NL8700045A - Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van vel- of plaatvormige voorwerpen van vezelvliesmateriaal, in het bijzonder genaald vezelvlies en voorwerp vervaardigd onder toepassing van de werkwijze. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van vel- of plaatvormige voorwerpen van vezelvliesmateriaal, in het bijzonder genaald vezelvlies en voorwerp vervaardigd onder toepassing van de werkwijze. Download PDF

Info

Publication number
NL8700045A
NL8700045A NL8700045A NL8700045A NL8700045A NL 8700045 A NL8700045 A NL 8700045A NL 8700045 A NL8700045 A NL 8700045A NL 8700045 A NL8700045 A NL 8700045A NL 8700045 A NL8700045 A NL 8700045A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
strips
strip
longitudinal
transverse
edge
Prior art date
Application number
NL8700045A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Lente En Visscher B V Van
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lente En Visscher B V Van filed Critical Lente En Visscher B V Van
Priority to NL8700045A priority Critical patent/NL8700045A/nl
Priority to EP88200027A priority patent/EP0277668A1/en
Publication of NL8700045A publication Critical patent/NL8700045A/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D41/00Looms not otherwise provided for, e.g. for weaving chenille yarn; Details peculiar to these looms
    • D03D41/008Looms for weaving flat yarns
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D15/00Woven fabrics characterised by the material, structure or properties of the fibres, filaments, yarns, threads or other warp or weft elements used
    • D03D15/40Woven fabrics characterised by the material, structure or properties of the fibres, filaments, yarns, threads or other warp or weft elements used characterised by the structure of the yarns or threads
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D15/00Woven fabrics characterised by the material, structure or properties of the fibres, filaments, yarns, threads or other warp or weft elements used
    • D03D15/20Woven fabrics characterised by the material, structure or properties of the fibres, filaments, yarns, threads or other warp or weft elements used characterised by the material of the fibres or filaments constituting the yarns or threads
    • D03D15/283Woven fabrics characterised by the material, structure or properties of the fibres, filaments, yarns, threads or other warp or weft elements used characterised by the material of the fibres or filaments constituting the yarns or threads synthetic polymer-based, e.g. polyamide or polyester fibres
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D15/00Woven fabrics characterised by the material, structure or properties of the fibres, filaments, yarns, threads or other warp or weft elements used
    • D03D15/40Woven fabrics characterised by the material, structure or properties of the fibres, filaments, yarns, threads or other warp or weft elements used characterised by the structure of the yarns or threads
    • D03D15/44Woven fabrics characterised by the material, structure or properties of the fibres, filaments, yarns, threads or other warp or weft elements used characterised by the structure of the yarns or threads with specific cross-section or surface shape
    • D03D15/46Flat yarns, e.g. tapes or films
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/12Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein single picks of weft thread are inserted, i.e. with shedding between each pick
    • D03D47/16Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein single picks of weft thread are inserted, i.e. with shedding between each pick by a gripper needle entering the shed empty and drawing the weft as it retracts
    • DTEXTILES; PAPER
    • D10INDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBLASSES OF SECTION D, RELATING TO TEXTILES
    • D10BINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBLASSES OF SECTION D, RELATING TO TEXTILES
    • D10B2321/00Fibres made from polymers obtained by reactions only involving carbon-to-carbon unsaturated bonds
    • D10B2321/02Fibres made from polymers obtained by reactions only involving carbon-to-carbon unsaturated bonds polyolefins
    • D10B2321/022Fibres made from polymers obtained by reactions only involving carbon-to-carbon unsaturated bonds polyolefins polypropylene
    • DTEXTILES; PAPER
    • D10INDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBLASSES OF SECTION D, RELATING TO TEXTILES
    • D10BINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBLASSES OF SECTION D, RELATING TO TEXTILES
    • D10B2503/00Domestic or personal
    • D10B2503/04Floor or wall coverings; Carpets

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Treatment Of Fiber Materials (AREA)

