NL1007241C2 - Voertuig met een open-dakconstructie; alsmede open-dakconstructie voor een voertuig. - Google Patents

Description

Voertuig met een open-dakconstructie; alsmede open-dakcon-structie voor een voertuig

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een voertuig met een door een rand begrensde opening in het vaste dak, voorzien van een open-dakconstructie met ten minste een stijf paneel dat beweegbaar is tussen een 5 sluitstand waarin het de opening in het vaste dak afsluit en een ventilatiestand waarin het schuin achterwaarts omhoog wijst, waarbij aan de zijranden van het paneel een benedenwaarts verlopende afdichtflap is gevormd die in de ventilatiestand van het paneel tegen de met een benedenwaartse 10 flens uitgeruste rand van de dakopening afdicht.

Een dergelijk voertuig is bijvoorbeeld bekend uit de Franse octrooiaanvrage 2 573 369. De afdichtflap aan het paneel van de open-dakconstructie wordt met voorspanning tegen de rand van de dakopening of een tussenliggende 15 afdichting gedrukt, teneinde de afdichting te handhaven.

Het doel van de onderhavige uitvinding is het verder verbeteren van het bekende voertuig met de open-dakconstructie .

Hiertoe wordt het voertuig volgens de uitvinding 20 daardoor gekenmerkt dat de afdichtflap nabij de onderzijde een buitenwaarts uitstekend gedeelte bezit dat in de ventilatiestand van het paneel in hoofdzaak tegen de onderzijde van de flens aanligt.

Doordat de afdichting tussen de afdichtflap en de 25 rand van de dakopening nu in hoofdzaak plaatstvindt tegen de onderzijde van de flens aan de dakrand, behoeft geen zijdelinge aandrukkracht van de afdichtflap tegen de rand van de dakopening aanwezig te zijn. Hierdoor zijn de zijdelingse toleranties minder kritisch. Ook kunnen geluiden 30 ten gevolge van de beweging van de afdichtflap langs de dakrand in grote mate worden geëlimineerd.

In het geval dat het paneel tevens vanuit de sluitstand benedenwaarts kan worden bewogen ten behoeve van 100724 1** 2 een schuifbeweging, is het gunstig indien de afdichtflap in hoogterichting aanpasbaar is. Door deze maatregel kan de afdichtflap zich enerzijds over een relatief grote hoogte uitstrekken in de ventilatiestand van het paneel, terwijl de 5 hoogte van de afdichtflap kan worden verminderd bij de benedenwaartse verplaatsing van het paneel, zodat de totale bouwhoogte van de open-dakconstructie niet nadelig behoeft te worden beïnvloed door de afdichtflap.

Voor het aanpassen van de hoogte van de afdichtflap 10 bestaan verschillende mogelijkheden. Zo kan de afdichtflap een althans ongeveer horizontale buiglijn bezitten teneinde de afdichtflap te kunnen wegvouwen of -buigen. Ook kan de afdichtflap een harmonica-achtige dwarsdoorsnede bezitten, zodat de afdichtflap in hoogterichting in elkaar kan worden 15 gedrukt. Voorts is denkbaar dat de afdichtflap ten minste twee in hoogterichting verschuifbare gedeelten bezit, waarbij de gedeelten langs elkaar schuiven bij een benedenwaartse verplaatsing van het paneel.

De uitvinding omvat voorts een open-dakconstructie 20 voor toepassing in het hiervoor beschreven voertuig.

De uitvinding zal hierna verder worden toegelicht aan de hand van de tekeningen, die uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding schematisch weergeven.

Fig. 1 is een zeer schematisch bovenaanzicht van 25 een voertuigdak met een open-dakconstructie volgens de onderhavige uitvinding.

Fig. 2 is een op grotere schaal weergegeven perspectivisch aanzicht van een paneel van de open-dakconstructie volgens de uitvinding.

30 Fig. 3, 4 en 5 zijn op grotere schaal weergegeven, gedeeltelijke doorsneden volgens de lijn III-III in fig. 1, in drie verschillende standen.

Fig. 6 en 7 zijn met fig. 3 overeenkomende doorsneden van twee alternatieven uitvoeringen van de uitvinding.

35 Fig. 8 is een met fig. 3 overeenkomende doorsnede van een verdere alternatieve uitvoering van de uitvinding.

100724 1** 3

De tekening en in eerste instantie fig. 1 toont een vast dak 1 van een voertuig, in het bijzonder een motorvoertuig, zoals een personenauto, waarbij in het vaste dak l een dakopening 2 is uitgespaard ten behoeve van het opnemen van 5 een open-dakconstructie.

Zoals ook de fig. 2-5 tonen, is de open-dakconstructie uitgevoerd met een op niet nader weergegeven wijze door een frame 3 of dergelijk stationair onderdeel beweegbaar ondersteund paneel 4, dat in dit geval als doorzichtig 10 glaspaneel is uitgevoerd, doch ook andere verschijningsvormen kan hebben. Het paneel 4 is in zijn sluitstand binnen de dakopening 2 gelegen en sluit dan met behulp van een afdichtprofiel 5 af. Het afdichtprofiel 5 is in dit geval aan de omtreksrand van het paneel 4 gevormd en ligt in de 15 sluitstand tegen het vlak van een benedenwaarts verlopende flens 6 van het vaste dak 1 aan. Deze flens 6 bepaalt de rand van de dakopening 2.

Vanuit de sluitstand in de dakopening 2 (fig. 3) is het paneel 4 ten minste bovenwaarts beweegbaar naar een 20 ventilatiestand, waarin het paneel 4 schuin achterwaarts omhoog steekt (fig. 4). Hiertoe is het paneel 4 om een as nabij de voorrand van het paneel 4 verzwenkt. Uiteraard zou het paneel ook op andere wijze omhoog kunnen worden bewogen. Zoals fig. 5 toont, is in dit uitvoeringsvoorbeeld het 25 paneel 4 tevens omlaag beweegbaar ten behoeve van een schuifbeweging van het paneel, bijvoorbeeld een achterwaartse schuifbeweging, waarbij het paneel 4 wordt opgenomen tussen het vaste dak 1 en een binnenhemel 7 van het voertuig (fig. 5) .

30 De fig. 2 - 5 tonen voorts dat aan de zijranden van het paneel 4 een afdichtflap 8 is gevormd, die zich vanaf de zijrand van het paneel 4 in hoofdzaak benedenwaarts uit-strekt. Deze afdichtflap 8, die ten minste over een groot gedeelte van de zijranden verloopt, is bedoeld voor het 35 tegengaan van windgeruis en het voorkomen van inslag van rijwind, wanneer het voertuig met het paneel in de ventilatiestand rijdt. Door de afdichtflappen 8 ontstaat bij het 1007241- 4 openen van het paneel 4 naar de ventilatiestand in hoofdzaak alleen aan de achterzijde van het paneel 4 een ventilatieopening. De afdichtflap 8 kan zijn uitgevoerd als integraal onderdeel van een kunststof omspuiting 9 aan de rand van het 5 paneel, die is bedoeld voor het aan het paneel bevestigen van versterkingsprofielen 10 en het bevestigen van het afdichtprofiel 5 aan de randen van het paneel 4. Uiteraard kan de afdichtflap 8 ook als afzonderlijk onderdeel worden uitgevoerd. De afdichtflap 8 is bij voorkeur van een 10 buigzame kunststof, zoals PU gevormd, doch ook andere materialen zijn denkbaar. Ook kan de afdichtflap ten minste gedeeltelijk van een stijf materiaal zijn gevormd.

De afdichtflap 8 is bij voorkeur zodanig gepositioneerd, dat zich een spleet van bijvoorbeeld 1 - 3 mm tussen 15 de buitenzijde van de afdichtflap 8 en de flens 6 blijft bestaan. De afdichting tussen de afdichtflap 8 en de rand van de dakopening 2, respectievelijk de flens 6 vind in hoofdzaak plaats door een, bijvoorbeeld haakvormig, buitenwaarts uitstekend onderste gedeelte 11 van de afdichtflap 8, 20 dat in de bovenste ventilatiestand van het paneel kan aangrijpen op de onderrand van de verticale flens 6 teneinde een betrouwbare afdichting daartussen te vormen.

De hoogte van de afdichtflap 8, die meestal over de lengte zal variëren, wordt voor een groot gedeelte bepaald 25 door de bovenwaartse verplaatsing van het paneel 4 vanuit de sluitstand naar de ventilatiestand. In het geval het paneel, zoals in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld, ook benedenwaarts moet kunnen worden verplaatst, zou de afdichtflap problemen kunnen opleveren indien een kleine bouwhoogte van 30 de open-dakconstructie wordt nagestreeft, omdat dan de onderrand van de afdichtflap 8 in aanraking kan komen met een onderliggend framedeel. Teneinde ervoor te zorgen dat de afdichtflap 8 geen problemen veroorzaakt, ook niet bij kleine bouwhoogten, is de afdichtflap zodanig uitgevoerd dat 35 deze zich in zijn hoogte kan aanpassen bij benedenwaartse verplaatsing van het paneel 4. In het voorbeeld volgens de fig. 3 - 5 is dit gedaan door het aanbrengen van een althans 100724 1=.

5 ongeveer horizontaal lopende buiglijn 12, waar het lijf van de afdichtflap 8 is verzwakt en het gedeelte van de afdicht-flap 8 onder de buiglijn 12 zijdelings kan wegbuigen indien de onderrand van de afdichtflap 8 tegen het frame aanloopt.

5 Op deze wijze kan het paneel ver benedenwaarts worden verplaatst zonder dat de afdichtflap 8 in de weg zit (zie fig. 5).

De fig. 6 en 7 tonen twee alternatieven uitvoeringen van een afdichtflap 8, waarbij in de uitvoering volgens 10 fig. 6 de afdichtflap bestaat uit twee in hoogterichting verschuifbaar langs elkaar geleide gedeelten 13 en 14, terwijl volgens fig. 7 een harmonicaprofiel 15 in de afdichtflap 8 is opgenomen, teneinde de afdichtflap 8 in hoogterichting te kunnen indrukken. Deze harmonica dient 15 telkens weer naar de gestrekte stand terug te veren teneinde niet in aanraking te komen met de flens 6 van de dakrand.

Fig. 8 toont nog een verdere alternatieve uitvoering van de open-dakconstructie volgens de uitvinding, waarbij het afdichtprofiel 5 niet aan de rand van het paneel 20 4, doch aan de rand van de dakopening 2, respectievelijk de flens 6 van de vaste dak 1 is gevormd. Ook in dit geval kan een eventueel buigbaar haakvormig onderste gedeelte 11 aan de afdichtflap 8 zijn gevormd teneinde met de onderrand van de flens 6 in afdichtende aanraking te komen.

25 De uitvinding is niet beperkt tot de in de tekening weergegeven en in het voorgaande beschreven uitvoeringsvoor-beelden die op verschillende manieren binnen het kader van de uitvinding kunnen worden gevarieerd. Zo kan de flens 6 ook bestaan uit een aan de openingsrand van het vaste dak 30 gevormd verticaal vlak.

100724 H

Claims (10)

1. Voertuig met een door een rand begrensde opening (2) in het vaste dak (1), voorzien van een open-dakconstructie met ten minste een stijf paneel (4) dat beweegbaar is tussen een sluitstand waarin het de opening in het vaste dak 5 afsluit en een ventilatiestand waarin het schuin achterwaarts omhoog wijst, waarbij aan de zijranden van het paneel (4) een benedenwaarts verlopende afdichtflap (8) is gevormd die in de ventilatiestand van het paneel tegen de met een benedenwaartse flens (6) of dergelijke uitgeruste rand van 10 de dakopening afdicht, met het kenmerk, dat de afdichtflap (8) nabij de onderzijde een buitenwaarts uitstekend gedeelte (11) bezit dat in de ventilatiestand van het paneel (4) in hoofdzaak tegen de onderzijde van de flens (6) aanligt.

2. Voertuig volgens conclusie 1, waarbij het 15 buitenwaarts uitstekende gedeelte (11) van de afdichtflap haakvormig is uitgevoerd.

3. Voertuig volgens conclusie 1 of 2, waarbij het paneel (4) tevens vanuit de sluitstand benedenwaarts kan worden bewogen ten behoeve van een schuifbeweging, en 20 waarbij de afdichtflap (8) in hoogterichting aanpasbaar is.

4. Voertuig volgens conclusie 3, waarbij de afdichtflap (8) een althans ongeveer horizontale buiglijn (12) bezit.

5. Voertuig volgens conclusie 3, waarbij ten minste 25 het onderste gedeelte (11) van de afdichtflap (8) buigzaam is.

6. Voertuig volgens conclusie 3, waarbij de afdichtflap ten minste gedeeltelijk een harmonica-achtige dwarsdoorsnede (15) bezit.

7. Voertuig volgens conclusie 3, waarbij de afdichtflap (8) ten minste twee in hoogterichting verschuifbare gedeelten (13, 14) bezit.

8. Voertuig volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het (glas)paneel (4) is voorzien van een omspoten 10 0 72 4 1*i kunststof omlijsting (9), en waarbij de afdichtflap (8) in de kunststof omlijsting is geïntegreerd.

9. Voertuig volgens een der voorgaande conclusies, waarbij tussen de rand van het paneel (4) en de rand van de 5 dakopening (2) een afdichtprofiel (5) voor afdichting in de sluitstand is aangebracht.

10.Open-dakconstructie voor toepassing in het voertuig volgens een der voorgaande conclusies, voorzien van ten minste een stijf paneel (4) dat beweegbaar is tussen een 10 sluitstand waarin het de opening (2) in het vaste dak (1) afsluit en een ventilatiestand waarin het schuin achterwaarts omhoog wijst, waarbij aan de zijranden van het paneel (4) een benedenwaarts verlopende afdichtflap (8) is gevormd die in de ventilatiestand van het paneel tegen de met een 15 benedenwaartse flens (6) of dergelijke uitgeruste rand van de dakopening kan afdichten, met het kenmerk, dat de afdichtflap (8) nabij de onderzijde een buitenwaarts uitstekend gedeelte (11) bezit dat in de ventilatiestand van het paneel (4) in hoofdzaak tegen de onderzijde van de flens 20 (6) kan aanliggen. 1007241 <