NL8800892A - Voertuig met een door een pedaal bedienbaar snelheidsregelorgaan. - Google Patents

Description

* \

VOERTUIG MET EEN DOOR EEN PEDAAL BEDIENBAAR SNELHEIDSREGELOR-GAAN

De uitvinding heeft betrekking op een voertuig omvattende een gestel/ roteerbaar aan het gestel gemonteerde wielen en een aandrijfbaar met tenminste één van de wielen gekoppelde een motor omvattende aandrijfinrichting welke voor-5 zien is van een door een pedaal bedienbaar snelheidsregel-orgaan.

Dergelijke voertuigen zijn algemeen bekend en meer in het bijzonder zijn motorisch aangedreven voertuigen meestal voorzien van een door een pedaal bedienbaar snel-10 heidsregelorgaan. Wanneer met een dergelijk voertuig over onregelmatigheden wordt gereden/ treden stoten op die zich voortplanten in het been en de voet van de bestuurder. Deze stoten kunnen onbedoelde standveranderingen van het pedaal tot gevolg hebben/ waardoor onbedoelde snelheidsveranderin-15 gen optreden. Ook deze snelheidsveranderingen kunnen weer relatieve bewegingen van de bestuurder en diens voet tot gevolg hebben. De snelheidveranderingen werken daardoor zelf-versterkend.

In het bijzonder wanneer het voertuig zodanig is uit-20 gevoerd dat reeds bij kleine verplaatsingen van het pedaal grote snelheidsveranderingen optreden/ is het ten gevolge van het hierboven omschreven verschijnsel bijzonder moeilijk het voertuig nauwkeurig en regelmatig te bedienen.

De uitvinding beoogt dit nadeel te verhelpen.

25 Dit doel wordt bij een voertuig volgens de uitvin ding bereikt doordat dicht nabij het pedaal/ dwars op de langsrichting daarvan een ten opzichte van het gestel vaste steun is aangebracht/ zodanig dat een bedieningspersoon zijn voet tegelijkertijd zowel op het pedaal als de vaste voet-30 steun kan doen rusten. Door de vaste steun wordt de stand van de voet van de bedieningspersoon in de richting waarin het pedaal beweegt/ gefixeerd/ zodat onregelmatige bewe- .8800892 2 gingen van het voertuig en dientengevolge bewegingen van het been van de bestuurder niet tot uitdrukking komen in een standverandering van de voet waarmee het pedaal wordt bediend .

5 Uiteraard is het wel bij voertuigen bekend dat de bedieningspersoon de hak van zijn voet op de vloer van het voertuig laat rusten, en aldus zijn voet op een vast punt ten opzichte van het gestel ondersteund. Bij een dergelijke ondersteuning treedt echter niet de beoogde fixatie van de 10 voet in de door het pedaal bepaalde bewegingsmogelijkheid op.

De uitvinding is in het bijzonder geschikt voor toepassing bij een voertuig waarbij het pedaal van het type is dat een voet geheel ondersteunt. Bij een dergelijk type voer-15 tuig is de krachtweg voor de pedaalbediening zeer groot en strekt zich in het algemeen uit tot aan de stoel van de bestuurder. De invloed van onregelmatige bewegingen is daardoor, wanneer de uitvinding niet wordt toegepast, in het algemeen zeer groot.

20 De uitvinding is verder in het bijzonder gunstig bij een voertuig waarbij het snelheidsregelorgaan van het type is dat bij een voorwaartse zwenkbeweging van het pedaal vanuit een middenstand, een beweging van het voertuig in een eerste richting veroorzaakt en bij een achterwaartse zwenk-25 beweging van het pedaal vanuit de middenstand, een beweging in tegengestelde richting veroorzaakt, terwijl een toenemende zwenkhoek met een toenemende snelheid correspondeert. Aangezien bij een snelheidsregelorgaan van een dergelijk type de totale beschikbare zwenkhoek gebruikt moet worden 30 voor zowel een regeling van de voorwaartse rijsnelheid als de achterwaartse rijsnelheid zal de snelheidsverandering bij kleine hoekverdraaiing van het pedaal relatief groot zijn. De eerder genoemde problemen treden hierdoor, wanneer de uitvinding niet wordt toegepast, zeer snel op. Dit wordt nog 35 versterkt, doordat in de ergonomie gebleken is, dat de toelaatbare zwenkhoek van een pedaal, voor een comfortabele bediening daarvan, slechts maximaal ongeveer vijftien graden mag bedragen.