Description

P 13.416 -1- - ' -V-
Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van vel- of plaatvormige voorwerpen van vezelvliesmateriaal, in het bijzonder genaaid vezelvlies en voorwerp vervaardigd onder toepassing van de werkwijze,
Vezelvliesmateriaal en in het bijzonder genaaid vezelvliesmateriaal, bijvoorbeeld van vezels van kunststoffen zoals polypropeen en andere vinden in toenemende mate toepassing.
5 Hoewel het mogelijk is een dergelijk vezelvliesmateriaal en zelfs een genaaid vezelvliesmateriaal in verschillende kleuren uit te voeren, is het een blijvende moeilijkheid patronen en in het bijzonder duidelijk begrensde patronen op een dergelijk materiaal aan te brengen. Vooral genaaid 10 vezelvlies geeft bij latere verfopbrenging een onvoldoende afgrenzing van de vlakken van verschillende kleuren.
Bovendien verdient het de voorkeur de kleur aan te brengen alvorens het vezelvlies gereed is, hetgeen te vergelijken is met het zogenaamde door de wol verven in de textiel-15 industrie, waardoor zonder enige moeite kleur en wasechte kleuren verkregen kunnen worden.
Een verdere beperking in het gebruik van vezelvliesmateriaal schuilt daarin, dat, wanneer men een betrekkelijk grote dikte wilt hebben, bijvoorbeeld voor vloerbedekking, 20 het geheel erg stijf wordt, hetgeen voor vele toepassingen hinderlijk is, bijvoorbeeld voor traplopers,
Be uitvinding beoogt nu in een werkwijze te voorzien, waarmede vezelvliesmateriaal en in het bijzonder ook genaaid vezelvliesmateriaal tot voorwerpen verwerkt kan 25 worden, die de bovengenoemde nadelen missen.
Dienovereenkomstig wordt er volgens de uitvinding in voorzien, dat een aantal lengtestroken in in hun lengterichting lopende banen naast elkaar wordt gelegd, welke banen in loodrecht aanzicht onderling evenwijdig zijn, dat 30 de lengtestroken afwisselend in de ene of de andere richting en/of in verschillende mate loodrecht op hun vlak verplaatst worden tot in een eerste stand, dat in de daardoor gevormde tussenruimte dwars op de banen een dwarsstrook wordt aange- -2- bracht, waarna de lengtestroken elk in tegengestelde richting en/of op omgekeerde wijze in verschillende mate verplaatst worden tot in een tweede stand, dat in de dan gevormde tussenruimte een verdere dwarsstrook wordt gebracht 5 en zo vervolgens, waarbij de lengtestroken, de dwarsstroken en/of beide van vezelvliesmateriaal zijn.
Het op deze wijze verkregen vlechtwerk van vezelvlies-stroken heeft een grotere buigzaamheid dan een vezelvlies-vel van de dubbele dikte van een strook, waarbij bovendien 10 allerlei, bijvoorbeeld geblokte, patronen mogelijk zijn.
Omdat bij toepassing van de uitvinding de lengtestroken en de dwarsstroken niet dezelfde breedte behoeven te hebben en het zonder bezwaar mogelijk is de dwarsstroken opeenvolgend verschillende kleuren en/of breedten te geven, ontetaat op 15 deze wijze een zeer groot aantal van verschillende mogelijkheden een patroon aan te brengen.
Bij voorkeur wordt er bij toepassing van de-werkwijze volgens de uitvinding in voorzien, dat elke dwarsstrook, na in een ruimte tussen de lengtestroken gebracht te zijn, naar 20 de daarvoor aangebrachte dwarsstrook wordt verschoven. Hiermede wordt een betrekkelijk gesloten vlechtwerk verkregen.
Ter afwerking van de langsranden wordt er bij voorkeur in voorzien, dat aan de dwarsstroken randstroken worden bevestigd, die evenwijdig lopen aan de lengtestroken. Op 25 deze wijze is een eenvoudige en goede afwerking van de langs-zijden van de vervaardigde baan mogelijk, waarbij de breedte van de randstroken kan verschillen van die van de lengtestroken evenals hun kleur en zelfs kan de ene randstrook een andere breedte en kleur hebben als de andere.
50 Volgens een voorkeursuitvoering van de uitvinding bestaan ook de randstroken uit vezelvliesmateriaal, maar dit is niet beslist noodzakelijk.
Een andere wijze van afwerking van de langsranden bestaat daarin, dat tenminste één randstrook een buitenste 55 lengtestrook is en dat de dwarsstroken afwisselend aan de ene en de andere zijde van de randstrook worden bevestigd.
Een zeer goede uitvoeringsvorm wordt verkregen wanneer de dwarsstroken tot voorbij de buitenste langstrook uitsteken waar zij door een randstrook bijeen worden gehouden.
P f\ t. Λ ft % -3- *
Wanneer men de baan wil afsnijden, bijvoorbeeld voor de vervaardiging van matten of dergelijke, wordt er bij voorkeur in voorzien, dat de lengtestroken aan een in de richting van de dwarsstroken lopende eindstrook worden.
5 bevestigd en direct aangrenzend aan of ter plaatse van de eindstrook worden doorgesneden. Het is hierbij weer mogelijk, dat de eindstrook de laatste dwarsstrook is en dat dan de lengtestroken om de ander aan de ene en de andere zijde van de eindstrook zijn bevestigd. Dit leidt tot een eenvoudige 10 vervaardiging, waarbij een afwerking van de beide afsnij-randen voorlopig wordt verkregen door de afgesneden einden van de lengtestroken aan de buitenrand van de bijbehorende dwarsstrook te lassen, hetgeen eenvoudig mogelijk is door een verhit snijorgaan te gebruiken, bijvoorbeeld een door 15 elektrische stroomdoorgang verhitte metalen draad.
Het is ook mogelijk, dat de lengtestroken tot voorbij de laatste dwarsstrook uitsteken en dat er aldaar een eindstrook op is bevestigd, bijvoorbeeld door middel van lijmen.
Troor h°t afsnijden kan het dan voordelen hebben eerst een 20 eindstrook aan te brengen en daarna de afsnijding te laten plaats hebben direct aangrenzend, maar bij voorkeur ter plaatse, bijvoorbeeld- in het midden, van de eindstrook, zodat de beide afgesneden voorwerpen een afgewerkte rand hebben.
Een goede afwerking kan eveneens verkregen worden met 25 behulp van een naai- of stikbewerking. Daarbij verdient, in het bijzonder een omboordende naaibewerking, zoals festonneren, aanbeveling. Deze bewerking kan zowel worden toegepast op een rand, waar de dwars op die rand staande stroken afwisselend aan verschillende zijden van de even-30 wijdig aan de rand liggende strook staan, als op een rand, waarbij de dwarsstaande stroken steeds aan dezelfde zijde van de strook liggen, die evenwijdig aan de rand is.
De uitvinding voorziet eveneens in een inrichting voor het toepassen van de werkwijze. Een dergelijke inrichting 35 wordt gekenmerkt door een toevoerinrichting voor een aantal onderling evenwijdige lengtestroken, welke toevoerinrichting een rem- of spaninrichting bevat; een inrichting om lengtestroken afwisselend de ene en de andere kant uit en weer omgekeerd te bewegen; een toevoerinrichting voor een dwars-40 strook om deze tussen verschillend op en neer bewogen lengde- / r* i . : ·; ** ·' ' ·, · X' t -4- stroken te brengen; en door een afsni3dinrichting voor de dwarsstrook.
Omdat een strook vezelvliesmateriaal een onvergelijkbaar groter volume heeft per lengte-eenheid dan een bij 5 weven gebruikte draad wordt er volgens een nadere uitwerking van de uitvinding in voorzien, dat de toevoerinrichting voor de dwarsstrook een dwars op de lengterichting van de lengte-stroken beweegbare grijper bevat en besturingsmiddelen om de grijper te laten openen en sluiten. Dit voorkomt de 10 noodzaak een voorraad dwarsstroken heen en weer te behoeven te bewegjen ten opzichte van de baan, zoals bij weven met een schietspoel gebeurt.
Bij voorkeur wordt de ingebrachte dwarsstrook eerst verschoven tot bij de daarvóór ingebrachte dwarsstrook, 15 om dan te worden afgesneden.
i Eén van de belangrijke problemen die bij de uitvinding opgelost moeten worden vormt de bevestiging van de afgesneden dwarsstrookeinden. Dit kan machinaal bereikt worden door er in te voorzien, dat een toevoerinrichting aanwezig is voor 20 randstroken en een inrichting om de randstroken op de uiteinden van de dwarsstroken te bevestigen, hetgeen al dan niet definitief door middel van lijmen kan gebeuren. Ook kan de inrichting volgens de uitvinding zijn voorzien van een lengte-afsnijdinrichting, die is ingericht de lengte-25 stroken af te snijden direct aangrenzend of ter plaatse van de eindrandstrook of de dwarsstrook, waaraan de lengte-stroken zijn bevestigd.
Bij voorkeur wordt er daarbij in voorzien, dat de afsnijdinrichting een verhitbaar snijorgaan bevat, dat 30 tevens als lasorgaan dienst doet.
De uitvinding omvat eveneens een vel- of plaatvormig voorwerp, dat althans gedeeltelijk van vezelvliesmateriaal is en dat daardoor wordt gekenmerkt, dat evenwijdige stroken vezelvliesmateriaal afwisselend op 'en onder dwars op hen 35 staande verdere stroken liggen.
Bij voorkeur zijn de verdere stroken eveneens van vezelvliesmateriaal.
Het is ook mogelijk tussen evenwijdige stroken van vezelvliesmateriaal daarmede evenwijdige stroken van een 170 0 04 5 -5- % ander materiaal te gebruiken. Dit kan nuttig zijn om bepaalde esthetische of plaatselijke mechanische eigenschappen te verkrijgen, maar zal in het algemeen de homogeniteit en het verband met het voorwerp schaden.
5 Vezelvliesmateriaal, in het bijzonder wanneer het genaaid is, heeft de eigenschap licht, enigszins elastisch en betrekkelijk dik te zijn, waardoor het bijvoorbeeld bijzonder geschikt is voor. vloerbedekking. Matten, lopers, vloerkleden en vaste vloerbedekkingen kunnen op deze wijze 10 worden vervaardigd. Daarbij geeft dan de uitvinding de mogelijkheid van de aanbrenging van patronen. Op ö? eerder aangegeven wijze kunnen Vergelijke vel- of plaatvormige voorwerpen bij hun randen zijn afgewerkt met daar aangebrachte rand- of eindstroken, festonneringen en/of franje.
15 Het is evenwel ook mogelijk langs de omtrek van een dergelijk voorwerp een bij voorkeur flexibel raam aan te brengen, dat de einden van de stroken omvat. Sen dergelijk raam, bijvoorbeeld van een soepele kunststof, kan uit één of meer delen bestaan, bijvoorbeeld een vlakke lijst waarop 20 het voorwerp wordt gelegd en dan weer een lijst daarop, waarbij uitstekende gedeelten van de lijsten aan elkaar worden gehecht. Deze uitvoeringsvorm van de uitvinding is onder meer goed toepasbaar als deurmat.
De stroken kunnen door middel van lijmen aan elkaar 25 zijn bevestigd, in het bijzonder bij de langsranden. In de techniek zijn lijmen bekend, die oppervlakken van genaaid vezelvliesmateriaal snel en sterk met elkaar verbinden.
Andere mogelijkheden zijn afsnijden met; een verhit snij-orgaan dat tevens een lasfunctie vervult.
30 De voorwerpen volgens de uitvinding kunnen blokpatronen hebben, waarbij door ongelijkheid van de breedte van de stroken langwerpige blokken mogelijk zijn en het ook mogelijk is een aantal blokken die aan elkaar grenzen, dezelfde kleur te laten verkrijgen waardoor grotere patronsn dan met 35 het oppervlak van een enkel blok overeenkomt, mogelijk zijn.
Ook is het mogelijk dat de dwarsstroken niet loodrecht op de lengtestroken staan, maar daarmede een scheve hoek in-sluiten.
Tenslotte is het niet noodzakelijk dat de voorwerpen
f t /· f= n / K
* -6- rechthoekig of ruitvormig zijn, maar is afsnijding langs een willekeurige lijn mogelijk, mits langs die lijn een randafwerking wordt aangebracht.
De uitvinding wordt in het volgende nader toegelicht 5 aan de hand van de tekening, waarin: fig. 1 schematisch een gedeelte van een voorwerp volgens de uitvinding toont gedurende de vervaardiging daarvan; fig. 2 hetzelfde voorwerp in een verder vervaardigings-10 stadium toont; fig. 3 een voorwerp volgens de uitvinding toont met stroken van ongelijke breedte, die scheef gevlochten zijn en waarbij een randomlijsting is aangebracht; fig. 4 een doorsnede over de lijn IV-IV van fig.3 15 toont; fig. 4A een met fig. 4 overeenstemmende doorsnede door een verdere uitvoeringsvorm toont; en fig. 5 schematisch een inrichting voor het vervaardigen van voorwerpen volgens de uitvinding toont.
20 In fig. 1 zijn met 1 een aantal in evenwijdige banen liggende lengtestroken aangegeven. Deze lengtestroken zijn van genaaid vezelvlies met bijvoorbeeld vezels van poly-propeen. Een dergelijk vlies heeft bijvoorbeeld een dikte van 5 mm en is, ondanks het geringe soortelijk gewicht goed 25 samenhangend en slijtagebestendig, mede omdat de vezels door de vernaalding zeer goed vervilt zijn. Bovendien kan een dergelijke strook door en door geverfd zijn, zodat zonder bezwaar een kleurstof kan worden aangebracht die stabiel is en geheel in de vezelstrook opgenomen. Dit kan 30 reeds bij de vervaardiging van de strook of het vel, waaruit de strook is gesneden, gebeuren, waarbij er op gewezen wordt dat het scherp omlijnd verven van een genaaid vezelvlies met voldoende doordringing van de verf om deze stabiel de kleur te laten bepalen, niet goed mogelijk is.
35 Dwars op de stroken 1 zijn dwarsstroken 2 aangebracht, die afwisselend boven en onder de stroken 1 liggen, zodat een vlechtwerk ontstaat. De stroken 2 steken aan de linker zijde uit tot voorbij de linkerstrook 1 over een breedte, die bijvoorbeeld gelijk is aan die van een strook 1, maar 40 die ook groter of kleiner kan zijn. Aan de beide zijden
} ' C' Γ; ft ƒ. K
-7- heeft men de stukken 3 en 4 wen de stroken 2, die afwisselend verschillrr.de lengten hebben, waarover zij zichtbaar zijn en die alle buiten de stroken 1 uitsteken.
Zoals fig. 2 laat zien worden op de gedeelten van de 5 stroken 2, die buiten de stroken 1 uitsteken, randstroken 7 respectievelijk 9 aangebracht.
Om een lengteafwerking mogelijk te maken van de uit de stroken 1 en 2 gevlochten mat, is in fig. 1 aan de beneden-zijde één strook 2 niet aangebracht. Men heeft daar bijgevolg 10 opeenvolgende uitstekende stukken 5 en 6 die tot beneden de benedenste strook 2 reiken. Op deze uitstekende stukken 5 en 6 is een eindstrook 8 aangebracht, die tevens over het uiteinde van de stroken 7 en 9 ligt.
Om de lengteafsnijding mogelijk te maken is het 15 aantrekkelijk een doorsnijding door de strook 8 tot stand te brengen. In fig. 2 is dit schematisch aangeduid met een verbreding van öe strook 8 met behulp van een strook-gedeelte 8’, dat dan de eindstrook van de voorafgaande mat vormt, 20 In fig. 3 en d is een uitvoeringsvorm van de uitvinding getoond, die in een aantal opzichten afwijkt van die van fig, 1 en 2. In de eerste plaats zijn de stroken 2 niet loodrecht maar schuin op de stroken 1 aangebracht. -Verder he: ben de streken 2 een grotere breedte dan de stroken 1.
25 Ook is een omlijsting aangebracht, die bijvoorbeeld van polyvinylchloride is en uit een onderlijst 11 en een langs de buitenzijde er op gelijmde of gelaste bovenlijst 10 bestaat.
Het zal duidelijk zijn, dat.ter verkrijging van verdere 30 variaties van het uiterlijk de stroken 1 onderling verschillende breedten of kleuren kunnen hebben, en dat het ook mogelijk is de stroken 2 verschillende breedten en/of kleuren te geven. Zelfs is het mogelijk de stroken een verschillende aard te geven, bijvoorbeeld de stroken 2 van een anti-slip 35 laag te voorzien, hetgeen ook weer mogelijk is voor elke de n strook waarbij n een geheel getal is, dat bij voorkeur een lage waarde, zoals 2, 3, 4 of 5 heeft.
Omdat materiaal met een anti—slip laag veelal stugger is dan hetzelfde materiaal zonder een dergelijke laag geeft L0 het gebruik van slechts een beperkt aantal stroken met zo'n
v v *7 J
« -8- laag een goede combinatie van soepelheid en goede anti-slip eigenschappen.
Het vormen van een anti-slip laag of het aanbrengen van andere de wrijving verhogende middelen is op zichzelf 5 bekend. Het is in principe zelfs mogelijk een volgens de uitvinding vervaardigd vlechtwerk een bewerking te laten ondergaan, die de anti-slip eigenschappen verbetert.
Fig. 4 toont een doorsnede over de lijn IV-IV van fig. 3. Daaruit blijkt dat een rondom gaande lijst 11 10 beneden de mat is aangebracht waarop een eveneens rond gaande lijst 10, bijvoorbeeld door middel van lijmen of lassen aan de rand is bevestigd. Tussen de lijsten 11 en 10.ligt de mat, waarbij hier in doorsnede de eindstrook 8 te zien is, die over de stroken. 1 en over de randstroken 15 7 en 9 ligt. ' ' : .
De uitvoeringsvorm van fig. 4 kan bijvoorbeeld verkregen worden door de strook 8, die op de randstroken 7 en 9 is gelijmd, op te wippen om de er boven gelegen einden van de 20 stroken 1 er onder te laten glippen.
De uitvoeringsvorm waarvan fig. 4A een doorsnede door een eindrand toont, is eenvoudig te vervaardigen. Men snijdt een normaal vlechtwerk met randstroken 7 en 9 tussen twee opeenvolgende stroken 2 af met een verhitte draad, die de 25 zijkant van de strook 2 aan de stroken 1, 7 en 9 last. Een dergelijke verbinding wordt dan later bestendigd en afgewerkt door een festonnering 32.
In het schema van een inrichting volgens de uitvinding, dat in fig. 5 is weergegeven, is een balk 12 heen en weer 30 beweegbaar door middel van een niet weergegeven pneumatische inrichting in de richting van de pijlen 13. Daarbij loopt de balk op geleidingen 14 en 15.
Op de balk bevindt zich een pneumatische cilinder 16 met een stan 17» die een grijper draagt, die bestaat uit 35 een vaste bek 18 en een beweegbare bek 19, die gekoppeld is met een bedieningsvinger 20. Tegenover de grijper 18-20 bevindt zich een geleiding 21 voor stroken 2 die door middel van een geleidingsrol of dergelijke 22 verbonden is met een niet getekende voorraad voor de strook 2.
40 De stroken 1 worden gedeeltelijk naar boven bewogen, *. j >.·· h’ -9- hier aangeduid met 1a, en gedeeltelijk naar beneden, aangeduid met 1b. Deze stroken lopen over geleidingen 16, die op en neer beweegbaar zijn, zodanig dat de stroken 1b de stand van de stroken 1a in kunnen nemen en omgekeerd.
5 Wanneer de stroken in de getekende stand zijn kan de grijper 18-20 tussen de stroken 1a en 1b door bewegen naar de toevoerinrichting 21 toe, waar de vinger 20 tegen een niet weergegeven aanslag aanloopt en de grijper 18-20 sluit, en kan worden teruggetrokken. Vervolgens wordt de balk 12 10 naar rechts geschoven, waarbij de vorktanden 23, die tussen de stroken 1a en 1b doorsteken de strook 2 zijwaarts meevoeren en naar de plaats brengen, waar de stroken 1a en 1b weer bij elkaar komen. Op dat punt wordt de strook 2 door een snij-inrichting 31 afgesneden. Voorbij de snijinrichting 31 15 bevindt zich een lijmopbrenginrichting 27, die de ter weerszijden van de stroken 1a en 1b uitstekende delen van de stroken 2 van lijm voorzien.
De stroken 1a en 1b zijn afkomstig van een rol 24, die op een as 25 kan draaien en daarbij geremd wordt door een 20 schematisch aangeduide reminrichting 26. Buiten de stroken 1 bevindt zich aan de ene zijde een eindstrook 7 en aan de andere zijde een eindstrook 9, die niet op en neer bewogen worden en apart naar de uitstekende delen ~an de stroken 2 bewogen worden, waar zij op gelegd worden, waarna een 25 spijkerrol 22 de streken 1a en de stroken 2 gedwongen meeneemt. De stroken 7 en 9 worden meegenomen, omdat zij tussen de rol 23 en de rol 29 ingeklemd worden. Tussen de rol 29 en 30 komt dan een gevlochten mat met daaraan gelijmde zijstroken naar buiten.
30 Een dergelijke mat kan in stukken gesneden en afgewerkt worden, zoals reeds naar aanleiding van figuren 4 en 4A is besproken. Het afsnijden kan bij het einde van de geschetste machine gebeuren, maar het is ook mogelijk een lange gevlochten baan af te nemen, die later tot voorwerpen van 35 verschillende lengte kan worden verwerkt. Het naar aanleiding van fig. 4A besproken afsnijden in combinatie met het aaneen-lassen en eventueel later festonneren kan ook toegepast worden op doorsnijdingen in de lengterichting, waardoor het mogelijk is uis een brede band van vlechtwerk smallere 40 voorwerpen te vervaardigen.
E 7 0 0 0 4 5 -10-
Hoewel in de uitvoeringsvoorbeelden er yan uit is gegaan, dat randstroken, zoals 7 en 9 worden gebruikt, is dit niet steeds noodzakelijk.
t ε[ ^ Λ P P’ 1 . 1 .· I- v :i

Claims (28)

1. Werkwijze voor liet vervaardigen van vel- of plaatvormige voorwerpen van vezelvliesmateriaal, in liet bijzonder genaaid vezelvlies, waarbij langwerpige stroken van vezelvliesmateriaal tot een geheel worden samengevoegd, met 5 het kenmerk, dat een aantal lengte stroken in in hun lengterichting lopende banen naast elkaar wordt gelegd, welke banen in loodrecht aanzicht onderling evenwijdig zijn, dat de lengtestroken afwisselend in de ene of de andere richting en/of in verschillende mate loodrecht 10 op hun vlak verplaatst worden tot in een eerste stand, dat in de daardoor gevormde tussenruimte dwars op de banen een dwarsstrook wordt aangebracht, waarna de lengtestroken elk in tegengestelde richting en/of op omgekeerde wijze in verschillende mate verplaatst worden tot in een tweede stand, 15 dat in de dan gevormde tussenruimte een verdere dwarsstrook wordt gebracht en zo vervolgens, waarbij de lengtestroken, de dwarsstroken en/of beide van vezelvliesmateriaal zijn.
2, Werkwijze volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat elke dwarsstrook, na in een ruimte 20 tussen de lengtestroken gebracht te zijn, naar de daarvoor aangebrachte dwarsstrook wordt verschoven.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, m e t het kenmerk, dat aan de dwarsstroken randstroken worden bevestigd, die evenwijdig lopen aan de lengtestroken.
4. Werkwijze volgens conclusie 3* m e t het kenmerk , dat tenminste één randstrook een buitenste lengtestrook is en dat de dwarsstroken afwisselend aan de ene en de andere zijde van de randstrook worden bevestigd.
5. Werkwijze volgens conclusie 3, m e t het 30 kenmerk, dat tenminste één randstrook aan de buitenzijde van de lengtestroken ligt en dat de dwarsstroken op één zijde van de randstrook zijn bevestigd.
6. Werkwijze volgens één of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de lengte- 35 stroken aan een in de richting van de dwarsstroken lopende eindstrook worden bevestigd en direct aangrenzend aan of ter plaatse van de eindstrook worden doorgesneden. i:; vd 5 •4 -12-
7. Werkwijze volgens conclusie 6, m e t het kenmerk, dat de eindstrook een normale dwarsstrook is en dat de lengtestroken er afwisselend aan de ene en de andere zijde op liggen en bevestigd worden.
8. Werkwijze volgens conclusie 6, m e t het kenmerk, dat de lengtestroken aan één zijde van de eindstrook liggen en aan die zijde worden bevestigd.
9. Werkwijze volgens één of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de door- 10 snijding van de lengtestroken plaats heeft met een verhit snijorgaan, dat de afgesneden einden van de lengtestroken aan de dwarsstrook last.
10. Werkwijze volgens één of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat het aan 15 elkaar bevestigen van lengtestroken aan eindstroken en/of dwarsstroken aan randstroken het op elkaar lijmen van de elkaar bedekkende delen van de stroken omvat.
11. Werkwijze volgens één of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat één of 20 meer randen van het voorwerp door middel van een naaibewerking zoals festonneren worden afgewerkt.
12. Inrichting voor het toepassen van de werkwijze volgens één of meer van de conclusies 1-11, gekenmerkt door een toevoerinrichting voor een aantal onderling even- 25 wijdige lengtestroken, welke toevoerinrichting een rem- of spaninrichting bevat; een inrichting om lengtestroken afwisselend de ene en de andere kant uit en weer omgekeerd te bewegen; een toevoerinrichting voor een dwarsstrook om deze tussen verschillend op en neer bewogen lengtestroken te brengen; 30 en door een afsnijdinrichting voor de dwarsstrook.
13. Inrichting volgens conclusie 12, m e t het kenmerk, dat de toevoerinrichting voor de dwarsstrook een dwars op de lengterichting van de lengtestroken beweegbare grijper bevat en besturingsmiddelen om de grijper 35 te laten openen en sluiten.
14. Inricht ng volgens conclusie 13,met het kenmerk, dat de dwarsstrooktoevoerinrichting gezamenlijk met een opschuifinrichting voor de dwarsstrook verplaatsbaar is in de lengterichting van de lengtestroken r· 7 7 ft Λ l R > ly· b V έϊ v -15- en dat de afsnijdinrichting samenwerkt met de dwarsstrook-toevoerinrichting, wanneer die in de genoemde lengterichting is verplaatst.
15. Inrichting volgens één of meer van de conclusies 5 12—14, met het kenmerk, dat een toevoer- inrichting aanwezig is voor randstroken en een inrichting om de randstroken op de uiteinden van de dwarsstroken te bevestigen. Ί6. Inrichting volgens één of meer van de conclusies 10 12-15, met het kenmerk, dat een inrichting aanwezig is om een eindstrook evenwijdig aan de dwarsstroken aan te brengen en aan de lengtestroken te bevestigen.
17. Inrichting volgens één of meer van de conclusies 12-15, met het kenmerk, dat een inrichting 15 aanwezig is om de lengtestroken aan een dwarsstrook te bevestigen. 1S. Inrichting volgens conclusie 16 en/of 17, met het kenmerk, dat een lengteagsnijdinriehting aanwezig is, die is ingericht de lengtestroken af te snijden 20 direct aangrenzend of ter plaatse van de eindrandstrook of de dwarsstrook, waaraan de lengtestroken zijn bevestigd.
19. Inrichting volgens conclusie 18,met het kenmerk, dat de afsnijdinrichting een verhitbaar snijorgaan bevat, dat tevens als lasorgaan dienst doet.
20. Inrichting volgens één of meer van de conclusies 12-19, met het kenmerk, dat een aantal voorraachouders voor dwarsstroken aanwezig is, die naar keuze in de stand voor samenwerking met de dwarsstrook-toevoerinrienting gebracht kunnen worden.
21. Vel- of plaatvormig voorwerp, dat althans gedeel telijk -ran vezelvliesma teriaal is, met het kenmerk, dat evenwijdige stroken vezelvliesmateriaal afwisselend op en onder dwars op hen staande verdere stroken liggen.
22. Voorwerp volgens conclusie 21,met het kenmerk, dat de verdere stroken eveneens van vezelvliesmateriaal zijn.
25. Voorwerp volgens conclusie 21 of 22, met het kenmerk, dat de uiteinden van de stroken bevestigd 40 zijn op dwars op hen staande eind- of randstroken. V' 'r-· ,·. ' * • \ v v , .* i -14-
24. Voorwerp volgens conclusie 23, 1 e t het kenmerk , dat de eind- of randstroken aan één zijde aan de genoemde uiteinden zijn bevestigd.
25. Voorwerp volgens conclusie 23 en/of 24, m e t 5 het kenmerk, dat de bevestiging van stroken aan elkaar een lijmverbinding omvat.
26. Voorwerp volgens één of meer van de conclusies 21-25, met het kenmerk, dat tenminste sommige randen met een stiksel zoals een omboordende 10 festónnering zijn afgewerkt.
27. Voorwerp volgens conclusie 26,met het kenmerk, dat franje aan tenminste een gedeelte van de randen is bevestigd.
28. Voorwerp volgens één of meer van de conclusies 15 21-25, met het kenmerk, dat langs de omtrek een bij voorkeur flexibel raam is aangebracht, dat de einden van de stroken omvat.
29. Voorwerp volgens één of meer van de conclusies 21-28, met het kenmerk, dat het vezel- 20 vliesmateriaal genaaid is.
30. Voorwerp volgens één of meer van de conclusies 21-29, met het kenmerk, dat tenminste sommige van de lengte- eh/of dwarsstroken aan een zijde van anti-slip middelen zijn voorzien. 25 2 f* A /. K - «.:· t·· -J 'l J
NL8700045A 1987-01-12 1987-01-12 Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van vel- of plaatvormige voorwerpen van vezelvliesmateriaal, in het bijzonder genaald vezelvlies en voorwerp vervaardigd onder toepassing van de werkwijze. NL8700045A (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8700045A NL8700045A (nl) 1987-01-12 1987-01-12 Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van vel- of plaatvormige voorwerpen van vezelvliesmateriaal, in het bijzonder genaald vezelvlies en voorwerp vervaardigd onder toepassing van de werkwijze.
EP88200027A EP0277668A1 (en) 1987-01-12 1988-01-11 Method and apparatus for manufacturing sheet or plate shaped objects of fibrous web material, in particular needled fibrous web and object manufactured by applying the method

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8700045 1987-01-12
NL8700045A NL8700045A (nl) 1987-01-12 1987-01-12 Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van vel- of plaatvormige voorwerpen van vezelvliesmateriaal, in het bijzonder genaald vezelvlies en voorwerp vervaardigd onder toepassing van de werkwijze.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8700045A true NL8700045A (nl) 1988-08-01

Family

ID=19849393

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8700045A NL8700045A (nl) 1987-01-12 1987-01-12 Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van vel- of plaatvormige voorwerpen van vezelvliesmateriaal, in het bijzonder genaald vezelvlies en voorwerp vervaardigd onder toepassing van de werkwijze.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP0277668A1 (nl)
NL (1) NL8700045A (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN112955312A (zh) * 2018-11-07 2021-06-11 史太林格有限责任公司 由织物构成的幅面材料及其制造方法

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
ITMI20022595A1 (it) * 2002-12-06 2004-06-07 Orlandi Spa Tessuto a base di strisce di non -tessuto.
ES2558870T3 (es) * 2005-01-17 2016-02-09 Tape Weaving Sweden Ab Método y aparato para tejedura de urdimbre y trama de tipo cinta y material del mismo
EP2444535B1 (en) * 2010-10-19 2013-09-04 Tape Weaving Sweden AB Method and means for measured control of tape-like warps for shedding and taking-up operations
DE102012212169A1 (de) 2012-07-11 2014-01-16 Lindauer Dornier Gesellschaft Mit Beschränkter Haftung Vorrichtung zum Zwischenspeichern von bandartigem Schussmaterial für eine Webmaschine und Webmaschine mit einer solchen Vorrichtung
CN105970450A (zh) * 2016-07-26 2016-09-28 江苏工程职业技术学院 一种特殊织物的引纬机构装置
CN114960001B (zh) * 2022-03-25 2023-06-20 郑州中远防务材料有限公司 一种薄膜纺织机

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB289570A (en) * 1927-02-04 1928-05-03 Walter Gledhill Improvements in or relating to looms for weaving having stationary weft supplies
US2745444A (en) * 1952-07-26 1956-05-15 Kraft Paper Products Ltd Woven matting
GB1176078A (en) * 1966-07-06 1970-01-01 Sakai Kasei Kogyo Kabushiki Ka Fabric for Sacks and Bags.
DE2615046A1 (de) * 1976-04-07 1977-10-20 Spohn Kg Verfahren zur herstellung von einem gewebe, sowie vorrichtung zur durchfuehrung des verfahrens

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN112955312A (zh) * 2018-11-07 2021-06-11 史太林格有限责任公司 由织物构成的幅面材料及其制造方法

Also Published As

Publication number Publication date
EP0277668A1 (en) 1988-08-10

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA2265403C (en) Textile length, process for producing one such textile length, and a device for executing this process
US4342802A (en) Floor covering of needled woven fabric and nonwoven batt
NL1006092C2 (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van een dwarsvezelbaan, een volgens de werkwijze vervaardigde dwarsvezelbaan, alsmede een inrichting voor het vervaardigen van een kruislegsel met behulp van een dwarsvezelbaan volgens de uitvinding.
US4277527A (en) Wall construction material comprising a rigid support with a textile material facing laminated thereto
US4389442A (en) Wall covering fabric with texturized loops
US7115315B2 (en) Reinforced secondary backing fabric and method of using the same
US8021735B2 (en) Stitchbonded fabric with a substrate having diverse regional properties
NL8700045A (nl) Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van vel- of plaatvormige voorwerpen van vezelvliesmateriaal, in het bijzonder genaald vezelvlies en voorwerp vervaardigd onder toepassing van de werkwijze.
CZ301633B6 (cs) Zpusob a zarízení k výrobe textilních výrobku a vyrobené textilní výrobky
US20070261777A1 (en) Method for Coating Grey Goods for Carpeting Using a Broad Slotted Nozzle
JPH0814070B2 (ja) 装飾用リボンおよびシ−ト材料
NL1034142C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van kunstgras.
US4256522A (en) Fabrics
DE59700121D1 (de) Tuftträger
GB2268197A (en) A fleece material
US5168000A (en) Flat textile body
US4153750A (en) Floor and/or wall covering
NL1031739C2 (nl) Werkwijze voor het vormen van een lamelstuk voor een jaloezie en het lamelstuk dat aldus is gevormd.
JPH0624704B2 (ja) 改良された接合用テ−プとその製法
NL1016230C2 (nl) Backingstructuur.
US3844864A (en) Method of making yarn shade cards
US3867219A (en) Method of making pile fabrics from a block of pile material
BE1011847A3 (nl) Gesneden pooltapijt en werkwijze voor het bekomen van een gesneden pooltapijt.
EP0609385A1 (en) Method for producing tufted and bonded carpet material and the carpet so produced
JPH03500751A (ja) 強化重合体物品

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed