NL8800395A - Dekselhemel voor het stijve deksel van een schuif-hefdak voor motorvoertuigen. - Google Patents

Dekselhemel voor het stijve deksel van een schuif-hefdak voor motorvoertuigen. Download PDF

Info

Publication number
NL8800395A
NL8800395A NL8800395A NL8800395A NL8800395A NL 8800395 A NL8800395 A NL 8800395A NL 8800395 A NL8800395 A NL 8800395A NL 8800395 A NL8800395 A NL 8800395A NL 8800395 A NL8800395 A NL 8800395A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
headliner
ventilation
cover
counter
lid
Prior art date
Application number
NL8800395A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Rockwell Golde Gmbh
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Rockwell Golde Gmbh filed Critical Rockwell Golde Gmbh
Publication of NL8800395A publication Critical patent/NL8800395A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60JWINDOWS, WINDSCREENS, NON-FIXED ROOFS, DOORS, OR SIMILAR DEVICES FOR VEHICLES; REMOVABLE EXTERNAL PROTECTIVE COVERINGS SPECIALLY ADAPTED FOR VEHICLES
    • B60J7/00Non-fixed roofs; Roofs with movable panels, e.g. rotary sunroofs
    • B60J7/0007Non-fixed roofs; Roofs with movable panels, e.g. rotary sunroofs moveable head-liners, screens, curtains or blinds for ceilings
    • B60J7/003Non-fixed roofs; Roofs with movable panels, e.g. rotary sunroofs moveable head-liners, screens, curtains or blinds for ceilings one or more sliding rigid plate or lammellae

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Air-Conditioning For Vehicles (AREA)
  • Fittings On The Vehicle Exterior For Carrying Loads, And Devices For Holding Or Mounting Articles (AREA)
  • Air-Flow Control Members (AREA)
  • Seal Device For Vehicle (AREA)
  • Body Structure For Vehicles (AREA)

Description

V . $ VO 1013
Dekselhemel voor het stijve deksel van een schuif-hefdak voor motorvoertuigen.
De uitvinding heeft betrekking op een dekselhemel voor het stijve deksel van een schuif-hefdak voor motorvoertuigen, bestaande uit een hemelplaat met een in het achterste gebied daarvan aanwezige ventilatie-uitsnijding en een de ventilatieuitsnijding in de sluit- en 5 verschuivingspositie van het deksel afdekkende ventilatieklep, welke om een dwars ten opzichte van de verschuivingsrichting van de hemelplaat verlopende as aan de voorste rand daarvan zwaaibaar met de hemelplaat is verbonden en waarvan de zwaaibeweging door het deksel bij de uitzet- en inzwaaibewegingen daarvan wordt bestuurd.
10 Bij een bekende dekselhemel van dit type (Duitse Auslege- schrift 2.648.664) rust de ventilatieklep van boven af op de hemelplaat, waarbij de ventilatie-uitsnijding bovendien bij voorkeur is voorzien van een naar boven gerichte kraag waarop de ventilatieklep in een ten opzichte van het vlak van de hemelplaat ongeveer 15 evenwijdig vlak rust, in zoverre de ventilatieklep niet is uitgezet. Daardoor dienen scherpe kanten in het gebied van de ventilatie-uitsnijding, die tot ongevallen zouden kunnen leiden, worden vermeden.
De bekende dekselhemel heeft echter het bezwaar, dat de voer-tuighemel drie optisch ten opzichte van elkaar gescheiden vlakken 20 bezit. Enerzijds ligt het vlak van de dekselhemel reeds in een tweede getrapt vlak boven dat van de zich vanaf de voorruit naar de achterruit van het motorvoertuig uitstrekkende hemelbekleding resp. voer-tuighemel. Dit trapvormig terugspringen van de dekselhemel kan bij de meeste schuifdakconstructies niet worden vermeden. In de tweede 25 plaats is nu bij de genoemde bekende dekselhemel binnen het vlak daarvan in het gebied van de ventilatie-uitsnijding een derde hemel-vlak aanwezig, dat gevormd wordt door het van beneden af zichtbare oppervlak van de gesloten ventilatieklep. Meer in het bijzonder heeft dit derde trapvormig naar boven verschoven vlak aan de voer-30 tuighemel op ongewenste wijze een gespleten voorkomen.
Verder kan het als een nadeel worden beschouwd, dat door de van boven af op de hemelplaat rustende ventilatieklep afdichtingspro-blemen, in de eerste plaats ten aanzien van binnendringende geluiden ontstaan.De contour van de dakhemel volgend moet de hemelplaat en M *·· : * · r\ ' V . ^ f Λ -2- daardoor ook de ventilatieklep gewelfd zijn. Aangezien bij gesloten stijf deksel de ventilatieklep slechts aan de zijranden daarvan tegen de hemelplaat wordt gedrukiis het mogelijk, dat in het centrale dwarsgebied niet voldoende aandrukkracht op de ventilatie-5 klep wordt uitgeoefend, waardoor eventueel een spleet ontstaat, die ook reeds bij geringe afmetingen schadelijk is. Uit rijtests is gebleken, dat een ook slechts geringe spleet tussen hemelplaat en ventilatieklep, aanzienlijk bijdraagt tot de vergroting van het ruisniveau in het inwendige van de wagen. De mogelijkheid van de spleetvorming is bij-10 zondèr- groot in het scharniergebied omdat de hoogte tussen de hemelplaat en de ventilatieklep in sterke mate wordt bepaald door de benen van de scharnieren en de zijdelings op de ventilatieklep uitgeoefende aandrukkracht in het gebied van de scharnieren niet werkzaam is.
Ook een verdere bekende inrichting van het hier besproken 15 type (Duits Gebrauchsmuster 8107603), waarbij een ander type bewegings-besturing voor de ventilatieklep aanwezig is, vertoont de bovenbeschreven bezwaren.
De uitvinding stelt zich ten doel een vanuit het bovenbeschreven type uitgaande dekselhemel te verschaffen, waarbij de venti-20 latieklep nLet meer naar de inwendige ruimte van het voertuig toe storend optreedt en waarbij het binnendringen van ruis via de door de ventilatieklep gesloten ventilatieuitsnijding wordt onderdrukt.
Dit probleem wordt volgens de uitvinding opgelost doordat de ventilatieklep in de sluitstand daarvan in de ventilatiè-uitsnijding 25 grijpt en met de hemelplaat aan de onderzijde daarvan traploos in een vlak is gelegen, waarbij de ventilatieklep aan de omtreksrand daarvan een naar beneden gericht steunvlak bezit, waartegenover een overeenkomstig naar boven gericht contravlak aan de omtreksrand van de ventilatieuitsnijding is gelegen, een en ander zodanig, dat het 30 steunvlak en het contravlak in de sluitstand zonder spleet tegen elkaar rusten.
