpen met mos, fijngemaakt, korrelvormig of deeltjesvormig vast polijstmateriaal in aanwezigheid van een vloeistofdrager, gekenmerkt door: 25 een polijstkamer met een inwendige holte en houder- oppervlakken, omvattende een uitwendig opstaand wandorgaan en een bodemorgaan, welk ópstaand wandorgaan en welk bodemorgaan symmetrisch zijn opgesteld rond een gemeenschappelijke, in wezen 30 vertikale as, en welk bodemorgaan roteerbaar is rond genoemde as, teneinde beweging op te leggen aan de inhoud van genoemde kamer voor het polijsten van genoemde onderdelen of werkstukken daarin en middelen voor het opleggen van zo'n relatieve beweging, 35 welk uitwendig wandorgaan en welk bodemorgaan nauw op afstand bijeengeplaatste oppervlakken hebben met afdichtmiddelen daartussen, welke afdichtmiddelen omvatten een zone rond de periferie van genoemd roteerbaar bodemorgaan, welk bodem- 8820 79 9 Γ » -3H- orgaan gemonteerd is op een roteerbare centrale kolom en roteerbaar daarmee, welke centrale kolom hol is en met kanalen in genoemde holle kolom vanaf genoemde polijstkamerholte van drainering van vloeistof uit ge-5 noemde polijstkamerholte.
- 49. Inrichting volgens conclusie 28,met het kenmerk, dat genoemde afdichtmiddelen een beperkingstype afdichtorgaan is en genoemde zone een veerkrachtig beperkte zone. 9820799
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
US07/105,273 US4884372A (en) | 1987-10-06 | 1987-10-06 | Centrifugal finishing apparatus embodying improved seal and method |
US10527387 | 1987-10-06 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8820799A true NL8820799A (nl) | 1989-09-01 |
Family
ID=22304917
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8820799A NL8820799A (nl) | 1987-10-06 | 1988-10-05 | Centrifugaal polijstinrichting met verbeterde afdichting, alsmede methode voor het centrifugaal polijsten. |
Country Status (9)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4884372A (nl) |
EP (1) | EP0334945B1 (nl) |
JP (1) | JPH0683954B2 (nl) |
CA (1) | CA1307115C (nl) |
DE (1) | DE3890883C2 (nl) |
GB (1) | GB2218017B (nl) |
NL (1) | NL8820799A (nl) |
SE (1) | SE8902046D0 (nl) |
WO (1) | WO1989003281A1 (nl) |
Families Citing this family (16)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JPH075974Y2 (ja) * | 1990-04-06 | 1995-02-15 | 株式会社チップトン | 渦流バレル加工機 |
US5119597A (en) * | 1990-08-28 | 1992-06-09 | The Grav-I-Flo Corporation | Centrifugal disk finishing apparatus |
US5279074A (en) * | 1990-08-28 | 1994-01-18 | The Grav-I-Flo Corporation | Centrifugal disk finishing apparatus utilizing dry media |
DE4038253A1 (de) * | 1990-11-30 | 1992-06-04 | Spaleck Gmbh Max | Fliehkraftbearbeitungsmaschine |
US5295330A (en) * | 1992-09-08 | 1994-03-22 | Hoffman Steve E | Fluid thrust bearing centrifugal disk finisher |
JPH0642058U (ja) * | 1992-11-12 | 1994-06-03 | 新東ブレーター株式会社 | 遠心流動バレル研摩機 |
JPH0642057U (ja) * | 1992-11-12 | 1994-06-03 | 新東ブレーター株式会社 | 遠心流動バレル研摩機 |
US5305554A (en) * | 1993-06-16 | 1994-04-26 | Carbon Implants, Inc. | Moisture control in vibratory mass finishing systems |
US5733172A (en) * | 1995-05-23 | 1998-03-31 | Sintobrator, Ltd. | Dry barrel finishing machine having a device to wet media |
DE19606117A1 (de) * | 1995-11-15 | 1997-05-22 | Dannemann Peter | Fliehkraft-Gleitschliffmaschine |
JP3062800B2 (ja) * | 1996-02-26 | 2000-07-12 | 株式会社チップトン | 渦流バレル加工機 |
DE20007611U1 (de) * | 2000-04-27 | 2001-06-07 | OTEC Präzisionsfinish GmbH, 75334 Straubenhardt | Schleifmaschine |
JP4453624B2 (ja) | 2005-07-21 | 2010-04-21 | 株式会社ジェイテクト | カムフォロア |
US7549912B2 (en) * | 2005-08-04 | 2009-06-23 | Smith International, Inc. | Method of finishing cutting elements |
WO2020203131A1 (ja) * | 2019-03-29 | 2020-10-08 | 新東工業株式会社 | バレル研磨装置 |
US12053852B2 (en) * | 2020-02-28 | 2024-08-06 | Sintokogio, Ltd. | Barrel polishing apparatus |
Family Cites Families (14)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US29964A (en) * | 1860-09-11 | Best available copy | ||
NL6701422A (nl) * | 1966-02-07 | 1968-07-31 | ||
JPS4636157B1 (nl) * | 1968-09-13 | 1971-10-23 | ||
DE2159838C2 (de) * | 1971-12-02 | 1973-10-31 | Messer Griesheim Gmbh, 6000 Frankfurt | Vorrichtung zum Entgraten von Werkstücken |
SU452481A1 (ru) * | 1972-07-11 | 1974-12-05 | Предприятие П/Я Г-4086 | Устройство дл центробежной отделки изделий |
US4026075A (en) * | 1975-05-02 | 1977-05-31 | Roto-Finish Company | Finishing method with gyrational and rotational motion-producing components |
US3990188A (en) * | 1975-05-02 | 1976-11-09 | Roto-Finish Company | Finishing apparatus having gyrational and rotational motion-producing components |
US4096666A (en) * | 1976-02-09 | 1978-06-27 | Osro Limited | Rotary seals |
SU580099A2 (ru) * | 1976-04-16 | 1977-11-15 | Рижский Ордена Трудового Красного Знамени Политехнический Институт | Устройство дл центробежной отделки изделий |
US4177608A (en) * | 1978-01-16 | 1979-12-11 | Roto-Finish Company, Inc. | Finishing apparatus embodying improved seal and method |
SU942960A1 (ru) * | 1980-12-18 | 1982-07-15 | Львовский Лесотехнический Институт | Вибрационна машина дл обработки деталей |
DE3332787A1 (de) * | 1983-09-10 | 1985-03-28 | Carl Kurt Walther Gmbh & Co Kg, 5600 Wuppertal | Behaelter zum gleitschleifen |
DE3520912A1 (de) * | 1985-06-11 | 1986-12-11 | Rösler Gleitschlifftechnik, Maschinenbau und technische Keramik GmbH, 8623 Staffelstein | Fliehkraft-gleitschliffmaschine |
DE3604662A1 (de) * | 1986-02-14 | 1987-08-20 | Spaleck Gmbh Max | Fliehkraftbearbeitungsmaschine |
-
1987
- 1987-10-06 US US07/105,273 patent/US4884372A/en not_active Expired - Lifetime
-
1988
- 1988-10-05 DE DE3890883A patent/DE3890883C2/de not_active Expired - Fee Related
- 1988-10-05 NL NL8820799A patent/NL8820799A/nl not_active Application Discontinuation
- 1988-10-05 EP EP88909435A patent/EP0334945B1/en not_active Expired - Lifetime
- 1988-10-05 WO PCT/US1988/003471 patent/WO1989003281A1/en active IP Right Grant
- 1988-10-05 GB GB8910793A patent/GB2218017B/en not_active Expired - Fee Related
- 1988-10-05 JP JP63508701A patent/JPH0683954B2/ja not_active Expired - Lifetime
- 1988-10-06 CA CA000579518A patent/CA1307115C/en not_active Expired - Lifetime
-
1989
- 1989-06-05 SE SE8902046A patent/SE8902046D0/xx unknown
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
JPH02502088A (ja) | 1990-07-12 |
DE3890883C2 (de) | 1993-10-21 |
EP0334945A4 (en) | 1989-10-30 |
GB2218017A (en) | 1989-11-08 |
EP0334945A1 (en) | 1989-10-04 |
JPH0683954B2 (ja) | 1994-10-26 |
EP0334945B1 (en) | 1993-06-23 |
SE8902046L (sv) | 1989-06-05 |
WO1989003281A1 (en) | 1989-04-20 |
SE8902046D0 (sv) | 1989-06-05 |
GB8910793D0 (en) | 1989-08-02 |
GB2218017B (en) | 1992-02-19 |
CA1307115C (en) | 1992-09-08 |
US4884372A (en) | 1989-12-05 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL8820799A (nl) | Centrifugaal polijstinrichting met verbeterde afdichting, alsmede methode voor het centrifugaal polijsten. | |
US4177608A (en) | Finishing apparatus embodying improved seal and method | |
US5012620A (en) | Centrifugal finishing apparatus embodying improved seal and method | |
JP5882235B2 (ja) | 保護されたベアリングを有する遠心分離機 | |
US6776752B2 (en) | Automatic tube bowl centrifuge for centrifugal separation of liquids and solids with solids discharge using a scraper or piston | |
US20060264312A1 (en) | Centrifuge with clutch mechanism for synchronous blade and bowl rotation | |
KR940001417B1 (ko) | 원심분리장치 | |
AU2009334385B2 (en) | Solids discharge centrifugal separator with disposable contact elements | |
US4169603A (en) | Shaft packing, in particular for use in colloid mill | |
US3435565A (en) | Surface treatment of workpieces | |
CA1300887C (en) | Multistage finishing device and method | |
US6450428B1 (en) | Feed arrangement for grinding mill incorporating fluid feed | |
USRE32135E (en) | Compact universal drum filter settler | |
US5119597A (en) | Centrifugal disk finishing apparatus | |
CA2368176C (en) | A method and a device for separation of a surface layer of a liquid body | |
US5279074A (en) | Centrifugal disk finishing apparatus utilizing dry media | |
JP2002540923A5 (nl) | ||
US20170008011A1 (en) | Self-cleaning Centrifugal Separator | |
JP4402106B2 (ja) | ポリッシング装置 | |
JPS5851068A (ja) | 流動バレル加工装置 | |
US1160635A (en) | Centrifugal machine. | |
JPH0631944U (ja) | 遠心流動バレル研摩機 | |
JPH06114289A (ja) | 流体の不純物分離装置 | |
JPH06335640A (ja) | 遠心分離式スラツジ回収装置 | |
JPH0994484A (ja) | 遠心分離式油清浄機 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
BV | The patent application has lapsed |