NL8615014A - Kanonstelsels. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Kanonstelsels. — -- " ------------------ f NO 34600 1

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op kanonstelsels, meer in het bijzonder op getrokken houwitzer stelsels.

Het artillerie-kanonstelsel, bekend als het Britse Light Gun L1I8 (hierna aangeduid als de "Light Gun") is een algemeen 5 bekend artillerie-kanonstelsel dat wordt vervaardigd en verkocht door het bedrijf van aanvraagster dezes. De structuur van dit stelsel omvat een kanon dat wordt gedragen in een wieg op een steunende affuit, voorzien van een zadel gemonteerd op een korte spil, waarbij het kanon ten opzichte van de spil in evenwicht wordt gehouden door een staart-10 configuratie die voorzien van buisvormige, achter het kanon naar de grond uitstekende benen. De spil is vastgezet op een platform waaraan ook de affuitbenen zijn bevestigd, en het platform wordt gesteund door assen waarop wielen zijn gemonteerd waarmee het stelsel indien nodig kan worden voortgetrokken.

15 De Light Gun heeft een zeer geschikte licht-gewicht constructie die het mogelijk maakt het stelsel voort te trekken met behulp van een landvoertuig of te transporteren met behulp van een helikopter.

Het is echter voor bepaalde toepassingen wenselijk om 20 een nieuwe constructie voor een kanonstelsel te verschaffen welke constructie verdere gewichtsbesparing biedt ten opzichte van de afmetingen van het kanon in vergelijking met de constructies van bekende stelsels zoals dat van de Light Gun.

In overeenstemming met de uitvinding omvat het kanon-25 stelsel een kanon en een wiegsamenstelling die gemonteerd is op een ondersteunende structuur, middelen voor het variëren en instellen van de elevatiehoek van het kanon ten opzichte van de ondersteunende structuur, middelen voor het ondersteunen van het achteruiteinde van het kanon en middelen voor het variëren en instellen van de hoogte van 30 het achteruiteinde van het kanon ten opzichte van <ie ondersteunende structuur en een omhoog verlopend geleidingsspoor gevormd in de ondersteunende structuur, in welke spoor het achteruiteinde van het kanon en de wiegsamenstelling is ingebracht.

Het is wenselijk dat de hoogte van het achteruiteinde 35 van het kanon kan worden vergroot door de genoemde middelen als de elevatiehoek wordt vergroot alhoewel de hoogte niet behoeft te worden vergroot voor elevatiehoeken kleiner dan een vooraf bepaald minimum, .8615014 2 b.v. 30° ten opzichte van het horizontale vlak.

De middelen voor het variëren en instellen van de elevatiehoek van het kanon kunnen voorzien zijn van hefarmen waarvan de lengte kan worden vergroot en die instelbaar zijn op de gewenste lengte 5 en aangebracht zijn tussen de ondersteunende structuur en het kanon of zijn affuit door middel van lagers die het mogelijk maken dat de armen en daarmee het kanon worden verdraaid. De armen kunnen voorzien zijn van een schroefdraadstang die zich bevindt in een van inwendige schroefdraad voorziene huls. In een uitvoeringsvorm van de uitvinding 10 kan het achteruiteinde van het kanon worden gesteund en omhoog gebracht door tappen waarvan de hoogte kan worden gevarieerd in een complementair omhoog lopend geleidingsspoor. De tappen zijn bij voorkeur verschuifbaar gepositioneerd in de omhoog lopende geleidingssporen. Het achterste deel van het kanon kan worden gedragen in een affuit die 15 voorzien is van een wiegsamenstelling waaraan de hefarmen zijn bevestigd. In dit bovenbeschreven voorbeeld kunnen de tappen zijn bevestigd aan een dergelijke affuit nabij het achteruiteinde ervan en kunnen de geleidingssporen voor de tappen aangebracht zijn in de ondersteunende structuur.

20 De ondersteunende structuur kan voorzien zijn van een basis die verdraaibaar kan zijn, een staartconfiguratie, bijvoorbeeld staartbenen, voor het in evenwicht houden van het kanon ten opzichte van de basis. In het genoemde tweede voorbeeld kan de ondersteunende structuur ook voorzien zijn van een zadel waarin de geleidingssporen 25 voor de tappen zijn aangebracht. De hefarmen kunnen ook bevestigd zijn aan een dergelijk zadel.

Het kanon in het stelsel volgens de onderhavige uitvinding kan worden gepositioneerd op een lage hoogte ten opzichte van de grond, in het bijzonder bij lage elevatiehoeken van het kanon.

30 Dit verbetert de stabiliteit van het kanon door het reduceren van hef destabiliserende moment dat een maximum bereikt tijdens het afvuren van het kanon; dit moment, dat ertoe leidt dat het kanon voorwaarts wil kantelen, is evenredig met de hoogte van het kanon boven de grond. De verbeterde stabiliteit maakt het mogelijk dat de 35 componenten van het stelsel een kleiner gewicht hebben dan die, gebruikt in bekende stelsels, omdat de stabiliteit niet zo afhankelijk is van het gewicht van de componenten als in de bekende stelsels.

De stabiliteit van het kanon is echter geen serieus probleem bij grotere elevatiehoeken van het kanon (ten opzichte van de .8615014

«I

3 grond) en we hebben uit deze eigenschap voordeel getrokken. Door het mogelijk te maken dat het achteruiteinde van het kanon omhoog wordt verplaatst bij elevatiehoeken van het kanon groter dan ongeveer 30° kunnen we het voordelige resultaat verschaffen van een adequate vrije 5 ruimte ten opzichte van de grond waardoor de terugstoot mogelijk wordt en bovendien het kanon voor het afvuren toegankelijk wordt voor het bedie.nende personeel. Het kanonstelsel volgens de onderhavige uitvinding kan derhalve een unieke combinatie vormen van laag gewicht, stabiliteit van het kanon en een voldoende toegankelijkheid tijdens 10 bedrijf.

Als voorbeeld van het gebruik van lichtgewicht componenten kan de ondersteunende structuur in het stelsel volgens de onderhavige uitvinding voorzien zijn van ten minste een gedeelte dat vervaardigd is uit een lichtgewicht composiet materiaal, bijvoorbeeld 15 voorzien van een met vezels versterkt plastic materiaal.

In het boven beschreven voorbeeld van de onderhavige uitvinding kunnen de tappen worden vergrendeld bij grotere elevatiehoeken van het kanon, b.v. groter dan ongeveer 30“. Dit voorbeeld van de uitvinding kan worden aangepast zodat in het bijzonder bij kleinere 20 elevatiehoeken de tappen opwaarts kunnen bewegen in hun geleidings-sporen tijdens de terugstoot van het kanon zoals beschreven is in een samenhangende aanvrage met gelijke datum, waardoor de stabiliteit van het kanon verder wordt verbeterd door een kracht te produceren die het destabiliserende gewicht van het kanon tegenwerkt.

25 Indien de affuitbenen voorzien zijn van een gedeelte dat vervaardigd is uit een composiet materiaal dan kan dit deel van de benen worden gevormd uit elk willekeurig bekend composietmateriaal met een hoge sterkte. Het kan bijvoorbeeld voorzien zijn van willekeurige bekende versterkingsvezels, b.v. geselecteerd uit één of meer van de 30 volgenden: koolstof, glas, aramide, metaal, polyamide of polyolefin vezels, ingebed in een polymeermatrixraateriaal dat een hardhaar, b.v. thermohardend plastic materiaal of thermoplastisch materiaal kan zijn zoals bekend is voor de deskundige op het terrein van de composieten.

De versterkende vezels kunnen al dan niet geweven zijn en hun richting 35 kan worden geselecteerd om een richtingssterkte te verkrijgen aangepast aan de belasting die uitgeoefend wordt.

Met vezels versterkte plastic lagen kunnen worden gevormd in een bekende laminaatstructuur tezamen met andere lagen, b.v. andere met vezels versterkte plastics met verschillende versterkings- — - —Λ .8615014 * 4

N

vezels of met verschillend geörienteerde vezels, niet versterkte plastics of metaallagen, b.v. van aluminium of titanium.

Als de affuitbenen voorzien zijn van een gedeelte dat gevormd is uit willekeurig één van de bovengenoemde composietmaterialen 5 dan zijn ze bij voorkeur buisvormig met bij benaderingen vierkante, rechthoekige, cirkelvormige of willekeurige andere geschikte dwarsdoorsneden. Het gebied dat door de buisvorm in doorsnede wordt omsloten kan taps toelopen gezien in de lengterichting van het been. De totale vorm van de benen kan recht of gekromd zijn.

10 De terugstootkrachten, geproduceerd tijdens het afvuren van het kanon kunnen worden gedempt door een bekende buffer die aangesloten is tussen de wieg en het kanon en het kanon kan worden teruggesteld door een bekende recuperator. Het kanonstelsel kan voorzien zijn van bekende balanceermiddelen en bekende dwarsverplaatsings-15 middelen.

Het kanonstelsel volgens de uitvinding kan een lichtgewicht getrokken houwitzer met grote boring, b.v. 155 mm, zijn. Het trekken is mogelijk dankzij wielen die inklapbaar zijn tijdens het operationele gebruik van het stelsel. Het stelsel kan ook worden 20 voorzien van aangrijpelementen voor transport door de lucht, b.v. door middel van een helikopter, hetgeen mogelijk is vanwege het lage gewicht dat verkregen is door de nieuwe constructie.

Een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding zal nu bij wijze van voorbeeld worden beschreven met verwijzing naar de 25 begeleidende tekening, waarin:

Figuur 1 een zij-aanzicht is van het nieuwe kanonstelsel .

Figuur 2 een zij-aanzicht is van een ander nieuw kanonstelsel.

30 In figuur 1 wordt het kanon 1 gedragen in een wieg 3 die aan zijn achteruiteinde is voorzien van tappen 5 (waarvan er in figuur 1 één is getoond) die zich bevinden in een geleidingsspoor 7 aangebracht in een zadel 9. Het zadel 9 wordt gesteund door een steunende kolom 4 en een basis 6. Affuitbenen 10 steken achter het 35 zadel 9 uit ten einde het kanon 1 en de wieg 3 ten opzichte van de basis 6 in evenwicht te houden.

Hefarmen 11 (waarvan er één in figuur 1 is getoond) zijn bevestigd aan het zadel 9 via een lager 13 en aan de wieg 3 via een lager 15 aan een frontklamp boven op de wieg 3. De armen 11 maken 8 f; 1 ri Π i 4 e “ V * V. * * i * 5 ' te . het mogelijk dat de elevatiehoek van de wieg 3 en het kanon 1 wordt gevarieerd en naar wens wordt ingesteld. De armen 11 hebben een variabele lengte en worden tezamen op lengte ingesteld via de stel-middelen 17. De posities van de armen 11, de wieg 3 en het kanon 1 bij 5 een grote elevatiehoek zijn in figuur 1 getoond met de stippellijnen aangegeven met het symbool E, • De stelmiddelen 17 besturen ook de hoogte van het achteruiteinde van de wieg en de tappen 5 en als gevolg daarvan het achteruiteinde van het kanon 1. Het achteruiteinde van de wieg 3 wordt 10 door de stelmiddelen 17 omhoog gebracht (door een mechanisme dat in figuur 1 verborgen is) maar de verticale afstand die door het achteruiteinde wordt afgelegd is slechts een klein gedeelte, bijvoorbeeld kenmerkend enkele procenten, van de verticale afstand die door de voorzijde van de wieg 3 wordt afgelegd. De positie van de tappen 5 15 indien het kanon 1 zich bevindt in de met het symbool E aangegeven positie, is de positie T aangegeven met een stippellijn in figuur 1,

De tappen 5 worden bij voorkeur in positie in het geleidingsspoor 7 vergrendeld indien de gewenste elevatiehoek van het kanon 1 is verkregen. Het spoor 7 kan bestaan uit een reeks "halve 20 kommen" of schotelvormige uitsparingen (die in figuur 1 niet zijn getoond) om het vergrendelen van de tappen 5 in een stabiele positie in het spoor 7 te vergemakkelijken.

Elk van de hefarmen 11 kan een bekende constructie hebben voorzien van een schroefdraadstang die zich bevindt in een van 25 inwendige schroefdraad voorziene huls (die in figuur 1 niet is getoond), waarbij verlenging van de arm 11 wordt gerealiseerd door rotatie van de stang ten opzichte van de huls.

Het in figuur 1 getoonde zadel 9 kan in het horizontale vlak draaibaar zijn, d.w.z. rond de kolom 4 om de azimuthoek van 30 het kanon 1 te kunnen variëren.

Evenals bij conventionele kanonstelsels kunnen de affuitbenen 10 in de grond worden verankerd door schoppen of sporen 14 en kan ook de basis 6 voorzien zijn van soortgelijke (niet getoonde) verankeringsmiddelen om de stabiliteit te vergroten.

35 Zoals beschreven is in een samenhangende octrooi aanvrage met dezelfde datum kunnen de affuitbenen 10 vervaardigd zijn uit één van de bovenbeschreven lichtgewicht composiet materialen, b.v. een epoxyhars die versterkt is met koolstof- of glasvezels, alhoewel het gedeelte onder het zadel 9, aangeduid met het referentienummer 21, .8615014 6 bij voorkeur vervaardigd is uit metaal, b.v. roestvrij-staal of een titaniumlegering. De affuitbenen kunnen een holle structuur hebben met een bij benadering doosvormige dwarsdoorsnede.

Het kanonstelsel kan bekende (nie.t getoonde) compo-5 nenten hebben zoals evenwichtsmiddelen voor het balanceren van het stelsel indien de elevatiehoek van het kanon (1) wordt vergroot, wielen die kunnen scharnieren naar een weggeklapte positie, een mondingrem voor het reduceren van de terugstootkrachten en een buffer/recuperator-stelsel tussen het kanon (1) en de wieg (3) waarmee de terugstoot-10 krachten worden gedempt en het kanon (1) wordt teruggebracht naar de afvuurpositie na de terugstoot.

Als bijdrage aan de stabilisatie van het stelsel tijdens de terugstoot kunnen de tappen (5) de mogelijkheid krijgen om opwaars te bewegen in het spoor (7) bij lage elevatiehoeken van het 15 kanon (l), b.v. onder 30° ten opzichte van de basis (6). Deze verticale beweging produceert een stabiliserend moment dat groter wordt tijdens de terugstoot van het kanon (l). De terugkeer van de wieg (3) en het kanon (l) naar de afvuurpositie wordt gerealiseerd onder inwerking van de zwaartekracht maar daarbij kan geholpen worden door (niet getoonde) 20 terugstelveren of recuperators.

Ö ( F es i L

t W 3 "i

Claims (9)

1. Kanonstelsel omvattende een kanon en een wiegsamenstelling gemonteerd op een ondersteunende structuur, middelen voor het variëren en instellen van de elevatiehoek van het kanon ten opzichte van de ondersteunende structuur, middelen voor het steunen van 5 het a.chteruiteinde van het kanon en middelen voor het variëren en instellen van de hoogte van het achteruiteinde van het kanon ten opzichte van de ondersteunende structuur en een in de ondersteunende structuur gevormd omhoog lopend spoor waarin het achteruiteinde van het kanon en de wiegsamenstelling is gemonteerd.

2. Kanonstelsel volgens conclusie 1, waarin het kanon en de wiegsamenstelling roteerbaar zijn rond een tappen aan het onderuiteinde ervan, welke tappen verschuifbaar gepositioneerd is in complementaire oplopende geleidingssporen.

3. Kanonstelsel volgens conclusie 2, waarin de onder- 15 steunende structuur voorzien is van een zadel waarin de omhoog lopende geleidingssporen zijn aangebracht.

4. Kanonstelsel volgens conclusie 1, waarin de ondersteunende structuur voorzien is van een basis die roteerbaar is, en een staartconfiguratie om het kanon ten opzichte van de basis in evenwicht 20 te houden.

5. Kanonstelsel volgens conclusie 2, waarin de ondersteunende structuur voorzien is van een basis die roteerbaar is, en een staartconfiguratie voor het in evenwicht houden van het kanon ten opzichte van de basis, en waarbij de ondersteunende structuur ook voor- 25 zien is van een zadel waarin de omhoog lopende sporen zijn aangebracht.

6. Kanonstelsel volgens conclusie 3, waarin de middelen voor het variëren en instellen van de elevatiehoek van het kanon voorzien zijn van ten minste één aan het zadel bevestigde 30 hefarm.

7. Kanonstelsel volgens conclusie 1, waarin het achteruiteinde van het kanon en de wiegsamenstelling verschuifbaar gepositioneerd is in het omhoog lopende spoor, en middelen aanwezig zijn voor het vergrendelen van het achteruiteinde van het kanon en de 35 wiegsamenstelling in het omhoog lopende spoor voorafgaand aan het afvuren van het kanonstelsel. .8615014

8. Kanonstelsel volgens conclusie 2, waarin de middelen voor het variëren en instellen van de elevatiehoek van het kanon en de middelen voor het variëren en instellen van de hoogte van het achteruiteinde van het kanon en de wiegsamenstelling worden bediend 5 via gemeenschappelijke stelmiddelen die bevestigd zijn aan de ondersteunende structuur.

9. Kanonstelsel volgens conclusie 1 en in hoofdzaak zoals in het bovenstaande is beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekening. .8615014