NL8801138A

NL8801138A - Aankoppelinrichting voor motorvoertuigen, in het bijzonder personenwagens.

Info

Publication number: NL8801138A
Application number: NL8801138A
Authority: NL
Original assignee: Oris Metallbau Kg Riehle H
Priority date: 1987-06-03
Filing date: 1988-05-02
Publication date: 1989-01-02
Also published as: NL191982C; BE1001407A4; FR2616111B1; DE3718552A1; SE8802067L; NL191982B; CH675859A5; NO165228C; SE8802067D0; GB2205291B; DK167432B1; GB8813046D0; DE3718552C2; NO882402L; IT1219631B; GB2205291A; DK294188D0; SE466995B; NO882402D0; NO165228B

Description

«f ί

-1- 27387/CV/tL

Korte Aanduiding: Aankoppelinrichting voor motorvoertuigen,in het bijzonder personenwagens.

De uitvinding heeft betrekking op een aankoppelinrichting voor motor-5 voertuigen,in het bijzonder personenwagens,welke althans in hoofdzaak uit een aan de achterzijde van het voertuig vast opneemdeel en uit een losmaakbaar daarin bevestigbare kogelhats met koppelingskogel bestaat,welke met zijn kogelvormige einde in een cilindrisch gedeelte van het opneemdeel ingrijpt,met zijdelings uitstekende tappen vormsluitend aan tegen half-10 ronde opneemorganen van het opneemdeel aanligt en aan hem middelen zijn aangebracht,met behulp waarvan de kogelbals bij het inzetten in het opneemdeel automatisch met deze door druk op de tappen in de richting naar diens opneemdeel wordt vastgespannen.

Uit de Duitse octrooiaanvrage 32 24 014 is een aankoppelinrichting 15 van deze soort bekend,bij welke het automatisch vastspannen van de kogel-hals bij het inzetten in het vast op het voertuig aangebrachte opneemdeel plaatsvindt met behulp van een spansysteem ,dat uit een in de kogeihals gelegerde,onder veerbelasting staande stoter,uitscharnierhefbomen,uit een zwenkbare nok en uit een aan het opneemdeel bevestigde vrijmaakstift be-20 staat. Daarentegen wordt het met de uitvinding beoogd een spansysteem te verkrijgen,dat goedkoop te vervaardigen is,bij welke alle delen slechts in of aan de kogeihals zitten en met welke een bediening met een hand bij het losmaken van de kogelhats uit een opneemorgaan mogelijk is.

Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt doordat de middelen 25 voor het automatisch vastspannen van de kogeihals enerzijds uit een in de kogelhats gelegerde grendelbout bestaan,welke onder de invloed van een drukveer vastspannendtegen een oploopschuinte aan het opneemdeel aanligt, anderzijds een eveneens in de kogeihals gelegerde,door een drukveer belaste vrijmaakstift omvatten,welke bij vrijgemaakte kogeihals de gren-30 delbout in een teruggetrokken stand vasthoudt en hem bij de inzethande-ling door langsglijden langs een schuin vlak op het opneemdeel of door aanstoten tegen deze voor het innemen van zijn vastspannende stand vrijgeeft.

Gunstig kan de grendelbout en de vrijmaakstift door een kogel met 35 elkaar in werkingsverbinding staan,welke door de vrijmaakstift voor een schouder van de teruggetrokken grendelbout en bij teruggeschoven vrij- ,8801138 -2- 27387/CV/tl * maakstift door de grendelbout in een in deze stand in diameter teruggesprongen trap^ aan de vrijmaakstift wordt gedrukt.

Voor het terugtrekken van de grendelbout kan een door een handwiel of een handhefboom aandrijfbaar rondsel zijn aangebracht,dat ingrijpt 5 in een tandstang op de grendelbout.

Het handwiel of de handhefboom en het rondsel kunnen aangebracht zijn aan een as,die dwars op de grendelbout in langsrichting verschuifbaar zodanig gelegerd is,dat zij uit een eerste stand ,in welke zij met de grendelbout vormsluitend vergrendeld is,tegen een drukveer in een 10 tweede stand kan worden gedrukt,in welke de vergrendeling opgeheven,de vertanding van het rondsel met de tandstang echter nog niet in ingrij-ping is,en in een derde stand deze ingrijping tot stand gebracht is.

Gunstig kan de as aan het einde,dat tegenover het handwiel of de handhefboom ligt,dan uit de kogelbals uitsteken,indien de vergrendeling 15 van de as met de grendelbout is opgeheven,zodat een zichtcontrole van de vergrendeling mogelijk is.

Indien volgens een verder kenmerk van de uitvinding de tap aan de kogelbals van boven in naar boven open opneemorganen aan het opneemdeel ingrijpt kunnen de middelen voor automatisch vastspannen boven de tap 20 in de kogelhals zijn aangebracht. Voor zo ver de tappen aan de koge>lhals van onderen in naar onderen open opneemorganen ingrijpen kunnen de vastspanmiddelen onder deitappen in de kogelhals liggen.

De grendelbout en de vrijmaakstift kunnen evenwijdig aan elkaar zijn aangebracht. Verder kan de kogelhals zijn voorzien van een dwars-25 boring,welke enerzijds in verbinding met de tap als opneemorgaan voor de bewerking dient,anderzijds er toe geschikt is,dat de vrijgemaakte kogelhals met behulp van een bout,bijvoorbeeld in de kofferruimte van het voertuig,kan worden vastgezet.

In de tekening is het onderwerp van de uitvinding in een uitvoe-30 ringsvoorbeeld weergegeven. Er tonen:

Fig. 1 een in een opneemorgaan ingezette kogelhals in gedeeltelijk doorgesneden zijaanzicht.

Fig. 2 een doorsnede over fig.1, gezien volgens de lijn II- II in fig.1.

35 Fig. 3 een doorsnede door de losgemaakte kogelhals en de . 8 8 0 1 1 3 1' m 9 5 -3- 2 7387/CV/tl

Fig. 4, 5 en 6 doorsneden door de kogeLhals volgens de lijn IV-IV in fig.3.

Volgens de fig.1 en 2 is bijvoorbeeld aan een dwarsdrager 1 aan de achterzijde van een personenwagen een opneemdeel 2 bevestigd,in welke 5 losmaakbaar eem kogelbals 3 met koppelingskogel 4 is aangebracht. Het einde van de kogelhats 3 is voorzien van een kogelvormig gedeelte 5,met welke het van onderen af in een cilindrische uitsparing 6 in het opneemdeel 2 is ingestoken. De kogelhals 3 bezit verder twee zijdelings uitstekende tappen 7,die van onderen in naar onderen open half ronde opneem-10 organen 8 aan het opneemdeel 2 aanliggen. In de afgebeelde stand van de kogelhals 3 wordt deze in het opneemdeel 2 vastgehouden door een spansysteem,dat in de kogelhals is aangebracht. Het spansysteem bestaat althans in hoofdzaak uit een grendelbout 9, welke is aangebracht in een boring 10 en met drukveren 11 belast met een .conisch einde 12 tegen een oploop-15 schuinte 13 in het opneemdeel 2 wordt gedrukt. Een cilindrische stift 14 dient als draaiborging voor de grendelbout 9 in de boring 10. Het achtereinde van de grendelbout 9 bezit een als tandstang 15 uitgevoerde ver-tanding. Eevenwijdig aan de grendelbout 9 is volgens fig.2 in een boring 16 in de kogelhals 3 een vrijmaakstift 17 aangebracht,welke is be-20 last door een veer 18,tegen deze veer echter door een kogel 19 is vast-gehouden,welke in een boring 20 tussen de grendelbout 9 en de vrijmaakstift 17 ligt en in een in de diameter trapsgewijs verkleinde trap 21 in de vrijmaakstift ingrijpt. De kogel 19 wordt door de grendelbout 9 in deze stand vastgehouden.