Op deze wijze wordt uitgesloten, dat in de sluitstand een, het binnendringen van voertuigruis mogelijkmakende spleet tussen de omtrek van de ventilatieklep en de omtrek van de ventilatie-35 uitsnijding aanwezig is. Doordat de onderzijden van de hemelplaat en de ft k f' Γ Λ ft <> > v v ».· ·** ye r « -3- ventilatieklep in één vlak zijn gelegen wordt een verdere trap-vorming in het gebied van de dekselhemel vermeden.
Bij voorkeur is de constructie zodanig, dat het steunvlak een naar buiten en naar boven hellend schuin vlak is, terwijl 5 het daaraan complementaire contravlak een naar binnen en naar beneden hellend schuin vlak is. Door deze speciale constructie kan de ventilatieklap van boven af in de ventilatieuitsnijding worden gedrukt, waarbij steunvlak en contravlak stevig op elkaar rusten doch bij het uitzwaaien van de ventilatieklep zonder wrijving direct 10 van elkaar worden gescheiden, waardoor reeds bij geringe uit- zwaaibewegingen een effectieve ventilatiespleet ontstaat. In de sluitstand is bij deze voorkeursuitvoeringsvorm, beschouwd vanuit het inwendige van het voertuig, geen rondgaande spleet tussen het vlak van de hemelplaat en het vlak van de ventilatieklap zicht-15 baar, doch praktisch slechts een, de omtrek van de ventilatieklep markerende lijn.
Bij een andere uitvoeringsvorm is het steunvlak als trapvlak uitgevoerd, dat van boven af op het contravlak in de sluitstand rust.
Ook hierbij kunnen steunvlak en contravlak in de sluitstand zoda-20 nig tegen elkaar zijn gedrukt, dat de kleprand over de omtrek daarvan volledig tegen de rand van de ventilatieuitsnijding rust, waardoor een effectieve ruisafscherming ontstaat. Ook bij deze uitvoeringsvorm wordt reeds na een geringe zwaaibeweging van de ventilatieklep een effectieve ventilatiespleet verkregen.
25 De bij elkaar behorende omtreksranden van de ventilatie uitsnijding en van de ventilatieklep behoeven niet altijd als contravlak resp. steunvlak te zijn gevormd.De constructie kan veeleer ook zodanig zijn, dat het steunvlak en het contravlak steeds slechts gedeeltelijk de bijbehorende omtreksrand vormen, 30 en dat verdere aan het steunvlak en het contravlak grenzende vlakken van de omtreksranden van de ventilatieklep en de ventilatieuitsnijding in de sluitstand onder vochtvorming tegenover elkaar zijn gelegen. Ondanks deze voegvorming treedt desondanks door het tegen het rondgaande contravlak aangedrukte, rondgaande steunvlak 35 een ruisafscherming op. Hierbij zijn de, een voeg vormende vlakken, of paarsgewijs hellende schuine vlakken of paarsgewijs ongeveer vertikaal georiënteerd.
. 8 8 0' ! I i : Η -4-
De uitvinding zal onderstaand nader worden toegelicht onder verwijzing naar de tekening. Daarbij toont: fig. 1 een afgebroken bovenaanzicht van een gesloten schuif-hefdak met dekselhemel; 5 fig. 2 een afgebroken doorsnede over de lijn II-II van fig. 1; fig. 3 een afgebroken met fig.2 overeenkomende doorsnede, echter bij uitgezet stijf deksel en geopende ventilatieklep; fig.4 een afgebroken doorsnede van de randgebieden van de 10 ventilatie-uitsnijding en de ventilatieklep overeenkomstig de lijn IV-IV van fig. 2; en fig. 5-10 afgebroken schematische doorsneden, overeenkomende met de fig. 4, van op een verschillende wijze uitgevoerde omtreks-randen van de ventilatie-uitsnijding en de ventilatieklep, waarbij 15 steeds in een bovenste gedeeltelijke afbeelding de van elkaar gescheiden omtreksranden en in een zich daaronder bevindende gedeeltelijke afbeelding de op elkaar rustende omtreksranden zijn weergegeven.
In een vast dak 1 van een motorvoertuig is een dakuitsnij-20 ding 2 aanwezig, welke door een stijf deksel 3 kan worden afgesloten. Het stijve deksel 3 is op de bij schuif-hefdaken gebruikelijke wijze uit de dakuitsnijding 2 verplaatsbaar, waarbij het deksel of uitgaande van de in de figuren 1 en 2 afgebeelde sluitpositie op de wijze van voorscharnierende kleppen door het naar boven bewegen van de 25 achterkant daarvan in de in fig. 3 weergegeven positie kan worden gebracht of weer uitgaande van de sluitpositie daarvan naar een naar beneden gerichte beweging van de achterkant daarvan onder het achtervlak van het vaste dak 1 in een daar aanwezige opneemruimte kan worden geschoven. De geleidingselementen en de aandrijfelementen, 30 welke de aangegeven dekselbewegingen mogelijk maken, resp. bewerkstelligen, maken geen deel uit van de uitvinding en zullen derhalve niet nader worden beschreven.
Onder het stijve deksel 3 bevindt zich een dekselhemel 4, welke op de gebruikelijke wijze met het stijve deksel 3 is gekoppeld 35 en derhalve aan de schuifbewegingen daarvan deelneemt. Hiertoe is de ,81003 95 •5 * -5- dekselhemel 4 langs zijdelingse geleidingsrails (niet weergegeven)' in lengterichting verschuifbaar geleid.
De dekselhemel 4 bestaat uit een hemelplaat 5, in het achterste gebied waarvan een ventilatieuitsnijding 6 aanwezig is, 5 en een ventilatieklep 7, die de ventilatieuitsnijding 6 zowel in de sluit- alsook in de schuifstanden van het deksel 3 afdekt. De ventilatieklep 7 is om een dwars ten opzichte van de verschuivings-richting verlopende as, welke zich in de nabijheid van hun voorste rand daarvan bevindt, zwaaibaar.De as 8 wordt gevormd door scharnieren 9 10 waarvan er in de tekeningen slechts êén zichtbaar is, en met behulp waarvan de ventilatieklep 7 met de hemelplaat 5 is gekoppeld.
Het in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van een dekselhemel, waarvan de ventilatieklep op de aangegeven wijze met het deksel 3 is verbonden, komt overeen met de uit het Gebrauchs-15 muster 81 07 603 te ontnemen constructie. Hierbij zijn in de nabijheid van het achterste uiteinde van de ventilatieklep 7 omgezette strippen 10 bevestigd, die naar achteren toe open zijn. In de nabijheid van het achterste uiteinde van het stijve deksel 3 is een strip 11 bevestigd, waarin zich öpeningen 12 bevinden. Tussen de 20 strippen 10 en 11 bevindt zich aan beide zijden steeds een scharnier-element 13, dat bij het afgeheelde uitvoeringsvoorbeeld als een gebogen draadonderdeel is uitgevoerd en twee scharnierdelen 14 en 15 omvat. Het scharnierdeel 14 is met het ene uiteinde daarvan in de strip 10 opgehangen en aan het andere uiteinde daarvan grijpt een 25 trekveer 16, waarvan het andere uiteinde in een meeneemorgaan 17 is opgehangen.Ongeveer in het midden van het scharnierdeel 14 is het scharnierdeel 15 gekoppeld, waarvan de beide uiteinden in de öpeningen 12 van de strip 11 zijn ingebracht.
In de sluitpositie worden de ventilatieklep 7 en het schamier-30 element 13 in de in fig. 2 afgeheelde positie gehouden, waarbij de trekveer 16 ontspannen is.Bij het naar boven bewegen van het stijve deksel 3 wordt het meeneemorgaan 17 in de in fig. 1 met een streep-stippellijn aangegeven positie gebracht, waardoor het meeneemorgaan een met de ventilatieklep 7 verbonden hellingsonderdeel 18 vrijgeeft, 35 zodat het scharnierelement in de in fig. 3 afgeheelde samengeklapte positie onder spanning van de trekveer 16 wordt gebracht en het hel- .88 CC??5 %· -6- lingsonderdeel naar boven bewegen van de ventilatieklep 7 niet méér in de weg staat. Het achterste uiteinde van de ventilatieklep kan daarbij stevig tegen het stijve deksel 3 rusten.
Bij het in fig. 1-4 afgeheelde uitvoeringsvoorbeeld zijn 5 zowel de hemelplaat 5 alsook de ventilatieklep 7 samengesteld uit twee verschillende materialen en zijn deze aan de onderzijden overtrokken met hemelmateriaal 19 resp. 20. Het hemelmateriaal 19 is om de omtreksrand van de ventilatieuitsnijding 6 gevoerd. Op een overeenkomstige wijze is het hemelmateriaal 20 om de omtreksrand van de 10 ventilatieklep 7 gevoerd.
De ventilatieklep 7 is aan alle vier zijden afgeschuind, zodat een naar buiten en naar boven hellend, rondgaand schuin vlak ontstaat, dat een over de totale dikte van de ventilatieklep 7 gevoerd steunvlak 21 vormt. Op een overeenkomstige wijze is aan de, de 15 ventilatieuitsnijding 6 grenzende omtreksrand van de dekselhemel 4 een naar binnen en naar beneden hellend schuin vlak aanwezig, dat het aan het steunvlak 21 complementaire contravlak 22 vormt. Zoals uit fig. 2 blijkt, liggen het steunvlak 21 en het contravlak 22 in de sluitstand zonder spleet tegen elkaar en worden zij door de als 20 neerhoudorgaan werkend meeneemorgaan 17 en de asonderdelen 18 stevig tegen elkaar gedrukt, waarbij de ondervlakken van de hemelplaat 5 en de ventilatieklep 7 resp. de betreffende hemelmaterialen 19 en 20 in één vlak liggen. Zoals duidelijk uit fig. 3 blijkt, voeren reeds geringe zwaaibewegingen van de ventilatieklep 7 om de as 8 tot een 25 direct naar boven bewegen van het steunvlak 21 ten opzichte van het contravlak 22, waardoor direct tussen deze vlakken een ventilatie» spleet ontstaat, welke aan de voorzijde en aan de achterzijde een gelijkmatige doch verschillende breedte heeft en aan de zijkanten wigvormig is. Tengevolge van de positie van de as 8 beweegt bij het 30 uitzwaaien van de ventilatieklep 7 ook het steunvlak 21 aan de voorkant van de ventilatieklep 7 zich zonder wrijving van het contravlak 22 af. In de sluitpositie wordt de ventilatieklep 7 passend in de ventilatieuitsnijding gedrukt, zodat geen omtreksspleet ontstaat, waarlangs ruis via de dakconstructie zou kunnen binnenkomen.
35 Ter toelichting van verdere, de omtreksranden van de ventilatie- . 8 8 0 li ; .
3 % -7- klep en de ventilatieuitsnijding betreffende uitvoeringsvormen wordt nu verwezen naar de fig. 5-10. In de fig. 5-9 is het steunvlak 21' aan de omtreksrand van de ventilatieklep 7 als trapvlak uitgevoerd d.w.z. dat het vlak ongeveer horizontaal verloopt. Dit steunvlak 21' 5 rust bij de uitvoeringsvoorbeelden volgens de fig. 5-9 van boven af op een overeenkomstig gericht contravlak 22' aan de omtreksrand van de ventilatieuitsnijding 6. Het contravlak 22' kan direct worden gevormd door het bovenvlak van de hemelplaat 5, zoals bij de voorbeelden volgens de fig. 8 en 9 het geval is, doch kan echter ook als trapvlak 10 zijn uitgevoerd, zoals dit blijkt uit de fig. 5-7.
Bij alle uitvoeringsvoorbeelden overeenkomstig de fig. 5-10 vormen het steunvlak en het bijbehorende contravlak uitsluitend gedeeltelijk de bijbehorende omtreksrand van de ventilatieklep 7 resp. de ventilatieuitsnijding 6. Bij het uitvoeringsvoorbeeld volgens 15 fig. 5 sluiten op de beide zijden van het steunvlak 21T ongeveer vertikaal gerichte vlakken 23 en 24 aan. Op een overeenkomstige wijze sluiten op het contravlak 22’ aan beide zijden eveneens ongeveer vertikaal georiënteerde vlakken 25 en 26 aan. In de sluitstand liggen enerzijds de vlakken 23 en 25 en anderzijds de vlakken 24 en 26 onder 20 voegvorming paarsgewijze tégenover elkaar, zoals uit de onderste helft van fig. 5 blijkt. Dit betekent, dat de isolatieklep 7 niet zonder voeg in de ventilatie-uitsnijding 6 moet worden ingepast doch door de beschreven opstelling van het steunvlak 21’ en het contravlak 22' een spleetvrije sluitstand mogelijk wordt gemaakt.
25 Hetzelfde geldt ook voor de overige uitvoeringsvormen volgens de fig. 6-10.
De aan het steunvlak 21' en het contravlak 22' zijdelings grenzende vlakken behoeven niet paarsgewijze vertikaal te zijn georiënteerd, zoals dit onder verwijzing naar fig. 5 is beschreven en 30 ook bij fig. 9 en gedeeltelijk ook bij fig. 7 het geval is, doch deze vlakken kunnen ook paarsgewijs hellende een voegvormende schuine vlakken zijn, zoals dit in de fig. 6-8 en gedeeltelijk ook in fig. 7 is afgebeeld. Het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig.6 onderscheidt zich van dat volgens fig. 5 uitsluitend daarin, dat 35 de een voeg vormende, paarsgewijs tegenover elkaar gelegen vlakken 23', 25' en 24', 26' schuine vlakken zijn met overeenkomstige ,88003i p \ -8- hellingsrichting.
Het in fig.10 afgeheelde uitvoeringsvoorbeeld stelt een variant van de uitvoeringsvorm volgens fig. 1-4 voor. Hierbij zijn het steunvlak 21" en het contravlak 22" eveneens hellende schuine 5 vlakken, welke echter niet de totale oppervlakte van de betreffende omtreksrand vormen, doch slechts het centrale gedeelte daarvan.
Aan beide zijden van het steunvlak 21" en ook het contravlak 22" sluiten niet nader aangeduide vertikale vlakken aan, die in de sluitpositie paarsgewijs een bovenste en onderste voeg vormen.
* B 8 0 0 i 9 5

Claims (6)

1. Dekselhemel voor het stijve deksel van een schuif-hefdak voor motorvoertuigen, bestaande uit een hemelplaat met een in het achterste gebied daarvan aanwezige ventilatieuitsnijding en een, de ventilatie-uitsnijding in de sluit- en schuifstand van het deksel 5 afdekkende ventilatieklep, welke om een dwars ten opzichte van de verschuivingsrichting van de hemelplaat verlopende as aan de voorrand daarvan zwaaibaar met de hemelplaat is verbonden en waarvan de zwaaibeweging door het deksel bij de uitzet- en inzwaaibewegingen daarvan wordt bestuurd, met het kenmerk, dat de ventilatie-10 klep (7) in hun sluitstand daarvan in de ventilatie-uitsnijding (6) grijpt en met de hemelplaat(5) aan de onderzijde daarvan traploos in een vlak is gelegen, waarbij de ventilatieklep (7) aan de om-treksrand daarvan is voorzien van een naar beneden gericht steun-vlak (21), dat zodanig tegenover een overeenkomstig, naar boven 15 gericht contravlak (22) aan de omtreksrand van de ventilatie- uitsnijding (6) is gelegen, dat het steunvlak (21) en het contravlak (22) in de sluitstand zonder een spleet tegen elkaar liggen.
2. Dekselhemel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het steunvlak (21) een naar buiten en naar boven hellend schuin 20 vlak is, terwijl het daaraan complementaire contravlak (22) een naar binnen en naar beneden hellend schuin vlak is.
3. Dekselhemel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het steunvlak (21T) als trapvlak is uitgevoerd, dat van boven af op het contravlak (22’) in de sluitstand rust.
4. Dekselhemel volgens conclusies 1-3, met het kenmerk, dat het steunvlak (21') en het contravlak (22') steeds slechts gedeeltelijk de bijbehorende omtreksrand vormen, en dat verdere aan het steunvlak en het contravlak grenzende vlakken (23,25; 24,26) van de omtreks-randen van ventilatieklep (7) en ventilatieuitsnijding (6) in de sluit-30 stand onder vorming van een voeg tegenover elkaar liggen.
5. Dekselhemel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de een voegvormende vlakken (23*;25'; 24', 26') paarsgewijs hellende schuine vlakken zijn.
6. Dekselhemel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de 35 een voeg vormende vlakken (23,25; 24,26) paarsgewijs ongeveer vertikaal zijn georiënteerd. . 8 6 ü 0 i fc* D
NL8800395A 1987-03-17 1988-02-17 Dekselhemel voor het stijve deksel van een schuif-hefdak voor motorvoertuigen. NL8800395A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE8703996 1987-03-17
DE8703996U DE8703996U1 (de) 1987-03-17 1987-03-17 Deckelhimmel für den starren Deckel eines Schiebe-Hebedaches für Kraftfahrzeuge

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8800395A true NL8800395A (nl) 1988-10-17

Family

ID=6805972

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8800395A NL8800395A (nl) 1987-03-17 1988-02-17 Dekselhemel voor het stijve deksel van een schuif-hefdak voor motorvoertuigen.

Country Status (13)

Country Link
US (1) US4813737A (nl)
JP (1) JPH0620820B2 (nl)
AU (1) AU603523B2 (nl)
BR (1) BR8801193A (nl)
CA (1) CA1310035C (nl)
DE (1) DE8703996U1 (nl)
ES (1) ES2008423A6 (nl)
FR (1) FR2612463B1 (nl)
GB (1) GB2202193B (nl)
IT (1) IT213623Z2 (nl)
MX (1) MX169623B (nl)
NL (1) NL8800395A (nl)
SE (1) SE8800933L (nl)

Families Citing this family (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3504570A1 (de) * 1985-02-11 1986-08-14 Karosseriewerke Weinsberg Gmbh, 7102 Weinsberg Dachhimmmelanordnung fuer ein fahrzeugdach
DE3706141C1 (de) * 1987-02-26 1988-09-22 Rockwell Golde Gmbh Fahrzeugdach mit einem einer Dachoeffnung zugeordneten Deckel
US5184869A (en) * 1988-04-19 1993-02-09 Karosseriewerke Weinsberg Gmbh Elevatable sliding roof of flat design
DE3825192A1 (de) * 1988-07-25 1990-02-01 Bayerische Motoren Werke Ag Verstelleinrichtung an einem fahrzeug-schiebehimmel
DE3835122C1 (nl) * 1988-10-14 1989-12-28 Bayerische Motoren Werke Ag, 8000 Muenchen, De
DE3920073A1 (de) * 1989-06-20 1991-01-03 Bayerische Motoren Werke Ag Fahrzeugdach mit ausstellbarem deckel
JPH0438819U (nl) * 1990-07-27 1992-04-02
US5390975A (en) * 1993-09-08 1995-02-21 Indian Head Industries, Inc. Vehicle window shade
DE19858676B4 (de) * 1998-12-18 2006-03-30 Webasto Ag Öffnungsfähiges Fahrzeugdach mit verstellbarem Himmelteil
US6199944B1 (en) 1999-06-04 2001-03-13 Asc Incorporated Spoiler sunroof
DE10142078C2 (de) * 2001-08-30 2003-09-18 Webasto Vehicle Sys Int Gmbh Schiebedachvorrichtung mit einem Schiebehimmel
US9016335B2 (en) * 2011-06-01 2015-04-28 Deere & Company Debris guard connected to a boom

Family Cites Families (21)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DK105294A (nl) *
DE24229C (de) * KALLE & CO. in Biebrich a. Rh Darstellung rother Farbstoffe durch Einwirkung von Paradiaminen auf die amidirten Aether der Phenole
FR551956A (fr) * 1922-05-23 1923-04-18 Carrosserie à toit découvrable pour voiture automobile à conduite intérieure
FR1382824A (fr) * 1964-02-20 1964-12-18 Degussa Revêtement intérieur, prêt au montage, pour le toit de véhicules automobiles, destinés notamment au transport de voyageurs
GB1458329A (en) * 1974-07-24 1976-12-15 Baier W Baier W Schober L Motor vehicle roof
DE2648664C3 (de) * 1976-10-27 1986-10-02 Volkswagen AG, 3180 Wolfsburg Verkleidung für ein Fahrzeugschiebedach mit Ausstellfunktion
JPS6111058Y2 (nl) * 1980-01-14 1986-04-08
DE3002246C2 (de) * 1980-01-23 1984-11-29 Webasto-Werk W. Baier GmbH & Co, 8035 Gauting Kraftfahrzeugdach
DE3105717C2 (de) * 1981-02-17 1984-11-08 Rockwell Golde Gmbh, 6000 Frankfurt Schiebe-Hebedach für Kraftfahrzeuge
DE8107603U1 (de) * 1981-03-16 1981-08-20 Schlapp, Albert, 6072 Dreieich Vorrichtung an einem schiebedeckel fuer kraftfahrzeuge
DE3238885A1 (de) * 1982-10-21 1984-04-26 Wegmann & Co GmbH, 3500 Kassel Kampffahrzeug, insbesondere kampfpanzer
JPS59100621U (ja) * 1982-12-27 1984-07-07 トヨタ自動車株式会社 車両におけるサンル−フのシエ−ド
JPS59167027U (ja) * 1983-04-22 1984-11-08 日本トレ−ルモ−ビル株式会社 ル−フスライド機構付きバン型トラツク
US4616456A (en) * 1983-04-25 1986-10-14 Parker Gregory H Insulated window cover apparatus
JPS604420A (ja) * 1983-06-21 1985-01-10 Nissan Motor Co Ltd サンル−フのシエ−ド
JPS60145916U (ja) * 1984-03-09 1985-09-27 日産自動車株式会社 車両用摺動式屋根の換気構造
JPS60175714U (ja) * 1984-05-01 1985-11-21 ダイハツ工業株式会社 サンシエ−ドの取付け構造
DE3442652C1 (de) * 1984-11-22 1986-06-19 Daimler-Benz Ag, 7000 Stuttgart Schiebedach für Kraftwagen mit einem starren Deckel
DE3504570A1 (de) * 1985-02-11 1986-08-14 Karosseriewerke Weinsberg Gmbh, 7102 Weinsberg Dachhimmmelanordnung fuer ein fahrzeugdach
NL8500808A (nl) * 1985-03-20 1986-10-16 Vermeulen Hollandia Octrooien Schuifdak voor een voertuig.
DE3532318C1 (de) * 1985-09-11 1986-12-18 Rockwell Golde Gmbh, 6000 Frankfurt Schiebedach fuer Kraftfahrzeuge

Also Published As

Publication number Publication date
GB2202193B (en) 1991-01-16
MX169623B (es) 1993-07-15
GB2202193A (en) 1988-09-21
GB8805416D0 (en) 1988-04-07
SE8800933L (sv) 1988-09-18
FR2612463B1 (fr) 1992-02-14
SE8800933D0 (sv) 1988-03-16
JPH0620820B2 (ja) 1994-03-23
DE8703996U1 (de) 1987-07-16
CA1310035C (en) 1992-11-10
ES2008423A6 (es) 1989-07-16
AU603523B2 (en) 1990-11-15
IT8820642V0 (it) 1988-02-12
FR2612463A1 (fr) 1988-09-23
US4813737A (en) 1989-03-21
BR8801193A (pt) 1988-10-25
IT213623Z2 (it) 1990-01-22
JPS63235125A (ja) 1988-09-30
AU1160488A (en) 1988-09-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4664439A (en) Sliding and lifting roof for vehicles with a vertically adjustable rain gutter
NL8800395A (nl) Dekselhemel voor het stijve deksel van een schuif-hefdak voor motorvoertuigen.
US6286899B1 (en) Wind deflector for a motor vehicle roof
US4709959A (en) Sliding and lifting roof
US4685724A (en) Sliding roof for vehicles
US4175785A (en) Motor vehicle roof
NL194328C (nl) Vouwdaksamenstel voor motorvoertuigen.
US4089557A (en) Upwardly pivotable vent or sliding roof panel for automobiles
NL1007241C2 (nl) Voertuig met een open-dakconstructie; alsmede open-dakconstructie voor een voertuig.
NL8602253A (nl) Schuifdak voor motorvoertuigen.
KR920011791A (ko) 자동차용 슬라이딩 루우프
US6866336B2 (en) Wind deflector arrangement for a motor vehicle roof
KR20110085920A (ko) 루프 장치를 가진 컨버터블
US4919475A (en) Sliding roof or sliding lifting roof for motor vehicles
US20010020347A1 (en) Guide device for a window
EP0955194B1 (en) Open roof construction for a vehicle
NL8800394A (nl) Schuifdak voor motorvoertuigen.
KR900014170A (ko) 자동차 루우프용 에어 가이드 장치
US4828318A (en) Drip molding for the sliding/lift-up roof of a motor vehicle
US4798410A (en) Lifting sliding roof for vehicles
US4265183A (en) Upper closure for an end door of a rail car
EP0990544B1 (en) Open roof construction for a vehicle
GB2050962A (en) Raisable hood for a vehicle
SU1311991A1 (ru) Устройство управлени автоматически откидывающимс передним щитком опрокидываемой кабины автомобил
NL1014154C2 (nl) Open-dakconstructie voor een voertuig, alsmede zonnescherm voor toepassing daarin.

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed