NL8700956A

NL8700956A - Handgereedschap met laser.

Info

Publication number: NL8700956A
Application number: NL8700956A
Authority: NL
Original assignee: Morita Mfg
Priority date: 1986-04-22
Filing date: 1987-04-22
Publication date: 1987-11-16
Also published as: FR2598313A1; CA1276689C; FI871754A; DE3713512A1; SE462257B; KR900007497B1; FI91359C; GB2191016A; KR870009701A; NL191668B; FR2598313B1; FI871754A0; GB2191016B; GB8709528D0; SE8701639D0; NL191668C; US4849859A; DE3713512C2; SE8701639L; FI91359B

Description

# /

Handgereedschap van het lasertype.

De uitvinding heeft betrekking op een handgereedschap van het lasertype voor medische behandeling, in het bijzonder tandbehan-deling.

Tegenwoordig worden verscheidene pogingen ondernomen om 5 laser te gebruiken op het gebied van medische behandeling en enkele daarvan komen in praktisch gebruik. Het Japanse gebruiksmodel no. 57-163253 toont een voorbeeld van laser dat voornamelijk wordt toegepast als een tandgereedschap. In dit voorbeeld wordt een reflector gedraaid door het bedienen van een stuurknop die is aange-10 bracht aan de buitenzijde van het lichaam van het handgereedschap, zodat een laserstraal uit een laserbron onder een gewenste hoek wordt verbroken.

In het geval van dit handgereedschap steekt echter een knop uit van de hoofdsectie van het handgereedschap. Indien de hoofd-15 sectie wordt gestoken in een smal oraalgebied (mond), zit de knop altijd in de weg van het insteken van de hoofdsectie. Aangezien de knop direct is verbonden met 'de as van de reflector moet de knop verder altijd in de mond worden bestuurd of na het uitnemen van de hoofdsectie uit de mond. Daarom is het handgereedschap niet gemakke-20 lijk te gebruiken en is het zeer moeilijk om een laserstraal nauw keurig te richten op een doelgebied.

Het is daarom een oogmerk van de uitvinding om een tandgereedschap te leveren dat gemakkelijk te gebruiken is en nauwkeurig een laserstraal kan uitzenden door het veranderen van de hoek van 25 de reflector, gebruikmakende van een stuurhuis die is aangebracht over het lichaam van het handgereedschap, dat wil zeggen de handgreep van het handgereedschap.

Een ander oogmerk van de uitvinding is het leveren van een handgereedschap dat wordt gekenmerkt doordat een orgaan voor het 30 vasthouden van bijvoorbeeld een sonde, die is aangebracht op de hoofdsectie en wordt gebruikt voor aanraakbehandeling, draaibaar is tesamen met de reflector, en de verandering van de hoek van het vast- houddeel ongeveer twee keer zo groot is als die van de reflector om aanraakbehandeling mogelijk te maken onder gebruikmaking van laser* 35 De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan aantal de hand van de tekening, waarin bij wijze van voorbeeld een\ uitvoe-en ringsvorm/ van een inrichting volgens de uitvinding is weergegeven. In 8700956 i ί 4 - 2 - de tekening toont: fig. 1 een gedeeltelijke vertikale doorsnede van een eerste uitvoeringsvorm van het handgereedschap van de uitvinding, fig. 2 een doorsnede volgens de lijn II-II van fig. 1, 5 fig. 3 een aanzicht dat een werktoestand toont soortge lijk aan fig. 1, fig. 4 een gedeeltelijke vertikale doorsnede van een tweede uitvoeringsvorm, fig. 5 een doorsnede volgens de lijn V-V van fig. 4, 10 fig. 6 een aanzicht dat een werktoestand toont van de tweede uitvoeringsvorm en soortgelijk is aan fig. 4, fig. 7 een gedeeltelijke vertikale doorsnede van een derde uitvoeringsvorm die gelijkt op die van fig. 4, fig. 8 een doorsnede die in wezen het mechanisme illus-15 treert van de uitvoeringsvormen van figuren 4 tot 7, en fig. 9 een doorsnede die het mechanisme toont van een vierderuitvoeringsvorm.

Het in de figuren 1, 2 en 3 weergegeven handgereedschap van het lasertype is een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding, 20 waarbij een laserstraal wordt overgebracht uit een laserbron naar een lichaam 1 van het handgereedschap en wordt gebroken in een hoofdsectie 2, welk handgereedschap van het lasertype wordt gekenmerkt doordat het handgereedschap een reflector 3 bezit die draaibaar is aangebracht.binnen, de hoofdsectie 2, en een stuurhuis 4 die is aan-25 gebracht op het uitwendige omtreksvlak van het handgereedschap 1, zodat de huls heen en weer kan bewegen langs de hartlijn van het handgereedschap 1, en is verbonden met de reflector 3, waarbij de reflector 3 onder een willekeurig gewenste hoek kan worden ingesteld door de heen en' weergaande beweging van de huls 4.

30 De handgereedschappen die zijn weergegeven in de figuren 4 tot 9 zijn uitvoeringsvormen die lijken op de bovenstaande uitvoeringsvorm. Het handgereedschap waarin een laserstraal wordt overgebracht van een laserbron naar het handgereedschap 1, wordt onderbroken in de hoofdsectie 2, waarbij het handgereedschap wordt geken-35 merkt doordat het een reflectorvasthouddeel 30. bezit dat draaibaar 8700356 * i' · - 3 - is verbonden met de hoofdsectie 2 om een draaias 21, een applikatorvasthouddeel 6 dat draaibaar is verbonden met de hoofdsectie 2 via de draaias 21, een stuurhuis 4 die is aangebracht over het uitwendige omtreksvlak van het lichaam 1, zodat de huls 4 heen en weer kan 5 worden bewogen langs de hartlijn van het lichaam 1, en een. schuifdeel 5 dat verbonden is met de bovensectie van het reflectorvasthouddeel 30 en de bovensectie van het applikatorvasthouddeel 6 via verbindingspunten 31 resp. 61 en is gebouwd in het lichaam 1·, zodat het schuifdeel 5 kan schuiven langs de hartlijn van het lichaam.1, en is ver-10 grendeld met de heen en weergaande beweging van de huls 4, waarbij het reflectorvasthouddeel 30 en het apllikatorvasthouddeel 6 rond de draaias 21 worden gedraaid door het schuiven van het schuifdeel 5 dat vergrendeld is met de heen en weergaande beweging van de huls 4, en waarbij de hoekverandering van het applikatorvasthouddeel 6 ongeveer 15 2 keer zo groot is als de hoekverandering van het reflectorvasthoud deel 30.

Een uitvoeringsvorm van de uitvinding zonder contact en met contra-hoek is weergegeven in figuren 1-3. De reflector 3 wordt vastgehouden door het reflectorvasthouddeel 30 en het reflectorvast-20 houddeel 30 is draaibaar verbonden met een hoofdhuis 20 via dé draaias 21. Met deze constructie is de reflector 3 draaibaar ondersteund rond de axiale hartlijn van de draaias 21 in de hoofdsectie 2.

Een pen 31c is evenwijdig bevestigd met de draaias 21 aan de bovensectie van het reflectorvasthouddeel 30. Het schuifdeel 5 25 dat schuift langs de hartlijn van het lichaam 1, is in het lichaam 1 gebouwd. Aan het fronteinde van het schuifdeel 5 is de pen 31c aangebracht in een groef of asgat (een asgat is weergegeven) 51 dat snijdt met de hartlijn van het lichaam 1 onder rechte hoeken. Aan het achtereinde van het schuifdeel 5 is een uitsteeksel 52 dat de hartlijn van 30 het lichaam 1 snijdt, aangebracht in een omtreksgroef 42 die is aan gebracht op het binnenoppervlak van de stuurhuis 4.

De huls 4 is aangebracht op de buitenomtrek van het hand-gereedschap 1 (vastgrijpsectie) via een schroefsectie 40. Als de huls 4 rond de van schroefdraad voorziene sectie 40 wordt gedraaid, kan de 35 huls 4 heen en weer worden bewogen langs de hartlijn van het lichaam 1. Aan het achtereinde van de huls 4 is de huls 4 aangebracht over en 8700956 * i *4 - 4 - bevestigd aan een schuifring 43 via een van schroefdraad voorziene sectie, welke ring 43 is aangebracht rond het uitwendige omtreks-vlak van het lichaam 1, zodat de schuifring 43 heen en weer kan schuiven langs de hartlijn van het lichaam 1 als. de bus 4 wordt 5 bewogen. De huls 4 is niet beperkt tot. de in de figuren weergegeven constructie, doch kan heen en weer bewegen door gebruik te maken van andere werkwijzen.

De reflector 3 is in de figuren prismavormig en wordt vastgehouden door een ringschroef 35 die is aangebracht in een 10 stralingspoort 300 die zich bevindt in de ondersectie van het reflectorvasthouddeel 30. Hoewel een holle spiegel wordt gebruikt als de reflector 3, kan een vlakke spiegel ook worden gebruikt.

Een optische lens of dergelijke kan ook zijn aangebracht tussen de reflector 3 en een optische vezel 7, indien dat gewenst is.

15 Een optische vezel 7 brengt de laserstraal over. De optische vezel 7 die bedekt is met een mantel 71, wordt naar binnengebracht vanuit een laserbron (niet weergegeven) coaxiaal met het lichaam 1.

Het einde van de vezel 7 ligt tegenover de reflector 3 aan de hoofdsectie 2. Verwijzingscijfer 8 betreft een uitlaat waaruit een 20 actief medium zoals water, dat vereist is voor tandbehandeling, wordt afgevoerd. De uitlaat 8 is bevestigd aan het schuiforgaan 5 en beweegt heen en weer als het schuiforgaan 5 schuift. Het bovengenoemde actieve medium dat wordt, toegevoerd via een toevoerdoorgang 81, wordt af gevoerd uit de uitlaat 8 naar een behande'lingsgedeelte. Aan 25 de open ruimte rond de optische vezel 7 kan een gasdoorgang zijn aangebracht voor het koelen van het behandelingsgedeelte en. de reflector 3 en om te voorkomen dat de reflector 3 nevelig wordt tengevolge van damp die wordt afgegeven door het behandelingsgedeelte .

30 Met het handgereedschap van de bovengenoemde constructie wordt, als de stuurhuis 4 wordt voortbewogen en terugbewogen langs de van schroefdraad voorziene sectie 40 heen en weer bewogen langs de hartlijn van het lichaam 1. Het samenwerkuitsteeksel 52 dat is aangebracht aan het achter-einde van het schuifdeel 5, bevindt zich 35 in de omtreksgroef 42 die is aangebracht op het binnenoppervlak van 8 7 ö 0 9 5 6 - 5 - * · Μ de huls 4. De pen 31c die is bevestigd aan het reflectorvasthoud-deel 30, is aangebracht in de groef 51 die zich bevindt aan het fronteinde van het schuif deel. Daardoor schuift, als de huls 4 heen en weer beweegt, het schuifdeel 5 in het lichaam 1 langs de 5 hartlijn van het lichaam 1 en het reflectorvasthouddeel 30 draait rond de draaias 21. Met deze constructie wordt de laserstraal die door de optische vezel 7 wordt uitgezonden, onder een gewenste hoek gebroken door de reflector 3.

Verwijzende naar fig. 1 wordt de laserstraal nagenoeg 10 onder een rechte hoek gebroken. Als de huls 4 wordt gedraaid en teruggetrokken zoals weergegeven in fig. 3, wordt de pen 31c teruggetrokken door het schuifdeel 5 en de reflector 3 draait tegen de bewegingsrichting van de uurwerkwijzers rond de as 21, zoals weergegeven in fig.. 3. Het wordt gemakkelijk begrepen uit de boven-15 staande beschrijvingen, dat de laserstraal kan worden gebroken in de tegengestelde richting door het voorwaarts bewegen van de huls 4.

Zoals hierboven is beschreven wordt bij het handgereed- schap dat in figuren 1 tot 3 is weergegeven, de hoek van de reflec- 20 tor 3 die draaibaar is verbonden met de hoofdsectie 2, veranderd l door het bewegen van de stuurhuis 4 die is aangebrachtover het uitwendige omtreksvlak van het lichaam van het handgereedschap 1 heen en temg langs de hartlijn van het lichaam 1. Tengevolge van deze constructie steken eventuele delen die worden gebruikt voor het ver-25 anderen van de hoek van de reflector 3, niet uit buiten het uitwendige oppervlak van de hoofdsectie 2. Als dit systeem wordt gebruikt in een tandgereedschap kan dit gemakkelijk zonder problemen worden gestoken in en gehaald uit een klein-oraalgebied. De straalrichting van de laserstraal kan gedurende behandeling worden veranderd door het 30 bedienen van de huls 4 die is aangebracht weg van de hoofdsectie 2,

Het is daarom niet noodzakelijk om de hoofdsectie 2 te verwijderen en opnieuw in te steken elke keer dat de hoek gedurende tandbehande-ling moet worden veranderd. Dientengevolge is een doelmatige en nauwkeurige behandeling gewaarborgd.

35 Een handgereedschap van het aanraaktype en contrahoek van de onderhavige uitvinding is weergegeven in figuren 4-9. Het reflectorvasthouddeel 30 en het applikatorvasthouddeel 6 zijn draai- d 7 0 0 9 5 6 -6 - baar door de hoofdsectie 2 ondersteund via de draaias 21, zodat zij onafhankelijk kunnen draaien rond de hartlijn van de draaias 21. Zoals bij het handgereedschap zonder aanraking is de reflector 3 aangebracht op het reflectorvasthouddeel 30 door de ringschroef 5 35. Een ovale aanraaksonde 60 voor conische behandeling of een condensatorlens (niet weergegeven) is in het applikatorvasthouddeel 6 aangebracht via vastzetschroeven 62 en 63, zodat de sonde 60 of de lens op de juiste wijze in lijn kan worden gebracht met de optische baan van de laserstraal die door de reflector 3 wordt gebroken.

10 Zoals bij het handgereedschap zonder aanraking is de stuurhuis 4 aangebracht over de buitenomtrek van het Lichaam 1 van het handgereedschap via de van. schroefdraad voorziene sectie 40 aan het uitwendige omtreksvlak. van het lichaam 1, zodat de huls 4 heen en weer kan bewegen tesamen met de schuifring 43 rond de uitwendige 15 omtrek van het lichaam 1 en langs de hartlijn van het lichaam 1 als de huls 4 wordt voortbewogen en terugbewogen langs de schroefsectie 40. Dit heen en weer bewegingsmechanisme is niet beperkt tot hetgeen is weergegeven in figuren 4-6.

Zoals bij het handgereedschap van het type zonder aan-20 raking is een schuifdeel 5 dat schuift langs de hartlijn van het lichaam 1, in het lichaam 1 gebouwd.

Ook zoals daar het handgereedschap van' het type zonder aanraking is het schuifdeel 5 verbonden met de stuurhuis 4 via het samenwerkuitsteeksel 52 en de omtreksgroef 42, zodat het schuifdeel 25 5 heen en weer beweegt als de huls 4 heen en weer wordt bewogen. Het fronteinde van het schuifdeel 5 is verbonden met het reflectorvasthouddeel 30 en het applikatorvasthouddeel 6 via de respectieve koppel-punten 31 en 61. Als het schuifdeel 5 wordt bewogen,· draaien deze vasthouddelen 30 en 6 rond de draaias 21. De hoekverandering van het 30 applikatorvasthouddeel 6 die wordt verkregen door het draaien, is twee keer zo groot als die van het reflectorvasthouddeel 30.

Zoals weergegeven in figuren 4-6 is de draaias 21 draaibaar ondersteund aan het fronteinde van de steunarmen 11, 11 die zich in zijdelingse richting uitstrekken van het gereedschap 1, zodat het 35 reflectorvasthouddeel 30 en het applikator vasthouddeel 6 draaibaar worden ondersteund door de draaias 21. Aan het fronteinde van het 8700956 <*' * - 7 - schuif deel 5 is een asgat of groef 51 (een. asgat is weergegeven) aan-gebracht, die snijdt met de hartlijn van het schuifdeel 5 onder rechte.-hoeken 1. .Bovendien zijn pennen 31a en 61a die evenwijdig zijn aan de draaias 21, bevestigd aan het reflectorvasthouddeel 30 en het 5 applikatorvasthouddeel 6, en deze pennen werken als de bovengenoemde koppelpunten 31 en 61 en zijn aangebracht in het asgat 51. De afstand van de pen 31a tot de draaias 21 is twee keer zo groot als die van de pen 61a tot de draaias 21. Met deze constructie worden, als het schuifdeel 5 achterwaarts wordt geschoven zoals weergegeven in fig. 8, 10 de pennen 31a en 61a door het asgat 51 bewogen en draaien tegenkloks-gewijs rond de draaias 21 terwijl de pennen 31a en 61a schuiven in de langsrichting van het asgat 51. Op dit moment verandert het afgebogen (gebroken) licht 11 van de laserstraal tot het teruggekaatste licht 12. Aangezien de rotatiehoek β van de pen 61a ongeveer twee keer 15 zo groot is als de rotatiehoek α van de pen 31a, zijn de sonde 60 en de daarmee samenhangende onderdelen die zijn aangebracht op het applikatorvasthouddeel 6, vrijwel nauwkeurig in lijn met de optische baan van het teruggekaatste licht 12. Dit komt omdat de hoek van het teruggekaatste licht twee keer zoveel verandert als de hoek van de reflec-20 tor 3 als de reflector 3 wordt gedraaid om invallend licht te breken dat wordt .gestraald in een vaste.richting. In fig. 4 wordt de laserstraal gebroken onder een nagenoeg rechte hoek.

Het oppervlak van de reflector 3 ligt tegenover het einde van de optische vezel 7 onder een hoek van 45 graden en de sonde 60 25 en de daarmee verbandhoudende onderdelen zijn aangebracht onder een hoek van nagenoeg 90° tot de hartlijn van het handgereedschap 1, zodat het teruggekaatste licht 1^ van de laserstraal wordt uitgezonden onder een hoek van in hoofdzaak 90 graden tot het invallende licht. Als het schuiforgaan 5 achterwaarts wordt geschoven door de achterwaartse 30 beweging van de huls 4, draaien het reflectorvasthouddeel 30 en het applikatorvasthouddeel 6 tegen/feloksgewijze rond de draaias 21, zoals weergegeven in fig. 6. Op dat moment is de hoeksverandering van het applikatorvasthouddeel 6 twee keer zo groot als die van het reflectorvasthouddeel 30. Hierdoor passeert het gereflecteerde licht van de 35 laserstraal door de sonde 60 voor aanraakbehandeling die is aangebracht op het applikatorvasthouddeel 6 en wordt gebruikt voor aanraakbehande- 8700956 i w - 8 - ling. Uit de bovenstaande beschrijving wordt gemakkelijk begrepen dat de laserstraal ook kan worden gebroken in de richting tegengesteld aan de bovengenoemde richting door het voorwaarts bewegen van de huls 4. Verwijzende.naar fig. 7 is de draaias 21 ondersteund door het 5 hoofdhuis 20 dat is geschroefd in het lichaam van het handgereedschap 1. Het refleetorvasthouddeel 30 en het applikatorvasthouddeel 6 zijn door het huis 20 bedekt. In het geval van de uitvoeringsvorm die is weergegeven in figuren 4-6 kunnen het refleetorvasthouddeel 30 en het applikatorvasthouddeel 6 gemakkelijk worden onderhouden en gecontro-10 leerd. Aangezien deze vasthouddelen 30 en 6 echter blootliggen, moeten hun oppervlakken afgewerkt zijn (hun randen moeten zijn afgerond) om te voorkomen dat de wand van een mond wordt beschadigd als het handgereedschap in de mond wordt gestokenvjor medische behandeling.

Het refleetorvasthouddeel 30 en- het applikatorvasthouddeel 6 van het 15 handgereedschap dat is weergegeven in fig. 7, zijn echter door het huis 20 bedekt . Het is niet nodig om hun oppervlakken af te werken. Verder worden de vasthouddelen 30 en 6 veel minder beschadigd en verontreinigd. De constructies en functies van de andere delen van deze uitvoeringsvorm zijn soortgelijk aan die van de bovengenoemde 20 uitvoeringsvorm en worden hier niet· in detail genoemd.

Verwijzingscijfer 7 in figuren 4, 6 en 7 betreft een optische vezel die wordt gebruikt voor het overbrengen van de laser-. straal. De optische vezel 7, bedekt met een mantel 71, en verbonden aan een (ni'efcweergegeven) laserbron, wordt coaxiaal tot de hartlijn 25 van het lichaam 1 in het lichaam 1 gestoken. Het einde van de optische vezel 7 ligt tegenover de reflector 30 aan de kopsectie 2. Verwij-zingscijfer 8 betreft een uitlaat die is aangebracht' voor het afvoeren van een actief medium, zoals water of geneesmiddel dat nodig is voor tandbehandeling. De uitlaat 8 is bevestigd aan het. schuifdeel 5 en 30 beweegt heen en weer als het schuifdeel 5 wordt verschoven. Het actieve medium dat wordt toegevoerd via een toevoerdoorgang 81, wordt uit de uitlaat gespoten naar een behandelingsgedeelte.

Fig. 9 toont een vierde uitvoeringsvorm van de uitvinding. Hierbij is een draaias 22 aan de kopsectie 2 bevestigd, terwijl een 35 pen 61b ook aan de bovensectie van het applikatorvasthouddeel 6 is bevestigd, en koppelstukken 33 en 34, die een identieke lengte hebben, 8700956 * β - 9 - zijn aangebracht tussen de pen 61b en de draaias 22 en met elkaar verbonden, zodat de hoek tussen de koppelstukken kan worden veranderd via de koppelpen 31b. De pen 61b is aangebracht in een vertikaal asgat of groef 51 die is gevormd aan het einde van het schuif deel 5, 5 en de verbindingspen 31b is schuifbaar opgenomen in een groef 32 die is aangebracht langs de hartlijn van het reflectordeel 30. In dit geval werken de koppelpen 31b en de pen 61b in feite als de hierboven genoemde koppelpunten 31 en 61. Indien het schuifdeel 5 achterwaarts wordt geschoven, zoals weergegeven door de gebroken lijnen in fig. 9, 10 wordt de pen 61b achterwaarts getrokken en rond de draaias 21 gedraaid via het asgat 51. De pen 31b schuift dus in de groef 32 en draait rond de draaias 21. Hierdoor draaien zowel het reflectorvasthouddeel 30 als het applikatorvasthouddeel 6 rond de draaias 21. Op hetzelfde moment is de pen 31b altijd·op de middellijn van de gelijkbenige drie-15 hoek die wordt gevormd door de pen 61b, de draaias 21 en de draaias 22. Daardoor is de hoekverandering 3 van de pen 61b altijd nagenoeg tweemaal de hoeksverandering α van de pen 31b. De hoekverandering van het applikatorvasthouddeel 6 is dus tweemaal zo groot als die van het reflectorvasthouddeel 30 en de sonde 60 en de daarmee verbandhoudende 20 onderdelen zijn op nauwkeurige wijze in lijn met de optische baan van het gereflecteerde licht.

Zoals hierboven is beschreven in het geval van handgereed- schappen van het lasertype volgens de-uitvinding zoals weergegeven in dat figuren 4-9, kan de hoek van het reflectorvasthouddeel 30/draaibaar is 25 verbonden met de kop 2r en kan worden veranderd door het bewegen van de stuurhuis 4, die op het uitwendige omtreksvlak van het handgereed-schap 1 is aangebracht, heen en weer langs de hartlijn van het lichaam 1. Met deze constructie steken de onderdèlen die worden gebruikt voor het veranderen van de hoek van het reflectorvasthouddeel 3, niet buiten 30 de hoofdsectie 2 uit. Indien het handgereedschap is aangebracht op een tandgereedschap, kan het worden gestoken in en worden verwijderd uit een smal oraalgebied zonder problemen. De stralingsrichting, van de laserstraal kan gedurende behandeling worden gewijzigd door het bedienen van de huls 4, die weg is aangébracht van de hoofdsectie 2. Het is 35 daarom niet noodzakelijk om de hoofdsectie 2 uit de mond te halen elke 8700956 i

, V

- 10 - keer dat de stralingshoek '-wordt veranderd. Dit waarborgt een doelmatige en nauwkeurige behandeling. Aangezien het applikatorvasthoud-deel 6 van de onderhavige uitvinding verder tesamen met het reflector-vasthouddeel 30 roteert en de applikator is aangébracht op het 5 applikatorvasthouddeel 6 dat op nauwkeurige wijze in lijn is met de optische baan van het gereflecteerde licht van de laserstraal op alle momenten, kan de hoek van de laserstraal op gewenste wijze gedurende behandeling worden veranderd. Dientengevolge kunnen de eigenschappen van de laserstraal geheel worden gebruikt bij een minder vermogen.

10 Daardoor kunnen de onderdelen rond het handgereedschap compacter worden gemaakt.

8700956

Claims

1. Handgereedschap van het lasertype waarin een laserstraal die door een laserbron wordt uitgezonden naar een handgereedschap/ wordt gebroken naar een hoofdseetie, met het kenmerk, dat het handgereedschap bestaat uit een reflector (3)die draaibaar binnen de 5 hoofdsectie (2)is verbonden, en een stuurhuis (4)die is geplaatst op de uitwendige buitenomtrek van het handgereedschap (1), zodat de huls (4) heen en terug kan bewegen langs de hartlijn van het handgereedschap (1), en is verbonden met de reflector (3), waarbij de reflector (3) onder een willekeurige gewenste hoek kan worden inge- 10 steld door de heen en teruggaande beweging van de huls (4).

2. Handgereedschap volgens conclusie 1, met het- kenmerk, dat de reflector (3) met de stuurhuis (4) is verbonden via een schuif orgaan (5) dat in het handgereedschap (1) is ingebouwd, zodat het schuiforgaan (5) langs de hartlijn van het lichaam (1) kan 15 schuiven.

3. Handgereedschap volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een optische vezel (7) voor het overbrengen van een laserstraal in het handgereedschap (1) is ingebouwd en het einde van de optische vezel (7) tegenover de reflector (3) ligt.

4. Handgereedschap van het lasertype waarin een laser straal die van een laserbron wordt overgebracht naar een handgereedschap, in een hoofdsectie wordt gebroken, met het kenmerk, dat het handgereedschap bestaat uit een reflectorvasthouddeel (30) dat draaibaar met de hoofdsectie (2) is verbonden via een draaias (21), dat 25 dat een applikatorvasthouddeel (6)/draaibaar met de hoofdsectie (2) is verbonden via de draaias (21), dat een stuurhuis (4) over de uitwendige buitenomtrek van het lichaam (1) is aangebracht, zodat de huls (4) heen en terug kan bewegen langs de hartlijn van het lichaam (1), en dat een schuiforgaan (5) dat met de bovensectie van 30 het reflectorvasthouddeel (30) en de bovensectie van het applikator vasthouddeel (6) is verbonden via respectieve· koppelpunten (31 en 51) is ingebouwd in het lichaam (1), zodat het schuif deel (5) langs de hartlijn van het lichaam (1) kan schuiven, en is vergrendeld met de heen en teruggaande beweging van de huls (4), waarbij het reflector- 35 vasthouddeel (30) en het applikatorvasthouddeel (6) rond de draaias (21) worden gedraaid door het schuiven van het schuifdeel (5) dat met 8700956 λ to 9 V » - 12 de heen en teruggaande beweging van de huis (4) is gekoppeld, en de hoekverandering van het applikatorvasthouddeel (6) in hoofdzaak twee keer zo groot is als die van het reflectorvasthouddeel (30).

5. Handgereedschap volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat pennen (31a en 61a) zijn bevestigd aan de bovensecties van het reflectorvasthouddeel (30) en het applikatorvasthouddeel (6) , terwijl een asgat of groef (51) is aangebracht aan het fronteinde van het schuifdeel (5), welke pennen (31a en 61a) in het asgat of 10 de groef (51) zijn geplaatst en de afstand van de pen (31a) tot de draaias (21) twee'.keer zo groot is als die van de pen (61a) tot de draaias (21).

6. Handgereedschap volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat een draaias (22) aan de hoofdsectie (2) is bevestigd, dat een 15 pen (61b) ook aan de bovensectie van het applikatorvasthouddeel (6) is bevestigd, terwijl koppelstukken (33 en 34) met identieke lengte zijn aangebracht tussen de pen (61b) en de draaias (22) en zijn verbonden met elkaar via een koppelpen (31b,) zodat de hoek tussen de koppelstukken kan worden veranderd, welke pen (61b) is gestoken 20 in het asgat of de groef (51) die is gevormd aan het fronteinde van het schuifdeel (5), en welke koppelpen (31b) schuifbaar is opgenomen in een groef (32) die is aangebracht langs de hartlijn van het reflectordeel (30).

7. Handgereedschap volgens conclusie 4, met het kenmerk, 25 dat een optische vezel (7) voor het overbrengen van een laserstraal in het handgereedschap (1) is ingebouwd en het einde van de optische vezel (7) tegenover het reflectorvasthouddeel (30) ligt. -o-o-o-o-o-o-o-o-o- 8700950