NL8615011A - Kanonstelsels. - Google Patents

Description

% \ NO 34601

Korte aanduiding: Kanonstelsels.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op kanonstelsels, meer in het bijzonder op getrokken houwitzer stelsels.

Het artillerie-kanonstelsel, bekend als het Britse Light Gun L118 (hierna aangeduid als de "Light Gun") is een algemeen 5 bekend artillerie-kanonstelsel dat wordt vervaardigd en verkocht door het bedrijf van aanvraagster dezes. De structuur van dit stelsel omvat een kanon dat wordt gedragen in een wieg op een steunende affuit, voorzien van een zadel gemonteerd op een korte spil, waarbij het kanon ten opzichte van de spil in evenwicht wordt gehouden door een staart-10 configuratie die voorzien van buisvormige, achter het kanon naar de grond uitstekende benen. De spil is vastgezet op een platform waaraan ook de affuitbenen zijn bevestigd, en het platform wordt gesteund door assen waarop wielen zijn gemonteerd waarmee het stelsel indien nodig kan worden voortgetrokken.

15 De Light Gun heeft een zeer geschikte licht-gewicht constructie die het mogelijk maakt het stelsel voort te trekken met behulp van een landvoertuig of te transporteren met behulp van een helikopter.

Het is echter voor bepaalde toepassingen wenselijk om 20 een nieuwe constructie voor een kanonstelsel te verschaffen welke constructie verdere gewichtsbesparing biedt ten opzichte van de afmetingen van het kanon in vergelijking met de constructies van bekende stelsels zoals dat van de Light Gun.

In overeenstemming met de uitvinding omvat het kanon-25 stelsel een kanon gemonteerd op een ondersteunende structuur, middelen « voor het variëren en instellen van de elevatiehoek van het kanon ten opzichte van de ondersteunende structuur, middelen voor het ondersteunen van het achteruiteinde van het kanon en middelen voor het variëren en instellen van de hoogte van het achteruiteinde van het 30 kanon ten opzichte van de ondersteunende structuur omvattende ten minste een scharnierarm die met een uiteinde verbonden is aan een punt van de ondersteunende structuur en met het andere uiteinde aan het achtruiteinde van het kanon.

Het is wenselijk dat de hoogte van het achteruiteinde 35 van het kanon kan worden vergroot door de genoemde middelen als de elevatiehoek wordt vergroot alhoewel de hoogte niet behoeft te worden vergroot voor elevatiehoeken kleiner dan een vooraf bepaald minimum, . 8 e 1 5 S ! 1' 2 * ί 'ij b.v. 30° ten opzichte van het horizontale vlak.

De elevatiehoek en de hoogte van het achteruiteinde van het kanon kunnen onafhankelijk van elkaar worden veranderd alhoewel ze bij voorkeur in een enkele operatie tezamen kunnen worden veranderd 5 door een gemeenschappelijk mechanisme.

De middelen voor het variëren en instellen van de elevatiehoek kunnen voorzien zijn van hefarmen waarvan de lengte kan worden vergroot en die instelbaar zijn op de gewenste lengte en aangebracht zijn tussen de ondersteunende structuur en het kanon of 10 zijn affuit door middel, van lagers die het mogelijk maken dat de armen en daarmee het kanon worden verdraaid. De armen kunnen voorzien zijn van een schroefdraadstang die zich bevindt in een van inwendige schroefdraad voorziene huls.

De middelen voor het variëren en instellen van de 15 elevatiehoek van het kanon kunnen voorzien zijn van een hefvijzel die met één uiteinde verbonden is met de ondersteunende structuur en met het andere uiteinde verbonden is met een positie op één van de hefarmen in de lengterichting ervan, bij voorkeur aan het vanaf de ondersteunende structuur afgekeerde uiteinde ervan.

20 In een uitvoeringsvoorbeeld kan het achteruiteinde van het kanon worden gesteund en omhoog gebracht door scharnierarmen die een vaste lengte hebben en bevestigd zijn aan de ondersteunende structuur en via lagers aan hun uiteinden roteerbaar zijn.

In dit uitvoeringsvoorbeeld kunnen de scharnierarmen 25 scharnierbaar bevestigd zijn aan een wagen die voorzien is van een wiegsamenstelling nabij zijn achteruiteinde en aan het andere uiteinde scharnierbaar gemonteerd is aan het achteruiteinde van het kanon.

De middelen voor het roteren van de scharnierarm rond de scharnierverbinding kunnen voorzien zijn van een hefvijzel waarvan 30 één uiteinde verbonden is met de ondersteunende.structuur en waarvan het andere uiteinde verbonden is met een positie op de scharnierarm, gezien in lengterichting ervan, bij voorkeur aan het van de ondersteunende structuur afgekeerde uiteinde.

De ondersteunende structuur kan voorzien zijn van een 35 basis die verdraaibaar kan zijn, een staartconfiguratie, bijvoorbeeld staartbenen, voor het in evenwicht houden van het kanon ten opzichte van de basis.

Het kanon in het stelsel volgens de onderhavige uitvinding kan worden gepositioneerd op een lage hoogte ten opzichte * % 6 1 5 0 | f ft . ï 3 > van de grond, in het bijzonder bij lage elevatiehoeken van het kanon.

Dit verbetert de stabiliteit van het kanon door het reduceren van het destabiliserende moment dat een maximum bereikt tijdens het afvuren van het kanon; dit moment, dat ertoe leidt dat het kanon voorwaarts wil 5 kantelen, is evenredig met de hoogte van het kanon boven de grond.

De verbeterde stabiliteit maakt het mogelijk dat de componenten van het stelsel een kleiner gewicht hebben dan die, gebruikt in bekende stelsels, omdat de stabiliteit niet zo afhankelijk is van het gewicht van de componenten als in de bekende stelsels. De 10 stabiliteit van het kanon is echter geen serieus probleem bij grotere elevatiehoeken van het kanon (ten opzichte van de grond) en we hebben uit deze eigenschap voordeel getrokken. Door het mogelijk te maken dat het achteruiteinde van het kanon omhoog wordt verplaatst bij elevatiehoeken van het kanon groter dan ongeveer 30° kunnen we het voordelige 15 resultaat verschaffen van een adequate vrije ruimte ten opzichte van de grond waardoor de terugstoot mogelijk wordt en bovendien het kanon voor het afvuren toegankelijk wordt voor het bedienende personeel. Het kanonstelsel volgens de onderhavige uitvinding kan derhalve een unieke combinatie vormen van laag gewicht, stabiliteit van het kanon en een 20 voldoende toegankelijkheid tijdens bedrijf.

Als voorbeeld van het gebruik van lichtgewicht componenten kan de ondersteunende structuur in het stelsel volgens de onderhavige uitvinding voorzien zijn van ten minste een gedeelte dat vervaardigd is uit een lichtgewicht composiet materiaal, bijvoorbeeld 25 voorzien van een met vezels versterkt plastic materiaal.

In het boven beschreven voorbeeld van de onderhavige uitvinding kunnen de scharnierarmen worden vergrendeld bij grotere elevatiehoeken van het kanon, b.v. groter dan ongeveer 30°, door middel van hefvijzels, maar bij lagere kanonelevatiehoeken kan dit 30 uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding zodanig aangepast zijn dat de scharnierarmen opwaarts kunnen roteren tijdens de terugstoot van het kanon zoals beschreven is in een samenhangende aanvrage met gelijke datum. Deze vertikale beweging verbetert de stabiliteit van het kanon verder door een kracht te produceren die het destabiliserende gewicht 35 van het kanon tegenwerkt.

Indien de affuitbenen voorzien zijn van een gedeelte dat vervaardigd is uit een composiet materiaal dan kan dit deel van de benen worden gevormd uit elk willekeurig bekend composietmateriaal met een hoge sterkte. Het kan bijvoorbeeld voorzien zijn van willekeurige e 8 6 15 011 Λ bekende versterkingsvezels, b.v. geselecteerd uit één of meer van de volgenden: koolstof, glas, aramide, metaal, polyamide of polyolefin vezels, ingebed in een polymeermatrixmateriaal dat een hardbaar, b.v. thermohardend plastic materiaal of thermoplastisch materiaal kan zijn 5 zoals bekend is voor de deskundige op het terrein van de composieten.

De versterkende vezels kunnen al dan niet geweven zijn en hun richting kan worden geselecteerd om een richtingssterkte te verkrijgen aangepast aan de belasting die uitgeoefend wordt.

Met vezels versterkte plastic lagen kunnen worden 10 gevormd in een bekende laminaatstructuur tezamen met andere lagen, b.v. andere met vezels versterkte plastics met verschillende versterkings-vezels of met verschillend geörienteerde vezels, niet versterkte plastics of metaallagen, b.v. van aluminium of titanium.

Als de affuitbenen voorzien zijn van een gedeelte dat 15 gevormd is uit willekeurig één van de bovengenoemde composietmaterialen dan zijn ze bij voorkeur buisvormig met bij benaderingen vierkante, rechthoekige, cirkelvormige of willekeurige andere geschikte dwarsdoorsneden. Het gebied dat door de buisvorm in doorsnede wordt omsloten kan taps toelopen gezien in de lengterichting van het been. De totale 20 vorm van de benen kan recht of gekromd zijn.

De terugstootkrachten, geproduceerd tijdens het afvuren van het kanon kunnen worden gedempt door een bekende buffer die aangesloten is tussen de wieg en het kanon en het kanon kan worden teruggesteld door een bekende recuperator. Het kanonstelsel kan voor-25 zien zijn van bekende balanceermiddelen en bekende dwarsverplaatsings-middelen.

Het kanonstelsel volgens de uitvinding kan een lichtgewicht getrokken houwitzer met grote boring, b.v. 155 mm, zijn. Het trekken is mogelijk dankzij wielen die inklapbaar zijn tijdens het 30 operationele gebruik van het stelsel. Het stelsel kan ook worden voorzien van aangrijpelementen voor transport door de lucht, b.v. door middel van een helikopter, hetgeen mogelijk is vanwege het lage gewicht dat verkregen is door de nieuwe constructie.

Een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding zal 35 nu bij wijze van voorbeeld worden beschreven met verwijzing naar de begeleidende tekening, waarin:

Figuur 1 een zij-aanzicht is van het nieuwe kanonstelsel .

Figuur 2 een zij-aanzicht is van een ander nieuw » 5 * \ kanonstelsel.

In figuur 1 wordt een kanon 44, gedragen in een wieg 43, omhoog gebracht door een paar hefarmen 45 (waarvan er in figuur 2 slechts één is getoond) en een paar hefarmen 47 (waarvan er in figuur 2 5 slechts één is getoond). De armen 45, 47 zijn via lagers 49, 51 respectievelijk bevestigd aan de wieg 43 en via lagers 53, 55 respectievelijk bevestigd aan een roteerbaar platform 57 op een basis 59. De affuitbenen 61 (waarvan er in figuur 1 slechts één is getoond) houden het kanon 41 in evenwicht ten opzichte van de basis 59. De benen 10 61 hebben schoppen of sporen 63 voor het verankeren van de benen in de grond. De basis 59 kan ook in de grond verankerd zijn.

De armen 45 die het dichtst aan het achteruiteinde van de wieg 43 zijn bevestigd hebben een vaste lengte terwijl de armen 47 die nabij het voorste uiteinde van de wieg 43 zijn bevestigd zijn 15 varieerbaar is lengte door middel van de stelmiddelen 65. De lagers 49, 51 maken het mogelijk dat de armen 45 roteren ten opzichte van het platform 57 en de lagers 53, 55 maken het mogelijk dat de armen 47 roteren ten opzichte van het platform 57.

De elevatiehoek van het kanon 41 en van de wieg 43 20 kan dus worden gevarieerd door het veranderen van de lengte van de armen 47, en terwijl deze hoek varieert zorgt een rotatie van de armen 45 voor een rotatie van het achteruiteinde van de wieg 43 en van het kanon 41 in opwaartse richting ten einde de gewenste vrije speling ten opzichte van de grond G te verkrijgen. Deze positie wordt in figuur 1 25 aangeduid met de stippellijnen E. De armen 45 kunnen worden vergrendeld om de wieg 43 en het kanon 41 in deze positie te houden door middel van een bekend grendelmechanisme (dat in figuur 1 niet is getoond).

De armen 45 kunnen roteren rond de as 53 door middel van (niet getoonde) hefvijzels die met één uiteinde scharnierbaar zijn 30 bevestigd aan het platform 57 door middel van lagers die zich bevinden tussen de lagers 53 en 55, en met het andere uiteinde scharnierbaar zijn bevestigd aan het uiteinde van de armen 45 dat zich bevindt op afstand van het platform 57, nabij het lager 49. De hefvijzels kunnen voorzien zijn van grendelmechnanismen.

35 Zoals in conventionele kanonstelsels kunnen de affuitbenen 10 in de grond worden verankerd door middel van schoppen of sporen 14 en kan de basis 6 eveneens voorzien zijn van soortgelijke (niet getoonde) verankeringsmiddelen waarmee de stabiliteit wordt verbeterd.

. 86 1 5 01 f 6 5 »

De affuitbenen 61 kunnen vervaardigd zijn uit een lichtgewicht composiet materiaal, b.v. een epoxyhars versterkt met een mengsel van glasvezels en koolstofvezels, gevormd tot een holle, bijvoorbeeld bij benadering doosvormige structuur (in doorsnede).

5 Het kanonstelsel kan bekende (niet getoonde) componenten hebben zoals evenwichtsmiddelen voor het balanceren van het stelsel indien de elevatiehoek van het kanon (1) wordt vergroot, wielen die kunnen scharnieren naar een weggeklapte positie, een mondingsrem voor het reduceren van de terugstootkrachten en een buffer/recuperator-10 stelsel tussen het kanon (1) en de wieg (3) waarmee de terugstootkrachten worden gedempt en het kanon (1) wordt teruggebracht naar de afvuurpositie na de terugstoot.

Bij kleine elevatiehoeken van het kanon 41, b.v. onder 30° ten opzichte van de grond G, kunnen het kanon 41 en de wieg 15 43 de mogelijkheid hebben om opwaarts te roteren tijdens de terugstoot zoals beschreven is in een samenhangende octrooiaanvrage met gelijke datum, waardoor een bijdrage wordt geleverd aan de stabilisatie van deze componenten. Veren of recuperators (niet getoond) kunnen aangebracht zijn tussen de armen 45, 47 en het platform 57 ten einde 20 het kanon 41 en de wieg 43 te doen terugkeren naar hun oorspronkelijke elevatiehoek.

.8615011

Claims (11)

1. Kanonstelsel voorzien van een kanon dat gemonteerd is op een ondersteunende structuur, middelen voor het variëren en instellen van de elevatiehoek van het kanon ten opzichte van de ondersteunende structuur, middelen voor het ondersteunen van het achter-5 uiteinde van het kanon en middelen voor het variëren en instellen van de hoogte van het achteruiteinde van het kanon ten opzichte van de ondersteunende structuur, omvattende ten minste een scharnierarm die met één uiteinde bevestigd is aan een punt op de ondersteunende structuur en met het andere uiteinde bevestigd is aan het achter-10 uiteinde van het kanon.

2. Kanonstelsel volgens conclusie 1, waarin de elevatiehoek en de hoogte van het achteruiteinde van het kanon tezamen kunnen worden veranderd in één enkele operatie via een gemeenschappelijk mechanisme.

3. Kanonstelsel volgens conclusie 1, waarin de middelen voor het veranderen en instellen van de elevatiehoek van het kanon voorzien zijn van hefarmen waarvan de lengte kan worden vergroot en die op een gewenste lengte instelbaar zijn en aangebracht zijn tussen de ondersteunende structuur en het kanon of zijn wagen door 20 middel van lagers die het mogelijk maken dat de armen en daarmee het kanon roteren.

4. Kanonstelsel volgens conclusie 3, waarin de genoemde armen voorzien zijn van een schroefdraadstang die aangebracht is in en samenwerkt met een van inwendige schroefdraad voorziene huls.

5. Kanonstelsel volgens conclusie 3, waarin de middelen voor het variëren en instellen van de elevatiehoek van het kanon voorzien zijn van een hefvijzel die met één uiteinde is verbonden met de ondersteunende structuur en met het andere uiteinde is bevestigd aan een positie aan een van de hefarmen gezien in lengterichting 30 daarvan.

6. Kanonstelsel volgens conclusie 5, waarin de hefvijzel scharnierbaar bevestigd is met één uiteinde aan de ondersteunende structuur en met het andere uiteinde scharnierbaar bevestigd is aan een hefarm, op afstand van de ondersteunende structuur.

7. Kanonstelsel volgens conclusie 1, waarin de scharnierarm een vaste lengte heeft en met één uiteinde scharnierbaar bevestigd is aan de ondersteunende structuur en met het andere uiteinde .86 1 feit ί· ΐ ... scharnierbaar bevestigd is aan het achteruiteinde van het kanon.

8. Kanonstelsel volgens conclusie 1, waarin de scharnierarm aan één uiteinde een scharnierverbinding heeft met de ondersteunende structuur en middelen aanwezig zijn voor het roteren van 5 de scharnierarm rond de scharnierverbinding, omvattende een hefvijzel waarvan één uiteinde verbonden is met de ondersteunende structuur en het andere uiteinde verbonden is met een positie aan de scharnierarm gezien in lengterichting daarvan.

9. Kanonstelsel volgens conclusie 8, waarin het 10 genoemde andere uiteinde van de hefvijzel verbonden is met het uiteinde van de scharnierarm op afstand van de ondersteunende structuur.

10. Kanonstelsel volgens conclusie 1, waarin de ondersteunende structuur voorzien is van een basis, die roteerbaar is, alsmede een staartconfiguratie ten einde het kanon ten opzichte van de 15 basis in evenwicht te houden.

11. Kanonstelsel volgens conclusie 1, in hoofdzaak als beschreven in het bovenstaande met verwijzing naar de bijgaande tekeningen. .8615611