NL8800859A

NL8800859A - Platenwisselaar, alsmede platenspeler voorzien van de platenwisselaar.

Info

Publication number: NL8800859A
Application number: NL8800859A
Authority: NL
Original assignee: Philips Nv
Priority date: 1988-04-05
Filing date: 1988-04-05
Publication date: 1989-11-01
Also published as: EP0336495A1; DE68916830D1; US5050147A; CN1036854A; DE68916830T2; EP0336495B1; JPH01300463A

Description

tw PHN 12.511 1 N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven "Platenwisselaar, alsmede platenspeler voorzien van de platenwisselaar" .

De uitvinding heeft betrekking op een platenwisselaar, omvattende een gestel, een oassettehouder met een positioneervlak voor een cassette die is voorzien van verscheidene dragers met een draagvlak voor een plaat, in het bijzonder een optische plaat, middelen voor het 5 uit en in de cassette brengen van de genoemde dragers, en vasthoudmid-delen voor het vasthouden van een buiten de cassette gebrachte plaat.

Een dergelijke platenwisselaar wordt toegepast in de in de Europese octrooiaanvrage 0.217.393 (herewith incorporated by reference) getoonde platenspeler. De bekende platenspeler is voorzien van een vast ^ in het gestel opgestelde oassettehouder voor het opnemen van een cassette, die geschikt is voor één of meerdere optische platen, in het bijzonder compact discs. De bekende platenspeler is voorts voorzien van een inrichting voor het afspelen van een optische plaat, welke inrichting een draaitafel voor het roterend aandrijven van de optische plaat, alsmede een electro-optische eenheid voor het optisch aftasten van de plaat omvat. De draaitafel en de electro-optische eenheid zijn op een subgestel bevestigd, dat ten opzichte van het gestel verplaatsbaar is.

Indien de in de oassettehouder aangebrachte cassette is voorzien van meerdere platen, kan tijdens gebruik van de platenspeler een op de draaitafel liggende plaat automatisch worden vervangen door een andere optische plaat. Daartoe is de bekende platenwisselaar voorzien van een mechanisme voor het verplaatsen van het genoemde subgestel, waarbij de draaitafel en de electro-optische eenheid in een positie gebracht kunnen worden, die gerelateerde is aan de positie van de gekozen, af te 25 tasten plaat.

Een bezwaar van de bekende constructie is, dat een uiterst gevoelig en essentieel onderdeel, namelijk de genoemde electro-optische eenheid, voor het op de draaitafel leggen van een optische plaat verplaatst moet worden naar een niveau, dat overeenkomt met het niveau van 30 de beoogde af te tasten plaat. Het voortdurend verplaatsen van de electro-optische eenheid kan gemakkelijk tot storingen aanleiding kan geven. Bovendien vereist een dergelijke constructie extra voorzieningen •8800859 Η ΡΗΝ 12.511 2 met betrekking tot de naar de beweegbaar opgestelde afspeelinrichting lopende electrische verbindingen. Een verder bezwaar is, dat additionele, en daardoor kostprijsverhogende maatregelen genomen moeten worden om goed gedefinieerde afspeelposities van de verplaatsbare draaitafel 5 te garanderen.

De uitvinding beoogt de in de aanhef genoemde platenwisselaar zodanig uit te voeren, dat een compacte mechanische inrichting ontstaat, welke gemakkelijk te combineren is met een inrichting voor het contactloos inschrijven en/of uitlezen van een optische plaat tot 10 een platenspeler, zonder dat daartoe storingsgevoelige constructies toegepast moeten worden.

De platenwisselaar volgens de uitvinding vertoont daartoe als kenmerk, dat in de platenwisselaar een motorisch aangedreven cas-settelift aanwezig is voor het bewerkstelligen van een rechtlijnige 15 verplaatsing van de cassettehouder ten opzichte van het gestel, in een richting dwars op het positioneervlak van de cassettehouder, voor het naar één vooraf bepaald vlak brengen van de dragers, waarbij de cassetten ft een met de cassettehouder roteerbaar verbonden, met aandrijfmid-delen gekoppelc liftelement, dat een in de richting dwars op het posi-20 tioneervlak van de cassettehouder lopende rotatie-as heeft, tenminste een ten opzichte van het positioneervlak van de cassettehouder hellend opgesteld geleidingsvlak en tenminste een met het geleidingsvlak samenwerkend geleidingselement vertoont, voor het tijdens het uitvoeren van een rotatiebeweging van het liftelement tot stand brengen van de ge-25 noemde verplaatsing van de cassettehouder. De platenwisselaar volgens de uitvinding is in staat, om de in de cassettehouder aanwezige cassette zodanig in hoogterichting te verplaatsen, dat een zich op een willekeurige drager van de cassette bevindende plaat, welke geselecteerd is om afgetast te worden, naar het vooraf gedefinieerde vlak gebracht 30 wordt, waarbij met eenvoudige middelen een rotatiebeweging omgezet wordt in een lineaire beweging van de cassette met de daarin opgeborgen optische platen. Bij toepassing van de platenwisselaar in een platenspeler, die is voorzien van een draaitafel met een oplegvlak voor de optische plaat, zal het genoemde vlak zich op een kleine afstand, bij-35 voorbeeld 5 mm van het oplegvlak van de draaitafel uitstrekken.

In de regel heeft de platenwisselaar volgens de uitvinding tevens als kenmerk, dat een automatisch regelsysteem aanwezig is ten .8800859 PHN 12.511 3 behoeve van het in het genoemde vooraf bepaalde vlak brengen van de dragers. Het genoemde regelsysteem omvat bij voorkeur een detectie-een-heid, bijvoorbeeld voorzien van een lichtcel, en een microprocessor.

Een gunstige uitvoeringsvorm van de platenwisselaar heeft 5 het kenmerk, dat het genoemde geleidingsvlak deel uitmaakt van het liftelement, en dat het genoemde geleidingselement bevestigd is aan het gestel. Hiermede is een compacte constructie met een lage bouwhoogte mogelijk.

Een verdere gunstige uitvoeringsvorm heeft het kenmerk, dat 10 het roteerbare liftelement trommelvormig is en cilindrische gelijkmatig over de omtrek van het liftelement verdeelde wanddelen en tenminste een verder geleidingsvlak vertoont, waarbij de geleidingsvlakken zich trap-vormig volgens een schroeflijnvormige baan ter plaatse van de wanddelen uitstrekken, en dat er tenminste een verder geleidingselement aanwezig 15 is. Op deze wijze is een uiterst stabiele platenwisselaar bereikbaar, waarbij het liftelement slechts een beperkte rotatiebeweging behoeft uit te voeren om het gewenste verplaatsingseffeet te verkrijgen. De trapvormig uitgevoerde geleidingsvlakken garanderen nauwkeurig gedefinieerde axiale posities van de in de cassettehouder aanwezige cassette 20 en daarmede van de in de cassette aanwezige plaat of platen.

Een andere gunstige uitvoeringsvorm van de platenwisselaar volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat tegenover elk geleidingsvlak in de nabijheid van het desbetreffende vlak een tweede geleidingsvlak met globaal eenzelfde verloop aanwezig is, tussen welke gelei-25 dingsvlakken een einddeel van het geleidingselement axiaal is opgesloten. De aanwezigheid van het einddeel van het geleidingselement in de door de geleidingsvlakken gevormde gleuf waarborgt een gedefinieerde axiale verplaatsing van het liftelement, ook indien de platenwisselaar in een van de horizontale opstelling afwijkende opstelling, bijvoor-beeld vertikaal, wordt gebruikt.

Een weer andere voorkeursuitvoeringsvorm heeft het kenmerk, dat rechtgeleidingsmiddelen aanwezig zijn voor het in de genoemde richting geleiden van de cassettehouder en het tegelijkertijd tegengaan van een rotatiebeweging daarvan tijdens rotatie van het liftelement. Met

OC

andere woorden, de rechtgeleidingsmiddelen zorgen ervoor dat de cassettehouder slechts een rechtlijnige beweging kan uitvoeren, waarbij voorkomen wordt, dat de zich in de cassettehouder bevindende cassette met .8800859 % PHN 12.511 4 het liftelement kan mee roteren. Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm heeft het kenmerk, dat de cassettehouder roteerbaar met het liftelement is verbonden door middel van een aantal verbindingsnokken, welke door cilindrisch lopende sleuven steken. De sleuven kunnen bijvoorbeeld uit-5 gespaard zijn in een bodemdeel van het liftelement en de nokken kunnen aangebracht zijn op de cassettehouder, en over de sleufranden heen grijpen. Ter voorkoming van een radiale verplaatsing van het liftelement ten opzichte van de cassettehouder, is de platenwisselaar volgens de uitvinding voorts bij voorkeur voorzien van een centrale pen, welke 10 zowel met het liftelement als met de cassettehouder is gekoppeld.

Opgemerkt wordt, dat uit het ÜS Patents 4.561.078 (herewith incorporated by reference) een platenwisselaar bekend is, die is voorzien van een draaitafel, een lichtpen en een laadmechanisme. Het laad-mechanisme omvat een eerste doosvormig element, dat rechtlijnig, ten 15 opzichte van de draaitafel omhoog en omlaag, verplaatsbaar is en een tweede doosvormig element met een aantal plaathouders, welke in en uit het eerste element verschuifbaar zijn. Het laadmechanisme omvat voorts een transportmechanisme voor het van het ene naar het andere element brengen van de plaathouders, en een liftmechanisme met een liftcompar-20 timent voor het tweede element om het tweede element op een bepaalde hoogte te brengen. Het liftcompartiment is via een koord verbonden met een motorisch aangedreven opwindrol en wordt tijdens het verplaatsen door enkele onderling parallel opgestelde geleidingsstaven geleid.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een platenspeler 25 voor het inschrijven en/of uitlezen van een roterende plaat, in het bijzonder een optische plaat, omvattende een behuizing welke voorzien is van een insteekopening voor het inbrengen van een cassette, een af-tastinrichting met een draaitafel met een oplegvlak voor het opleggen van de buiten de cassette gebrachte plaat, en een plaataandrukker. Een 30 dergelijke platenspeler is getoond in de reeds genoemde Europese octrooiaanvrage 0.217.393, en is voorzien van een mechanisme voor het verplaatsen van de aftastinrichting ten behoeve van het automatisch wisselen van platen.

De uitvinding beoogt de bekende platenspeler te vereenvoudi-35 gen, teneinde het wisselen van platen op een technisch minder gecompliceerde wijze uit te voeren, en daardoor een goedkopere fabricage van de platenspeler mogelijk te maken. Daartoe heeft de platenspeler volgens . 880085 9 PHN 12.511 5 de uitvinding als kenmerk, dat de platenspeler is voorzien van een binnen de behuizing opgestelde platenwisselaar zoals gedefinieerd is in een van de conclusies 1 tot en met 14, waarbij het vooraf bepaalde vlak, waarin de dragers door de platenwisselaar volgens de uitvinding 5 gebracht kunnen worden, zich parallel aan en nabij het oplegvlak van de vast opgestelde draaitafel uitstrekt.

Een gunstige uitvoeringsvorm van de platenspeler volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de genoemde opening in de behuizing afsluitbaar is met een zwenkbaar aan de behuizing bevestigde klep, 10 welke, althans ten behoeve van het openen, direct of indirect koppel-baar is met een commando-inrichting, en welke in een geopende stand is vergrendeld. Om het openen en sluiten van de klep rustig te laten verlopen, is de platenspeler volgens de uitvinding bij voorkeur voorzien van een dempingsinriehting voor het in twee zwenkrichtingen dempen van 15 de bewegingen van de klep, waarbij de klep via een verende hefboom koppelbaar is met de genoemde commando-inrichting.

De uitvinding zal nu nader, bij wijze van voorbeeld, beschreven worden aan de hand van de tekening, waarin

Figuur 1, welke bestaat uit figuur 1a en figuur 1b, een ge-20 deelte toont van een platenspeler volgens de uitvinding in een uiteen genomen toestand,

Figuur 2 een gedeelte van de ten dele in elkaar gezette platenspeler van figuur 1 toont,

Figuur 3 de in de platenspeler van figuur 1 toegepaste pla-25 tenwisselaar volgens de uitvinding, gedeeltelijk in doorsnede toont, waarbij de cassettehouder zich in één van de mogelijke posities bevindt ,

Figuur 4 de in figuur 3 getoonde platenwisselaar toont, met de zich in een andere positie bevindende cassettehouder, 30 Figuur 5 een voor toepassing in de platenspeler volgens de uitvinding geschikte cassette en een geschikte optische plaat toont, en

Figuur 6 een gedeelte van de platenspeler van figuur 1 toont, waarbij zich de in figuur 5 getoonde cassette in de cassettehouder van de platenwisselaar bevindt.

35 De getoonde platenspeler omvat een gestel 1, een cassette houder 3 (3a, 3b), een cassettelift 5 en een electro-optische inrichting 7 met een draaitafel 9 welke is voorzien van een oplegvlak ,8800859 '•m PHN 12.511 6 9a. De cassettehouder 3 is voorzien van een positioneervlak 11 en is geschikt voor het opnemen van cassettes van het soort zoals is getoond in de reeds genoemde Europese octrooiaanvrage 0.217.393 en van het soort zoals is getoond in de Nederlandse octrooiaanvrage, 5 aanvraagnummer 8.800.360 (PHN 12.435; herewith incorporated by reference). Een van de geschikte cassettes is een multi-disc cassette, aangeduid met het cijfer 2 (zie Fig. 5, 6). De cassette 2 is voorzien van een zestal uit de cassette zwenkbare dragers 4, op elk waarvan een optische plaat 6, in het bijzonder een compact disc, bijvoorbeeld een 10 CD, CDV of CD single, gelegd kan worden. De cassettehouder 3 is uit twee delen, een onderdeel 3a en een bovendeel 3b samengesteld. De delen 3a en 3b zijn door middel van een klikverbinding, waarbij een aantal nokken 13 in openingen 15 steken, met elkaar verbonden. In de bodem 17 van de cassettehouder 3 zijn rollen 19 aangebracht voor het 15 vergemakkelijken van het in en uit de cassettehouder 3 schuiven van een cassette.

De cassettelift 5 omvat een liftelement 21, een viertal ge-leidingsvlakken 23 en een viertal min of meer staafvormige geleidings-elementen 25. Het liftelement 21 is globaal gezien cilindervormig en 20 voorzien van een viertal cilindrische wanddelen 27 waarop de gelei-dingsvlakken 23 zijn aangebracht. De geleidingsvlakken 23 hebben globaal gezien een hellend verloop, waarbij de geleidingsvlakken onderling gelijk zijn gericht. De geleidingsvlakken 23 zijn elk voorzien van een zestal horizontale, dat wil zeggen niet hellend verlopende deel-25 vlakjes 23a, welke dienen voor het definiëren van een zestal axiale posities van de cassettehouder 3· De genoemde geleidingselementen 25 zijn bevestigd aan het gestel 1 en hebben vrije haakvormige einddelen 29, die samenwerken met de genoemde geleidingsvlakken 23· Tegenover de geleidingsvlakken 23 bevinden zich op enige afstand tweede geleidings-30 vlakken 24, welke met de vlakken 23 groeven 26 vormen waarin de einddelen 29 zijn opgesloten.

Het liftelement 21 is roteerbaar bevestigd aan het bovendeel 3b van de cassettehouder 3 en heeft een dwars op het positioneervlak 11 van de cassettehouder 3 staande rotatie-as 31. Een holle cen-35 trale pen 33 van het liftelement 21 steekt in een centrale opening 35 van het bovendeel 3b, teneinde het liftelement 21 ten opzichte van de cassettehouder 3 radiaal te lageren. De axiale lagering van het lift- 88 0 086 9 \ PHN 12.511 7 element 21 ten opzichte van de cassettehouder 3 vindt plaats door middel van enkele, bijvoorbeeld een viertal, aan het bovendeel 3b bevestigde nokken 37 met verdikte uiteinden, welke door cilindrische gleuven 39 van het liftelement 21 steken.

5 De aandrijving van de cassettelift 5 vindt plaats door een electromotor Hl. De electromotor 41 is voorzien van een aandrijfwiel 43, dat samenwerkt met een V-snaar 45» die over een aangepast wiel 47 loopt. Het wiel 47 is voorzien van een relatief hoog tandwiel 49, dat in aangrijping is met een in de cassettehouder 3 gelagerde tandwielcom-10 binatie 53 en 55» waarvan het tandwiel 55 samenwerkt met een cirkel-cilindrisch tandheugel segment 51 op het liftelement 21. Volledigheidshalve wordt opgemerkt, dat de constructiedelen 41, 47 en 49 in het gestel 1 zijn gelagerd.

Wanneer de electromotor 41 wordt bekrachtigd, dan wordt in 15 afhankelijkheid van de draairichting van het aandrijfwiel 43 het liftelement 21 in de ene dan wel in de andere richting ten opzichte van de rotatie-as 31 geroteerd. Als gevolg van de in het voorgaande beschreven constructie wordt uit de rotatiebeweging van het liftelement 21 een translatiebeweging langs de rotatie-as 31 afgeleid, waarbij zowel het 20 liftelement 21 als de cassettehouder 3 over een bepaalde, vooraf vastgestelde slag axiaal worden verplaatst. Om de laatstgenoemde verplaatsing zo soepel mogelijk te laten verlopen zijn rechtgeleidingsmiddelen voorzien, welke drie in de cassettehouder draaibaar gelagerde rollen 57 omvatten, welke samenwerken met vertikale wanddelen van het gestel 1.

25 Ook is het mogelijk om de rollen 57 te vervangen door één rol, welke in een rechte groef in het gestel 1 wordt geleid. De rechtgeleidingsmiddelen verkomen tevens een draaibeweging van de cassettehouder.

De in de platenspeler volgens de uitvinding toegepaste 3° electro-optische inrichting 7 kan van een type zijn, zoals beschreven is in het Amerikaanse octrooischrift 4.679.185 (herewith incorporated by reference) en kan met de draaitafel 9 een geïntegreerde module 59 vormen. De module 59 is voorzien van een montageplaat 61, welke door middel van een beugel 63 en een aantal bouten bevestigd is aan het 35 gestel 1. Op de montageplaat 61 is een electromotor 65 bevestigd voor de aandrijving van de draaitafel 9 om een draaiingsas 65. De op de montageplaat 61 aangebrachte electro-optische inrichting 7 omvat een langs ,8800869 % PHN 12.511 8 een optische as 67 verplaatsbaar objectief 69, dat deel uit maakt van een op een zwenkarm inrichting 71 bevestigde aftasteenheid 72 met een halfgeleiderlaser als lichtbron en is zwenkbaar om een zwenkas 73. De electro-optische inrichting 7 omvat voorts optische en opto-electroni-5 sche middelen die nodig zijn voor het uitlezen en verwerken van de optische informatie van een op de draaitafel aangebrachte optische plaat. Aangezien de opbouw en de werking van de electro-optische inrichting voor de uitvinding niet van belang zijn, wordt van een verdere beschrijving daarvan afgezien.

10 De platenspeler volgens de uitvinding is voorzien van een commando-inrichting, welke een commando-as 75 en een electromotor 77 omvat, die verschillende bewegingen in de platenspeler kan inleiden of stoppen. De motor 77 is vast in het gestel 1 gelagerd, en is via een snaaroverbrenging 79 en een tandwieloverbrenging 81 gekoppeld met de commando-as 75, waarbij een rondsel 83 in aangrijping is met een tandheugel 85.

In de platenspeler volgens de uitvinding bevindt zich een zwenkbaar in het gestel 1 gelagerd bedieningsorgaan 87, dat is voorzien van twee geleidingspennen 89 die in gebogen geleidingsgleuven 91 van 20 het gestel 1 steken en daarin verplaatsbaar zijn. Het bedieningsorgaan 87 vertoont een V-vormig contactvlak 93 voor samenwerking met een nok 95 van de commando-as 75. Het bedieningsorgaan 87 heeft voorts twee be-dieningsleden, te weten een eerste bedieningslid 97, een tweede bedie-ningslid 99, voor het in samenwerking met een in de cassettehouder 3 25 aangebrachte cassette in respectievelijk uit de cassette zwenken van een drager met een daarop eventueel liggende optische plaat.

Binnen het gestel 1 bevindt zich een scharnierend aan een zijwand 101 van het gestel 1 bevestigde eerste vasthoudarm 103 waarin een aandrukker 105 met behulp van een verend plaatje 107 verend is be-30 vestigd. De vasthoudarm 103 is voorzien van scharnieren 109 en heeft zodanige afmetingen, dat de aandrukker 105 zich tegenover de draaitafel 9 bevindt. In een eerste stand van de eerste vasthoudarm 103 bevindt de aandrukker 105 zich op enige afstand van de draaitafel 9, waarbij een op de vasthoudarm 103 draaibaar aangebrachte rol 111 samenwerkt met een geprofileerd ondervlak 113 van de commando-as 75. In een tweede stand van de vasthoudarm 103 is de vasthoudarm 103 over een beperkte hoek gescharnierd om de door scharnieren 109 bepaalde scharnieras, teneinde .8800859

V

-* PHN 12.511 9 een aanwezige optische plaat tegen het oplegvlak 9a van de draaitafel te drukken. Tussen de eerste vasthoudarm 103 en het gestel 1 is een trekveer 115 aangebracht voor het leveren van de gewenste aandruk-kracht. Binnen het gestel 1 bevindt zich voorts een tweede vasthoudarm 5 117, welke scharnierbaar bevestigd is aan een achterwand 119 van het gestel 1. De vasthoudarm 117 is voorzien van scharnieren 121 en beperkt scharnierbaar om de door de scharnieren 121 bepaalde zwenkas, waarbij tussen de vasthoudarm 117 en het gestel 1 een drukveer 123 is aangebracht. De tweede vasthoudarm 117 is voorzien van een vinger 125 voor 10 samenwerking met twee geprofileerde commandonokken 127 en 129 van de commando-as 75.

Aan een zijwand 131 van de cassettehouder 3 bevindt zich een om een zwenkas 153 beperkt zwenkbaar vergrendellichaam 133, dat is voorzien van een vergrendelnok 135, welke past in een verdieping in een 15 zijwand van een in de cassettehouder 3 geschoven cassette 2. De verdieping is in Fig. 5 schematisch aangegeven en aangeduid met het cijfer 8. In de vergrendelingstoestand steekt de nok 135 door een uitsparing 137 in de zijwand 131, waarbij een verend deel 139 zorgt voor het handhaven van de vergrendelingstoestand. De commando-as 75 zorgt voor een 20 passende ontgrendeling, waartoe de commando-as is voorzien van een ont-grendelingspen 141 voor samenwerking met een vlak 143 van het vergren-delliehaam 133-

In de zijwand 131 van de cassettehouder 3 bevindt zich een cassette-uitwerpschuif 145, welke dient voor het op een gewenst tijd-25 stip uit de cassettehouder 3 schuiven van een aanwezige cassette. De schuif 145 is verschuifbaar in een langssleuf 147 in de zijwand 131.

Tussen de schuif 145 en de cassettehouder 3 is een trekveer 149 aangebracht, welke bij het inbrengen van een cassette wordt gespannen. Daartoe is de schuif 145 voorzien van een aanslag 151 voor samenwerking met 30 een in de cassettehouder aan te brengen cassette, waarbij tijdens de invoerbeweging van de cassette de schuif 145 over een beperkte afstand wordt verplaatst in de richting van de achterwand 119· Wordt de in de cassettehouder aanwezige cassette ontgrendeld, dan wordt de cassette door de opgebouwde veerenergie door de schuif 145 naar buiten geduwd.

35 om daarbij een gelijkmatige beweging te verkrijgen is de schuif 145 met behulp van een tandheugel 155 en een rondsel 157 gekoppeld met een demper 159.

.8800859 PHN 12.511 10

De platenspeler volgens de uitvinding is voorzien van een behuizing 161 (Fig. 6) met een voorwand 163, waarin een frontopening 165 is aangebracht, waardoorheen een in de eassettehouder 3 aan te brengen cassette gestoken kan worden. Uit veiligheidsoverwegingen als-5 mede mogelijk uit esthetische overwegingen verdient het aanbeveling de frontopening zoveel mogelijk gesloten te houden. De platenspeler volgens de uitvinding is daartoe voorzien van een om een as 166 schar-nierbare klep 167 en een mechanisme voor het bedienen van de klep.

Het bedoelde mechanisme omvat een scharnierbaar aan een beu-10 gel 169 van het gestel 1 bevestigde eerste, verend uitgevoerde hefboom 171, alsmede een tweede scharnierend aan het gestel 1 gelagerde starre hefboom 173, met een scharnieras 175. De eerste hefboom 171 is voorzien van een eerste uitsteeksel 177 voor samenwerking met een hellend nok-deel 179 van de commmando-as 75 terwijl een naast het eerste uitsteek-15 sel 177 aanwezig tweede uitsteeksel 181 van de hefboom 171 bedoeld is voor samenwerking met een arreteernok 183 van de genoemde hefboom 173. De eerste hefboom 171 is voorts voorzien van een eerste einddeel 185 voor samenwerking met een kleprand 187 van de klep 167, alsmede van een tweede einddeel 189 waarmee een in het gestel gelagerd, eenzijdig of 20 tweezijdig dempend element 191 is gekoppeld. De tweede hefboom 173 is voorzien van een hellend vlak 193 voor samenwerking met een ontgrendelpen 195 van de eassettehouder 3.

De platenspeler volgens de uitvinding, zoals getoond in de figuren, is voorzien van een aantal schakelaars, waarvan de volgende 25 voor een goede werking van het totale mechanisme van belang zijn, In de eassettehouder 3 bevindt zich een veiligheidsschakelaar 201 (Fig. 1), welke dient voor het detecteren van het al of niet aanwezig zijn van een cassette in de eassettehouder, hetgeen ondermeer van belang is voor de bediening van de klep 167- Aan de buitenzijde van de eassettehouder 30 3 bevinden zich twee schakelaars 203 en 205. Schakelaar 203 wordt gebruikt voor het vaststellen van het soort cassette dat in de cassette-houder 3 is geschoven. Dit kan een cassette zijn, zoals getoond is in figuur 5, een zogenaamde multi-disc cassette, of een cassette van dezelfde afmetingen, doch slechts geschikt voor één optische plaat, welke 35 ook wel aangeduid wordt als single-cassette. Schakelaar 205 treedt in werking, zodra een cassette geheel in de eassettehouder 3 is geschoven. Eventueel kan de schakelaar 205 ook in de eassettehouder nabij de .8800859 PHN 12.511 11 voorzijde daarvan worden geplaatst. Op het gestel 1 zijn nabij de achterwand 119 twee schakelaars 207 en 209 aanwezig, welke samenwerken met een verhoging 197 van de commando-as 75 ten behoeve van het stoppen van de electromotor 77. Op de cassettehouder 3 bevindt zich ter zijde S van het liftelement 21 een schakelaar 211, welke samenwerkt met een bedieningswand 199 van het liftelement 21 ten behoeve van het vaststellen van de hoogste stand van de cassettehouder 3. Hierbij wordt opgemerkt, dat de cassettehouder verplaatsbaar is tussen de reeds genoemde hoogste stand en een laagste stand, tussen welke standen in de 10 getoonde uitvoeringsvorm nog vier tussenstanden mogelijk zijn. Naast de schakelaar 211 bevindt zich tegenover een tandkrans 213 van het liftelement 21 een fotocel 215, ten behoeve van het vaststellen van de laagste stand en de tussenstanden van de cassettehouder 3·

De werking van de getoonde platenspeler zal nu nader worden 15 toegelicht. Alvorend een cassette, bijvoorbeeld de in figuren 5 getoonde cassette 2, in de cassettehouder 3 kan worden geschoven, dient de klep 167 geopend te worden. Daartoe kan een gebruiker de electromotor 77 starten, door op een bedieningsknop 217 in de voorwand 163 van de behuizing 161 te drukken. De motor 77 drijft de commando-as 75 aan, 20 waarbij de hellende nok 179 in contact komt met het eerste uitsteeksel 177 van de verende hefboom 171. Door een zwenking van de hefboom 171 wordt het tweede uitsteeksel 181 door de nok 183 van de hefboom 173 ge-arreteerd en komt het eerste einddeel 185 van de hefboom 171 in aanraking met de kleprand 187 van de klep 167, waardoor deze door draaiing 25 om de scharnieras 166 geopend wordt.

De cassettehouder 3, welke zoals reeds vermeld is, vertikaal verplaatsbaar is langs de rotatie-as 31 tussen een hoogste stand en een laagste stand, bevindt zich bij het openen van de klep in de hoogste stand. De cassette 2 dient volgens de in figuur 5 getekende pijl A in 30 de cassettehouder 3 geschoven te worden. Een foutief insteken kan voorkomen worden door het aanbrengen van bijvoorbeeld een detectienok in de cassettehouder, welke correspondeert met een uitsparing in de cassette, of door het aanbrengen van een detectie-element, bijvoorbeeld een uitsteeksel, op de cassette, en een detector, bijvoorbeeld een mechani-35 sche, electrische of optische detector in de platenwisselaar. Bij het insteken van de cassette, worden achtereenvolgens de schakelaars 201, 203 en 205 bediend. Voorts wordt tijdens het insteken van de cassette ,880 0853 PHN 12.511 12 de cassette-uitwerpschuif 145 meegenomen ten behoeve van het spannen van de veer 149· Aan het einde van de insteekbeweging wordt de cassette vergrendeld door de vergrendelnok 135.

De zich in de cassettehouder 3 bevindende cassette 2 wordt 5 vervolgens door het automatisch starten van de electromotor 41 naar de laagste stand gebracht, waarbij het liftelement 21 een draaiing volgens de in figuur la getekende pijl R uitvoert, en waarbij de cassettehouder 3 rechtlijnig omlaag beweegt. Tijdens deze beweging van de cassettehouder 3 komt de ontgrendelingspen 195 in aanraking met het hellende vlak 10 193 van de hefboom 173» waardoor deze hefboom in zwenking komt en de arreteernok 183 de verende hefboom 171 loslaat. De hefboom 171 kan daardoor naar zijn rusttoestand terugkeren, waarbij het contact met de kleprand 187 wordt verbroken, en de klep 167 door een door een in het gestel bevestigde draadveer 129 geleverde veerkracht wordt gesloten.

In de laagste stand van de cassettehouder, zoals in figuur 6 is getoond, kan een gebruiker een keuze maken uit de in de cassette aanwezige platen, en dit via bedieningstoetsen in de behuizing 161 aan een in de platenspeler aanwezige microprocessor kenbaar maken. De cassettehouder 3 wordt vervolgens vanuit de laagste stand, waarbij de 20 platenspeler zich in een wachtstand bevindt, door het starten van de motor 41 en het vervolgens over een gedefinieerde hoek draaien van het liftelement 21 zover omhoog verplaatst, totdat de uitgekozen plaat zich nauwkeurig in een vooraf bepaald vlak bevindt. In de getekende uitvoeringsvorm bevindt dit vlak zich ongeveer 5 mm onder het oplegvlak 9a oc van de draaitafel 9. De platenspeler bevindt zich thans in een tussenstand zoals bijvoorbeeld in figuur 3 of figuur 4 is getoond. In figuur 3 bevindt de cassettehouder 3 zich in een betrekkelijk laag niveau, hetgeen erop duidt, dat de gekozen plaat zich in de bovenste helft van de cassette bevindt; in figuur 4 bevindt de cassettehouder on zich in een hoger gelegen gebied, hetgeen betekent dat de gekozen plaat zich in de onderste cassettehelft bevindt.

In de hierboven geschetste tussenstand van de platenspeler wordt de electromotor 77 automatisch gestart, waardoor de commando-as 75 in beweging wordt gezet, en wel in een richting volgens de in figuur 35 1b getekende pijl F. Daarbij komt de nok 95 van de commando-as 75 zodanig in aangrijping met het contactvlak 93 van het bedieningsorgaan 87, dat door draaiing van dat orgaan het bedieningslid 99 de drager 4 ,8800859 PHN 12.511 13 waarop de uitgekozen plaat ligt door zwenking om een in de cassette vastgelegde zwenkas 10 (Fig. 5) uit de cassette 2 wordt gebracht. In figuur 2 is de positie van het bedieningsorgaan 87 zichtbaar in een toestand waarin een drager U ongeveer voor de helft uit de cassette 2 5 is gezwenkt. Indien de drager geheel uit de cassette is gezwenkt, bevindt de uitgekozen plaat zich co-axiaal onder de draaitafel 9. Tijdens het naar voren bewegen van de commando-as 75 worden tevens de vasthoud-armen 103 en 117 bediend door het geprofileerde ondervlak 113, respectievelijk de geprofileerde commandonokken 127 en 129 van de commando-as 10 75. Daarbij is een en ander zodanig gedimensioneerd, dat de zich onder de draaitafel bevindende, op een uitgezwenkte drager 4 liggende optische plaat tussen de op de eerste vasthoudarm 103 aangebrachte aandruk-ker 105 en de tweede vasthoudarm 117 wordt geklemd, en vervolgens in die toestand van de drager opgetild en naar de draaitafel 9 wordt ge-15 bracht. Bij voortgaande beweging van de commando-as 75 wordt de tweede vasthoudarm 117 teruggebracht naar een zich op afstand van de plaat bevindende positie, waarna de beweging van de commando-as 75 wordt gestopt, terwijl de aandrukker 105 de plaat onveranderd tegen de draaitafel 9 drukt. De platenspeler bevindt zich thans in de speelstand, 20 waarbij de electromotor 65 voor het aandrijven van de op de draaitafel 9 liggende plaat automatisch wordt gestart, en de electro-optische 7 inrichting inwerking wordt gesteld.

Vanzelfsprekend is de uitvinding niet beperkt tot het in deze aanvrage getoonde voorbeeld, en zijn binnen het kader van de uit-25 vinding verschillende varianten van de getoonde platenwisselaar en platenspeler mogelijk.

30 35 ,8800859

Claims

1. Platenwisselaar, omvattende: - een gestel, - een cassettehouder met een positioneervlak voor een cassette die is voorzien van verscheidene dragers met een draagvlak voor een plaat, in 5 het bijzonder een optische plaat, - middelen voor het uit en in de cassette brengen van de genoemde dragers, en - vasthoudmiddelen voor het vasthouden van een buiten de cassette gebrachte plaat, 10 met het kenmerk, dat in de platenwisselaar een motorisch aangedreven cassettelift aanwezig is voor het bewerkstelligen van een rechtlijnige verplaatsing van de cassettehouder ten opzichte van het gestel, in een richting dwars op het positioneervlak van de cassettehouder, voor het naar één vooraf bepaald vlak brengen van de dragers, waarbij de casset-15 telift een met de cassettehouder roteerbaar verbonden, met aandrijfmid-delen gekoppeld liftelement, dat een in de richting dwars op het positioneervlak van de cassettehouder lopende rotatie-as heeft, tenminste een ten opzichte van het positioneervlak van de cassettehouder hellend opgesteld geleidingsvlak en tenminste een met het geleidingsvlak samen-20 werkend geleidingselement vertoont, voor het tijdens het uitvoeren van een rotatiebeweging van het liftelement tot stand brengen van de genoemde verplaatsing van de cassettehouder.

2. Platenwisselaar volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een automatisch regelsysteem aanwezig is ten behoeve van het in het ge- 25 noemde vlak brengen van de dragers.

3. Platenwisselaar volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het genoemde geleidingsvlak deel uitmaakt van het liftelement, en dat het genoemde geleidingselement bevestigd is aan het gestel.

4. Platenwisselaar volgens conclusie 3 met het kenmerk, dat het 30 roteerbare liftelement trommelvormig is en cilindrische gelijkmatig over de omtrek van het liftelement verdeelde wanddelen en tenminste een verder geleidingsvlak vertoont, waarbij de geleidingsvlakken zich trap-vormig volgens een schroeflijnvormige baan ter plaatse van de wanddelen uitstrekken, en dat er tenminste een verder geleidingselement aanwezig 35 is.

5. Platenwisselaar volgens conclusie 1, 2, 3 of 4, met het kenmerk, dat tegenover elk geleidingsvlak in de nabijheid van het desbe- ,8800859 PHN 12.511 15 treffende vlak een tweede geleidingsvlak met globaal een zelfde verloop aanwezig is, tussen welke geleidingsvlakken een einddeel van het gelei-dingselement axiaal opgesloten is,

6. Platenwisselaar volgens conclusie 1, 2, 3, 4 of 5, met het 5 kenmerk, dat rechtgeleidingsmiddelen aanwezig zijn voor het in de genoemde richting geleiden van de cassettehouder en het tegelijkertijd tegengaan van een rotatiebeweging daarvan tijdens rotatie van het lift-element.

7. Platenwisselaar volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 10 cassettehouder roteerbaar met het liftelement is verbonden door middel van een aantal verbindingsnokken, welke door cilindrisch lopende sleuven steken.

8. Platenwisselaar volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de genoemde aandrijflniddelen een electromotor omvatten voor het via ten- 15 minste één tandwiel en een op het liftelement aanwezige vertanding aandrijven van het liftelement.

9. Platenwisselaar volgens een der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat de middelen voor het uit en in de cassette brengen van de dragers een in het gestel roteerbaar gelagerd orgaan omvatten, waar- 2Q aan zich een uitsteeksel bevindt, dat ten behoeve van het uit de cassette brengen van een van de dragers tegen een zijwanddeel van de desbetreffende drager duwt, welk orgaan een vlak vertoont, dat ten behoeve van het in de cassette brengen van de desbetreffende drager tegen een ander zijwanddeel van de drager duwt, en welk orgaan koppelbaar is met 25 een commando-inrichting.

10. Platenwisselaar volgens een der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat de genoemde vasthoudmiddelen een eerste en een tweede scharnierend op het gestel aanwezige vasthoudarm omvatten, welke armen koppelbaar zijn met een commando-inrichting. 3Q

11. Platenwisselaar volgens een van de conclusies 1 tot en met 10, met het kenmerk, dat de rotatie-as van het liftelement ten opzichte van de cassettehouder gedefinieerd is door een centrale pen, welke zowel met het liftelement als met de cassettehouder is gekoppeld.

12. Platenwisselaar volgens conclusie 9 of 10 met het kenmerk, 35 dat de commando-inrichting tenminste één, door een electromotor aan- drijfbare, commando-as omvat.

13. Platenwisselaar volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat .6800859 ΡΗΝ 12.511 16 «ί het genoemde regelsysteem een detectie-eenheid en een mieroprooessor omvat.

14. Platenwisselaar volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de detectie-eenheid een lichtcel omvat.

15. Platenspeler voor het inschrijven en/of uitlezen van een roterende plaat, in het bijzonder een optische plaat, omvattende: - een behuizing welke voorzien is van een insteekopening voor het inbrengen van een cassette, - een aftastinrichting met een draaitafel met een oplegvlak voor het 10 opleggen van de buiten de cassette gebrachte plaat, en - een plaataandrukker, met het kenmerk, dat de platenspeler is voorzien van een binnen de behuizing opgestelde platenwisselaar volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het genoemde vlak, waarin de dragers door de platenwis-^ selaar gebracht kunnen worden, zich parallel aan en nabij het oplegvlak van de vast opgestelde draaitafel uitstrekt.

16. Platenspeler voor het inschrijven en/of uitlezen van een plaat, in het bijzonder een optische plaat, omvattende: - een behuizing welke voorzien .Ls van een insteekopening voor het in-2Π brengen van een cassette, - een aftastinrichting met een draaitafel met een oplegvlak voor het opleggen van de buiten de cassette gebrachte plaat, en - een tegenover de draaitafel opgestelde plaataandrukker, met het kenmerk, dat de platenspeler is voorzien van een binnen de be- oc huizing opgestelde platenwisselaar volgens conclusie 10, waarbij het vooraf bepaalde vlak, waarin de dragers van de cassette door de platenwisselaar gebracht kunnen worden, zich parallel aan en nabij het oplegvlak van de vast opgestelde draaitafel uitstrekt, en dat de plaataandrukker aan de eerste vasthoudarm is bevestigd.

17. Platenspeler volgens conclusie 15 met het kenmerk, dat de genoemde opening in de behuizing afsluitbaar is met een zwenkbaar aan de behuizing bevestigde klep, welke, althans ten behoeve van het openen, direct of indirect koppelbaar is met de commando-inrichting, en welke in een geopende stand direct of indirect is vergrendeld.

18. Platenspeler volgens conclusie 17 met het kenmerk, dat een dempingsinrichting aanwezig is voor het in tenminste een zwenkrichting dempen van de beweging van de klep, waarbij de klep via een verende .8800859 PHN 12.511 17 hefboom koppelbaar is met de commando-inrichting.

19. Platenspeler volgens conclusie 17 of 18, met het kenmerk, dat de klep ten behoeve van het sluiten ontgrendelbaar is door een directe of indirecte koppeling met de cassettehouder.

20. Platenspeler volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat de klep in de geopende stand vergrendeld is via een vergrendeling van de verende hefboom door een starre in het gestel gelagerde hefboom.

21. Platenspeler volgens conclusie 19 en 20 met het kenmerk, dat de klep tijdens een verplaatsing van de cassettehouder ontgrendelbaar ^ is door een door de cassettehouder veroorzaakte zwenking van de starre hefboom, waarbij de vergrendeling van de verende hefboom wordt opgeheven.

22. Platenspeler volgens conclusie 17, 18, 19, 20 of 21 met het kenmerk, dat de klep met behulp van een veer in een gesloten toestand 15 wordt gebracht en behouden. 20 25 30 8800859 35