NL8702749A - Afstandsbedieningssysteem met ontwaak signaal. - Google Patents

Description

* PHN 12.330 1 N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven Afstandsbedieningssysteem met ontwaak signaal.

A. Achtergrond van de uitvinding A(1) Gebied van de uitvinding

De uitvinding heeft betrekking op een systeem met een of 5 meer zenders en ontvangers, voor overdracht van boodschappen. Het systeem is in het bijzonder bedoeld als afstandsbedieningssysteem voor het instellen van een verscheidenheid van funkties van een of meer apparaten die daartoe elk van een dergelijke ontvanger zijn voorzien.

In het hiernavolgende zal een dergelijk systeem RC-10 systeem worden genoemd, een daarin toegepaste zender, RC-zender en een ontvanger, RC-ontvanger.

Opgemerkt zij dat onder een apparaat kan worden verstaan een TV-ontvanger, een videorecorder, een teletextdecoder, een audioversterker, een audiotuner, een verlichtingsarmatuur, een deur, 15 enzovoorts.

A(2) Beschrijving van de stand van de techniek

In een afstandsbedieningssysteem is de RC-zender voorzien 20 van een boodschapgenerator die op een daartoe strekkend verzoek een boodschap levert die wordt gevormd door een reeks pulsen. Voor overdracht van zo'n reeks pulsen is een infra-rood modulatiecircuit aanwezig met een infra-rood I.ED waarvan het uitgezonden infra-rode licht door die pulsen wordt gemoduleerd.

25 Meer in het bijzonder omvat elke boodschap een adreswoord dat aangeeft voor welk apparaat de boodschap bestemd is en een commandowoord dat aangeeft welke funktie van het geselekteerde apparaat moet worden ingesteld en op welke waarde. Adreswoord en commandowoord samen zijn uniek voor de over te dragen boodschap.

30. De RC-ontvanger is voorzien van een infra-rood demodulatiecircuit dat een infra-rode photo-diode bevat. Daardoor wordt het opgevangen infra-rode licht omgezet in een elektrisch signaal dat . 870274 9 Μ ΡΗΝ 12.330 2 een ruwe versie voorstelt van de overgedragen boodschap. Dit signaal wordt toegevoerd aan een signaalverwerkingschakeling ter opwekking van een gestileerde versie van de boodschap, dat wil zeggen een versie die in vorm overeenkomt met de oorspronkelijke boodschap, dus met duidelijk 5 gedefinieerde pulsen.

Üitvoeringsvoorbeelden van boven bedoelde RC-zenders en RC-ontvangers zijn uitvoerig beschreven in de referenties 1, 2 en 3.

Zoals in deze referenties is aangegeven, wordt in elke boodschap het commandowoord en het adreswoord doorgaans voorafgegeaan door één of 10 meer hulppulsen, zoals bijvoorbeeld een startpuls. In referentie 3 wordt verder voorgesteld om voorafgaand aan de startpuls nog een ontwaakpuls over te dragen. Het doel daarvan wordt in deze literatuurplaats helaas niet onthuld.

De in genoemde referenties beschreven RC-zenders en RC-15 ontvangers voldoen in de praktijk uitstekend; althans, indien ze worden toegepast in een zogenaamd één-weg RC-systeem. Dit is een RC-systeem met een centrale RC-zender en een aantal op afstand daarvan staande lokale RC-ontvangers. De centrale RC-zender maakt daarbij deel uit van een handunit en wordt door batterijen gevoed, terwijl elk van de lokale 20 RC-ontvangers deel uitmaakt van een te bedienen apparaat en doorgaans vanuit het lichtnet wordt gevoed.

De laatste jaren worden te bedienen apparaten steeds vaker voorzien van een lokale RC-zender, zodat zo'n apparaat ook boodschappen kan uitzenden, naar hetzij een lokale RC-ontvanger, hetzij 25 naar het handapparaat dat dan is voorzien van een centrale RC-ontvanger. Op deze wijze kan bijvoorbeeld worden bereikt dat in responsie op een door de centrale RC-zender uitgezonden boodschap een lokale RC-zender een antwoordboodschap uitzendt bestemd voor de centrale RC-ontvanger die deze antwoordboodschap verwerkt en bijvoorbeeld door 30 middel van een mededeling op een display aan de gebruiker iets kenbaar maakt.

Een dergelijk systeem wordt twee-weg afstandsbedieningssysteem genoemd. Behalve de bovengeschetste situatie waarin de lokale RC-zender een boodschap uitzendt ingevolge een van de 35 centrale RC-zender ontvangen boodschap, wordt ernaar gestreefd apparaten de mogelijkheid te geven ook autonoom boodschappen te laten uitzenden.

Omdat dan niet van te voren bekend is wanneer een apparaat een boodschap , 8702749

A

κ * ΡΗΝ 12.330 3 gaat uitzendenr zullen alle RC-ontvangers voortdurend in een werkzame toestand moeten verkeren. Met de huidige RC-ontvangers betekent dit, dat per etmaal ongeveer 50 mAh wordt verbruikt. Voor die RC-ontvangers die hun energie uit het lichtnet ontvangen, is dit weliswaar geen bezwaar, 5 maar voor RC-ontvangers die hun energie van een batterij krijgen, zoals de centrale RC-ontvanger in de handunit, is dit ontoelaatlbaar hoog.

Immers de huidige batterijen hebben een energie-inhoud van ongeveer 480 mAh, zodat in een twee-weg RC-systeem de batterijen in de handunit na circa een week uitgeput zijn. Dit in tegenstelling tot een één-weg 10 RC-systeem waarin de batterijen in de handunit soms zelfs na vier jaar nog niet volledig uitgeput zijn.

B. Doelstelling en samenvatting van de uitvinding

De uitvinding beoogt een verbetering aan te geven van een 15 RC-systeem om met name bij batterij gevoede RC-ontvangers de levensduur van de batterijen aanzienlijk te verlengen.

Overeenkomstig de uitvinding is daartoe: elke RC-zender van het type waarvan elke boodschap bestaat uit een reeks pulsen en het begin van elke boodschap wordt 20 gemarkeerd door een ontwaakpuls; althans één van de ontvangers voorzien van: - een ontwaakpuls detektiecircuit dat is gekoppeld met het demodulatiecircuit en dat ingevolge elke ontvangen ontwaakpuls een hulp ontwaakpuls levert; 25 - schakelmiddelen die zijn gekoppeld met: = het signaalverwerkingscircuit voor het selektief daaraan toevoeren van voedingsenergie; = het ontwaakpuls detektiecircuit voor ontvangst van de hulp ontwaakpulsen; 30 waarbij deze schakelmiddelen na ontvangst van een hulp ontwaakpuls de voedingsenergie aan het signaalverwerkingscircuit toevoeren en deze toevoer weer stopzetten als gedurende een vooraf bepaalde tijd geen hulp ontwaakpuls is ontvangen.

35 .8702749 * PHN 12.330 4 C. Referenties 1. Low-power remote control IR transmitter and receiver preamplifiers; Philips' Electronic Components and Materials;

Technical publication 167 dated 22 March 1985.

5 2. Sparsamer Infrarot Fernbedienungsgeber;

Funk-Technik 37, Heft 9, 1982 pagina's 380-384.

3. PCM remote control chips detect transmission errors; 10 Electronic Engineering, April 1983, pagina's 41-47.

4. Microcontrollers and peripherals;

Philips' Data handbook;

Integrated circuits; 15 Book IC14 1987, pagina's 233-265, in het bijzonder 256 en 257.

D. Korte beschrijving van de figuren

Figuur 1 toont het formaat van een boodschap dat door een RC-zender wordt uitgezonden, alsmede enige tijddiagrammen ter 20 toelichting van de werking van de in figuur 2 aangegeven RC-ontvanger. Figuur 2 toont een RC-ontvanger volgens de uitvinding.

Figuur 3 toont een RC-zender en

Figuur 4 een andere uitvoeringsvorm van het in de RC-zender van figuur 3 toegepast modulatiecircuit.

25 E. Toelichting op de uitvinding E(1) Boodschap formaat

In figuur 1 is bij A schematisch een boodschap 30 weergegeven zoals die van een RC-zender naar een RC-ontvanger moet worden overgedragen. Deze boodschap begint met een ontwaakpuls Wü die na een tijd twu wordt gevolgd door een startpuls ST die in dit uitvoeringsvoorbeeld op zijn beurt weer wordt gevolgd door elf verdere pulsen die onderling op verschillende afstanden van elkaar liggen en 35 aldus bits definiëren. Meer in het bijzonder bevat de boodschap een referentiebit REF een zogenaamd togglebit TG, een adreswoord van drie adresbits S0, s1, S2 en een commandowoord van zes commandobit R1, R2, .8702749 ft ft· PHN 12.330 5 R3, R4, R5, R6. Zoals reeds is opgemerkt, geeft het adreswoord het apparaat aan waarvan een funktie moet worden ingesteld, terwijl het commandowoord aangeeft welke funktie moet worden ingesteld en hoe die instelling moet zijn. De funkties van referentiebit en togglebit zijn 5 uitvoerig beschreven in referentie 1 en voor een goed begrip van de uitvinding van geen belang. De funktie van de ontwaakpuls WCJ zal nog uitvoerig worden toegelicht. Hier zij echter opgeraerkt dat deze puls zich bij voorkeur van de andere pulsen onderscheidt door zijn energie-inhoud. Dat wil zeggen, hij kan breder zijn dan de andere pulsen, maar 10 is bij voorkeur groter, zoals in figuur 1 bij A is aangegeven.

Zoals gezegd definiëren de onderlinge afstanden van de elf verdere pulsen, bits. Meer in het bijzonder wordt een bit met logische waarde "O" gedefinieerd door de afstand t^Q van twee opeenvolgende pulsen en wordt een bit met logische waarde "1“ 15 gedefinieerd door de afstand tb1 van twee opeenvolgende pulsen. Deze afstanden worden doorgaans uitgedrukt in aantallen klokpulsperioden t„_ van een referentieklok. Enige karakteristieke waarden zijn: klokfrequentie van referentieklok fosc = 455 kHz klokpulsperiode van referentieklok tosc = 32 ys 20 pulsafstand voor logische "0" tb0 = 2240 togc pulsafstand voor logische “1“ tjj-j = 3392 togc breedte van de pulsen tpw = 64 tosc herhalingsperiode van een boodschap tw = 55296 tosc.

25 E(2) RC-ontvanger

In figuur 2 is een uitvoeringsvoorbeeld weergegeven van een RC-ontvanger geschikt voor ontvangst van boodschappen van het formaat zoals aangegeven bij A in figuur 1. Het hart van deze ontvanger 30 wordt gevormd door een signaalverwerkingsschakeling 1 die als IC in de handel verkrijgbaar is. Dit uitvoeringsvoorbeeld is gebaseerd op de aanname dat deze IC-schakeling wordt gevormd door de TDA 3047 of 3048, waardoor het verregaand overeenkomt met de RC-ontvanger die in referentie 1 uitvoerig is beschreven. Hij is verder voorzien van een 35 photo-diode 2. De kathode daarvan is via een sperfilter, bestaande uit een weerstand en een capaciteit C1 aangesloten op de positieve pool +Ujj van een voedingsgelijkspanningsbron. De anode van photo-diode .8702748 « PHN 12.330 6 2 is rechtstreeks verbonden met een pen 1 en via een filterschakeling en een capaciteit C2 met een pen 2 van IC-schakeling 1. Deze filterschakeling wordt gevormd door een parallelschakeling van een transformator en een capaciteit C^, waarbij deze 5 parallelschakeling via een variabele weerstand 3 aan aarde is gelegd. IC-schakeling 1 ontvangt aldus aan zijn pen 2 een ruwe versie van de gedemoduleerde boodschappen. Opgemerkt zij dat photo-diode, filterschakeling L·^, C3 tezamen een infra-rood demodulatiecircuit vormen.

10 Variabele weerstand 3 wordt gevormd door een vaste weerstand R2 die door middel van een slechts symbolisch weergegeven schakelaar 31 kan worden kortgesloten. Dit heeft plaats onder besturing van een stuurspanning v die wordt geleverd door een stuurspanningsuitgang 41 van een stuurschakeling 4 en die de waarden 15 VQ en kan aannemen. Is hij VQ, dan is bijvoorbeeld R2 kortgesloten, is hij dan is R2 niet kortgesloten. Deze stuurspanning wordt tevens gebruikt voor het besturen van een wederom slechts symbolisch weergegeven schakelaar 5 via de welke de voedingsspanning van de voedingsgelijkspanningsbron aan de voedingspen 8 20 van de IC-schakeling 1 kan worden toegevoerd. Is meer in het bijzonder de stuurspanning v gelijk aan VQ, dan ontvangt voedingspen 8 voedingsspanning, en is de RC-ontvanger in de werkzame toestand. IC-schakeling 1 funktioneert nu op de wijze zoals beschreven in referentie 1 en levert aan zijn uitgangspen 9 een gestileerde versie van elke 25 ontvangen boodschap in de vorm van een datastroom die de adreswoorden en commandowoorden omvat. Is echter de stuurspanning v gelijk aan V^, dan ontvangt de IC-schakeling 1 géén voedingsspanning en is R2 niet kort gesloten. De RC-ontvanger is nu in de rusttoestand.

Om de RC-ontvanger vanuit de rusttoestand in de werkzame 30 toestand te brengen is de anode van photo-diode 2 tevens verbonden met de ingang van een ontwaakpuls detektiecircuit 6. In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld wordt deze gevormd door een versterkerschakeling 61 en een pulsshaper 62. Door de eenvoudige uitvoering van dit detektiecircuit 6 verbruikt deze slechts enkele micro-ampères.

35 Zolang er door geen enkele RC-zender een boodschap wordt uitgezonden is de stuurspanning gelijk aan V^. Daardoor ligt weerstand R2 in serie met de filterschakeling C3 en door een grote .8702749 * PHN 12.330 7 waarde van R2 te kiezen is de door deze weerstand R2 en deze filterschakeling gevormde ingangsimpedantie van de IC-schakeling 1 zeer hoog. Tevens ontvangt voedingspen 8 van IC-schakeling 1 geen voedingsspanning. Het stroomverbruik wordt nu uitsluitend bepaald door 5 het verbruik van het ontwaakpuls detektiecircuit en de besturingsschakeling 4 en bedraagt nu niet meer dan enkele micro-ampères.

Zodra een RC-zender een boodschap uitzendt met het formaat zoals aangegeven bij A in figuur 1 wordt door de hoge 10 ingangsimpedantie van schakeling 1 de stroom die door de photo-diode 2 gaat vloeien als gevolg van de ontvangen ontwaakpuls nagenoeg uitsluitend toegevoerd aan het ontwaakpuls detektiecircuit 6. Dit levert daardoor aan zijn uitgang de bij B in figuur 1 aangegeven hulp ontwaakpuls die wordt toegevoerd aan een zogenaamde ontwaakingang 42 van 15 de besturingsschakeling 4. In gevolge daarvan wordt aan zijn stuurspanningsuitgang 41 een spanning VQ gelegd.

(zie bij C in figuur 1). Daardoor ontvangt IC-schakeling 1 aan zijn pen 8 voedingsspanning en wordt zijn ingangsimpedantie door kortsluiting van weerstand R2 laag zodat de op de ontwaakpuls volgende pulsen daaraan 20 volledig worden toegevoerd.

In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld wordt de datastroom die aan de uitgangspen 9 van IC-schakeling optreedt eveneens toegevoerd aan de stuurschakeling 4. Verondersteld zal worden dat dit zodanig is uitgevoerd dat het een formaat omzetting kan bewerkstelligen 25 van de ontvangen boodschappen ten einde deze boodschappen in een busformaat naar de betreffende circuits te kunnen overdragen. In figuur 2 is de uitgangsdatabus van de besturingsschakeling 4 aangeduid met I2C.

Als besturingsschakeling zou kunnen worden genomen een 30 microprocessor. Vele in de handel verkrijgbare microprocessoren zijn geschikt om in deze RC-ontvanger te worden toegepast. Bijvoorbeeld de microprocessor PCB 83 C552 die door Philips in de handel wordt gebracht en die is beschreven in referentie 4. Bij gebruik van deze microprocessor wordt het hulp ontwaaksignaal toegevoerd aan de reset 35 ingang (pen 15) de datastroom die door IC-schakeling 1 wordt geleverd kan aan de zogenaamde Interrupt pen (pen 26 of 27) worden toegevoerd en verder wordt de stuurspanning v geleverd door een uitgangspoort . 8702.749 * ΡΗΝ 12.330 8 (bijvoorbeeld pen 7).

De werking van de microprocessor is nu als volgt. Als gedurende een bepaalde tijd geen ontwaakpuls is ontvangen verandert de microcomputer automatisch de stuurspanning van VQ in waardoor de 5 toevoer van voedingsspanning aan ÏC-schakeling 1 wordt onderbroken.

Wordt daarna gedurende een bepaalde tijd geen verder gebruik gemaakt van de microcomputer, dan schakelt deze zichzelf in de "power down" mode waarin hij in wezen niet meer actief is. Zodra een hulp ontwaakpuls wordt ontvangen wordt de microcomputer gereset en door verder verloop 10 van het programma zal de stuurspanning v weer van in VQ worden veranderd.

E(3) RC-zender 15 Zoals in figuur 1 reeds is aangegeven, wordt de ontwaakpuls bij voorkeur uitgezonden met een lichtintensiteit (amplitude) die groter is dan die waarmee de andere pulsen die de boodschap definiëren worden uitgezonden. In de figuren 3 en 4 is aangegeven hoe dit kan worden gerealiseerd.

20 Figuur 3 geeft meer in het bijzonder de globale opbouw van een RC-zender. Het hart van deze zender wordt gevormd door een microcomputer 7 die evenals de microcomputer 4 in de RC-ontvanger kan worden gevormd door de PCB 83 C552. In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld ontvangt deze microcomputer boodschappen van een 25 toetsenbord 8 dat op gebruikelijke wijze met de daarvoor ter beschikking staande poorten Pq en P^ met de microcomputer is verbonden. Zodra het indrukken van een toets of een sequentie van toetsten is gesignaleerd, levert de microcomputer aan zijn uitgang PWM een daarmee corresponderende en uit een geheugen uitgelezen pulsreeks die de eerder 30 genoemde boodschap karakteriseert. Tevens wordt aan een door de producent te kiezen uitgangspoort P1 een puls (aangeduid met WüP) afgegeven die gelijktijdig optreedt met de ontwaakpuls in de boodschap en die ongeveer dezelfde pulsbreedt heeft. Zowel de pulsreeks optredende aan de uitgang PWM als de puls WÜP worden toegevoerd aan een infra-rood 35 modulatiecircuit 9.

In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld wordt het infrarood modulatiecircuit 9 gevormd door drie transistoren 900, 901, 902 . 8702749 PHN 12.330 9 « (respektievelijk bijvoorbeeld BC 369, BC 548, BC 368), een aantal weerstanden 903 tot en met 907 (bijvoorbeeld respektievelijk van 3.300 Q, 100 Q, 0,5 Q, 5.600 Q, 820 Q), een aantal in serie geschakelde LED's 908 en een diodepaar 909 (bijvoorbeeld twee diodes van het type 5 B A 317). Al deze elementen zijn op de wijze zoals in de figuur is aangegeven met elkaar verbonden. Dit modulatiecircuit wordt via een stabilisatiecondensator (van bijvoorbeeld 2000 pF) gevoed door de voedingsspanning +0^.

De werking van deze schakeling is als volgt. Telkens als 10 in de pulsreeks optredende aan de uitgang PWM van microcomputer 7 een puls optreedt zijn beide transistoren 900 en 901 geleidend en vloeit er door de LED's 908 een stroom van circa 0,8 ampère. Deze leveren nu gedurende de gehele duur van die puls IR-licht met een intensiteit die bepaald wordt door de stroom (0,8 A) daar door heen. De stroomsterkte 15 door deze LED's 908 wordt begrensd door de grootte van weerstand 905 (hier 0,5 Ω). Deze weerstand 905 is nu overbrugd door transistor 902 die alleen geleidend is tijdens het optreden van de puls WlIP. In dat geval wordt weerstand 905 kortgesloten waardoor de stroom door de LED's 908 aanzienlijk toeneemt en daarmee de intensiteit van het door deze LED's 20 uitgestraalde IR-licht.

Een andere uitvoeringsvorm van een infra-rood modulatiecircuit is aangegeven in figuur 4 en aldaar aangeduid met het referentie cijfer 9'. Het is in hoofdzaak opgebouwd uit dezelfde componenten als het infra-rood modulatiecircuit 9 van figuur 3, waarbij 25 deze componenten in hoofdzaak op dezelfde wijze met elkaar zijn verbonden. In dit uitvoeringsvoorbeeld zijn nu echter de LED's 908 via een weerstand 910 van bijvoorbeeld slechts 0,2 Ω aan aarde gelegd, terwijl verder de collectorleiding van transistor 900 via een tweede aantal in serie geschakelde LED's 911 en transistor 902 aan aarde is 30 gelegd. Met dit infra-rood modulatiecircuit 9' wordt nu bereikt dat zodra een ontwaakpuls optreedt aan de uitgang PWM van microcomputer 7 (en dus een puls WUP aan uitgangspoort Pj) alle transistoren geleidend zijn en er twee infra-rood ketens zijn die IR-licht met grote intensiteit gaan uitstralen. Tijdens de overige pulsen in de pulsreeks 35 treedt geen WUP-puls op, zodat transistor 902 niet-geleidend is en de intensiteit van het uitgestraalde IR-licht wordt bepaald door de stroom door de LED's 908, welke stroom door weerstand 910 wordt begrensd.

.870274 9 PHN 12.330 10 E(4) Algemene opmerkingen

Voor een goed funktioneren van de handunit in een twee-5 weg afstandsbedieningssysteem blijkt het in de praktijk van voordeel te zijn als in de RC-ontvanger onmiddellijk nadat de ontwaakpuls is ontvangen een inhibit signaal wordt opgewekt dat er voor zegt dat de RC-zender van de handunit geen geplande boodschap gaat uitzenden, maar daarmee wacht tot de gehele binnenkomende boodschap is gedecodeerd.

10 In het voorgaande is opgemerkt dat de ontwaakpuls zich bij voorkeur van de overige pulsen in de boodschap onderscheidt door zijn energie-inhoud. Nodig is dit niet. Om dit onderscheid te verkrijgen is het in principe voldoende als de in figuur 1 bij A aangegeven pulsafstand twu aanmerkelijk groter is dan tb0 en tb1.

.8702749

Claims (4)

1. Afstandsbedieningssysteem met een aantal zenders en een aantal ontvangers voor overdracht van boodschappen, in welk systeem: elke zender is voorzien van: - middelen voor het opwekken van boodschappen, waarbij elke boodschap 5 bestaat uit een reeks pulsen en het begin van elke boodschap wordt gemarkeerd door een ontwaakpuls; - een modulatiecircuit voor het moduleren van de boodschappen op een draaggolfsignaal; elke ontvanger is voorzien van: 10. een demodulatiecircuit voor het demoduleren van het ontvangen draaggolfsignaal en opwekken van een ruwe versie van elk van de overgedragen boodschappen; - een door voedingsenergie gevoede signaalverwerkingssehakeiing die met het demodulatiecircuit is gekoppeld voor ontvangst van de ruwe 15 boodschap versies en voor het opwekken van een gestilleerde versie van elke boodschap; althans één van de ontvangers verder is voorzien van: - een ontwaakpuls detektiecircuit dat is gekoppeld met het demodulatiecircuit en dat ingevolge elke ontvangen ontwaakpuls een hulp 20 ontwaakpuls levert; - schakelmiddelen die zijn gekoppeld met: = de signaalverwerkingssehakeiing voor het selektief daaraan toevoeren van voedingsenergie; = het ontwaakpuls detektiecircuit voor ontvangst van de hulp 25 ontwaakpulsen; waarbij deze schakelmiddelen na ontvangst van een hulp ontwaakpuls de voedingsenergie aan de signaalverwerkingssehakeiing toevoeren en deze toevoer weer stopzetten als gedurende een vooraf bepaalde tijd geen hulp ontwaakpuls is ontvangen. 30

2, Zender geschikt voor toepassing in een afstandsbedieningssysteem volgens conclusie 1 waarin de ontwaakpuls zich van de andere pulsen in de reeks onderscheidt door zijn energie-inhoud.

3. Zender geschikt voor toepassing in een afstandsbedieningssysteem volgens conclusie 1 waarin de ontwaakpuls zich 35 van de andere pulsen in de reeks onderscheidt door zijn amplitude.

4. Ontvanger voor toepassing in een afstandsbedieningssysteem volgens conclusie 1 en die is voorzien van: .*702749 > PHN 12.330 12 - een demodulatiecircuit voor het demoduleren van een ontvangen draaggolfsignaal en opwekken van een ruwe versie van elk van de overgedragen boodschappen; - een door voedingsenergie gevoede signaalverwerkingsschakeling die met 5 het demodulatiecircuit is gekoppeld voor ontvangst van de ruwe boodschap versies en voor het opwekken van een gestileerde versie van elke boodschap; - een ontwaakpuls detektiecircuit dat is gekoppeld met het demodulatiecircuit en dat ingevolge elke ontvangen ontwaakpuls een 10 hulp ontwaakpuls levert; - schakelmiddelen die zijn gekoppeld met: = de signaalverwerkingsschakeling voor het selektief daaraan toevoeren van voedingsenergie; = het ontwaakpuls detektiecircuit voor ontvangst van de hulp 15 ontwaakpulsen; waarbij deze schakelmiddelen na ontvangst van een hulp ontwaakpuls de voedingsenergie aan de signaalverwerkingsschakeling toevoeren en deze toevoer weer stopzetten als gedurende een vooraf bepaalde tijd geen hulp ontwaakpuls is ontvangen. .8702749