NL8700493A - Zelftappende schroef. - Google Patents

Zelftappende schroef. Download PDF

Info

Publication number
NL8700493A
NL8700493A NL8700493A NL8700493A NL8700493A NL 8700493 A NL8700493 A NL 8700493A NL 8700493 A NL8700493 A NL 8700493A NL 8700493 A NL8700493 A NL 8700493A NL 8700493 A NL8700493 A NL 8700493A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
screw
threaded
parts
self
smooth shaft
Prior art date
Application number
NL8700493A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Braas & Co Gmbh
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Braas & Co Gmbh filed Critical Braas & Co Gmbh
Publication of NL8700493A publication Critical patent/NL8700493A/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D3/00Roof covering by making use of flat or curved slabs or stiff sheets
    • E04D3/36Connecting; Fastening
    • E04D3/3601Connecting; Fastening of roof covering supported by the roof structure with interposition of a insulating layer
    • E04D3/3603Connecting; Fastening of roof covering supported by the roof structure with interposition of a insulating layer the fastening means being screws or nails
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D5/00Roof covering by making use of flexible material, e.g. supplied in roll form
    • E04D5/14Fastening means therefor
    • E04D5/144Mechanical fastening means
    • E04D5/145Discrete fastening means, e.g. discs or clips
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B25/00Screws that cut thread in the body into which they are screwed, e.g. wood screws
    • F16B25/001Screws that cut thread in the body into which they are screwed, e.g. wood screws characterised by the material of the body into which the screw is screwed
    • F16B25/0031Screws that cut thread in the body into which they are screwed, e.g. wood screws characterised by the material of the body into which the screw is screwed the screw being designed to be screwed into different materials, e.g. a layered structure or through metallic and wooden parts
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B25/00Screws that cut thread in the body into which they are screwed, e.g. wood screws
    • F16B25/0036Screws that cut thread in the body into which they are screwed, e.g. wood screws characterised by geometric details of the screw
    • F16B25/0042Screws that cut thread in the body into which they are screwed, e.g. wood screws characterised by geometric details of the screw characterised by the geometry of the thread, the thread being a ridge wrapped around the shaft of the screw
    • F16B25/0057Screws that cut thread in the body into which they are screwed, e.g. wood screws characterised by geometric details of the screw characterised by the geometry of the thread, the thread being a ridge wrapped around the shaft of the screw the screw having distinct axial zones, e.g. multiple axial thread sections with different pitch or thread cross-sections
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B25/00Screws that cut thread in the body into which they are screwed, e.g. wood screws
    • F16B25/0036Screws that cut thread in the body into which they are screwed, e.g. wood screws characterised by geometric details of the screw
    • F16B25/0042Screws that cut thread in the body into which they are screwed, e.g. wood screws characterised by geometric details of the screw characterised by the geometry of the thread, the thread being a ridge wrapped around the shaft of the screw
    • F16B25/0057Screws that cut thread in the body into which they are screwed, e.g. wood screws characterised by geometric details of the screw characterised by the geometry of the thread, the thread being a ridge wrapped around the shaft of the screw the screw having distinct axial zones, e.g. multiple axial thread sections with different pitch or thread cross-sections
    • F16B25/0063Screws that cut thread in the body into which they are screwed, e.g. wood screws characterised by geometric details of the screw characterised by the geometry of the thread, the thread being a ridge wrapped around the shaft of the screw the screw having distinct axial zones, e.g. multiple axial thread sections with different pitch or thread cross-sections with a non-threaded portion on the shaft of the screw
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B5/00Joining sheets or plates, e.g. panels, to one another or to strips or bars parallel to them
    • F16B5/02Joining sheets or plates, e.g. panels, to one another or to strips or bars parallel to them by means of fastening members using screw-thread
    • F16B5/0275Joining sheets or plates, e.g. panels, to one another or to strips or bars parallel to them by means of fastening members using screw-thread the screw-threaded element having at least two axially separated threaded portions
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B25/00Screws that cut thread in the body into which they are screwed, e.g. wood screws
    • F16B25/10Screws performing an additional function to thread-forming, e.g. drill screws or self-piercing screws

Description

«r * VO 9037
Zelftappende schroef.
De uitvinding heeft betrekking op een zelftappende schroef voor het bevestigen van isolatieplaten en eventueel tegelijk daarmee te bevestigen afdichtbanen op een, een afdekplaat voor èen plat dak vormende metaalplaat, voorzien van een schroefkop, een boorpunt en een schroef-5 schacht, die een op de boorpunt aansluitende zelftappende schroefdraad draagt alsmede ten minste één, aan weerszijden door schroefdraaddelen begrensd glad schachtdeel heeft.
Een zelftappende schroef van deze soort is bekend uit het DE-AS 21 26 914. Bij de bekende schroef sluit onmiddellijk op de schroef-10 kop een eerste schroefdraaddeel aan waarop een eerste, glad schachtdeel volgt. Alle overgangen tussen de schroefdraaddelen en de gladde schacht-delen zijn als gebruikelijke schroefdraadinloop, resp. schroefdraad-uitloop uitgevoerd. De bekende schroef heeft drie verschillende schroef-draaddelen, die zich onderling onderscheiden in hun buitendiameter.
15 Het bij de schroefkop liggende schroefdraaddéel hééft de grootste buitendiameter en het, het verst van de schroefkop gelegen schroefdraaddeel heeft de kleinste diameter. Bij deze uitvoering bestaat het gevaar, dat de vaak wisselende winddruk- en zuigkrachten, die op de isolatieplaat en eventueel op de afdichtbaan of -banen van de afdekking van een plat 20 dak inwerken, de hechting van de schroef lossen, de schroef terugdraaien en tenslotte volledig uit het boorgat trekken, omdat in het betreffende boorgat de vasthoudkrachten van de schroefdraaddelen met kleinere buitendiameter kleiner zijn.
Derhalve is het doel van de onderhavige uitvinding bij een 25 zelftappende schroef van de bekende soort een grotere beveiliging tegen ongewenst lossen, losraken en uittrekken van de schroef uit de verankering daarvan in het boorgat te verschaffen.
Een ander doel van de uitvinding, is een dergelijke schroef die universeel voor verschillende bedekkingen van platte daken met verschil-30 lende deklagen van de isolatieplaten en eventueel aanwezige afdichtbanen inzetbaar is en ook in deze gevallen een grotere beveiliging tegen ongewenst. lossen, losraken en uittrekken van de schroef uit de verankering in het boorgat waarborgt.
370 0 49 3 ί -2-
Uitgaande van een zelftappende schroef voor het bevestigen van isolatieplaten en eventueel tegelijk daarmee te bevestigen afdichtbanen aan een, een afdekplaat voor een plat dak vormende metaalplaat, voorzien van een schroefkop, een boorpunt en een schroefschacht die een op de 5 boorpunt aansluitend zelftappend schroefdraaddeel draagt en ten minste één aan weerszijden door schroefdraaddelen begrensd glad schachtdeel heeft, wordt volgens de uitvinding het gestelde doel bereikt doordat zich onmiddellijk op de schroefkop een ander glad schachtdeel aansluit, doordat de diameter van het gladde schachtdeel kleiner is dan de voet-10 cirkeldoorsnede van de zelftappende schroefdraad en doordat het naar de schroefkop; toegekeerde einde van elk schroefdraaddeel in de vorm van een plat, geen schroefdraaduitloop bevattend, ten opzichte van de schroef-draadas vertikaal, radiaal vlak tot aan de schroefschachtdiameter terugspringt.
15 Gunstige uitvoeringen en nadere ontwikkelingen van de uitvinding zijn in de volgconclusies aangegeven.
In het bijzonder wordt met de onderhavige uitvinding een zelf- 9 tappende schroef verschaft met een schroefkop, een boorpunt en met een schroefschacht die een op de boorpunt aansluitende zelftappende schroef-20 draad draagt. Onmiddellijk op de schroefkop sluit een eerste, glad schachtdeel aan. Verder is ten minste een tweede, aan weerszijden door ·* schroefdraaddelen begrensd, glad schachtdeel aanwezig. De doorsnede van de gladde schachtdelen is kleiner dan de voetcirkeldoorsnede van de zelftappende schroefdraad. Het naar de schroefkop toegekeerde einde van 25 het schroefdraaddeel bij het tweede (en eventueel nog andere) schroefdraaddeel of schroefdraaddelen, springt in de vorm van een plat, geen schroef-draaduitloop omvattend, haaks op de schroefschachtas gericht radiaal vlak, tot aan de schroefschachtdoorsnede terug.
De schroefpunt dient voor het voorboren van een kerngat. De door-30 snede van de boorpunt is aangepast aan de zelftappende schroefdraad, zodat deze schroefdraad de schroefgangen in het voorgeboorde kerngat snijdt. De doorsnede van de gladde, schroefdraadloze schachtdelen bij de schroef volgens de uitvinding is duidelijk kleiner dan de voetcirkeldia-meter van de zelftappende schroefdraad. Bij voorkeur bedraagt de door-35 snede bij de gladde schroefschacht slechts ongeveer 60 tot 80%, en bij voorkeur ca. 70% van de voetcirkeldiameter van de zelftappende schroef- 870 0 49 3 =·* i -3- draad. Deze delen met kleinere schachtdiameter verschaffen bij de gerede bevestiging ringvormige holle ruimten waarin het plaatmateriaal van een metaalplaat of dergelijke kan uitsteken. Bij voorkeur wordt een boorpunt toegepast die bij het boren van het kemgat een bepaalde opstuiking van 5 het randgedeelte in het boringdeel van de metaalplaat of dergelijke bewerkstelligt. Een dergelijke opstuiking kan verend in de gevormde holle ruimte ingrijpen en direct tegen het gladde, schroefdraadvrije schacht-deel aanliggen.
Tevens wordt de overgang van het gladde, schroefdraadvrije 10* schachtdeel met verminderde diameter naar het aangrenzende schroefdraad-deel door een plat,, haaks op de schroefschachtas uitgevoerd radiaal vlak gevormd, dat geen schroefdraaduitloop heeft. Anders uitgedrukt, springt het naar de schroefkop toegekeerde einde van het schroefdraaddeel bij . het tweede, gladde schachtdeel (en eventueel bij alle andere gladde 15 schachtdelen) in de vorm van een plat, geen schroefdraaduitloop naar de schroefschachtas omvattend, haaks radiaal vlak tot aan de schroefschachtdiameter terug. Na het voltooien van een bevestiging met een dergelijke schroef reikt het gevormde boringdeel in de metaalplaat in deze ring-ruimte en rust in hoofdzaak tegen de gladde schroefschacht, waarbij de 20 randzone van het boringdeel op het platte radiale vlak van dit schroef-draadloze einde van het schroefdraaddeel steunt. In deze inbouwtoestand verhindert dit gladde radiale vlak het opnieuw invoeren van het aangrenzende schroefdraaddeel in de ingesneden schroefdraadgangen van de metaalplaat, waarmee een ongewenst terugdraaien van de schroef wordt 25 verhinderd.
De schroef volgens de uitvinding dient bij voorkeur voor het bevestigen van isolatieplaten en eventueel samen daarmee te bevestigen afdichtbanen, aan een metaalplaat die een afdekplaat voor een plat dak vormt. Het materiaal van dé isolatieplaten alsmede de eventueel aanwezige 30 afdichtbaan of afdichtbanen, is aanzienlijk zachter en flexibeler dan het metaal van de metaalplaat. De inwerking van dynamische, vaak wisselende winddruk- en zuigkrachten op het grote oppervlak van de isolatieplaten en de eventuele afdichtbaan of afdichtbanen, leidt tot geringe vervormingen en/of plaatsveranderingen van het materiaal van de isolatie-35 plaat en de afdichtbaan (-banen), die de schroef poogt te volgen. Hier- 870 3 40 3 Μ -4- bij gaat de oorspronkelijke centrering van de schroef ten opzichte van de in de stationaire metaalplaat ingesneden, inwendige schroefdraad verloren, voor zover het betreffende metaalplaatdeel grenst aan een glad, schroefdraadloos schachtdeel. De resulterende excentrische opstelling 5 van het boorgat in de metaalplaat en de schroefschachtas leidt tot een tenminste gedeeltelijke ondersnijding van het platte, haaks op de schachtas georiënteerde radiale vlak bij het aangrenzende einde van een schroefdraaddeel met het randdeel van het boorgat in de metaalplaat en verhindert effectief het terugdraaien en tenslotte losraken van de 10' schroef..
De schroef volgens de uitvinding kan met behulp van een plaat-singsgereedschap gemakkelijk zowel door de te bevestigen isolatieplaat als de eventueel aanwezige afdichtbaan of -banen en ook door de, het . geheel dragende metaalplaat bij de afdekplaat van een plat dak boren.
15 De metaalplaat kan een platte of geprofileerde plaat zijn. Behalve de metaalplaat kan de afdekplaat naar keuze geïsoleerde of niet geïsoleerde af dekplaten omvatten. Door de aanwezigheid van de boorpunt en de onmiddellijk daarop aansluitende zelftappende schroefdraad kan de schroef ondanks de aanwezigheid van de gladde schachtdelen met verkleinde diameter, 20 in de in de metaalplaat gesneden inwendige schroefdraad worden gedraaid. Bij voorkeur zijn de van de schroefkop afgekeerde begindelen van elk • schroefdraaddeel, die grenzen aan een glad schachtdeel, uitgevoerd als een afgeknot-kegelvlak dat met een schroefdraadinloop is uitgerust.
De helling van de afgeknot-kegelvormige vlakken kan zijn aangepast aan 25 de flanken van de zelftappende schroefdraad, zodat bij het indraaien van de schroef opnieuw een centrering plaatsheeft. Een verzwakking van het materiaal in de randzone van het boorgatgedeelte in de metaalplaat wordt daardoor nog verder verminderd, hetgeen wederom de weerstandskracht tegen uittrekken van de schroef verhoogt.
30 Onmiddellijk op de schroefkop sluit een glad, schroefdraadloos schroefschachtdeel aan. De overgang van dit gladde schachtdeel op het aangrenzende, naar de schroefkop toegekeerde einde van het schroefdraaddeel geschiedt bij voorkeur eveneens in de vorm van een plat, geen schroefdraaduitloop bevattend, radiaal vlak dat haaks op de schroef-35 schachtas is georiënteerd. In dit geval eindigen alle, naar de schroefkop gekeerde einden van de schroefdraaddelen als een plat, haaks op de 8709493 -5- schroefschachtdiameter terugspringend radiaal vlak, dat na een al snel optredende excentrische opstelling van schroef ten opzichte van boorgat in dé metaalplaat, een steun voor de schroef op de metaalplaat vormt, die ongewenst terugdraaien en/of uitdraaien van de schroef effectief 5 verhindert.
Met de schroef volgens de uitvinding wordt derhalve een bevestigingsmiddel verschaft waarmee isolatieplaten en eventueel samen daarmee te bevestigen afdichtbanen, ook met verschillende dikten, bedrijfs-zeker bevestigbaar zijn aan een metaalplaat die een afdekplaat voor een 10 plat dak vormt. Ter verduidelijking van de uitvinding zal, onder verwijzing naar de tekening, een uitvoeringsvoorbeeld van de zelftappende schroef worden beschreven.
De in de tekening in het algemeen met het cijfer 1 aangeduide,, zelfborende en zelftappende schroef dient voor het bevestigen van isola-15 tieplaten en eventueel samen daarmee te bevestigen afdichtbanen aan de metaalplaat van een afdekplaat van een plat dak. De afdekplaat van een niet weergegeven plat dak is voorzien van een metaalplaat, samengesteld uit platte of geprofileerde platen. Behalve deze platen kan de afdek-plaat 2 zijn voorzien van al dan niet geïsoleerde af dekplaten, in het 20 afgebeelde voorbeeld bestaat de afdekplaat 2 uit metaalplaten die aan de bovenzijde zijn voorzien van een, een vochtbarriêre vormende afdichtbaan 3 waarboven een isolatieplaat 4 is aangebracht. Aan de bovenzijde van de isolatieplaat bevindt zich een andere, het indringen van vocht verhinderende afdichtbaan 31.
25 De schroef 1 is voorzien van een schroefkop 6, die in vorm aan sluitend kan worden aangevat door een schroefzetgereedschap. Tussen de schroefkop 6 en het bovenste gebied van de warmte-isolatieplaat 4 en de tenminste in het weergegeven voorbeeld aanwezige afdichtbanen 3, 3' is een bevestigingsmiddel 5 aangebracht dat de door de schroefkop 6 uit-30 geoefende aandrukkracht over een groter oppervlak verdeelt. Bij voorkeur is een schotel- of schijf vormig bevestigingsmiddel 5 aangebracht, bij voorbeeld in de vorm van een onderlegschijf.
Van de schroefkop 6 van de schroef 1 strekt zich een schroef-schacht uit die door het bevestigingsmiddel 5 en de afdichtbanen 3, 3' 35 heen reikt. Deze schroefschacht met het onmiddellijk op de schroefkop 6 aansluitende, eerste gladde schachtdeel 7 en het tweede, alsmede vol- , 67δ 0 4 9 3 w' -6- gende gladde schachtdelen 8, eindigt in een boorpunt 10 waarmee het kern-gat 11 voor de te snijden inwendige schroefdraad in de metaalplaat van de afdekplaat 2 van het platte dak kan worden geboord. De schroefschacht draagt een zelftappende schroefdraad 9 die in afzonderlijke, op afstand 5 van elkaar aangebrachte schroefdraaddelen 9/1, 9/2, 9/3,. 9/5, 9/n is onderverdeeld. De boorpunt 10 gaat onmiddellijk over in een eerste schroefdraaddeel 9/1. De volgende schroefdraaddelen 9/2 tot 9/n zijn aan de van de schroefkop 6 afgekeerde, dat wil zeggen naar de boorpunt 10 toegekeerde schroefdraad-begindelen 12 voorzien van een afgeknot-kegel-10 oppervlak 13 dat bij het schachtdeel 8 begint en zich tot aan de eerste schroefsnijgang uitstrekt. Zoals schematisch aangeduid, is dit afgeknot-kegelvormige vlak 13 voorzien van een schroefdraadinloop 14, zodat de afzonderlijke schroefdraaddelen 9/2, 9/3 indien gewenst, in het voorger boorde kerngat 11 in de metaalplaat 2 kunnen worden gedraaid. Het naar 15 de schroefkop 6 toegekeerde einde 15 van elk schroefdraaddeel 9/1 tot 9/n springt in de vorm van een plat, haaks op de schroefas georiënteerd radiaal vlak 16 terug tot aan de gladde schroefschacht 8. Op dit radiale vlak 16 is geen schroefdraadinloop of -uitloop gevormd.
Tussen aangrenzende schroefdraaddelen 9/1 en 9/2, resp. 9/2 en 20 9/3, resp. 9/3 en 9/4 is derhalve een radiale groef 17 gevormd waarvan de flanken enerzijds door het radiale vlak 16 van het aan de zijde van de boorpunt 10 gelegen, aangrenzende schroefdraaddeel en anderzijds door het afgeknot-kegeloppervlak 13 van het aangrenzende schroefdraaddeel worden gevormd. De basis van elke radiale groef 17 wordt gevormd door .
25 ' het gladde, cilindrische omtreksvlak van de schroefschacht 8. Dergelijke, door twee aangrenzende schroefdraaddelen begrensde schroefschachtdelen worden in deze beschrijving aangeduid met "tweede" of verdere schroefschachtdelen 8.
Een verdere "eerste" schroefschachtdeel 7 strekt zich onmiddellijk 30 aansluitend op de schroefkop 6, uit tot aan het aangrenzende schroefdraaddeel 9/n. Het eerste schroefschachtdeel 7 en de tweede schroefschachtdelen 8 hebben een diameter die duidelijk kleiner is dan de voetcirkel-diameter van de zelftappende schroefdraad 9. Bij voorkeur hebben het eerste schroefschachtdeel 7 en de tweede schroefschachtdelen 8 dezelfde 35 diameter. Bij een praktijkuitvoeringsvorm heeft de zelftappende schroefdraad een voetcirkeldiameter van ca. 4,7 mm en bedraagt de doorsnede van 8700495 -7- * '9 schroefschachtdelen 7, 8 slechts 3,5 mm.
Voor de vervaardiging van de schroef kan worden uitgegaan van een schroef met doorgaande zelftappende schroefdraad waarbij deze schroefdraad in de zones van de eerste en tweede schroefschachtdelen 7, 5 8 op de gewenste omtrek wordt afgedraaid.
De tweede, gladde schroefschachtdelen 8 hebben de functie een excentrische opstelling van de schroef 1 binnen de door de afdekplaat 2 reikende kernboring toe te laten. Derhalve komt de breedte van de radiale groeven 17, resp. de lengte van de tweede gladde schroefschachtdelen 8 10 tenminste overeen met de dikte van metaalplaten 2 die bij platte daken worden toegepast. Bij voorkeur is de breedte van deze radiale groeven 17 in geringe mate, ongeveer tot 1 mm groter dan de dikte van de metaalplaat 2. Hierdoor worden enerzijds maataf wijkingen in de dikte van de metaal·" plaat 2 vereffend en anderzijds worden geringe hefbewegingen van de 15 schroef 1 onder inwerking van op het dak uitgeoefende druk- of zuigkrachten mogelijk, hetgeen de belasting van de schroef in de boorveranke-ring vermindert.
Door een bij voorkeur aanwezig aantal van over de schachtlengte verdeelde radiale groeven 17, resp. tweede schachtdelen 8, is gewaar-20 . borgd dat ook bij verschillende dikten van het pakket van isolatie 4 en eventueel aanwezige afdichtbanen 3, 3', 4 alsmede eventueel extra aangebrachte afdekplaten, zich steeds een radiale groef 17 dichtbij de metaalplaat 2 bevindt, wanneer de schroefkop 6 in hoofdzaak op het bevestigingsmiddel 5 aanligt. Voor de lengte van de afzonderlijke schroefdraad-25. delen 9/2, 9/3, 9/4, 9/n wordt bij voorkeur een axiale lengte van enige millimeters, bijvoorbeeld van ongeveer 2 tot 6 mm gekozen. Het direct op de boorpunt aansluitende schroefdraaddeel 9/1 kan daarentegen een grotere lengte hebben om het snijden van een inwendige schroefdraad in de kernboring te vergemakkelijken.
30 Onafhankelijk van de dikte van de telkens te bevestigen isolatie plaat 4 en eventueel aanwezige afdichtbanen 3, 3', 4 en het schotel- of schijf vormige bevestigingsmiddel 5 wordt de schroef 1 bij het plaatsen met behulp van een overeenkomstig uitgevoerd schroefplaatsingsapparaat eerst door de isolatie 4, de eventueel aanwezige afdichtbanen 3, 3' ge-35 voerd om zich vervolgens met de boorpunt 10 onder vorming van een kem-gat in de metaalplaat 2 te boren. Vervolgens zal het schroef draaddeel 9/1 / v υ % 9 ó -8- van de· zelf tappende schroefdraad 9 om het kerngat 11 een deel met inwendige schroefdraad in de metaalplaat 2 snijden. Daarna wordt de schroef 1 zover ingedraaid dat deze met het eerste schroefdraaddeel 9/1 buiten aangrijping met de inwendige schroefdraad in de metaalplaat 2 komt.
5 De metaalplaat 2 bevindt zich dan in de, het dichtst bij de boorpunt 10 aanwezige, eerste radiale groef 17 tussen het platte, haakse radiale vlak 16 en het afgeknot-kegelvormige vlak 13. Indien deze situatie van de bevestigingsschroef 1 voor een bedrijfszekere bevestiging bij de aanwezige totale dikte van isolatieplaat en eventuele afdichtbanen, vol- 10. doende is, is de bevestigingshandeling voltooid. In het geval dat de schroefkop 6 echter bij deze situatie nog op een aanzienlijke afstand ligt van het schijf- of schotelvormige bevestigingselement 5, dat wil zeggen wanneer de schroef 1 nog niet voldoende ver is ingedraaid, wordt het inschroeven voortgezet. Daarbij centreert de zich thans langzamer 15 dan tevoren gedraaide schroef 1 zich met het afgeknot-kegelvormige vlak 13 van het schroef deel 9/2, in het kerngat 11 en zoekt de daar aanwezige schroefgang. Na het aanvatten van de schroefgang door de schroefdraad-inloop 14. van het afgeknot-kegelvormige vlak 13 en nadat de centrering heeft plaatsgevonden, wordt het volgende schroefdraaddeel 9/2 door de 20 inwendige schroefdraad in de metaalplaat 2 gedraaid, zonder dat het rand-deel van het boorgat in de metaalplaat 2 noemenswaard wordt beschadigd. Dit wordt net zolang herhaald totdat de schroefkop 6 in hoofdzaak aanligt op het bovenoppervlak van het bevestigingselement 5. Door de samendrukbaarheid van de isolatie 4 en de in verhouding geringe axiale lengte 25 van de afzonderlijke schroefdraaddelen 9/2, 9/3 enz., kan altijd een stand worden gevonden waarbij de schroefkop 6 via het bevestigingsmiddel 5 de isolatie 4 en de eventueel aanwezige afdichtbanen 3, 31 op de af-dekplaat 2 vasthoudt en het boorgat 11 in de metaalplaat 2 zich dichtbij een radiale groef 17 bevindt en tenminste in geringe mate daarin reikt.
30 De eventueel verzinkte, bij voorkeur uit ijzer of massief staal bestaande schroef 1 en de metaalplaat 2 zijn de stijfste of starste delen van de beschreven dakbedekking. De radiale groef 17 laat een bepaalde speling van de schroef 1 ten opzichte van de in hoofdzaak stationaire metaalplaat 2 toe. De thermische belastingen alsmede de constante, vaak 35 wisselende windkrachten zullen snel tot een excentrische opstelling van de gladde schroefschachtdelen 7 of 8 binnen de kernboring 11 in de
Ό * ij Q
-9- metaalplaat 2 leiden, zodat een deel van de radiale vlakken 16 aan het aangrenzende schroefdraaddeeleinde 15, onder de metaalplaat 2 grijpt, zich daartegen afzet en verhindert dat de schroef 1 terugdraait of wordt uitgetrokken. Het naderhand verwijderen van een aldus geborgde schroef 1 5 is slechts mögelijk door vernieling van het boringdeel in de metaalplaat 2 rondom het kerngat 11, hetgeen echter aanzienlijke krachtuitoefening vereist, welke veel groter is dan de normaal op de bevestiging inwerkende krachten en die tenslotte leidt tot het uitscheuren van de schroef.
In de praktijk is gebleken dat deze aanzienlijke krachtuitoefening wezen-10 lijk groter is dan al die krachten die door wind, ook bij hoge windkracht op een volgens de uitvinding bevestigde isolatieplaat 4 en eventueel tegelijk daarmee bevestigde afdichtbanen 3, 3‘ kunnen worden uitgeoefend.
870 0 4 5.3

Claims (7)

1. Zelftappende schroef voor het bevestigen van isolatieplaten en eventueel samen daarmee te bevestigen afdichtbanen op een, een afdekplaat voor een plat dak vormende metalen plaat, voorzien van een schroef-kop, een boorpunt en een schroefschacht, die een op de boorpunt aan- 5 sluitende zelftappende schroefdraad draagt en tenminste een glad schacht-deel heeft dat aan weerszijden door schroefdraaddelen wordt begrensd, met het kenmerk, dat direct op de schroefkop (6) een verder glad schacht-deel (7) aansluit, dat de diameter van de gladde schachtdelen (7,8) kleiner is dan de voetcirkeldiameter van de zelftappende schroefdraad 10 (9) en dat het naar de schroefkop (6) toegekeerde einde (15) van elk schroefdraaddeel in dé vorm van een plat, geen schroefdraaduitloop be-, vattend, ten opzichte van de schroefschachtas haaks georiënteerd radiaal vlak (16) tot aan de schroefschachtdiameter terugspringt.
2. Schroef volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de doorsnede 15 van de gladde schachtdelen (7,8) 60 tot 80% van de voetcirkeldoorsnede van de zelftappende schroefdraad (9) bedraagt.
3. Schroef volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het van de schroefkop (6) afgekeerde, aan een glad schachtdeel (8) grenzende begin (12) van elk schroefdraaddeel (12) is uitgevoerd als een afgeknot- 20 kegelvormig vlak (13) met een schroefdraadinloop (14).
4. Schroef volgens ëên van de conclusies 1-3, met het kenmerk, dat meerdere, aan weerszijden door schroefdraaddelen begrensde gladde schachtdelen (8) aanwezig zijn en de schroefdraaddelen (9/2, 9/3) tussen twee aangrenzende gladde schachtdelen (8) een axiale lengte van ten minste 25. tot 6 mm hebben.
5. Schroef volgens één van de conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de axiale lengte van de aan weerszijden door schroefdraaddelen begrensde gladde schachtdelen (8) in geringe mate groter is dan de gebruikelijke dikten van metaalplaten die bij platte daken worden gebruikt.
6. Schroef volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de axiale lengte van de gladde schachtdelen (8) 2 tot 5 mm bedraagt.
7. Schroef volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de afstand van het einde van het, gezien vanaf de schroefkop, tweede schroefdraaddeel (8), tot aan de schroefkop (6), overeenkomt met de dikte van een pakket 0700493 —11— bestaande uit een isolatieplaat (4), een afdichtbaan (3), een eventueel aanwezig bevestigingsmiddel (5) en de metaalplaat (2). §?ö 0 4 9 3
NL8700493A 1986-03-06 1987-02-27 Zelftappende schroef. NL8700493A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE3607417 1986-03-06
DE19863607417 DE3607417A1 (de) 1986-03-06 1986-03-06 Selbstschneidende schraube

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8700493A true NL8700493A (nl) 1987-10-01

Family

ID=6295679

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8700493A NL8700493A (nl) 1986-03-06 1987-02-27 Zelftappende schroef.

Country Status (5)

Country Link
US (1) US4778319A (nl)
DE (2) DE8606197U1 (nl)
GB (1) GB2187408B (nl)
IT (1) IT1214160B (nl)
NL (1) NL8700493A (nl)

Families Citing this family (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB8714775D0 (en) * 1987-06-24 1987-07-29 Clan Contracting Ltd Ties for building structures
DE3740460A1 (de) * 1987-11-28 1989-06-08 Wuerth Adolf Gmbh & Co Kg Selbstbohrende schraube
US5905230A (en) * 1995-08-15 1999-05-18 Thomas & Betts Corporation Self tapping screw for use with an electrical connector
JP2003222116A (ja) * 2002-01-31 2003-08-08 Honda Motor Co Ltd セルフタッピングボルト
US7044702B2 (en) * 2004-01-22 2006-05-16 Jen-Tong Ho Screw with a plurality of screwing angles and mold device for forming the same
WO2008089347A2 (en) * 2007-01-17 2008-07-24 Verban Emil M Jr Depth gauge for use in dental implants
US8419332B2 (en) * 2007-10-19 2013-04-16 Atlas Bolt & Screw Company Llc Non-dimpling fastener
GB2455533B (en) * 2007-12-12 2011-08-10 Excalibur Screwbolts Ltd A fixing device
FR2941859B1 (fr) 2009-02-09 2012-04-06 Memometal Technologies Vis d'osteosynthese.
AU2010241246B2 (en) * 2010-01-21 2014-12-04 Pierre Camilleri Building frame
US10499930B2 (en) * 2012-02-16 2019-12-10 Torreyspine, Inc. Method, system, and apparatus for boney structure tap
US9072559B2 (en) * 2013-03-08 2015-07-07 DePuy Synthes Products, Inc. Universal length screw design and cutting instrument
US9016995B1 (en) 2013-08-02 2015-04-28 Ronald John Janowicz, Sr. Self-countersinking fastener
TWI747144B (zh) * 2020-01-22 2021-11-21 趙穎慶 螺絲

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2929474A (en) * 1958-08-26 1960-03-22 Boardman Stanley Bolt retainer
US3195600A (en) * 1963-07-29 1965-07-20 Raytheon Co Captive screw devices
US3426321A (en) * 1965-10-08 1969-02-04 Hubbell Inc Harvey Electrical wiring device having improved captured screw terminals
US3682507A (en) * 1970-06-02 1972-08-08 Illinois Tool Works Threaded fastener with stabilizing threads
AT368609B (de) * 1980-10-02 1982-10-25 Sfs Stadler Ag Blechschraube
US4453361A (en) * 1982-04-19 1984-06-12 Construction Fasteners, Inc. Screw fastener assembly, method of providing same, and fastener suitable for use therein

Also Published As

Publication number Publication date
IT1214160B (it) 1990-01-10
IT8783329A0 (it) 1987-03-06
DE3607417C2 (nl) 1988-12-01
GB2187408A (en) 1987-09-09
GB8705059D0 (en) 1987-04-08
DE3607417A1 (de) 1987-09-24
US4778319A (en) 1988-10-18
GB2187408B (en) 1989-11-15
DE8606197U1 (de) 1986-07-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8700493A (nl) Zelftappende schroef.
US5622464A (en) Screw with increased driving resistance at proper depth
CA2268947C (en) Screw for fastening metal or plastic sections or plates onto a base
US5755542A (en) Self-drilling/self-tapping fastener
JP2710995B2 (ja) ナット・スタッド組立体
US20060291978A1 (en) Threaded screw fastener characterized by high pull-out resistance, reduced installation torque, and unique head structure and drive socket implement or tool therefor
AU2003100147B4 (en) Cutting screw
DK2032864T3 (en) DISC AND THEREFORED SCREW CONNECTION
US4906148A (en) Fixing assembly for a flat roof structure and fixing device for use therein
CA2709030A1 (en) A fixing device
SK83295A3 (en) Element for control of prestressing of anchoring screws
JP3666754B2 (ja) 金属形材とプラスチック形材またはこれらの一方或いはプラスチック板を下部構造上に固定するためのねじ
AU2002214828A1 (en) Cutting Screw
WO2007103868A2 (en) Plastic composite deck screw
CA2194104C (en) Easy drive concrete fastener system
AU637056B2 (en) Anchor bolt
GB2124318A (en) A screw threaded fastener and fastened assembly
CA2478989C (en) Fixing device and method for fixing to a substrate
JP4183434B2 (ja) 建材用ビス
JP3171430B2 (ja) 木製ワークのねじ締結構造
DE4001971A1 (de) Selbstbohrschraube zum befestigen von holzteilen auf blechen
JPS6347926B2 (nl)

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed