NL8800665A - Brandalarmstelsel. - Google Patents

Description

' % ff.0. 34988 ; f 1 ^ %

Brandalarmstelsel.

ACHTERGROND VAN DE UITVINDING

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een effectief brandalarmstel sel voor installatie in een gebouw met een groot aantal kamers zoals pensions, hotels, kantoorgebouwen en dergelijke.

5 In het algemeen wordt als voorzorgsmaatregel tegen brand in hotels, gebouwen en dergelijke in verschillende kamers een branddetector geïnstalleerd. Wanneer de branddetector wordt geactiveerd klinkt er een alarm, zoals een zoemer, of gaat er een waarschuwingslamp in de receptieruimte branden. Het signaal kan verder aan een brandweerkazerne 10 worden doorgegeven.

Omdat een branddetector echter ook in werking kan treden wanneer er geen brand is, zijn er in werkelijkheid veel gevallen waarin een alarmstelsel in niet-werkende toestand wordt gehouden. In dergelijke * gevallen is het denkbaar dat rampen op grote schaal kunnen optreden.

15 Wanneer er verder werkelijk brand uitbreekt zullen de in een brandende kamer slapende personen dit niet opmerken of zullen zij anderszins druk doende raken om het vuur te blussen en er soms niet in slagen om te ontsnappen.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

20 Een doelstelling van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een brandalarmstelsel dat geschikt is voor gegevensuitwisseling tussen een gastenkamer en de receptieruimte tijdens de aanvangsfase van een brand of direct nadat een branddetector in werking is getreden.

Een verdere doelstelling van de onderhavige uitvinding is het ver- 25 schaffen van een brandalarmstelsel dat geschikt is voor het geven van geschikte instructies voor brandblussing of bescherming van personen welke aan de feitelijke zijde van het vuur verblijven, nadat de situatie volledig is overzien, en verder om de omvang van de ramp te minima-liseren.

30 Een weer verdere doelstelling van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een brandalarmstelsel dat geschikt is voor het bevestigen of er al dan niet brand in een kamer is opgetreden door navraag te doen bij personen die verblijven in de kamer waarin een branddetector in werking is getreden.

35 Een nog weer verder doelstelling van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een brandalarmstelsel dat, in het geval dat er geen brand is, het uitvoeren van de in die situatie geschikte stappen aangeeft.

.8800665 *¥ · $ 2

Een nog verdere doelstelling van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een brandalarmstelsel dat, in het geval van een werkelijke brand, het uitvoeren van effectieve brandblussings- en bescher-mingshandelingen voor de aan de feitelijke zijde van de brand verblij-5 vende personen aangeeft.

KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN Fig. 1 is een verklarend construct!eschema voor het verklaren van een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding;

Fig. 2 is een schakelingsschema voor het gedetailleerd verklaren 10 van de in fig. 1 getoonde uitvoeringsvorm; en

Fig. 3 is een schakelingsschema dat het in fig. 2 getoonde schakel keten gedetailleerd toont.

BESCHRIJVING VAN DE VOORKEURSUITVOERINGSVORMEN Fig. 1 is een verklarend blokschema voor het verklaren van een 15 uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. In het navolgende wordt een voorbeeld van een brandalarmstelsel voor toepassing in hotels beschreven. In fig. 1 geven I en II respectievelijk een gastenkamerge-deelte en een receptieruimtegedeelte aan. Hoewel in het gastenkamerge-deelte slechts één kamer is getoond, zijn alle gastenkamers op dezelfde 20 wijze opgebouwd.

In fig. 1 is 1 een branddetector, 2 een microfoon, 3 een luidspreker, 4 een bedieningsknop voor gebruik in het geval van het optreden van een brand, en 5 een bedieningsknop voor gebruik in het geval dat er geen brand is. Deze elementen zijn op een zichtbare plaats in de res-25 pectieve kamers geïnstalleerd. De elementen 1 t/m 3 zijn in het algemeen op de plafonds van de kamers geïnstalleerd en de elementen 4 en 5 op de wanden van de kamers. In het algemeen of vaak zijn de microfoon 2 en de luidspreker 3 enz. uitgeschakeld en zijn de bedieningsknop 4 voor gebruik in het geval van een brand en de bedieningsknop 5 voor ge-30 bruik in het geval dat er geen brand is vergrendeld om ze in niet-wer-kende toestand te houden. Anderszins kan de voedingsbron voor de, door de knoppen 4 en 5 te bedienen elektrische schakeling uitgeschakeld zijn. In elk geval zijn al deze elementen door behandeling van deze knoppen in niet-werkende toestand gebracht.

35 In fig. 1 is 10 een bedieningskast, 11 een microfoon, 12 een luid spreker, en 13 een opneem-weergeefinrichting. Deze elementen zijn in de receptieruimte geïnstalleerd. Hier wordt nu, onder de aanname dat de branddetector 1 in een gastenkamer als gevolg van brand of anderszins is geactiveerd, de microfoon 2 en de luidspreker 3 door het werken van 40 de branddetector 1 ingeschakeld. Gelijktijdig licht de lamp op welke .8800665 ΐ 3 ' Λ bijvoorbeeld op de bedieningskast 10 in de receptieruimte is geïnstalleerd, en die met de bovengenoemde gastenkamer correspondeert en klinkt er een zoemer. Verder worden de, in de receptieruimte geïnstalleerde microfoon 11, de luidspreker 12 en de opneem-weergeefinrich-5 ting 13 in de "AAN"-stand geschakeld en in de toestand gehouden waarin er automatisch een conversatie tussen een van de gastenkamers en de receptieruimte kan worden uitgewisseld. De opneem-weergeefinrichting begint verder met het opnemen van de conversatie.

Wanneer de toezichthouder van de receptieruimte bijgevolg via de 10 microfoon 11 een vraag stelt, zoals bijvoorbeeld: "Is er brand uitgebroken?", komt er uit de luidspreker 3 in de gastenkamer een stem welke hetzelfde bericht dupliceert. Bij het horen van het stemgeluid antwoordt een in de kamer verblijvende persoon in het geval dat er brand is opgetreden met het zeggen van: "Ja, er is brand uitgebroken." of in 15 het geval dat er geen brand is door het zeggen van: "Nee, er is geen brand.".

Wanneer er in werkelijkheid brand is uitgebroken geeft de toezichthouder van de receptieruimte aanwijzingen omtrent het blussen van de brand, bijvoorbeeld door het indrukken van de brandbedieningsknop 4 20 of door de, in de gastenkamer verblijvende persoon te instrueren omtrent het nemen van bescherming tegen de brand, 2oals bijvoorbeeld hem mede te delen waar zich de dichtstbijzijnde brandtrappen bevinden. Gelijktijdig stelt de toezichthouder de juiste autoriteiten, zoals de brandweerkazerne, in kennis. In het andere geval, wanneer er geen brand 25 is, doet de toezichthouder navraag waarom de branddetector werd geactiveerd en geeft geschikte aanwijzingen, zoals bijvoorbeeld aanwijzingen omtrent het indrukken van de geen-brandbedieningsknop 5 of het openen van de ramen in de gastenkamer.

In een dergelijke situatie, wanneer bijvoorbeeld de knop 4 wordt 30 ingedrukt, begint de sprenkel installatie in de gastenkamer te werken voor het blussen van de brand en wordt de brandweerkazerne automatisch in kennis gesteld. Anderzijds, wanneer de toets 5 wordt ingedrukt, wordt de oorzaak waardoor de branddetector in werking is gesteld verwijderd door, bijvoorbeeld in het geval dat de branddetector van het 35 rook-detecterende type is, de luchtbehandelingsinstallatie automatisch te starten om de rook in de gastenkamer te verwijderen. In het geval dat de branddetector van het warmtegevoelige type is wordt de Tuchtbe-handelingsinstanatie verder zodanig in werking gezet om de temperatuur in de gastenkamer te verlagen. Dezelfde handeling als toegepast voor 40 het indrukken van de knoppen 4 en 5 kan verder ook in de receptieruimte .8800665 4 4 worden uitgevoerd. Het is daardoor voor een toezichthouder mogelijk om in het geval van een brand of bij geen brand hetzelfde te doen zoals boven aangegeven.

In het voorgaande is een uitvoeringsvorm van de onderhavige uit-5 vinding beschreven waarin er een conversatie kan worden uitgewisseld tussen een op de plaats waar de branddetector in werking is gezet verblijvende persoon en de toezichthouder van de receptieruimte, direct nadat de branddetector is geactiveerd. Er zijn echter vele gevallen waarin er in de receptieruimte geen toezichthouder aanwezig is, of 10 waarin de toezichthouder op een tamelijk ver van de receptieruimte gelegen plaats verblijft en het dus een lange tijd kan duren voordat hij bij de microfoon terug is. In dergelijke gevallen zal er niet zo snel een tegenmaatregel kunnen worden genomen tijdens de aanvangsfase van een brand welke een snelle actie vereist.

15 Ten aanzien van deze omstandigheden is het wenselijk om aan de persoon in de kamer waar de branddetector is geactiveerd het bericht te geven: "Is er brand uitgebroken?". In fig. 1 is 6 een synthesizer die voor dit doel in de gastenkamer is geïnstalleerd. In die gevallen waarin de branddetector 1 werkt worden de microfoon 2 en de luidspreker 20 3 etc. ingeschakeld en werkt gelijktijdig de synthesizer 6. De eerder in de synthesizer 6 opgeslagen stem komt uit de luidspreker 3. De luidspreker 3 kan bijvoorbeeld omtrent de brand navraag doen met het stemgeluid: "Is er brand uitgebroken?".

Op deze wijze is het mogelijk om bij de persoon in de gastenkamer 25 tijdens het ontstaan van de brand een eerste navraag te doen omtrent de brand zonder de toezichthouder daarin te betrekken. De eerste brand-blusactiviteit en het advies omtrent het nemen van bescherming tegen de brand kan bijgevolg meteen gebeuren. Het stemgeluid van de luidspreker 3 wordt verder aan de microfoon 2 doorgegeven waardoor het bovengenoem-30 de stemgeluid: "Is er brand uitgebroken?" via de luidspreker 12 aan de, in de receptieruimte verblijvende toezichthouder wordt doorgegeven. Een op deze wijze overgebracht bericht geeft de toezichthouder een gevoel van spanning en een vroege waarschuwing zodat hij meer alert kan reageren.

35 In het geval van de bovengenoemde uitvoeringsvorm kunnen de druk knoppen 4 en 5 verder in een werkende toestand worden gebracht of kan de door deze drukknoppen bewerkstelligde elektrische keten in samenhang met de branddetector 1 worden geactiveerd, en wordt de opneem-weergeef-inrichting 13 in werking gezet voor het opnemen van het stemgeluid van 40 de uitgewisselde conversatie.

.8800665 * '5 ;

Uit het bovengenoemde geval volgt verder dat de toezichthouder niet noodzakelijkerwijs in de receptieruimte hoeft te verblijven. Wanneer de toezichthouder niet aanwezig is, is het niet mogelijk om hem te bereiken. Onder de aanname van een dergelijke situatie worden in het 5 geval dat een gebouw met een brandalarmste!sel volgens de onderhavige uitvinding is uitgerust verschillende geschikte aanwijzingen aan de betreffende personen gegeven. Het stelsel geeft namelijk de betreffende personen aan, die de synthesizer 6 in een werkzame toestand kunnen brengen en die de knop 4 in het geval van een brand of de knop 5 in het 10 geval dat er geen brand is kunnen indrukken.

Fig. 2 is een schakelingsschema voor het gedetailleerd verklaren van de werking van het brandalarmste!sel volgens de uitvinding, zoals getoond in de voornoemde tekening (fig. Ij. In fig. 2 is 7 een snijorgaan voor het afsnijden van het warmtegevoelige element in het geval 15 dat de sprenkel installatie door het afsni jden van het warmtegevoelige element is geactiveerd, 8 een luchtbehandelingsinrichting, 9 een schakel keten, 14 een aanpassingsketen, 15 een zoemer, 16 een bewakingslamp, 17a en 17b respectievelijk versterkers, 18 een externe informatie-inrichting, 19a t/m 19e verdeelklemmen, ΙΟχ en IC2 schakel ingselemen-20 ten, MRi t/m MR5 relaismagneetspoelen, en Rx t/m Rg contactpunten van de respectieve relaismagneetspoelen MRi t/m MR5. Ten aanzien van de andere onderdelen zijn de onderdelen welke dezelfde werking uitvoeren als die van fig. 1 met dezelfde verwijzingscijfers als in fig. 1 aangegeven.

25 Onder de aanname dat de, in de gastenkamer I geïnstalleerde branddetector 1 als gevolg van brand of anderszins is geactiveerd, wordt de relaisspoel MRx door het inschakelen van de voornoemde branddetector 1 bekrachtigd Waardoor alle contactpunten Rx van deze relaisspoel MRx in de "IN“-stand worden gezet. Bijgevolg wordt de 30 synthesizer 6 geactiveerd en worden de microfoon 2 en de luidspreker 3 respectievelijk met de versterkers 17a en 17b verbonden welke normaliter zijn ingeschakeld.

In een dergelijk geval wordt het, door het verbinden van de microfoon 2 en de luidspreker 3 verkregen elektrische signaal via de schake-35 lingselementen ΙΟχ en IC2 naar het reeeptieruimtegedeelte II teruggevoerd* Nu geeft de zoemer 15 een geluid af en licht de bewakingslamp 16 op. Op deze wijze wordt het optreden van iets uitzonderlijks in de gastenkamer I aan de toezichthouder kenbaar gemaakt. Wanneer de zoemer 15 wordt geactiveerd, wordt gelijktijdig de aan deze zoemer 15 parallel 40 geschakelde relaisspoel MR3 bekrachtigd en schakelt zijn contactpunt .8800665 · «r .

4 6 R3 in. Hierdoor wordt de opneem-weergeefinrichting 13 geactiveerd en worden de geluiden van de respectieve microfoons 2 en 11 en het geluid van de synthesizer 6 via de aanpassingsschakeling 14 daardoor automatisch opgenomen.

5 Door het uitvoeren van een reeks van handelingen zoals in het voorgaande genoemd, kan er tussen het gastenkamergedeelte I en het recept! eruimtegedeelte II een conversatie worden uitgewisseld. De toezichthouder zal nu, na het vragen van een bevestiging omtrent het optreden van een brand, de in de gastenkamer verblijvende persoon vragen 10 om in het geval van brand de brandbedieningsdrukknop 4 in te drukken of in het geval dat er geen brand is om de geen-brandbedieningsdrukknop 5 in te drukken.

In het brandalarmstelsel volgens de onderhavige uitvinding is bovendien de voornoemde synthesizer 6 geïnstalleerd en deze wordt met 15 voorrang boven de andere geactiveerd ongeacht de aanwezigheid of afwezigheid van de toezichthouder in de receptieruimte. De berichten zoals: "Is er brand uitgebroken?", "Druk in het geval van brand de drukknop 4 in.", "Druk in het geval er geen brand is de drukknop 5 in.", of dergelijke zijn verder eerder in de synthesizer 6 opgeslagen. Als gevolg 20 hiervan kan zelfs wanneer de toezichthouder niet in de receptieruimte verblijft een adequate aanwijzing aan de, in de gastenkamer I verblijvende persoon worden gegeven.

Nu wordt het door de voornoemde synthesizer 6 overgedragen stemge-luid-uitgangssignaal via de schakelketen 9 door de luidspreker 3 weer-25 gegeven. Ten eerste wordt in het geval van het optreden van een brand, wanneer de brandbedieningsknop 4 wordt ingedrukt, door het in de "IN"-stand houden van het contactpunt Ri van de relaisspoel MR^ het snijorgaan 7 geactiveerd om het warmtegevoelige element af te snijden voor het in werking zetten van de sprenkelinstallatie, waarbij gelijk-30 tijdig de aan het snijorgaan 7 van het warmtegevoelige element parallel geschakelde relaisspoel MR;> voor het in werking zetten van de sprenkelinstallatie wordt bekrachtigd. Nu wordt het contactpunt R2 hiervan ingeschakeld waardoor de, in de receptieruimte II geïnstalleerde informatie-! nrichting 18 wordt geactiveerd om de brandweerkazerne automa-35 tisch van het optreden van een brand in kennis te stellen.

Ten tweede wordt in het geval dat er geen brand is, wanneer de branddetector bijvoorbeeld door sigarettenrook of de temperatuursverho-ging in de kamer is geactiveerd, omdat het contactpunt Ri van de relaisspoel MRi in de "IN"-stand wordt gehouden, door het indrukken van 40 de geen-brandbedieningsknop 5 de luchtbehandelingsinrichting 8 in wer- .8800665 '.''it· * 7 > king gezet. De luchtbehandeling in de ruimte kan op deze wijze worden uitgevoerd.

Wanneer verder het contactpunt Ri van de relaisspoel MRi in de "UIT,,-stand is gezet, zijn de brandbedieningsknop 4 en de geen-brandbe-5 dieningsknop 5 onderling vergrendeld waardoor ze niet kunnen werken met uitzondering van het optreden van iets ongebruikelijks. Zoals boven genoemd wordt verder, ongeacht de aan- of afwezigheid van de toezichthouder in de receptieruimte het stemgeluid-uitgangssi gnaal van de synthesizer 6 via de luidspreker 3 weergegeven. Wanneer de toezichthouder in 10 de receptieruimte verblijft en een conversatie met de in de gastenkamer verblijvende persoon uitwisselt, wordt het stemgeluid van de toezichthouder op gelijksoortige wijze via de luidspreker 3 weergegeven. Om verwarring als gevolg van de beide stemgeluiden, wanneer de toezichthouder bijvoorbeeld via de microfoon 11 een aanwijzing aan de, in de 15 gastenkamer verblijvende personen geeft, te voorkómen schakelt bij het detecteren van het stemgeluidsignaal: "Is er brand uitgebroken?", de in het brandalarmstelsel aanwezige schakelketen automatisch het uitgangssignaal van de voornoemde synthesizer 6 naar de luidspreker 3 af.

Fig. 3 is een schakelingsschema voor het verklaren van de werking 20 van de bovengenoemde schakel keten. Wanneer de branddetector 1 in werking treedt wordt het stemgeluidsignaal van de synthesizer 6 via de schakelketen 9 door de luidspreker 3 weergegeven. De persoon in de gastenkamer wordt via de luidspreker 3 van iets ongebruikelijks in kennis gesteld. Gelijktijdig wordt ook de toezichthouder in de receptieruimte 25 via de zoemer 1 en de bewakingslamp 16 van iets ongebruikelijks in kennis gesteld.

De toezichthouder welke kennis neemt van het ongebruikelijke geeft aan de microfoon 11 het stemgeluidsignaal: "Is er brand uitgebroken?", waarna het gegeven stemgeluidsignaal door de luidspreker 3 via de ver-30 sterker 17b als vraag omtrent de werkelijke situatie aan de, in de gas- . tenkamer verblijvende persoon wordt afgegeven.

Omdat nu het van de versterker 17b afgetakte stemgeluidsignaal: "Is er brand uitgebroken?" via het bandfilter BPF aan de basis van de transistor Q wordt toegevoerd, wordt de transistor Q ingeschakeld en 35 wordt de relaisspoel MR4 bekrachtigd en wordt eveneens zijn· contactpunt R4 ingeschakeld. Wanneer het contactpunt R4 is ingeschakeld wordt de relaisspoel MR5 bekrachtigd en wordt gelijktijdig eveneens zijn contactpunt R5 ingeschakeld. De relaisspoel MR5 wordt bijgevolg in een zelf-houdende toestand gebracht. Ongeacht de aan- of afwe-40 zigheid van het stemgeluidsignaal van de microfoon 11 wordt de relais- .8800665 8 spoel MR5 in bekrachtigde toestand gehouden. Hieruit volgt dat, omdat de relaisspoel MR5 in bekrachtigde toestand wordt gehouden, het tussen de synthesizer 6 en de luidspreker 5 geschakelde contactpunt R55 in de "UIT"-stand wordt gebracht, waardoor de synthesizer 6 en 5 de luidspreker 3 in een van elkaar gescheiden stand worden gehouden.

Zoals in het voorgaande verklaard schakelt de toezichthouder, in het geval dat de toezichthouder in de receptieruimte II verblijft, automatisch door middel van het door de microfoon 11 afgegeven stemsig-naal het uitgangssignaal van de synthesizer 6 uit, waardoor wordt ver-, 10 hinderd dat het stemgeluid van de toezichthouder en dat van de synthe sizer door elkaar heen gaan.

Hoewel in fig. 2 slechts een kamer in het gastenkamergedeelte I is getoond, zijn de aansluitklemmen van de andere kamers respectievelijk met de verdeelklemmen 19a t/m 19e verbonden. Door een dergelijke ver-15 bindingswijze kunnen alle gastenkamers gelijk worden opgebouwd. In de, in fig. 2 en fig. 3 getoonde schakelingsschema's zijn de relaisspoelen MRl t/m MR5 slechts toegepast voor het gemakkelijk verklaren van de werking. In de praktijk kunnen deze onderdelen echter gemakkelijk uit elektronische schakelingen worden opgebouwd.

20 Zoals uit de voorgaande beschrijving volgt kan, overeenkomstig de onderhavige uitvinding, tussen de gastenkamer en de receptieruimte tijdens de aanvangsfase van een brand of onmiddellijk nadat er een brand is uitgebroken en de branddetector in werking is getreden, een conversatie worden uitgewisseld. Hierdoor is het mogelijk om, nadat de situa-25 tie volledig is onderkend, geschikte aanwijzingen voor brandblussing of bescherming van de aan de feitelijke kant van de brand verblijvende personen te geven, en verder om de omvang van de ramp te minimaliseren. Zelfs in het geval dat de branddetector wordt geactiveerd wanneer er geen brand is, kan zonder in een toestand van paniek te geraken een 30 adequate reactie worden gegeven. Op grond van de bovengenoemde redenen hoeft de alarmschakeling niet in een onwerkzame toestand te worden gehouden en is er bijgevolg geen kans op het optreden van een ramp op grote schaal.

.8800665

Claims (6)

9 $ i

1. Brandalarmstelsel, met het kenmerk, dat het stelsel branddetectors, microfoons en luidsprekers omvat, voor installatie in respectieve kamers en voor het zodanig met een receptieruimte verbinden hiervan, 5 dat wanneer een van de branddetectors in werking wordt gezet deze althans de bijbehorende microfoon en de luidspreker inschakelt en de receptieruimte omtrent het werken van de branddetector informeert, waarbij er tussen de receptieruimte en de kamer waarin de branddetector in werking is gesteld een conversatie kan worden uitgewisseld.

2. Brandalarmstelsel volgens conclusie X, met het kenmerk, dat de receptieruimte zodanig met een opneem-weergeefinrichting is uitgerust, dat wanneer een branddetector begint te werken de opneem-weergeefinrichting wordt geactiveerd voor het opnemen van de tussen de kamer waarin de branddetector in werking is gesteld en de receptieruimte uit- 15 gewisselde conversatie.

3. Brandalarmstelsel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de respectieve kamers een in het geval van brand te gebruiken bedieningsknop en een in het geval dat er geen brand is te gebruiken verdere bedieningsknop hebben, waarbij‘een de beide knoppen omvattende 20 elektrische keten werkzaam wordt gemaakt wanneer de bijbehorende branddetector is geactiveerd.

4. Brandalarmstelsel, met het kenmerk, dat het stelsel branddetectors, microfoons en luidsprekers omvat voor installatie in respectieve kamers en voor het met een receptieruimte verbinden hiervan, met even- 25 eens in de respectieve kamers geïnstalleerde synthesizers, zodanig dat wanneer een van de branddetectors is geactiveerd deze de microfoons en de luidsprekers inschakelt en de receptieruimte omtrent het werken van de branddetector informeert en de synthesizers op een zodanige wijze doet werken dat in de synthesizers opgeslagen stemgeluiden uit de 30 luidsprekers komen, waarbij er verder tussen de receptieruimte en de kamer waarin de branddetector is geactiveerd een conversatie kan worden uitgewisseld.

5. Brandalarmstelsel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de receptieruimte een opneem-weergeefinrichting heeft, en dat wanneer een 35 branddetector is geactiveerd de opneem-weergeefinrichting wordt ingeschakeld voor het opnemen van de tussen de kamer waarin de branddetector is geactiveerd en de receptieruimte uitgewisselde conversatie.

6. Brandalarmstelsel volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat de respectieve kamers een, in het geval van brand te gebruiken be- 40 dieningsknop en een, in het geval er geen brand is te gebruiken verdere .8800665 bedieningsknop hebben, waarbij een de knoppen omvattende elektrische keten werkzaam wordt gemaakt wanneer een branddetector is geactiveerd. +++++++ .8800665