NL8700193A - Wasmiddel-wasverzachtersamenstellingen. - Google Patents

Description

* A

VO 9015

Titel: Wasmiddel-wasverzachtersamenstellingen.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op wasmiddelsamenstel-lingen en in het bijzonder op wasmiddel-wasverzachtersamenstellingen die een verbeterde zachtheid, detergerende effecten, hernieuwde afzetting van vuil tegengaande en antistatische eigenschappen kunnen verle-5 nen aan daarmee behandelde en in het bijzonder in een machinaal wasproces behandelde weefsels.

Samenstellingen voor het gelijktijdig realiseren van reinigend vermogen en een aanzienlijk niveau van zachtheid in het machinaal wassen van weefsels, en derhalve geschikt zijn voor gebruik in de wascyclus, 10 zijn op zichzelf bekend en zijn op grote schaal in de handel verkrijgbaar. De kortstondige wisselwerking tussen anionogeen surfactant, wellicht het meest algemeen gebruikte type surfactant van de verkrijgbare typen, en kationogene wasverzachters, in het bijzonder die van het di-lager-di-hoger alkyl quaternaire ammoniumtype, is eveneens in de 15 octrooiliteratuur welbekend. Een dergelijke wisselwerking resulteert vaak in de vorming van lelijke neerslagen die ingesloten raken in of anderszins afgezet worden op het gewassen weefsel. Verkleuring of andere esthetisch onaangename effecten zijn voor het grootste gedeelte onvermijdelijk. Het netto resultaat is vaak een uitputting van de effectieve 20 hoeveelheid anionogeen surfactant die voor nuttige doeleinden beschikbaar is, omdat het verlies van anionogeen surfactant het primaire gevolg van deze wisselwerking is.

Hoewel de meest effectieve typen kationogene quaternaire ammonium-wasverzachters, zoals bijvoorbeeld de eerder genoemde di-hogere alkyl-25 type quaternaire verbindingen, zoals bijvoorbeeld distearyldimethyl- ammoniumchloride, in de wascyclus kunnen functioneren in tegenwoordigheid van anionogeen surfactant, builder, enz., valt de hoeveelheid die nodig is om een effectieve wasverzachting te realiseren, gewoonlijk samen met de hoeveelheden die ongewenste kationogene-anionogene wissel-30 werking bevorderen. Als algemene regel is ten minste ongeveer twee keer zoveel kationogeen surfactant nodig voor wasverzachting als voor antistatische werkzaamheid. Representatieve stand van de techniek die zich met dit probleem bezig houdt, wordt hieronder besproken.

8700133 * . - 2 -

In het Amerikaanse octrooischrift 3.325.414, dat zich in hoofdzaak bezig houdt met wasmiddelen met een beheerst schuim- of sopvormingsver-mogen, wordt het kationogene-anionogene probleem en de bijbehorende schadelijke effecten daarvan in detail besproken. Verder wordt in deze 5 publikatie uiteengezet dat bepaalde quaternaire ammoniumverbindingen, uit de klasse der kationogene middelen, in het algemeen instabiel zijn wanneer ze worden verwarmd en wanneer ze in kontakt staan met basische builders, welke instabiliteit tot uiting komt in de ontwikkeling van sterke aminegeuren en ongewenste kleuren. De samenstellingen volgens 10 genoemd octrooischrift zijn beperkt tot het gebruik van quaternaire ammoniumhalogeniden met slechts één hogeie alkylgroep, waarbi j de gegeven structuurformule voor het kationogene materiaal dienovereenkomstig beperkt is. Kationogene verbindingen van dit type zijn duidelijk slechter dan de di-hogere alkyltypen, althans voorzover het weefselverzach-15 tende activiteit betreft,

Het probleem van incompatibiliteit van kationogene stoffen in anionogene wasmiddelen wordt ook ingezien in de Amerikaanse octrooi-schriften 3.936.537 en 4.141.841 en daarin wordt voorgesteld om als essentiële ingrediënt in combinatie met de kationogene stof een orga-20 nische dispersie inhibitor te gebruiken. Een belangrijke eigenschap van dergelijke inhibitors is een maximale wateroplosbaarheid bij 25°C van 50 ppm. Soortgelijke beschrijvingen kunnen ook worden aangetroffen in de Amerikaanse octrooischriften 4.113.630; 4.196.104 en 4.272.386.

In het Amerikaanse octrooischrift 4.230.590 van Wixon worden heavy duty 25 wasmiddelen beschreven die conventionele builders, in hoofdzaak anionogene surfactantcomponenten, kationogene wasverzachters en een mengsel van vetzuurzeep en cellulose ether omvatten. Het zeep-cellulose-ethermengsel heeft de vorm van spaghetti, vlokken of een andere gedaante en is in de samenstelling aanwezig in de vorm van in hoofdzaak homogeen 30 gedispergeerde discrete deeltjes.

In het Amerikaanse octrooischrift 4.298.480 van Wixon worden heavy duty wasmiddelen beschreven met samenstellingen zoals beschreven in de hiervoorgaande alinea, behalve dat cellulose-ether is uitgesloten daarvan.

87 fl Λ -1 0 7 «* i - 3 -

In het Amerikaanse octrooischrift 4.329.237 van Wixon worden eveneens heavy duty wasmiddelen beschreven als in de hiervoorgaande twee alinea's, behalve dat de deeltjes van zeep gemengd zijn met non-ionogeen surfactant.

5 In de op 1 augustus 1984 gepubliceerde Britse octrooiaanvrage 2.133.813A van Taha, worden.verdere verbeteringen in de eerdergenoemde octrooischriften van Wixon - tot uiting komend in minder vette vlekken (pleksgewijze vlekvorming) als gevolg van bijvoorbeeld de kationogene wasverzachter - verkregen door in aanvulling op en homogeen gedispergeerd 10 door het anionogene surfactant en de wasmiddelbuilder discrete deeltjes (bijvoorbeeld prills)' op te nemen van een mengsel van de kationogene aminewasverzachter en.non-ionogeen organisch surfactant.

Zie ook de Amerikaanse octrooischriften 4.339.335; 4.326.971; 4.416.811; 4.411.803 en 4.450.085 van Wixon en het Amerikaanse octrooi-15 schrift 4.414.129 van Joshi, die alle granulaire of poedervormige was-middel-wasverzachtersamenstellingen beschrijven.

Hoewel de bovenstaand vermelde wasmiddel/zeep en kationogene wasverzachterbevattende wasmiddelsamenstellingen gewenste wasverzachten-de, antistatische, en reinigende eigenschappen bezitten, zijn nog 20 verdere verbeteringen in deze eigenschappen gewenst evenals een gelijktijdige vermindering van de totale kosten van het prödukt.

De onderhavige uitvinding verschaft stabiele wasmiddel-wasver-zachtersamenstellingen die een verbeterde wasverzachting zonder vlekvorming, reinigende werking, antistatische eigenschappen en hernieuwde 25 afzetting van vuil tegengaande eigenschappen kunnen verlenen aan daarmee in een wasproces in koud of heet water behandelde weefsels. De samenstellingen omvatten in het algemeen ongeveer 5-40 gew.% van een in water oplosbaar, niet-zeep-anionogeen surfactant, ongeveer 10 - 60 gew.% in water oplosbaar, neutraal tot basisch builderzout, en in 30 hoofdzaak homogeen in deze samenstelling gedispergeerd in de vorm van discrete deeltjes een innig mengsel van (i) ongeveer 2-20 gew.% van de samenstelling van een kationogene aminewasverzachter, zoals (a) alifatische, didageJC^-C^ alkyl, di-(hogere)alkylquater-naire ammoniumzouten, (b) heterocyclische verbindingen, en mengsels van 35 (a) en (b), met (ii) een in water oplosbare geëthoxyleerde tertiair 8700193 r '* - 4 - aminedispergeenniddel/wasverzachterverbinding (bij voorkeur 2-50 gew.%, gebaseerd op het gewicht van de kationogene wasverzachter (i)),waarbij de procentuele concentratie van het anionogene surfactant ten minste ongeveer (1,5 Cs + 5)bedraagt, waarin Cs de procentuele concentratie 5 van het totaal van de wasverzachters (i) en (ii) voorstelt,

In bepaalde andere aspecten omvat de uitvinding zowel de werkwijzen voor het samenstellen alsmede die voor het gebruiken van de eerder-vermelde samenstellingen.

Zoals beschreven in de eerdergenoemde Britse octrooiaanvrage 10 2.133.813A, heeft toevoeging van het kationogene materiaal in een innig mengsel met non-ionogeen organisch surfactant in de vorm van vlokken, granules en dergelijke het voordeel dat de pleksgewijze vlekvorming van de kleding na het drogen in hoge mate wordt verminderd. Omdat het non-ionogene surfactant als een dispergeermiddel functioneert waardoor de 15 uniforme dispersie van de kationogene wasverzachter en daardoor een uniforme afzetting van de wasverzachter op de behandelde weefsels wordt bevorderd, draagt het non-ionogene surfactant ook bij aan een uniforme zachtheid en aan hernieuwde afzetting van vuil tegengaande eigenschappen, in het bijzonder in samenstellingen zonder fosfaten.

20 Op zichzelf draagt het non-ionogene geëthoxyleerde vetalkohol- dispergeermiddel er echter niet toe bij dat het door de kationogene weefselverzachter verleende zachtheidsniveau wordt verhoogd. Hoewel de reden voor het feit dat het non-ionogene dispergeermiddel geen sterkere verzachting geeft, niet volledig wordt begrepen, wordt aange-25 nomen dat de reden kan zijn dat het non-ionogene dispergeermiddel niet aan de gewassen weefsels bindt of hecht.

Er zijn vele bekende typen en klassen weefselverzachtende verbindingen, primair stikstofbevattende verbindingen, zoals de quater-naire ammoniumzouten en imidazoliniumzouten. CSn een candidaat te zijn 30 voor het vervangen van het niet-aktieve dispergeermiddel in de later toegevoegde wasverzachterdeeltjes, bijvoorbeeld prills van de genoemde Britse octrooiaanvrage, moet een verbinding met. wasverz-achtingsaktiviteit echter aan meerdere verschillende kriteria voldoen. De wasverzachtende verbinding moet ook functioneren als dispergeermiddel voor de fijnver-35 deelde deeltjes van kationogene weefselverzachtende verbinding wanneer 8700193 -.-5-- * i de grills eenmaal aan het wasbad zijn toegevoegd en moet het in oplossing gaan of desintegreren van de prills bij inbrengen in het wasbad bevorderen. De succesvolle candidaat wasverzachter/dispergeermiddelverbinding moet natuurlijk ook compatibel zijn met, dat wil zeggen niet reageren met de 5 kationogene weefselverzachter en moet ook in de prills of in andere discrete deeltjesvormen kunnen worden verwerkt, en moet compatibel zijn met het wasmiddel, de builder, en andere ingrediënten van de wasmiddelsamen-stelling. De non-ionogene surfactant/dispergeermiddel vervangingsverbin-ding moet ook bijdragen aan of ten minste geen nadelige invloed uit-10 oefenen op de antistatische eigenschappen van de totale wasmiddelsamen-stelling.

De onderhavige uitvinding is gebaseerd op de vondst dat door vervanging van het geëthoxyleerde alkohol non-ionogene surfactant/dispergeermiddel door een equivalente hoeveelheid van een geëthoxyleerd tertiair 15 amine, de totale hoeveelheid van de kationogene wasverzachter - in de vorm van zijn mengsel met het geëthoxyleerde amine - aanzienlijk kan worden verminderd zonder een overeenkomstige vermindering van de zachtheid die aan behandelde weefsels .wordt verleend, en in sommige gevallen met een toename van de zachtheid. Ook is er geen nadelige invloed op de 20 antistatische eigenschappen van de behandelde weefsels. Terwijl de totale reinigende, wasverzachtende, antistatische en hernieuwde vuilafzetting tegengaande eigenschappen worden verbeterd of niet nadelig worden beïnvloed, leidt de mogelijkheid tot vermindering van de hoeveelheid van de kationogene amine wasverzachter, die normaal de duurste aktieve 25 ingrediënten in de samenstelling voorstelt, tot een aanzienlijke kostenbesparing.

Hier bruikbare kationogene wasverzachters zijn geschikte bekende materialen en behoren tot het type van de sterke wasverzachters. Daartoe behoren de N,N-di- (hogere) C^-C^, N,N-di (lagere) C ^ alkyl quatemair 30 ammoriiumzouten met anionen, die oplosbaarheid in water geven, zoals halogenide, bijvoorbeeld chloride, bromide en jodide; sulfaat, metho-sulfaat en dergelijke en de heterocyclische imiden zoals imidazolinium-verbindingen.

Gemakshalve kunnen de alifatische quaternaire ammoniumzouten 35 worden gedefinieerd met de structuurformule 1 van het formuleblad, waarin 8700193 f · - 6 - R en R^ elk een alkylgroep met 14 - 24 en bij voorkeur 14-22 koolstof- 2 3 atomen voorstellen; R en R elk een lagere alkylgroep met 1 - 4 en bij voorkeur 1 3 koolstofatomen voorstellen, X een anion voorstelt dat oplosbaarheid in water of dispergeerbaarheid in water kan geven, waaronder 5 de eerdergenoemde chloride, bromide, jodide, sulfaat en methosulfaat anionen.

Bijzonder geprefereerde species van alifatische quaternaire verbindingen omvatten: distearyldimethylammoniumchloride 10 di-gehydrogeneerde tallow dimethylammoniumchloride di-tallow dimethylammoniumchloride distearyldimethylammoniummethylsulfaat, en di-gehydrogeneerde tallow dimethylammoniummethylsulfaat. Heterocyclische imidewasverzachters van het imidazoliumtype 15 kunnen eveneens worden gebruikt en kunnen structureel worden gedefinieerd 4 met structuurformule 2 van het formuleblad, waarin R een lagere alkyl- 5 6 groep met 1 - 4 en bij voorkeur 1-3 kool stof a tomen voorstelt; R en R elk in hoofdzaak lineaire hogere alkylgroepen met ongeveer 13 - 23 en bij voorkeur 13 - 19 koolstofatomen voorstellen en X de eerdergenoemde 20 betekenis heeft. Bijzonder geprefereerde species van imidazoliniumverbin-dingen zijn: 1-methy1-1-tallow amido ethyl-2-tallow imidazoliniummethylsulfaat; in de handel verkrijgbaar bij Sherex Chemical Co. onder het merk Varisoft 475 als een vloeistof, 75% aktieve ingrediënt in isopropanol als oplos-25 middel, l-methyl-l-oleylamidoethyl-2-oleylimidazoliniummethylsulfaat; in de handel verkrijgbaar bij Sherex Chemical Co., onder het merk Varisoft 3690, 75% aktieve ingrediënt in isopropanol als oplosmiddel.

Mengsels van deze kationogene weefselverzachters kunnen worden 30 gebruikt, met inbegrip van mengsels van quaternaire ammoniumzouten en imidazoliniumzouten.

De hier bruikbaar gevonden geëthoxyleerde amineverbindingen zijn de ge-ethoxyleerde tertiaire amineverbindingen die kunnen worden weergegeven met de structuurformule 3 van het formuleblad, waarin R een organische 35 vetgroep en x en y positieve getallen zijn, zodanig dat de som x+y gelijk 8700193 • Λ - 7 - is aan ongeveer 2 tot ongeveer 15.

Als voorbeelden van de organische vetgroep R hebben alkyl of alkenylgroepen de voorkeur, die lineair of vertakt kunnen zijn (lineair heeft de voorkeur), en die ongeveer 8 tot ongeveer 22 koolstofatomen 5 kunnen bezitten, bij voorkeur ongeveer 12 tot 20 koolstofatomen. De som x+y is bij voorkeur ongeveer 5 tot ongeveer 15. Specifieke voorbeelden van geschikte R-groepen omvatten decyl, dodecyl, stearyl, tallow, gehy-drogeneerd tallow, dodecyl, myristyl, oleyl en dergelijke gewoonlijk afgeleid van het corresponderende hogere vetzuur. In het algemeen zullen 10 mengsels met verschillende alkylketenlengtes worden gebruikt, zoals C12-15' C14-16' C16-18' Cj8-20' enz* stear?L' tallow en gehydrogeneerde tallowverbindingen zijn in de handel gemakkelijk verkrijgbaar, zoals

R

bijvoorbeeld de Ethomeen -reeks van Armak Chemical Co., bijvoorbeeld

Ethomeen T/25 (R-tallow, x+y=15); Ethomeen T/15 (R=tallow, x+y=5);

R

15 Ethomeen 18/15 (R=octadecyl (stearyl), x+y=5); en de Varonic reeks van Sherex Chemicals, bijvoorbeeld Varonic T-215 (R=tallow, x+y=15);

Varonic T-210 (R=tallow, x+y=10); Varonic U215 (R=gemengd cetyl/stearyl, x+y=15);Varonic U205 (R=gemengd cetyl/stearyl, x+y=5), en hebben voor gebruik hierin de voorkeur in verband met hun hoge kwaliteit en relatief 20 lage kosten.

In deze uitvinding vervullen de geëthoxyleerde vetaminen de dubbele functie van een dispergeermiddel voor de kationogene weefselver-zachter, equivalent aan de functie van het geëthoxyleerde vetalkohol non-ionogene surfactant in de samenstellingen van de eerdergenoemde 25 Britse octrooiaanvrage van Taha, alsmede als een wasverzachtend aktieve' stikstofverbinding op zichzelf. In verband met dit extra wasverzachtende voordeel, kan de totale hoeveelheid kationogene weefselverzachter die naderhand aan de wasmiddelpoedersamenstelling wordt toegevoegd, worden verlaagd tot hetzelfde totale nive'au van wasverzachtend aktieve verbin-30 dingen (kationogene wasverzachter + geèthoxyleerd amine) om ongeveer dezelfde zachtheid en antistatische eigenschappen te verkrijgen, of kan de hoeveelheid van naderhand toegevoegde wasverzachter/antistaticum granules, prills,enz. op hetzelfde niveau worden gehouden om een verdere verbetering in de wasverzachting en de antistatische eigenschappen te 35 realiseren.

8700193 * * - 8 -

Het mengsel van kationogene stof en non-ionogene stof wordt bij voorkeur bereid in de vorm van prills. De prills worden bereid door sproeikoelen van een vloeibaar gemaakt mengsel van de kationogene stof en het geëthoxyleerde amine. In de meest geprepareerde uitvoeringsvorm 5 wordt een vloeibaar geëthoxyleerd amine gebruikt en wordt dit toegevoegd aan de gesmolten kationogene stof. Een typerend voorbeeld van een kationogene stof is Arosurf TA-100 (dimethyldistearylammoniumchloride) en zoals geleverd vormt dit materiaal een zeer vloeibare vloeistof wanneer hij gesmolten en verwarmd wordt op 90°C. Het vloeibare mengsel 10 van kationogene stof en geëthoxyleerd amine kan in een andere voorkeursuitvoeringsvorm de gelegenheid worden gegeven om af te koelen tot kamertemperatuur of naar behoefte zodat het vast wordt. De vaste stof kan daarna tot een gewenste deeltjesgrootte worden gemalen en naderhand aan de andere ingrediënten van het wasmiddel worden toegevoegd.

15 Een andere mogelijkheid is dat de kationogene stof en het geëthoxy leerde amine, indien gecombineerd, eerst in de gewenste hoeveelheden worden gemengd onder vorming van een nagenoeg homogene massa die bewerkt kan worden, volgens welbekende technieken totdat hij voldoende "deegachtig" of plastisch is om in een geschikte vorm voor bijvoorbeeld 20 extrusie of een ander proces, bijvoorbeeld pelleteren, granuleren, stempelen of persen te zijn. De bewerking kan bijvoorbeeld worden uitgevoerd door walsmalen, hoewel dit niet essentieel is, gevolgd door extrusie in een conventionele zeepmenger ("plodder") met het gewenste type extrusiekop. De extrusiekop wordt gekozen in overeenstemming met de vorm, 25 dat wil zeggen geometrische vorm, die in het extrudaat is gewenst.

Extrusie in de vorm van spaghetti of nudels heeft de voorkeur. Andere gevormde gedaantes als vlokken, tabletten, pellets, linten, draden en dergelijke zijn geschikte alternatieven. Speciale extruders voor de bovenstaand vermelde doeleinden zijn op zichzelf bekend en omvatten 30 bijvoorbeeld de Elanco modellen EXD-60; EXCD-100? EX-130 en EXD-180, een Buhler extruder en dergelijke. In het algemeen is het spaghetti extrudaat een vormbehoudende massa, dat wil zeggen semi-vast en in hoofdzaak niet kleverig bij kamertemperatuur waardoor in de meeste gevallen geen verdere behandeling zoals verwijdering van water nodig is.

35 Desgewenst kan het laatste worden uitgevoerd door eenvoudige droogtech- 8700103 * a - 9 - nieken. De spaghetti heeft bij voorkeur een gemiddelde lengte van ongeveer 2 tot 20 mm waarbij ongeveer 95% daarvan binnen een tolerantie van 0,5-20 mm ligt en een gemiddelde diameter of breedte van ongeveer 0,2 tot 2,00 mm met de voorkeur voor een bereik van 0,4 tot 0,8 mm. De stort-5 dichtheid van de spaghetti zal gewoonlijk ongeveer 0,9 tot 1,3 g/cm3 zijn. Vlokken zullen een lengte en breedte van ongeveer 4 mm en een dikte vein ongeveer 0,2 mm hebben, terwijl pellets een doorsnede van 2,5 mm zullen bezitten en tabletten een doorsnede van 2,5 mm en een dikte van 2,5 mm zullen hebben.

10 In het algemeen wordt gedacht aan 1 tot 20 gew.% geëthoxyleerd amine, gebaseerd op het gewicht van de kationogene wasverzachter. Bij voorkeur wordt het geëthoxyleerde amine gebruikt in hoeveelheden van 5 tot 15%, waarbij bijzonder de voorkeur uitgaat naar ongeveer 8-9%.

Hoewel surfactants van conventioneel type hierin kunnen worden 15 gebruikt, heeft het de voorkeur dat ten minste ongeveer 90% en bij voorkeur ten minste ongeveer 95% van het totale surfactant of wasmiddel van het anionogene type is, waarbij deze materialen bijzonder voordelig zijn in heavy duty wasmiddelen voor het wassen van weefsels. Anionogene stoffen voor gebruik hierin omvatten in het algemeen de in water oplos-20 bare zouten van organische reactieprodukten met in hun molecuulstruc-tuur een anionogene oplosbaarmakende groep zoals SO^H, SO^H, COOH en POjH alsmede een alkyl of alkylgroep met ongeveer 8-22 koolstofatomen in de alkylgroep of het alkylgedeelte. Geschikte wasmiddelen zijn anionogene wasmiddelzouten met alkylsubstituenten van 8 tot 22 koolstof-25 atomen zoals in water oplosbare gesulfateerde en gesulfonateerde anionogene alkalimetaal en aardalkalimetaal en wasmiddelzouten die een hydrofobe hogere alkylgroep bevatten, zoals zouten van hogere alkylmono-of poly-nucleaire arylsulfonaten met ongeveer 8-18 koolstofatomen in de alkylgroep die een rechte (geprefereerd) of vertakte ketenstructuur 30 heeft. Voorbeelden van verbindingen die de voorkeur hebben, zonder overigens ertoe beperkt te zijn, zijn natriumlineairtridecylbenzeensul-fonaat, natriumlineairdodecylbenzeensulfonaat, natriumlineairdecylben-zeensulfonaat, lithium of kaliumpentapropyleenbenzeensulfonaat; alkali-metaalzouten van gesulfateerde condensatieprodukten van ethyleenoxide, 35 bijvoorbeeld met 3 tot 20 en bij voorkeur 3 tot 10 mol ethyleenoxide, 8700193 » * - 10 - met alifatische alkoholen die 8 tot 18 koolstofatomen bevatten of met alkylfenolen met alkylgroepen die 6 tot 18 koolstofatomen bevatten, bijvoorbeeld natriumnonylfenolpentaethoxameersulfaat en natriumlauryl-alcoholtriethoxameersulfaat; alkalimetaalzouten van verzadigde alkoho-5 len met ongeveer 8 tot 18 koolstofatomen, bijvoorbeeld natriumlauryl- sulfaat en natriumstearylsulfaat; alkalimetaalzouten van hogere vetzuur-esters van alkylolsulfonzuren met laag molecuulgewicht, bijvoorbeeld vetzuuresters van het natriumzout van isethionzuur; vetethanolamide-sulfaten; vetzuuramiden van aminoalkylsulfonzuren, bijvoorbeeld laurine-10 zuuramine van taurine; alkalimetaalzouten van hydroxyalkaansulfonzuren met 8 tot 18 koolstofatomen in de alkylgroep, bijvoorbeeld hexadecyl, alfahydroxynatriumsulfonaat. Het anionogene surfactant of mengsel daarvan wordt bij voorkeur gebruikt in de vorm van zijn alkali- of aardalkalimetaalzouten. Het anionogene surfactant is bij voorkeur van 15 het niet-zeeptype. Ondergeschikte hoeveelheden zeep, bijvoorbeeld totaal ongeveer 35% en bij voorkeur 20%, gebaseerd op de totale hoeveelheid anionogene stof, kunnen echter bijvoorbeeld worden toegevoegd aan het crutchermengsel.

De concentratie van niet-zeepanionogeen surfactant wordt bij voor-20 keur zodanig gekozen dat een overmaat wordt verkregen ten opzichte van kationogene stof-wasverzachter volgens het empirische verband: % concentratie = 1,5 Cs + 5 waarin Cs de procentuele concentratie van de kationogene wasverzachter is. Dit verzekert de minimale overmaat anionogene stof die nodig is voor 25 een optimale totale reinigende werking, wasverzachting, enz., in de produktsamenstelling.

Ondergeschikte hoeveelheden van andere typen wasmiddelen kunnen samen met het anionogene surfactant worden opgenomen, waarbij hun totaal in elk geval niet meer dan ongeveer 10% en bij voorkeur ongeveer 2-5% 30 van de totale hoeveelheid wasmiddel bedraagt, dat wil zeggen van dit andere wasmiddel plus de niet-zeep anionogene stof. Bruikbaar zijn hier de niet-ionogene oppervlakteaktieve middelen die een organische hydrofobe groep en een hydrofiele groep bevatten die een reaktieprodukt is van een oplosbaarmakende groep zoals carboxylaat, hydroxyl, amido of 35 amino met ethyleenoxide of met het polyhydratatieprodukt daarvan, poly- 8700193 • « -11- ethyleenglycol. Daartoe behoren de condensatieprodukten van C tot C _

o 3U

vetalkoholen zoals tridecylalkohol met 3 tot 100 mol ethyleenoxide;

Cjg tot C^g alkoholen met 11 tot 50 mol ethyleenoxide; ethyleenoxide-adducten met monoesters van polyhydrische, bijvoorbeeld hexahydrische 5 alkohol; condensatieprodukten van polypropyleenglycol met 3 tot 100 mol ethyleenoxide; de condensatieprodukten van alkyl(C, rechte of vertakte keten) fenolen met 3 tot 100 mol ethyleenoxide en dergelijke.

Geschikte amfotere wasmiddelen omvatten in het algemeen die welke zowel een anionogene groep als een kationogene groep en een hydrofobe 10 organische groep omvatten die bij voorkeur een hogere alifatische groep met 10 tot 20 koolstofatomen is; voorbeelden omvatten de N-lange keten alkylaminocarbonzuren en de N-lange keten alkyliminodicarbonzuren zoals beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 3.824.189.

De onderhavige samenstellingen omvatten bij voorkeur in water op-15 . losbare basische tot neutrale builderzouten in hoeveelheden van ongeveer 10 tot 60 gew.% van de totale samenstelling. Bruikbaar hierin zijn de organische en anorganische builders, met inbegrip van de alkalimetaal en aardalkalimetaalfosfaten, in het bijzonder de gecondenseerde fosfaten zoals de pyrofosfaten of tripolyfosfaten, silicaten, boratèn, carbonaten, 20 bicarbonaten en dergelijke. Voorbeelden daarvan zijn natriumtripoly- fosfaat, trinatriumfosfaat, tetranatriumpyrofosfaat, natriumzuurpyro-fosfaat, natriummonobasischfosfaat, natriumdibasischfosfaat, natrium-hexametafosfaat; alkalimetaalsilicaten zoals natriummetasilicaat, natrium-silicaten, bijvoorbeeld met Na20/SiC>2 verhoudingen van 1,6 : 1 tot 25 3,2 : 1, bij voorkeur 1 : 6 tot 1 : 3,4, meer in het bijzonder 1:2 tot 1:3, zoals 1 : 2,4, natriumcarbonaat, natriumsulfaat, borax (natrium-tetraboraat), ethyleéndiaminetetraazijnzuurtetranatriumzout, trinatrium-nitriloacetaat en dergelijke alsmede mengsels daarvan.Het builderzout kan zodanig worden gekozen dat hetzij fosfaatbevattende hetzij fosfaat-30 vrije wasmiddelen worden verkregen. Wat de laatstgenoemde uitvoeringsvormen betreft, is natriumcarbonaat bijzonder doelmatig. Een ander materiaal waarvan gevonden is dat het goede reinigingseffecten heeft, is metakaolin dat in het algemeen wordt verkregen door verhitting van kaolinietrooster om water uit te drijven waarbij een materiaal wordt 35 verkregen dat volgens röntgenonderzoek in hoofdzaak amorf is maar dat 8 7 A * λ ** * U ij i ‘j O'' • « - 12 - iets van de structuurordening van het kaoliniet behoudt. Besprekingen van kaolin en metakaolin vindt men in het Amerikaanse octrooischrift 4.075.280, kolommen 3 en 4 en in Grimshaw, "The Chemistry and Physics of Clays and Allied Ceramic Materials", (4de editie, Wiley-Interscience), 5 blz. 723-727. Metakaolin is pok het onderwerp van de Amerikaanse octrooiaanvragen905.622 en 905.718, waarvan de relevante delen hier door verwijzing opgenomen moeten worden geacht. Het metakaolin blijkt ook bruikbaarheid als wasverzachter te bezitten. Wat het laatste betreft, blijken de meest doelmatige metakaolinprodukten die te zijn, welke zich 10 het best gedragen in een reaktie met natriumhydroxide onder vorming van zeoliet 4A zoals beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 3.114.603 dat dergelijke materialen aanduidt als "reactief kaolin". Zoals in de genoemde publikaties wordt uiteengezet, is metakaolin een aluminosili-caat. Het metakaolin en/of een zeoliet wordt in ongeveer dezelfde hoe-15 veelheden opgenomen als het builderzout, en bij voorkeur als aanvulling daarop, bijvoorbeeld zeoliet:silicaat in een verhouding van 6:1. Een bijzonder bruikbare vorm van het metakaolin is die welke in de handel verkrijgbaar is als Satintone No. 2.

Hierin bruikbare geprefereerde optionele ingrediënten omvatten 20 parfums, zoals Genie parfum; optische heldermakers en blauwmiddelen die kleurstoffen of pigmenten kunnen zijn, waarbij in dit opzicht geschikte materialen stilbeen en Tinopal 5BM heldermakers, in het bijzonder in combinatie zijn, alsmede Direct Brilliant Sky Blue 6B, Solophenyl Violet 4BL, Cibacete, Brilliant Blue RBL en Cibacete Violet B, Polar 25 Brilliant Blue RAW en Calcocid Blue 2G blauwmiddelen. De heldermaker kan worden opgenomen in hoeveelheden variërend tot ongeveer 1% van de totale samenstelling, terwijl blauwmiddelen aanwezig kunnen zijn in hoeveelheden tot ongeveer 0,1%, bij voorkeur tot ongeveer 0,01% van de totale samenstelling. Blauwmiddelen, bijvoorbeeld Polar Brilliant Blue, 30 kunnen in de kationogene prill worden opgenomen. Hoe dan ook, de hoeveelheid behoeft slechts minimaal te zijn om werkzaam te zijn.

Andere ingrediënten die bij voorkeur worden toegepast, omvatten bleekmiddelen die van het zuurstof of chloorvrijmakende type kunnen zijn; zuurstofbleekmiddelen omvatten natrium- en kaliumperboraat, kaliummono-35 persulfaat en dergelijke, terwijl chloorbleekmiddelen typerend worden 8700193 *·- * -13-- vertegenwoordigd door natriumhypochloriet, kaliumdichloroisocyanuraat, trichloroisocyanuraatzuur en dergelijke. De laatstgenoemde chloorvrij-makende bleekmiddelen zijn representatief voor de brede klasse van wateroplosbare, organische, droge vaste bleekmiddelen die bekend staan als 5 de N-chloroimiden met inbegrip van hun alkalimetaalzouten, Deze cyclische imiden hebben ongeveer 4 tot 6 leden in de ring en worden gedetailleerd beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 3.325.414. Elk van de bovenstaand besproken zuurstof- en chloortype bleekmiddelen zijn volledig compatibel met de hierin beschreven samenstellingen en hebben een goede 10 stabiliteit in tegenwoordigheid van de anionogene en kationogene componenten. Zij worden in het algemeen gebruikt in hoeveelheden variërend van ongeveer 0,1 tot 45 gew.% van het totaal aan vaste stoffen of van ongeveer 0,05% tot ongeveer 40%, gebaseerd op de totale wasmiddelsamen-stelling.

15 Weer andere optionele ingrediënten omvatten wateroplosbare en/of dispergeerbare hydrofobe colloïdale cellulose-type vuilsuspenderende middelen. Methylcellulose, bijvoorbeeld het merkprodukt Methocel en carboxymethylcellulose (CMC) zijn bijzonder doelmatig. Polyvinylalcohol is eveneens effectief en in het bijzonder in het wassen van katoen en 20 synthetische vezels zoals nylon, dacron en met hars behandelde katoen.

Het additionele vuilsuspenderende middel kan worden opgenomen in hoeveelheden tot ongeveer 2% gebaseerd op de totale hoeveelheid vaste stoffen en tot ongeveer 4% gebaseerd op de totale wasmiddelsamenstelling.

Vulstoffen kunnen eveneens naast de eerdervermelde ingrediënten 25 worden opgenomen, zoals natriumsulfaat, natriumchloride en dergelijke.

De hoeveelheid zal variëren tot ongeveer 40% van de totale samenstelling.

De wasmiddelsamenstelling wordt bereid door conventionele verwerkingsmethoden, 2oals sproeidrogen van een crutchermengsel van surfactant, builder, vulstof, enz. zonder vluchtige ingrediënten zoals 30 parfums, of ingrediënten die anderszins een nadelige invloed ondervinden van het sproeidroogproces zoals perzuurstofbleekmiddelen, bijvoorbeeld natriumperboraat. Ingrediënten van dit type worden bij voorkeur naderhand bijgemengd. Zoals eerder gezegd wordt het mengsel van kationogene wasverzachters/geëthoxyleerd amine eenvoudig drooggemengd met het 35 gedroogde wasmiddel in deeltjesvorm door eenvoudig mechanisch mengen 3700193 - 14 - hetgeen meer dan doeltreffend is om een homogeen produkt te verkrijgen. Een normale procedure zou als volgt kunnen verlopen: water wordt toegevoegd aan een crutcher, in volgorde gevolgd door anionogeen surfactant, natriumsilicaat, optionele ingrediënten indien gebruikt zoals Satintone 5 No. 2 en vulstoffen zoals natriumsulfaat en builderzout. Het crutcher-mengsel wordt verwarmd tot ongeveer 60°C voordat de builder wordt toegevoegd, bijvoorbeeld natriumtripolyfosfaat en het vaste-stoffengehalte van het crütchermengsel voor het sproeidrogen bedraagt ongeveer 55 - 65%. Het sproeidrogen kan op een conventionele wijze worden uitgevoerd door 10 het hete mengsel uit de crutcher naar een sproeitoren te pompen waar het mengsel door een sproeimondstuk passeert in een hete verdampings-atmosfeer. Bleekmiddel en andere materialen die nog moeten worden toegevoegd, worden in de gekoelde, gedroogde wasmiddelmassa opgenomen volgens elke geschikte methode, bijvoorbeeld door eenvoudig mechanisch mengen.

15 In gebruik wordt voldoende van de wasmiddelsamenstelling aan de wascyclus toegevoerd om een concentratie kationogene wasverzachter in het wasmedium te verkrijgen van ongeveer 1,5 - 8,0 g/3500 g wasgoed met een bereik van· ongeveer 21°C tot het kookpunt van 100°C. In dit verband wordt met koud wassen bedoeld een wastemperatuur tot 21°C, terwijl 20 warm wassen slaat op een temperatuur van 21 °C tot het kookpunt.

Bepaalde typen alifatische quatemaire ammoniumverbindingen, hoewel relatief onwerkzaam met betrekking tot wasverzachtende eigenschappen, zijn niettemin zeer effectief als antistatische middelen in de Onderhavige samenstellingen en in het bijzonder omdat ze fysisch 25 compatibel zijn met anionogene surfactants in vloeibare omgevingen.

In het algemeen omvatten dergelijke materialen de geëthoxyleerde en/of gepropoxyleerde quaternaire ammoniumverbindingen met formule 4 van het 7 8 formuleblad, waarin R en R elk een ethoxy-of propoxygroep voorstellen, m en n gehele getallen van 1 tot 50 zijn en gelijk of verschillend g 30 kunnen zijn, en R een alkylgroep met 14 tot 24 koolstofatomen voorstelt, en X de eerdervermelde betekenis heeft. Verbindingen van dit type omvatten (a) methylbis(2-hydroxyethyl)cocoammoniumchloride, een vloeibare 75% aktieve ingrediënt in isopropanol/water oplosmiddel en in de handel verkrijgbaar onder het merk Ethoquad c/12, Armak en het merk 35 Variquat 638 van Sherex Chemical Co.; (b) Ethoquad c/25 - hetzelfde als 87 f! f* * fs ' V V ! ^ ij £ - 15 - 7 8 onder (a} maar met 15 mol ethyleenoxide (elk van R en R - m en n elk - 15) en verkrijgbaar als 95% aktieve ingrediënt; (c) methylbis-(2-hydroxyethyl)octadecylammoniumchloride, een vloeibare 75% aktieve ingrediënt in isopropanol/water oplosmiddel in de handel verkrijgbaar 5 als Ethoquad 8/12, Armak en (d) hetzelfde als (c) maar met 15 mol 7 8 ethyleenoxide (elk van R en R - m en n elk = 15), een vloeibare 95% aktieve ingrediënt en in de handel verkrijgbaar als Ethoquad 18/15, Armak. Deze materialen kunnen worden gebruikt in hoeveelheden tot ongeveer 10 gew.% van de totale samenstelling.

10 De onderhavige uitvinding kan op verscheidene wijzen in de prak tijk worden gebracht en een aantal specifieke uitvoeringsvormen zal worden beschreven om de uitvinding nader toe te lichten, waarbij in de hiernavolgende voorbeelden alle delen en percentages op het gewicht zijn betrokken.

15 VOORBEELDEN IA en IB

(A) 88 delen van verpoederd Arosurf TA (dimethyldistearyl-ammoniumchloride) werden op 90°C verwarmd en daarbij werd een vloeibare .smelt verkregen. Aan deze smelt werden 8 delen Ethomeen T-25, 1 deel calciumsilicaat en 3 delen water toegevoegd. Het mengsel werd goed geroerd 20 en daarna tot kamertemperatuur afgekoeld. Daarbij werd een witte vaste stof verkregen. De vaste stof werd vervolgens gemalen tot een poeder (0% passeerde door een Amerikaans type zeef no. 8, minder dan 10% passeerde door een Amerikaans type zeef no, 100, een zeef no. 8 heeft openingen met een doorsnede van 2,38 mm, en een zeef no. 100 heeft 25 openingen met een doorsnede van 149 ^im). Het produkt leek op het oorspronkelijke* Arosurf poeder.

(b) Voorbeeld IA en voorbeeld IBA werd herhaald, behalve dat 8 delen van een geëthoxyleerd vetalkohol non-ionogeen dispergeermiddel werd gebruikt in plaats van het geëthoxyleerde amine.

30 VOORBEELD II

Een gesproeidroogd heavy duty wasmiddel met de volgende samenstelling werd bereid: 8700195 - 16 -

Component gew.%

Lineair tridecylbenzeensulfonaat (LTBS) 14,5

Natriumtripolyfosfaat (NaTPP) 26,0

Silicaat (1 : 2,4) 6,8 5 Na2C03 4,8

Heldermakend middel (Stilbeen en Tinopal 5BM) 0,34

Borax 1,0

Methocel 0,5

Carboxymethylcellulose 0,24 10 Natriumsulfaat en water q.s. 100 100,00

Aan 100 g van de bovenstaandverraelde samenstelling werden 4,1 g (4,1%) van het kationogene poeder volgens Voorbeeld IA of 4,5 g (4,5%) van het kationogene poeder van Voorbeeld IB toegevoegd om samen-15 stellingen 2A respectievelijk 2B te verkrijgen. Elk van de samenstellingen 2A en 2B werd getest voor wasverzachtende en antistatische eigenschappen. De resultaten staan in tabel A. De zachtheid werd bepaald onder de volgende condities:

Een weefselpartij (totaal gewicht ongeveer 0,7 kg) bestaande uit 20 vier handdoeken van badstof, drie monsters van 38 cm x 38 cm van elk van de volgende zeven weefseltypen: Banion, Dacron dubbelgebreid . (DDK), Dacron/katoenmengsel (65/35), katoenbatist, acetaatjersey (AJ), nylon-tricot, en Dacron polyester enkelgebreid (DSK),en tien monsters van elk van drie verschillende vuile weefsels (spinazie op 50/50 Dacron/katoen) ; 25 sebum op DDK en Piscataway klei op 50/50 Dacron/katoen) werd bij 38°C gewassen met 60 liter waswater (150 dpm) in een Maytag wasmachine waarbij 100 g van de reinigingssamenstelling werd gebruikt. Na één enkele wascyclus werd de weefsellading gedroogd in een in de handel verkrijgbare tuimeldroger gedurende ongeveer 30 minuten en gedurende onge-30 veer 2 uur de gelegenheid gegeven om af te koelen.

Zes ervaren testers werden gebruikt om de zachtheid van de met elke testsamenstelling behandelde handdoeken te evalueren volgens een van de twee methoden: voor elke testsamenstelling werd elk van de 4 handdoeken 8700133 - 17 - een score gegeven tegen elk van de met elk van de andere testsamenstel-lingen behandelde handdoeken (in vier aparte groepen) en gerangschikt van de zachtste tot de hardste; of elk van de vier handdoeken voor elke testsamenstelling werd een score gegeven op een schaal van 1 (geen was-5 verzachting) tot 10 (uitstekende zachtheid) en een gemiddelde van de vier waarden werd als het zachtheidsgetal genomen. In de eerstgenoemde test (wasverzachting door vergelijking) voor elke testsamenstelling, werden het totaal aantal eerste plaatsen (1 punt), tweede plaatsen (2 punten), derde plaatsen (3 punten) enz. opgeteld en het laagste 10 totaal correspondeert met de beste wasverzachtende eigenschappen. In de laatstgenoemde test (glijdende schaal), werd het gemiddelde zachtheidsgetal voor elke tester gemiddeld met het door de andere testers toegekende zachtheidsgetal waardoor een enkel zachtheidsgetal werd verkregen, waarbij een hoger getal betere wasverzachtende eigenschappen aanduidt.

15 Elk van deze methoden is een statistisch significante en betrouwbare procedure voor het evalueren van zachtheid gebleken.

De antistatische eigenschappen werden bepaald door de statische ladingsopbouw (voltage) op monsters van vier verschillende weefsels te meten: Dacron/katoen (65/35); Dacron dubbelgebreid (DDK) ; acetaatjersey 20 (AJ) en Banion polyester, die op de bovenstaand beschreven wijze waren gewassen. Elk van de drie gewassen en machinaal gedroogde monsters van elk van de vier verschillende weefsels werd aan een bevestigingsraam-werk gehangen. Een klein monster van wol, verbonden aan de buitenrand van een roterende cirkelvormige houder, werd op de houder in contact 25 met het weefselmonster gedurende 5 seconden geroteerd. De temperatuur werd op 21-22°C gehouden en de relatieve vochtigheid op 21%. De voltages voor elk weefsel (drie verschillende monsters) werden samen gemiddeld en de gemiddelde voltages voor de vier verschillende weefsels werden gemiddeld waarbij het statische ladingsgetal werd verkregen. Hoe 30 lager het statische ladingsgetal, des te beter zijn de antistatische eigenschappen van de reinigingssamenstelling. In het algemeen worden statische ladingsgetallen van minder dan ongeveer 5 kilovolt (kV) zeer goed geacht en door de gebruiker ervaren als afwezigheid van de opbouw van statische ladingen.

8700)33 - 18 -

TABEL A

Monster QUAT geëthoxyleerd glijdende schaal statische (g/was- amine (g/was- zachtheidsgetal ladingsgetal vloeistof) vloeistof)

2B 3,96 - 8 2,8 KV

5 (verg.)

2A 3,62 0,34 8 4,2 KV

(uitv.)

In een vergelijkende zachtheidstest, kreeg monster 2B 11 eerste-plaatsstemmen (35 punten) vergeleken met 13 eersteplaatsstemmen 10 (37 punten) voor monster 2A.

VOORBEELD III

Voorbeeld IA werd herhaald behalve dat het mengsel van dimethyl-distearylammoniumchloride, talgamineadduct met 15 mol ethyleenoxide, calciumsilicaat en water werd geroerd en werd toegevoerd aan de inlaat 15 van een zeep-mengerextruder waarin hij wordt geëxtrudeerd in de vorm van spaghetti of nudels. Wanneer de spaghetti of nudels aan het in voorbeeld II getoonde gesproeidroogde wasmiddel wordt toegevoegd, worden soortgelijke resultaten verkregen als bij samenstelling 2A.

VOORBEELD IV

20 Voorbeeld IA werd herhaald behalve dat in plaats van Ethomeen T/25 de volgende geëthoxyleerde tertiaire amines werden gebruikt: (a) polyoxyethyleen (5) octadecylamine (b) polyoxyethyleen (5) talgamine (c) polyoxyethyleen (10) talgamine 25 (d) polyoxyethyleen (15) talgamine (e) polyoxyethyleen (5) gehydrogeneerd talgamine (f) polyoxyethyleen (15) gehydrogeneerd talgamine.

f

VOORBEELD V

Aan een gesproeidroogde wasmiddelsamenstelling met bij benadering 30 de volgende analyse: 8700193 - 19 -

Component gew.% lineair dodecylbenzeensulfonaat 23

Na2C03 20

Na silicaat 15 5 Borax 3 vet-alcohol met 7 mol ethyleenoxide (Neodol 25-7) 3

Carboxymethylcellulose 1

Optische heldermaker 0,5 10 Satintone 1

Na2S°3 en water q.s. 100 werd 4% van het kationoge*e;wasverzachter/geëthoxyleerde amine wasverzach-ter-dispergeermiddel volgens voorbeeld IA toegèvoegd. Men verkreeg uitstekende reinigende en wasverzachtende eigenschappen.

15 VOORBEELD VI

4,5 g van het kationogene wasverzachter/geëthoxyleerd aminepoe-der volgens voorbeeld IA werd naderhand toegevoegd aan het gesproei- · droogde wasmiddelpoeder volgens voorbeeld II. Verdere verbeteringen van de wasverzachting werden verkregen (op de glijdende schaal bedroeg het 20 zachtheidsgetal 9-10).

De volgende voorbeelden tonen de produktie en het gebruik van de kationogene-non-ionogene combinatie in de vorm van prills.

VOORBEELD VII

500 kg van dimethyldistearylammoniumchloride dat ongeveer 4% 25 water bevatte, werd op 90°C verwarmd en vormde een smélt. Aan deze warme smelt werden 25 kg Ethomeen T/25 toegevoegd. Deze gemeenschappelijke smelt werd daarna naar beneden gesproeid uit de top van een ongeveer 24 meter hoge toren met een diameter van ongeveer 5 meter. Tegelijkertijd werd koele lucht met een temperatuur van ongeveer 10°G op-30 waarts geleid (d.w.z. in tegengestelde stromingsrichting als de naar beneden gesproeide vloeistof) met een snelheid van ongeveer 850 m3 per minuut. Het gestolde produkt werd aan de bodem van de toren verzameld.

De produktdeeltjes hadden een wit uiterlijk, waren vrij vloeiend, in 87 0 0 133 - 20 - het algemeen balvormig en vast. Ze hadden een poreus oppervlak (pokdalig uiterlijk). De stortdichtheid van de prills bedroeg ongeveer 0,37 g/cm3.

VOORBEELD VIII

Aan 95,5 g van het wasmiddel volgens voorbeeld II (zonder de 5 deeltjes van voorbeeld IA) werden 4,0 g of 4,5 g van de prills volgens voorbeeld VII toegevoegd.

VOORBEELD IX

Elk van de voorgaande voorbeelden werd opnieuw herhaald met dit verschil dat de kationogene wasverzachter van het kationogene-geëthoxy-10 leerde aminemengsel werd vervangen door de volgende stoffen: (a) dimethyl di-talgammoniummethosulfaat; (b) dimethyl,di-gehydrogeneerd talgammoniumchloride; (c) 1-methyl-l-talgamidoethyl-2-talgimidazoliniummethosulfaat; (d) l-methyl-l-oleylamidoethyl-2-oleylimidazoliniummethosulfaat.

i 3 7 η λ i η χ

Claims (20)

1. Deeltjesvormige wasmiddel-wasverzachtersaroenstelling, die betere zachtheid, reinigende werking, antistatische en hernieuwde afzetting van vuil tegengaande eigenschappen kan verlenen aan daarmee in een wasproces behandelde weefsels, omvattende ongeveer 5-40 gew.% in water 5 oplosbaar niet-zeep, organisch surfactant, ongeveer 10-60 gew.% wateroplosbaar, neutraal tot basisch builderzout, en nagenoeg homogeen in de samenstelling gedispergeerd in de vorm van discrete deeltjes een innig mengsel van (i) ongeveer 2-20 gew.%, gebaseerd op de totale samenstelling, van een kationogene amine wasverzachter met (ii) een wateroplos-10 baar geëthoxyieerd tertiair amine dispergeermiddel/wasverzachter, waarbij de procentuele concentratie van anionogeen surfactant ten minste ongeveer 1,5 Cs+5 bedraagt, waarin Cs de procentuele concentratie van het totaal aan wasverzachter voorstelt.

2. Samenstelling volgens conclusie 1, waarin het geëthoxyleerde 15 tertiair amine formule 3 van het formuleblad heeft, waarin R alkyl of alkenyl met ongeveer 8 tot ongeveer 22 koolstofatomen voorstelt, en x en y positieve getallen zijn, zodanig dat de som x + y ongeveer 2 tot ongeveer 15 bedraagt.

3. Samenstelling volgens conclusie 2, waarin R C^-C^ alkyl voor-20 stelt.

4. Samenstelling volgens conclusie 2, waarin R stearyl, cetyl, talg, gehydrogeneerde talg of mengsels daarvan voorstelt.

5. Samenstelling volgens conclusie 2, waarin R C^q-C^q alkenyl voorstelt en x + y ongeveer 5 tot 15 voorstelt.

6. Samenstelling volgens conclusie 1, waarin de hoeveelheid geëthoxy- leerd tertiair amine (ii) ongeveer 2 - 50 gew.% van het mengsel van (i) en (ii) is.

7. Samenstelling volgens conclusie 1, waarin de hoeveelheid geëtho-xyleerd tertiair amine ongeveer 2-20 gew.% van het mengsel (i) en (ii) 30 bedraagt, welk mengsel ongeveer 2 - 15% van de samenstelling uitmaakt.

8. Samenstelling volgens conclusie 1, waarin het geëthoxyleerde tertiaire amine ongeveer 2-15 gew.% van het kationogene amine (i)/ geëthoxyieerd tertiair amine (ii) mengsel bedraagt, en het mengsel ongeveer 2-10 gew.% van de samenstelling uitmaakt. 870 0193: •ψ - 22 -

9. Samenstelling volgens conclusie 1, waarin het kationogene mengsel het fijngemalen produkt is van een gemeenschappelijke smelt van de kationogene en geëthoxyleerde aminecomponenten.

10. Samenstelling volgens conclusie 1, waarin het kationogene/geëtho-5 xyleerde aminemengsel een prill is.

11. Samenstelling volgens conclusie 10, waarin de prill een in het algemeen bolvormig deeltje is met een vaste kern en een poreus oppervlak.

12. Samenstelling volgens conclusie 1, waarin het kationogene amine 10 (i) een di-korteketen alkyl, di-langeketen alkyl quaternair ammonium- halogenide of een imidazoliniumverbinding is.

13. Samenstelling volgens conclusie 1, waarin de kationogene amine wasverzachter (i) een di-C^_^ alkyl, di-C^_^g alkylammoniumhalogenide is en het geëthoxyleerde amine een CQ Q lineair alifatisch tertiair o-lo 15 amine is met ongeveer 2 tot ongeveer 15 mol ethyleenoxide.

14. Samenstelling volgens conclusie 1, waarin de kationogene amine wasverzachter gekozen is uit de groep bestaande uit di-C^ ^ alkyl, di-C^ quaternaire ammoniumzouten, imidazoliniumzouten en mengsels daarvan en het geëthoxyleerde amine een C._ 0 lineair alifatisch 12-lo 20 tertiair amine is dat ongeveer 5 tot ongeveer 15 mol ethyleenoxide bevat.

15. Samenstelling volgens conclusie 1, waarin het niet-zeep wasmiddel een alkylbenzeensulfonaat omvat en de builder een fosfaat omvat.

16. Samenstelling volgens conclusie 15, waarin het niet-zeep wasmiddel een C lineair alkylbenzeensulfonaat is. o-lo

17. Samenstelling volgens conclusie 1, waarin het niet-zeep wasmid del een Cg^g lineair alkylbenzeensulfonaat omvat, de builder een fosfaat omvat, het kationogene amine (ii) een di-C^_4alkyl, di-^^^g alkylammoniumhalogenide is, het geëthoxyleerde amine (ii) een C^^g lineair tertiair amine is, dat ongeveer 5 tot ongeveer 15 mol ethyleen-30 oxide bevat en het geëthoxyleerde amine ongeveer 3 tot ongeveer 10 gew.% van het kationogene wasverzachter/geëthoxyleerd aminemengsel uitmaakt.

18. Werkwijze voor het bereiden van een samenstelling volgens conclusie 1, omvattende het sproeidrogen van het niet-zeep organisch surfactant en builderzout en het naderhand aan het gesproeidroogde 35 materiaal toevoegen van de discrete deeltjes. Λ Λ / y y i s ύ -· « - 23 -

19. Deeltjesvormige wasverzachtersamenstelling, omvattende een innig mengsel van een kationogeen amine wasverzachter en 2-20% gebaseerd op het gewicht van het mengsel van een wateroplosbaar non-ionogeen geëthoxyleerd tertiair amine wasverzachter-dispergeermiddel.

20. Werkwijze voor het wassen van weefsels, omvattende het in contact brengen van de weefsels in een waterig medium bij een temperatuur van ongeveer.26 - 77°C met voldoende vah de samenstelling volgens conclusie 1 om een verhouding van 1,5 tot 3,5 g wasverzachter per 3500 g weefsel te verkrijgen. 870 0 1 9 3- 3- φ R1 + R - N - R2 X‘ R3 2 N— CH2 * r5-C/ I x- N+— CH2 /\ o R^ CH2CH2NH — C — R6 3 (CH2CH20)xH R-1T \ (CH2CH20)yH h CH3 + t (R7)n * N - (R8)n x- _ R* _ B 7 η n 1 o ^