NL8701582A - Grondbewerkingsmachine. - Google Patents

Grondbewerkingsmachine. Download PDF

Info

Publication number
NL8701582A
NL8701582A NL8701582A NL8701582A NL8701582A NL 8701582 A NL8701582 A NL 8701582A NL 8701582 A NL8701582 A NL 8701582A NL 8701582 A NL8701582 A NL 8701582A NL 8701582 A NL8701582 A NL 8701582A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
roller
hinged
machine according
soil cultivation
cultivation machine
Prior art date
Application number
NL8701582A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Lely Nv C Van Der
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lely Nv C Van Der filed Critical Lely Nv C Van Der
Priority to NL8701582A priority Critical patent/NL8701582A/nl
Priority to EP88201385A priority patent/EP0298554A1/en
Publication of NL8701582A publication Critical patent/NL8701582A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B49/00Combined machines
    • A01B49/04Combinations of soil-working tools with non-soil-working tools, e.g. planting tools
    • A01B49/06Combinations of soil-working tools with non-soil-working tools, e.g. planting tools for sowing or fertilising
    • A01B49/065Combinations of soil-working tools with non-soil-working tools, e.g. planting tools for sowing or fertilising the soil-working tools being actively driven

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Soil Working Implements (AREA)
  • Agricultural Machines (AREA)

Description

«S
%
C. van der Lely N.V., Maasland GRONDBEWERKINGSMACHINE
De uitvinding heeft betrekking op een grondbewer-kingsmachine voorzien van een gesteldeel waarin een aantal bewerkingsorganen zijn aangebracht en waarbij achter de bewerkingsorganen een rol is gelegen, die door middel van een 5 draagconstructie is ondersteund, welke draagconstructie ver-zwenkbaar aan het gesteldeel is aangebracht, een en ander zodanig dat tijdens het bedrijf het gesteldeel met de bewer-kingsorganen ten opzichte van de rol in hoogterichting beweegbaar is.
10 Grondbewerkingsmachines van deze soort worden tegenwoordig bij voorkeur gebruikt in combinatie met een zaaiinrichting, zodat men in één werkgang een zaaibed kan verkrijgen, dat tegelijkertijd is ingezaaid. Met de constructie volgens de uitvinding kan men nu een combinatie van de 15 machine met een zaaiinrichting verkrijgen, waarbij tijdens het bedrijf een eventuele hoogtebeweging van het gesteldeel ten opzichte van de rol de werking van de zaaimachine niet ongunstig kan beïnvloeden.
Volgens de uitvinding wordt dit bereikt, doordat 20 op de draagconstructie voor de rol een zaaiinrichting is aangebracht. Met behulp van deze voorziening kan de draagconstructie met de rol en de erop aangebrachte zaaiinrichting tijdens een eventuele beweging in hoogterichting van het de bewerkingsorganen dragende gesteldeel practisch dezelfde 25 stand behouden, zodat de zaaiende werking van de inrichting niet of nauwelijks wordt beïnvloed.
Aan de hand van enkele in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeelden zal de uitvinding hieronder nader uiteen worden gezet.
30 Figuur 1 geeft in zijaanzicht een combinatie weer volgens de uitvinding.
Figuur 2 geeft een bovenaanzicht weer van de combinatie in figuur 1.
Figuur 3 geeft een zijaanzicht weer van een tweede 8701582 2 \ \ u'it voerings voorbeeld van een combinatie volgens de uitvinding, terwijl
Figuur 4 een bovenaanzicht weergeeft van de combinatie volgens figuur 3.
5 De in de figuren 1 en 2 weergegeven inrichting betreft een grondbewerkingsmachine, die in het bijzonder is bestemd voor de bereiding van een zaaibed. De machine omvat een gesteldeel 1, dat zich dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekt en waarin op onderling gelijke afstand van bij 10 voorkeur 25 cm, de opwaarts gerichte, bij voorkeur verticale, assen 2 zijn gelegerd van bewerkingsorganen 3. Elk van de bewerkingsorganen 3 omvat een op het onder uit het gesteldeel 1 stekende einde van een as 2 aangebrachte, althans nagenoeg horizontale drager 4, die aan de einden is voorzien van naar 15 beneden gerichte bewerkingselementen 5. Het kokervormig gesteldeel 1 is nabij de einden aan de bovenzijde voorzien van een steun 6, die zich althans nagenoeg evenwijdig aan de voortbewegingsrichting en over de gehele breedte van de bovenzijde van het gesteldeel 1 uitstrekt. Tussen de 20 voorzijde van het gesteldeel 1 en een vlak door de draaiings-assen van de bewerkingsorganen 3 is elke steun 6 nabij de bovenzijde voorzien van een zich dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekkende as 7, een en ander zodanig dat de respectieve assen 7 in eikaars verlengde zijn 25 gelegen. Op de pennen 7 zijn vrij verzwenkbaar zich langs de 4 binnenzijde van steunen 6 naar achteren uitstrekkende armen 8 aangebracht, welke armen deel uitmaken van een draagconstructie 9 voor een rol 10. De rol 10 is in dit uitvoeringsvoorbeeld uitgevoerd als een pakkerrol, welke een 30 cilindrische drager 11 en tanden 12 omvat waartussen aan de achterzijde afschraapelementen zijn aangebracht. De draagconstructie 9 omvat verder een tussen de armen 8 aangebracht plaatprofiel 14, dat de in figuur 2 weergegeven vlakke uitvoering heeft om ruimte te verkrijgen voor een aandrijfas, 35 met behulp waarvan een met de machine te combineren inrichting 15, die hierna zal worden besproken, kan worden aangedreven. De rol 10 is door middel van assen 16 vrij draaibaar aangebracht tussen aan de achterzijde van de armen 8701582 3 * 8 aanwezige plaatvormige steunen 17, die zich schuin naar beneden en naar achteren uitstrekken. Nabij het midden is het plaatprofiel 14 voorzien van een zich naar voren uitstrekkende arm 18, die aan de voorzijde door middel van een as 5 scharnierend met de bovenzijde van het gesteldeel 1 is verbonden. De betreffende as is in het verlengde gelegen van de assen 7 voor de armen 8 van de draagconstructie 9. In een punt dat, in bovenaanzicht gezien, juist vóór de voorzijde van de rol 10 is gelegen (figuur 1), is de arm 18 10 scharnierend verbonden met één einde van een verstelstang 19.
De verstelstang 19 omvat een vergrendelmeehanisme 20, dat vanaf een de inrichting voortbewegende trekker door middel van een flexibel bedieningsorgaan 21 kan worden bediend, teneinde met behulp van de hefinrichting van de trekker de 15 stand van de rol 10 ten opzichte van het gesteldeel 1 en daarmee de werkdiepte van de bewerkingsorganen 3 te kunnen wijzigen. Het boveneinde van de verstelstang 19 is aangebracht aan de bovenzijde van een bok 22, die zich nabij het midden van het gesteldeel 1 bevindt. De bok 22 is 20 voorzien van een driepuntsbevestiging voor aankoppeling van de machine aan de driepuntshefinrichting van een trekker. De scharnierende verbinding tussen de verstelstang 19 en de bovenzijde van de bok 22 omvat een in de verstelstang aanwezige sleuf 23, waarin een aan de bok aangebrachte pen 24 25 vrij beweegbaar is, een en ander zodanig dat de pen 24, die zich tijdens normaal bedrijf aan de onderzijde van de sleuf 23 bevindt, naar boven kan bewegen bij een omhoog bewegen van het gesteldeel 1 indien de bewerkingsorganen 3 op een hard voorwerp of ander obstakel stoten. Op gelijke afstand van het 30 midden is het plaatvormig profiel 14 voorzien van twee zich althans nagenoeg evenwijdig aan de voortbewegingsrichting A uitstrekkende steunplaten 25. De steunplaten 25 omvatten elk aan de bovenzijde een enigszins naar achteren gebogen sleuf 26 (fig. 1), waarin een pen 27 aanbrengbaar is, welke pen 35 zich bevindt aan de onderzijde van het gestel van een met de machine te combineren inrichting 15, die bij dit uitvoeringsvoorbeeld wordt gevormd door een zaaiinrichting, die is uitgevoerd als pneumatische zaaiinrichting en welke 8701582 4 schematisch is weergegeven. De zaaiinrichting omvat een reservoir 28, een verdeelmechanisme 29 en een via de aandrijving voor de machine en een over het plaatprofiel 14 reikende aandrijfas aan te drijven ventilator 30. Het 5 verdeelmechanisme 29 wordt aangedreven met behulp van een stapwiel 31, terwijl het zaaigoed via zaaipijpen 32 in de grond wordt gebracht. De pennen 27 vormen een scharnierende verbinding tussen het gestel van de zaaiinrichting en de draagconstructie 9 voor de rol 10. Het gestel van de zaai-10 inrichting 15 is, in bovenaanzicht gezien, juist vóór de pennen 27 voorzien van twee steunen 33, die hoger dan de pennen 27 zijn gelegen en waaraan door middel van een pen 34 een in lengte instelbare stang 35 scharnierend is aangebracht. De pennen 34 vormen aan de zijde van het gestel 15 van de zaaiinrichting 15 een scharnierende verbinding. De pennen 34 bevinden zich, in bovenaanzicht gezien, aan weerszijden van het midden van het plaatprofiel 14 op een afstand, die met de afstand tussen de pennen 27 overeenstemt. De pennen 27 bevinden zich, in bovenaanzicht, ter hoogte van het 20 midden van de voortste helft van de rol 10, terwijl de pennen 34, in bovenaanzicht gezien, ter hoogte van de voorzijde van de rol zijn gelegen. Elke stang 35 is met zijn andere einde door middel van een pen 36 scharnierend aangebracht nabij de bovenzijde van de aankoppelbok 22, een en ander zodanig dat, 25 in zijaanzicht gezien, de pennen 27, 34, 36 en de assen 7 4 voor de armen 8 en de arm 18 de hoekpunten vormen van een scharnierende vierhoek (figuur 1), welke vierhoek althans nagenoeg een parallellogram is. Binnen het kokervormig gesteldeel 1 is op elk van de assen 2 van de bewerkings-30 organen 3 een tandwiel 37 met rechte vertanding aangebracht, een en ander zodanig dat de tandwielen 37 op de assen 2 van naast elkaar gelegen bewerkingsorganen 3 met elkaar in aandrijvende verbinding staan. Nabij het midden van het gesteldeel 1 is de as 2 van een bewerkingsorgaan 3 naar boven 35 verlengd en reikt met deze verlenging in een op de bovenzijde van het gesteldeel 1 aangebrachte tandwielkast 38. Binnen de tandwielkast 38 staat de verlenging via een conische tandwieloverbrenging en een zich aan de achterzijde van de 8701582 5 ' \ tandwielkast bevindende toerenvariator 39 in verbinding met een as 40, die zich in de voortbewegingsrichting A uitstrekt en zowel aan de voor- als aan de achterzijde buiten de tandwielkast uitsteekt. Het buiten de tandwielkast 38 uitstekende 5 vooreinde van de as 40 kan via een tussenas 41 met de af takas van een trekker worden gekoppeld, terwijl het buiten de tandwielkast uitstekende achtereinde van de as 40 via een niet nader weergegeven verbindingsas die tot over het plaatprofiel 14 reikt kan worden verbonden met een as van de 10 ventilator 30 van de pneumatische zaaiinrichting 15.
De werking van de in het voorgaande beschreven combinatie van een grondbewerkingsmachine en een zaaiinrichting is als volgt.
Tijdens het bedrijf is de machine door middel van 15 de bok 22 met de driepuntshefinrichting van een trekker verbonden en is de zaaiinrichting 15 op de bovenbeschreven wijze door middel van de pennen 27 en 34 scharnierend met de draagconstructie 9 voor de rol 10 en door middel van de stangen 35 en de pennen 36 scharnierend met de bok 22 20 verbonden. Bij het voortbewegen in een richting volgens pijl A kunnen de bewerkingsorganen 3 vanaf de aftakas van de trekker via de tussenas 41 en de in het voorgaande beschreven aandrijving zodanig worden aangedreven, dat naast elkaar gelegen bewerkingsorganen 3 in tegengestelde zin roteren, 25 waarbij zij met hun bewerkingselementen 5 ten minste aan * elkaar grenzende stroken grond bewerken. De ventilator 30 van de op de bovenzijde van de rol 10 rustende zaai-inrichting 15 wordt, zoals reeds vermeld, eveneens vanaf de aftakas via de as 40 aangedreven, waarbij via het verdeelmechanisme 29 30 vanuit het reservoir 28 zaaigoed wordt toegevoerd dat via de respectieve zaaipijpen 32 in de grond wordt gebracht. Tijdens het bedrijf kan het de bewerkingsorganen 3 dragende gestel-deel 1 van de machine ten opzichte van de draagconstructie 9 voor de rol 10 om de assen 7 voor de armen 8 en 18 in 35 hoogterichting uitwijken doordat bij het bovenste aankoppelpunt van de vers te ls tang 19 gevormd door de pen 24 in de sleuf 13 de pen 24 naar boven kan bewegen. Zo kan tijdens het bedrijf het gesteldeel in een stand bewegen zoals 8701582 6 met stippellijnen in figuur 1 is weergegeven. Hierbij wordt door de aanwezigheid van de door de pennen 27, 34, 36 en de assen 7 gevormde scharnierende vierhoeken tussen de zaai-inrichting en het draaggestel 9 voor de rol 10, respectie-5 velijk de bok 2, bereikt dat het zwaartepunt z van de zaai-inrichting zich nauwelijks verplaatst, zodat een beweging van het gesteldeel 1 in hoogterichting niet ongunstig werkt op de zaaiende functie van de inrichting. Door de aanwezigheid van de zaaiinrichting 15, die tijdens het bedrijf met zijn volle 10 gewicht op de rol 10 drukt, wordt bereikt dat de pakkerrol 10 te allen tijde zijn draaiende beweging blijft uitvoeren, terwijl daarentegen het gewicht van de machine een beweging in hoogterichting van het de bewerkingsorganen 3 dragende gesteldeel 1 niet verhindert. De zaaiinrichting kan door de 15 aanwezigheid van de sleuven 26 voor de pennen 27 en de stangen 35 gemakkelijk worden afgenomen en aangebracht. Door middel van de stangen 35 kan men een perfecte opstelling van de zaaiinrichting verkrijgen zodat deze optimaal werkt.
In de figuren 3 en 4 is een tweede uitvoerings-20 voorbeeld weergegeven van een combinatie volgens de uitvinding. Onderdelen, die met de onderdelen van de combinatie volgens het eerste uitvoeringsvoorbeeld overeenstemmen, zijn met dezelfde verwijzingscijfers aangegeven. Bij dit uitvoeringsvoorbeeld is de bovenzijde van het gesteldeel 25 1 op enige afstand van de einden voorzien van een opwaarts gerichte steun 42. Zoals uit figuur 4 blijkt, is elke steun 42 evenwijdig gelegen aan een verticaal vlak, dat een hoek van ± 15° insluit met een verticaal vlak in de voortbewegingsrichting A (figuur 3). Hierbij is de achter-30 zijde dichter bij een symmetrievlak door het midden van het gesteldeel 1 gelegen dan de voorzijde. Aan elke steun 42 zijn door middel van assen 43 zich naar achteren uitstrekkende, boven elkaar gelegen armen 44 scharnierbaar aangebracht. De achtereinden van de armen 44 zijn door middel van assen 44A 35 scharnierend verbonden met steunplaten 45, die deel uitmaken van een draagconstructie 46 voor de rol 10. De armen 44 vormen met de assen 4 3 een scharnierende vierhoek, die als parallellogram is uitgevoerd. Bij dit uitvoeringsvoorbeeld 8701582 7 is de zaaiinrichting 15 onbeweegbaar op de draagconstructie 46 voor de rol 10 aangebracht. De bovenste armen 44 zijn aan de achterzijde elk voorzien van een schuin naar beneden en naar achteren verlopende aanslag 47. Elk van de aanslagen 47 5 kan nabij de onderzijde samenwerken met een aanslag in de vorm van een pen 48 (figuur 3). De pen 48 kan hierbij worden aangebracht in één van een aantal gaten 49, die op een cirkelboog zijn gelegen met middelpunt samenvallend met het achterste scharnierpunt voor een bovenste arm 44. Zoals uit 10 figuur 3 blijkt, zijn de assen 43 respectievelijk 44A praktisch boven elkaar gelegen en bevinden de assen 44A zich ter hoogte van de voorzijde van de rol 10. Door middel van de pen 48 en de aanslag 47 kan men met behulp van de rol 10 de werkdiepte van de bewerkingsorganen 3 instellen. Bij de 15 constructie volgens de figuren 3 en 4 kan het gesteldeel 1 tijdens het bedrijf bij het ontmoeten van een obstakel in de grond door middel van de door de armen 44 en de assen 43 en 44A gevormde scharnierende vierhoeken in de vorm van een parallellogram eveneens naar boven uitwijken zonder dat deze 20 beweging van het gesteldeel 1 de zaaiende werking van de zaaiinrichting 15 ongunstig beïnvloedt. Indien men de werkdiepte van de bewerkingsorganen 3 wil wijzigen, kan men de pen 48 in een ander gat 49 brengen waarna de aanslag 47 opnieuw tegen de pen kan komen te rusten ter bepaling van de 25 nieuwe werkdiepte van de bewerkingsorganen. Door de aanwezig-heid van de parallellogramconstructies tussen het gesteldeel 1 en de draagconstructie 46 voor de rol 10 behoudt de rol tijdens het bedrijf dezelfde stand, zodat de positie van de zich aan de achterzijde bevindende afschraapelelemten 13 zich 30 evenmin wijzigt.
De specifieke opstelling van de scharnierende veelhoeken, die in achterwaartse richting convergeren, zorgt voor een stabiliteitsvergroting van de combinatie.
De uitvinding is niet beperkt tot het voren-35 staande doch betreft tevens alle details van de figuren al of niet beschreven.
8701582.

Claims (20)

1. Grondbewerkingsmachine voorzien van een gesteldeel waarin een aantal bewerkingsorganen zijn aangebracht en waarbij achter de bewerkingsorganen een rol is gelegen, die door middel van een draagconstructie is ondersteund, welke 5 draagconstructie verzwenkbaar aan het gesteldeel is aangebracht, een en ander zodanig, dat tijdens het bedrijf het gesteldeel met de bewerkingsorganen ten opzichte van de rol in hoogterichting beweegbaar is, met het kenmerk, dat op de draagconstructie voor de rol een zaaiinricht ing is 10 aangebracht.
2. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de zaaiinrichting zowel met de draagconstructie voor de rol als met het gesteldeel dat de bewerkingsorganen draagt, scharnierend is verbonden.
3. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het gestel van de zaaiinrichting aan de onderzijde in twee op afstand van elkaar gelegen punten scharnierend op de draagconstructie voor de rol is ondersteund en in ten minste één daarboven gelegen punt van het 20 gestel scharnierend is verbonden met het gesteldeel dat de bewerkingsorganen draagt.
4. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat, in bovenaanzicht gezien, de bovenste scharnierende verbinding aan de zijde van de zaaiinrichting zich 25 vóór de scharnierende verbinding met de draagconstructie bevindt.
5. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de beide scharnierende verbindingen, in bovenaanzicht gezien, zich bevinden binnen de voorste helft 30 van de rol.
6. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 3-5, met het kenmerk, dat de afstand tussen de onderste scharnierende verbinding en een verticaal vlak door de draaiingsas van de rol ongeveer de helft van de radiaal van 35 de rol bedraagt en de bovenste scharnierende verbinding zich althans nagenoeg boven de voorzijde van de rol bevindt. 870 1 581 9 \
7. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 3-6, met het kenmerk, dat de onderste scharnierende verbinding twee in opwaarts gerichte sleuven verzwenkbare pennen omvat en de bovenste scharnierende verbinding een in lengte 5 verstelbare stang.
8. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 3 - 7, met het kenmerk, dat de scharnierende verbindingen te zamen met de scharnierende verbinding tussen de draagconstructie voor de rol en het gesteldeel dat de bewerkings- 10 organen ondersteunt, in zijaanzicht gezien, de scharnierpunten vormen van een scharnierende vierhoek.
9. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de scharnierende vierhoek een parallellogram is.
10. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat tussen de draagconstructie voor de rol en de bovenzijde van een bok op het gesteldeel, dat de bewerkingsorganen draagt, een verstelstang aanwezig is, welke verstelstang aan de bovenzijde door middel van een 20 sleuf en een pen met de bok is verbonden.
11. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de draagconstructie voor de rol een zich boven de rol uitstrekkend, plaatvormig profiel omvat, dat door middel van aan de einden aangebrachte armen 25 en een tussen de einden gelegen arm verzwenkbaar met het gesteldeel dat de bewerkingsorganen ondersteunt, is verbonden.
12. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de draagconstructie voor de rol door middel 30 van ten minste één scharnierende vierhoek met het gesteldeel dat de bewerkingsorganen draagt, is verbonden en de scharnierende vierhoek is voorzien van een aanslag, die met een verstelbare aanslag op de draagconstructie voor de rol kan samenwerken.
13. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat een scharnierende vierhoek zich in de voortbewegingsrichting uitstrekkende, boven elkaar gelegen armen omvat. 8701582 r 10 \
14. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de bovenste arm van de scharnierende vierhoek is verbonden met een aanslag, die met een in meerdere standen brengbare aanslag op de draagconstructie voor de rol 5 kan samenwerken.
15. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 12 - 14, met het kenmerk, dat twee op afstand van elkaar gelegen scharnierende vierhoeken tussen de draagconstructie voor de rol en het gesteldeel dat de bewerkingsorganen 10 draagt, aanwezig zijn.
16. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de armen van de scharnierende vierhoeken, in bovenaanzicht gezien, een hoek insluiten met de voortbewe-gingsrichting van de machine.
17. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 15 of 16, met het kenmerk, dat, in bovenaanzicht gezien, de scharnierende vierhoeken in achterwaartse richting convergeren.
18. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 14 - 17, met het kenmerk, dat de verstelbare aanslag wordt 20 gevormd door een pen, die in één van een aantal gaten brengbaar is, welke gaten zijn gelegen op een cirkel om het achterste, bovenste scharnierpunt van een scharnierende vierhoek.
19. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 25 12 - 18, met het kenmerk, dat een scharnierende vierhoek wordt gevormd door een parallellogramconstructie.
20. Grondbewerkingsmachine zoals beschreven in het voorgaande en weergegeven in de figuren. 87. t 582
NL8701582A 1987-07-06 1987-07-06 Grondbewerkingsmachine. NL8701582A (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8701582A NL8701582A (nl) 1987-07-06 1987-07-06 Grondbewerkingsmachine.
EP88201385A EP0298554A1 (en) 1987-07-06 1988-07-04 A soil cultivating machine

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8701582 1987-07-06
NL8701582A NL8701582A (nl) 1987-07-06 1987-07-06 Grondbewerkingsmachine.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8701582A true NL8701582A (nl) 1989-02-01

Family

ID=19850258

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8701582A NL8701582A (nl) 1987-07-06 1987-07-06 Grondbewerkingsmachine.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP0298554A1 (nl)
NL (1) NL8701582A (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL9001873A (nl) * 1990-08-24 1992-03-16 Lely Nv C Van Der Grondbewerkingsmachine.
FR2971116B1 (fr) * 2011-02-08 2014-02-21 Kuhn Sa Machine de travail du sol avec un cadre porteur ameliore
IT202200004532A1 (it) 2022-03-09 2023-09-09 Maschio Gaspardo Spa Macchina agricola predisposta per applicazione combinata

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3105640A1 (de) * 1981-02-17 1982-09-02 Amazonen-Werke H. Dreyer Gmbh & Co Kg, 4507 Hasbergen "geraetekombination fuer die landwirtschaft"
AT391050B (de) * 1982-08-31 1990-08-10 Rau Gmbh Maschf Kombinationsgeraet zur landwirtschaftlichen bodenbearbeitung
DE3407501C2 (de) * 1984-03-01 1995-03-09 Rabewerk Clausing Heinrich Bestellgerät für die Landwirtschaft

Also Published As

Publication number Publication date
EP0298554A1 (en) 1989-01-11

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP0478095B1 (en) A soil cultivating machine for the preparation of a seed bed
NL8501109A (nl) Landbouwwerktuig.
NL8800800A (nl) Combinatie van een trekker met ten minste een grondbewerking-zaaieenheid.
NL8701582A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL1007596C1 (nl) Opklapbare inrichting voor het bewerken van zich op de grond bevindend gewas.
NL8400269A (nl) Rolconstructie voor een grondbewerkingsmachine.
NL193433C (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8903162A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8204655A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8301236A (nl) Grondbewerkingsmachine.
EP0305601B1 (en) A soil cultivating machine
EP0305600B1 (en) A soil cultivating machine
NL8403460A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8602005A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8006776A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8602211A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL192019C (nl) Grondbewerkingsmachine, in het bijzonder voor de bewerking van een zaaibed.
NL8700952A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8602972A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8101312A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8300682A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8601943A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8203978A (nl) Combinatie van een grondbewerkingsmachine met een tweede machine, bijvoorbeeld een zaaimachine.
NL8902832A (nl) Landbouwmachine.
NL9101330A (nl) Grondbewerkingsmachine.

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BN A decision not to publish the application has become irrevocable