,8800892 * 3

Wanneer het voertuig volgens de uitvinding een bedrijfsvoertuig zoals een vorkheftruck is/ wordt met de uitvinding het extra voordeel van een vergroting van de produk-tiviteit bereikt. Er kan gemiddeld sneller met het voertuig 5 worden gereden terwijl toch met een zeer grote nauwkeurigheid bij lage snelheid een last gepositioneerd kan worden.

Ook wordt een grotere veiligheid bereikt/ in het bijzonder wanneer met een last op een relatief grote hoogte ten opzichte van de grond moet worden gereden. Doordat de snelheid 10 nauwkeurig en gelijkmatig kan worden geregeld is het gevaar van kantelen door onverwachte snelheidsveranderingen sterk verminderd.

De uitvinding wordt hierna verder toegelicht in de volgende beschrijving van enige uitvoeringsvoorbeelden aan 15 de hand van de bijgevoegde tekeningen.

Fig. 1 toont in gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht een gedeelte van een voertuig volgens de uitvinding nabij het bedieningspedaal van het snelheidsre-gelorgaan daarvan.

20 Fig. 2 en 3 tonen gedeeltelijk schematische perspec tivische aanzichten van alternatieve uitvoeringsvormen.

Fig. 4 toont schematisch een aandrijfinrichting van een voertuig volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding.

25 Fig. 1 toont een pedaaldrager 1 die een deel vormt van het gestel van een verder op zichzelf bekende wijze uitgevoerd voertuig. Op een bodemplaat van de pedaaldrager 1 is door middel van lage steunen 4 een pedaal 2 zwenkbaar gemonteerd. Het pedaal 2 draagt aan zijn ondereinde een bedie-30 ningsarm 6 die op een verder voor de hand liggende wijze met het snelheidsregelorgaan van het voertuig is verbonden. Een scharnieras 5 strekt zich uit door de lage steunen 4 en de bedieningsarm 6.

Fig. 1 geeft het pedaal 2 in getrokken lijnen weer 35 in een middenstand/ tussen twee met respectievelijk een streep-stippellijn en een streeplijn getoonde uiterste bedrijf sstanden . Volgens de uitvinding zijn dicht nabij het pedaal 2t vast met het gestel verbonden voetsteunen 7 en 8 . 8800892.

4 aangebracht. Een bedieningspersoon kan zijn voet half op het pedaal 2 laten rusten en de andere helft op een van de steunen 7 of 8. Door het kantelen van zijn voet kan het pedaal 2 worden bediend/ terwijl tegelijktijd contact met een van de 5 steunen 7 en 8 gehandhaafd blijft. Aangezien de onregelmatige bewegingen in langsrichting van het pedaal optreden hebben deze geen invloed op de "kantelstand" van de voet/ zodat deze onregelmatigheden geen veranderingen in de stand van het pedaal met zich meebrengen.

10 De in fig. 1 getoonde uitvoeringsvorm omvat twee steunen 7, 8, zodat de bedieningspersoon de voor hem meest comfortabele stand van zijn voet kan kiezen. Zoals aangegeven is elk van de vaste steunen 7, 8 zodanig aangebracht/ dat een door deze bepaald steunoppervlak nagenoeg in het-15 zelfde vlak ligt als een door het pedaal 2 bepaald steunoppervlak/ wanneer dit pedaal 2 in een middenstand tussen de twee uiterste bedrijfsstanden verkeert. De uit te voeren kantelbeweging vindt hierdoor in twee richtingen plaats/ terwijl bij de veel gebruikte middenstand de voet vlak gehouden 20 kan worden.

De constructie van fig. 1 is bijzonder geschikt om toegepast te worden in een voertuig waarbij het door het pedaal 2 bediende snelheidsregelorgaan van het type is dat bij een voorwaartse zwenkbeweging van het pedaal een voorwaartse 25 beweging van het voertuig en bij een achterwaartse zwenkbeweging van het pedaal vanuit de middenstand een achterwaartse beweging van het voertuig veroorzaakt. In het bijzonder wordt een dergelijk snelheidsregelorgaan bij een hydrostatische aandrijving met omkeerbare/ regelbare pomp. Een derge-30 lijke aandrijving zal nog kort worden beschreven aan de hand van fig. 4.

Fig. 2 toont een alternatieve uitvoeringsvorm/ waarbij dwars op de langsrichting van het pedaal 10 dicht daarboven een voetsteun 11 is aangebracht. Hoewel deze steun 11 35 inschuifbaar is/ zoals aangegeven/ is deze in de gebruiks-stand uiteraard te zien als een ten opzichte van het gestel vaste steun. De bestuurder kan zijn voet op de steun 11 plaatsen en tegelijkertijd met zijn teen of hak het voor- .8800892

V

5 respectievelijk achtereinde van het pedaal 10 bedienen. De stand van de voet wordt door de steun 11 gefixeerd/ enerzijds door de wrijving op de steun 11 en anderzijds doordat de steun 11 een platte bovenzijde heeft.

5 Bij de uitvoeringsvorm van fig. 3 zijn de lage steu nen 16 van het pedaal 15 zodanig uitgevoerd dat de boveneinden daarvan uitsteken boven het door het pedaal 15 bepaalde steunvlak. De boveneinden van de lage steunen 16 vormen daardoor de dicht nabij het pedaal/ dwars op de langsrich-10 ting daarvan liggende steunen 17. De bedieningspersoon kan zijn voet tegelijkertijd op het pedaal 15 en op een van de zijdelingse steunen 17 laten rusten. De fixatie van de voet zal bij deze uitvoeringsvorm in hoofdzaak door wrijving met de voetsteun 17 optreden.

15 Zoals eerder opgemerkt is het bijzonder gunstig om de uitvinding toe te passen bij een pedaal dat een de over-brengingsverhouding van een hydrostatische aandrijving regelend orgaan bedient. Een onbedoelde standverandering van een dergelijk pedaal heeft onmiddelijk een sterke invloed op de 20 snelheid van het van de hydrostatische overbrenging voorziene voertuig. Een dergelijke hydrostatische aandrijving 25 wordt schematisch in fig. 4 getoond. Bij een dergelijke aandrijving 25 wordt het aandrijfvermogen geleverd door een verbrandingsmotor 26. Deze verbrandingsmotor drijft een regel-25 bare en omkeerbare hydrostatische pomp 27 aan. De opbrengst van de pomp en de werkingsrichting daarvan wordt ingesteld met behulp van een bedieningscilinder 30.

De in- en uitlaat van de pomp 27 zijn verbonden met een hydrostatische motor 29. De rotatiesnelheid van de motor 30 29 is afhankelijk van de opbrengst van de pomp 27. Op op zichzelf bekende wijze wordt de stand van de bedieningscilinder 30 bepaald door de stand van het pedaal 31. Dit pedaal 31 is verbonden met een drukregelklep 32. In fig. 4 gezien boven de zuiger van de bedieningscilinder 30 wordt olie 35 onder constante druk toegevoerd. Wanneer door bediening van het pedaal 31 de drukregelklep 32 zodanig wordt ingesteld dat de via deze klep 32 onder de zuiger van de bedieningscilinder 30 toegevoerde olie een hogere druk heeft/ zal de .8800892 6 * bedieningszuiger omhoog bewegen, totdat door de veranderde veerkrachten op de zuiger een nieuw evenwicht is ingesteld. Bij tegengestelde beweging van het pedaal 31 zal de zuiger naar beneden bewegen. De bedieningsschakeling is zodanig in-5 gesteld dat wanneer het pedaal 31 in de middenstand staat/ de pomp 27 juist niet levert/ zodat de motor 29 is geblokkeerd .

• Uit dit schema zal het duidelijk zijn dat een veran dering van de stand van het pedaal 31 onmiddellijk een reak-10 tie in de hydrostatische motor 29 teweegbrengt. Een gelijkmatige bediening van het pedaal 31/ ook en in het bijzonder bij het rijden over onregelmatigheden, is voor een goede en veilige besturing van het van de aandrijving 25 voorziene voertuig dus van groot belang. Zoals eerder uiteengezet 15 wordt dit met de uitvinding bereikt.

Getoond wordt nog dat de hydrostatische aandrijving 25 een op zichzelf bekende suppletiepompinrichting 28 omvat, die eveneens aangedreven wordt door de verbrandingsmotor 26.

De verbrandingsmotor 26 is voorzien van een gaspe-20 daal 33 dat, bij een bepaalde stand van het pedaal 31 eveneens als snelheidsregelorgaan werkt. Dicht nabij dit pedaal kan volgens de uitvinding eveneens een ten opzichte van het gestel vaste steun worden aangebracht, zodat dit pedaal eveneens nauwkeurig en gelijkmatig kan worden bediend. Door de 25 reaktietijd van de motor 26 heeft een onbedoelde kortdurende standverandering van het pedaal 33 een minder sterke invloed op de snelheid van het voertuig.

.8800892

Claims (8)

1. Voertuig omvattende een gestel/ roteerbaar aan het gestel gemonteerde wielen en een aandrijfbaar met tenminste één van de wielen gekoppelde een motor omvattende aandrijf inrichting welke voorzien is van een door een pedaal be-5 dienbaar snelheidsregelorgaan/ met het kenmerk/ dat dicht nabij het pedaal/ dwars op de langsrichting daarvan een ten opzichte van het gestel vaste steun is aangebracht/ zodanig dat een bedieningspersoon zijn voet tegelijkertijd zowel op het pedaal als de vaste voetsteun kan doen rusten.

2. Voertuig volgens conclusie 1/ waarbij het pedaal van het type is/ dat een voet geheel ondersteund.

3. Voertuig volgens conclusie 2, waarbij het pedaal van het type is dat zwenkbaar is om een halverwege liggende scharnieras.

4. Voertuig volgens conclusie 3/ waarbij het snel heidsregelorgaan van het type is dat bij een voorwaartse zwenkbeweging van het pedaal vanuit een middenstand/ een beweging van het voertuig in een eerste richting veroorzaakt en bij een achterwaartse zwenkbeweging van het pedaal vanuit 20 de middenstand/ een beweging in tegengestelde richting veroorzaakt/ terwijl een toenemende zwenkhoek met een toenemende snelheid correspondeert.

5. Voertuig volgens een van de voorgaande conclu sies/ met het kenmerk/ dat aan weerszijden van het pedaal 25 een ten opzichte van het gestel vaste steun is aangebracht.

6. Voertuig volgens een van de voorgaande conclu sies/ met het kenmerk/ dat de vaste steun zodanig is aangebracht/ dat een daarvoor bepaald steunoppervlak nagenoeg in hetzelfde vlak ligt als een door het pedaal bepaald steunop- 30 pervlak/ wanneer het pedaal in een middenstand tussen de uiterste bedrijfsstanden verkeert.

7. Voertuig volgens een van de voorgaande conclu sies/ met het kenmerk/ dat dit een bedrijfsvoertuig is voor het met relatief hoge snelheid verplaatsen en met zeer lage .88Ö089Z 4 4 snelheid nauwkeurig positioneren van een last.

8. Voertuig volgens een van de conclusies 4-7/ met het kenmerk/ dat de aandrijfinrichting een hydrostatische overbrenging omvat en dat het snelheidsregelorgaan een de 5 overbrengingsverhouding van de hydrostatische overbrenging regelend orgaaan is. ,8800592