25 Boven de grendelbout 9 en dwars daarop is in de kogelhals 3 in een boring 22 een as 23 gelegerd,welke met een handhefboom 24 tegen de werking van een veer 25 zowel gedraaid als ook in asrichting verschoven kan worden. De as 23 is met een rondsel 26 uitgerust en aan het einde, dat tegenover de handhefboom 24 ligt,uitgerust met een zuigervormig deel 30 27 van grotere diameter. Het vrije einde van de as toont een afgeronde kop 28. In de kogelhals 3 is verder een dwarsboring 29 aangebracht,welke ertoe dient,dat de vrijgemaakte kogelhals voor bewaring kan worden bevestigd. Bovendien dient zij in verbinding met de tap 7 bij de bewerking van de kogelhals als opneemorgaan. Het voorste einde van de vrijmaakstift 35 17 is gelegerd in een bus 30,het voorste einde van de grendelbout 9 in een bus 31 met daarachter aangebrachte stootbeschermingsring 32. De .8801138 4 % \ -4- 27387/CV/tl bussen 30, 31 worden gemeenschappelijk gefixeerd door een cilinderstift 33 (fig.1).

Bij in het opneemdeel 2 ingezette kogelbals 3 nemen alle delen de uit fig.1 en 2 zichtbare stand in, in welke het zuigervormige deel 27 5 van de as 23 ingrijpt in een uitsparing 34 op de grendelbout 9. Voor het vrijmaken van de kogelhals wordt de as 23 zo ver in de kogelbals ingedrukt,dat het rondsel 26 ingrijpt in de tandstang 15 van de grendelbout. Door zwenken van de handhefboom 24 over 90° wordt dan de grendelbout tegen de werking van de veren 11 zo ver teruggehaald, dat de grendelbout 10 de verbinding met het opneemdeel 2 verliest. In deze stand valt de kogel-hals uit het opneemdeel 2 uit en op dit tijdstip drukt de veer 18 de vrijmaakstift 17 uit de kogelhals ,zodat de kogel 19 voor een trap 35 op de grendelbout wordt gedrukt. Door de veer 25 wordt de vertanding tussen tandstang 15 en rondsel 26 vrijgemaakt. De kop 28 van de as 23 15 steekt uit de omtrek van de kogelhals naar buiten. Alle delen nemen de uit fig.3 zichtbare stand in.

Bij het inzetten van de kogelhals 3 in het opneemdeel 2 stoot de vrijmaakstift 17 tegen het opneemdeel 2 aan. De vrijmaakstif wordt teruggetrokken en de door de veren 11 naar voren gedrukte grendelbout schuift 20 de kogel 19 in de teruggesprongen trap 21 bij de vrijmaakstift en legt zich vastspannend aan tegen de oploopschuinte 13, waarbij het zuigervor-mige deel 27 van de as 23 in de uitsparing 34 aan de grendelbout 9 borgend ingrijpt. De kop 28 van de as 23 verdwijnt in de kogelhals als teken daarvoor,dat het vastspannen tot stand is gebracht.

25 De afzonderlijke standen van de as 23 zijn in de fig.4 tot 6 weerge geven. De stand volgens fig.4 komt overeen met die van fig.2. De vertanding is niet in ingrijping ,het deel 27 grijpt in de uitsparing 24 aan de grendelbout 9 in. Fig. 5 toont de stand volgens fig.3 bij vrijgemaakte kogelhals en fig.6 toont de ingrijping van de vertanding bij het terug-30 halen van de grendelbout 9.

Voor de grendelbout 9 en de vrijmaakstift 17 kunnen al naar de wijze van opbouw aan het opneemdeel overeenkomstige oploopschuintes zijn aangebracht. Het is ook mogelijk de vrijmaakstift 17 dwars op de grendelbout 9 aan te brengen.

35 Voor het geval dat de tappen 7 aan de kogelhals 3 van boven af Hn opneemorganen aan het opneemdeel worden ingehangen wordt het spansysteem .8801138 -5- 27387/CV/tl 5 via de tappen in de kogelhals aangebracht zodanig/dat de grendelbout de tappen van boven naar beneden in de opneemorganen drukt.

.8801138

Claims

1. Aankoppelinrichting voor motorvoertuigen ,in het bijzonder personenwagens ,althans in hoofdzaak bestaande uit een aan de acherzijde van het voertuig vast opneemdeel en uit een losmaakbaar daarin beves-tigbare kogelhals met koppelingskogel ,welke met zijn kogelvormige einde 5 in een cilindrisch gedeelte van het opneemdeel ingrijpt,met zijdelings uitstekende tappen vormsluitend tegen half ronde opneemorganen van het opneemdeel aanligt en aan hem middelen zijn aangebracht,met behulp van welke de kogelhals bij het inzetten in het opneemdeel automatisch met deze door druk op de tappen in richting naar hun opneemorganen wordt 10 vastgespannen,met het kenmerk,dat de middelen voor het automatisch vastspannen van de kogelhals (3) enerzijds uit een in de kogelhals gelegerde grendelbout (9) bestaan,welke onder de invloed van drukveren (11) vast-spannendtegen een oploopschuinte (3) aan het opneemdeel (2) aanligt,anderzijds een eveneens in de kogelhals gelegerde door een drukveer (18) be-15 laste vrijmaakstift (17) omvatten,welke bij vrijgemaakte kogelhals de grendelbout in een teruggetrokken stand vasthoudt en hem bij de inzet-handeling door glijden langs een schuin vlak op het opneemdeel of aanstotend daarop ter inname van zijn vastspannende stand vrijgeeft.

2. Inrichting volgens conclusie 1,met het kenmerk,dat de grendelbout 20 (9) en de vrijmaakstift (17) door een kogel (19) met elkaar in werk- verbinding staan,welke door de vrijmaakstift voor een schouder (35) van de teruggetrokken grendelbout en bij teruggeschoven vrijmaakstift door de grendelbout in een in deze stand in diameter teruggesprongen trap (21) op de vrijmaakstift wordt gedrukt.

3. Inrichting volgens de conclusies 1 of 2,met het kenmerk,dat voor het terugtrekken van de grendelbout (3) een door een handwiel of een handhefboom (24) aandrijfbaar rondsel (26) is aangebracht ,dat ingrijpt in een tandstang (15) aan de grendelbout.

4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, 30 dat het handwie· of de handhefboom (24) en het rondsel (26) zijn aangebracht op een as (23),die dwars op de grendelbout in langsrichting zodanig verschuifbaar gelegerd is,dat zij uit een stand,in welke zij met de grendelbout (9) vormsluitend vergrendeld is,tegen een drukveer (25) in een tweede stand kan worden gedrukt,in welke de vergrendeling opgehe-35 ven,de vertanding van het rondsel (26) met de tandstang (15) echter nog niet in ingrijping is,en in een derde stand deze ingrijping tot stand »8801138 « ·? \ -7- 27387/CV/tL gebracht is.

5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat de as (23) aan het einde,dat tegenover het handwiel of de handhefboom (24) ligt,dan uit de kogelhals uitsteekt,indien de vergrendeling van de 5 as met de grendelbout is opgeheven.

6. Inrichting volgens de conclusies 1 tot 5,met althans in hoofdzaak loodrechte opstelling van het in het opneemdeel inzetbare deel van de kogelbals,met het kenmerk,dat de tap (7) aan de kogelhals van boven in naar boven open opneemorganen (8) aan het opneemdeel (2) ingrijpen en de 10 middelen voor automatisch vastspannen boven de tap in de kogelhals zijn aangebracht.

7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies 1- 5,met althans in hoofdzaak loodrechte opstelling van het in het opneemdeel inzetbare deel van de kogelhals ,met het kenmerk,dat de tap (7) aan de kogelhals 15 van onderen in «aar onderen open opneemorganen (8) aan het opneemdeel (2) ingrijpen en de middelen voor het automatisch vastspannen onder de tap in de kogelhals zijn aangebracht.

8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies 1 tot 7,met het kenmerk,dat de grendelbout (9) en de vrijmaakstift (17) evenwijdig aan 20 elkaar zijn aangebracht.

9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies 1 tot 8,met het kenmerk,dat de kogelhals is voorzien van een dwarsboring (29). 25 .8801138