NL8603182A - Kettingschakel voor een productenvangketting. - Google Patents

Description

m >ê , - J - i

Kettingschakel voor een productenvangketting

Achtergrond van de uitvinding

Deze uitvinding heeft betrekking op een transporteur-ketting en, meer in het bijzonder, op een verbeterde transporteur-ketting voor gebruik in een productenvangtransporteur.

5 Productenvangkettingen zijn in het verleden gebruikt voor het optillen van voorwerpen van het ene niveau naar een ander in een transporteursysteem. Deze kettingen zijn opgebouwd uit een rollenonderketting met een opgesnapte metalen bovenplaat, die is voorzien van een verendaanzetstuk. Twee kettingparten IQ laat men evenwijdig aan elkaar lopen, zodat de verende aanzet— stukken tegenover elkaar staan, voorwerpen opnemen in hun baan door de artikelen tussen twee tegenover elkaar staande verende aanzetstukken te knijpen. De kettingen zijn buigzaam, om de getransporteerde voorwerpen op te tillen of neer te laten, en dan bewegen de twee kettingparten uit elkaar, waarbij zij de voorwerpen deponeren op een platform of transporteur op een ander niveau.

De onderhavige uitvinding verbetert deze kettingen in verscheidene opzichten.De bekende produktenvangkettingen 20 bevatten verscheidene uiteenlopende onderdelen, een rollenketting, een opgesnapte bovenplaat, en een verend aanzetstuk. Met be-' trekking tot het assembleren waren zij moeilijk en duur als gevolg van het aantal onderdelen en de wijze waarop de aanzetstukken op de ketting werden vastgehouden. De bovenplaat was 23 voorzien van twee opgelaste tappen, die werden gestoken in gaten in het verende aanzetstuk, om het aanzetstuk vast te houden. Het lassen was een dure bewerking op elke schakel en natuurlijk vormde de aanwezigheid van lasnaden een punt, waarbij de montage het zou kunnen begeven. Ook zou de hitte 20 bij het lassen het kettingpart kunnen vervormen, zodat het niet zuiver op de steunrail zou lopen. Het lassen verlaagde ook de corrosieweerstand van de onderdelen. De gaten in het verende aanzetstuk vormden ook een plaats voor de aanzet tot breuk als gevolg van materiaalmoeheid, omdat het aanzetstuk 35 herhaaldelijk wordt gebogen, en voorwerpen opneemt en loslaat.

Samenvatting van de uitvinding

Het doel van de onderhavige uitvinding is het 8605182 4 * - 2 - verschaffen van een verbeterde productenvangketting, die minder onderdelen heeft en die eenvoudiger en goedkoper kan worden vervaardigd en geassembleerd dan de bekende productenvangkettingen. De onderhavige uitvinding voorziet ook in een beter betrouwbare 5 ketting, omdat lasnaden op de bovenplaat en gaten in het veerkrachtige element worden vermeden, die beide bronnen van gebreken kunnen zijn. Bovendien is de ketting volgens de onderhavige uitvinding zodanig ontworpen, dat gladde oppervlakken in aanraking zijn met het veerkrachtige aanzetelement, om 20 scheuren of doorsnijden van dat element te vermijden en de ketting heeft een constructie, die superieur reageert op een zijdelingse kracht, die op het veerkrachtige element zou kunnen worden uitgeoefend.

Korte beschrijving van de tekeningen 25 Fig. 1 is een perspectivisch aanzicht van een kettingschakel yolgens de onderhavige uitvinding; fig. 2 is een bovenaanzicht van een ketting, die is opgebouwd uit schakels, die identiek zijn aan die volgens fig. J; 20 fig. 3 is een zijaanzicht van de ketting volgens fig. 2; fig. 4 is een gedeeltelijke doorsnede van de verbinding tussen twee schakels, volgens de lijn IV-IV in fig.

3; 25 fig. 5 is een doorsnede van de schakel volgens de lijn V-V in fig. 2; fig, 6 is een bovenaanzicht van de ketting volgens fig. 2, waarbij de yeerkrachtige aanzetstukken zijn verwijderd; fig. 7 is een zijaanzicht van de ketting volgens 30 fig· 6; fig. 8 is een eindaanzicht van één van de schakels van de ketting, die in fig. 6 is getekend; fig. 9 is een perspectivisch aanzicht van een van de schakels van de ketting volgens fig. 6; 35 fig. 10 is een perspectivisch aanzicht van een van de schakels van de ketting volgens fig. 6; fig. 11 is een perspectivisch aanzicht van het veerkrachtige aanzetstuk, dat is getoond op de schakel volgens fig· J; p. 0 t\ Ί 1 fi 9 V' Xjif t» .Vj - 3 - fig. 12 is een schematische tekening van een transporteursysteem, waarin de ketting volgens de fig. 1 t/m 11 wordt toegepast voor het optillen van voorwerpen van het ene niveau naar een ander in het systeem; 5 fig. 13 is een eindaanzicht van een alternatieve uitvoeringsvorm van de kettingschakel volgens de uitvinding; en fig. 14 is een eindaanzicht van de kettingschakel volgens fig. 13.

Beschrijving van de voorkeursuitvoeringsvorm *0 De kettingschakel volgens de onderhavige uitvinding is opgebouwd uit een onderschakel 10 en een veerkrachtig aanzetstuk 12. De onderschakel 10 is voorzien van een plat basisdeel 14, dat eölftOtttoppervlak 16, een achteroppervlak 18, voorste en achterste schamierogen 20 respectievelijk 22 aan 15 zijn voorste en achterste rand, en eerste en tweede tegenover elkaar liggende tegenhoudlippen, 24, 26 heeft, die uit één geheel bestaan met het platte basisdeel 14 en uitsteken van zijn eerste respectievelijk tweede einde. Geleideschoenen 28, 30 zijn bevestigd op het achteroppervlak 18 van het platte 20 basisdeel 14 door toepassing van eenbekende werkwijze, bijvoorbeeld door weerstandslassen.

In het bijzonder uit fig. 9 blijkt, dat elk van de tegenover elkaar liggende tegenhoudlippen 24 en 26 een eerste deel 32 omvat, dat in hoofdzaak loodrecht op het 25 platte basisdeel 14 staat, en een tweede deel 34, dat in hoofd zaak evenwijdig is aan het platte basisdeel 14 en binnenwaarts uitsteekt tegenover het frontoppervlak 16 van het platte basisdeel 14. Er zijn afgeronde inkepingen 36 aangebracht in het platte basisdeel 14 op de plaatsen, waar dit overgaat in de 50 tegenover elkaar liggende tegenhoudlippen 24 en 26 en er zijn afgeronde inkepingen 37 aangebracht aan de voorste en achterste rand van de tegenover elkaar liggende tegenhoudlippen 24 en 26 op de plaatsen, waar het eerste deel 32 overgaat in het tweede deel 34. De afgeronde inkepingen 37 vormen een glad 35 oppervlak voor het contact met het veerkrachtige aanzetstuk 12, om insnijden van dat aanzetstuk te vermijden. Deze afgeronde inkepingen 36 en 37 verminderen ook spanningsconcentraties en maken het de fabricant mogelijk, scherpe bochten te maken, zonder het materiaal te scheuren.

860 ZH2 - 4 -

Opgemerkt wordt, dat de schamierogen 20 en 22 niet uifeafeéfcen in de richting van het frontoppervlak 26 van het platte basisdeel 14, maar in de plaats daarvan dat bovenoppervlak 16 geheel vlak laten met uitzondering van 5 de tegenover elkaar liggende lippen 24 en 26, die uitsteken tot een punt tegenover dat oppervlak. De fig. 2, 3, 4, 6 en 7 tonen hoe de schamierogen 20 en 22 van aan elkaar grenzende schakels in elkaar grijpen, zodat de schakels 10 kunnen worden verbonden door een pen 38, die met een perspassing in de ogen JQ 22 is gedreven en die een losse passing heeft in het centrale oog 20, waardoor de schakels 10 zijdelings ten opzichte van elkaar kunnen scharnieren voor het optillen of neerlaten van voorwerpen van het ene niveau naar een ander in het transporteursysteem.

Het algemene idee van geleideschoenen is gedetailleerd 15 beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 3.513.964, dat hierin door verwijzing is opgenomen. Uit fig. 8 blijkt duidelijk, dat de geleideschoenen 28 en 30 zijn voorzien van een eerste deel 40, dat in hoofdzaak loodrecht op het vlakke basisdeel 14 staat, en van een tweede deel 42, dat in hoofdzaak evenwijdig 20 is aan het vlakke basisdeel 14 en dat buitenwaarts uitsteekt van het achteroppervlak 18 van het vlakke basisdeel. Bij een productenvanglift, zoals die in fig. 12 is getekend, lopen de kettingen in de stand, die in de fig. 2, 5 en 8 is getekend, waarbij de kettingen op hun kant staan. In deze positie loopt 25 de onderste geleideschoen 30 op een rail, waarbij het eerste deel 40 van die geleideschoen 30 het gewicht van de ketting op de rail ondersteunt, terwijl de ketting door kettingwielen wordt aangedreven (niet getekend). De bovenste geleideschoen 28 past ook over een rail, waarbij het tweede deel 42 van die 30 geleideschoen 28 dient om de schakel 10 in een verticale stand te houden.

Het veerkrachtige aanzetstuk 12 kan meer gedetailleerd worden beschreven als een veerkrachtig, hol, buisvormig grijp-element, waarvan de functie is het vastgrijpen van de voorwerpen, 35 die worden getransporteerd door de productenvangtransporteur, die in fig. 12 is getekend. Het kan worden vervaardigd van elk willekeurig geschikt veerkrachtig materiaal, in het bijzonder van urethaan, rubber, of ander geschikt materiaal. Dit grijp-element 12 heeft in hoofdzaak dezelfde lengte als het vlakke 860 3 1 r> * * - * ...........................

- 5 - basisdeel 14 van de onderschakel 10 en het wordt op de schakel vastgehouden door middel van de tegenover elkaar staande tegenhoudlippen 24 en 26. Het grijpelement 12 heeft een eerste en een tweede einde 44 respectievelijk 46 en een binnen- en 5 buitenoppervlak 48 respectievelijk 50. Het buitenoppervlak 50 van het grijpelement 12 is voorzien van een vlak gemaakt buitenste oppervlakdeel 52, dat aanligt tegen het frontoppervlak 16 van het vlakke basisdeel 14. Het resterende deel van het buitenoppervlak 50 kan een aantal verschillende vormen hebben, 10 afhankelijk van de te transporteren voorwerpen. Veel uit voeringsvormen van grijpelementen zijn reeds bekend. Bij deze uitvoeringsvorm is het resterende deel van het buitenoppervlak 50 half-cirkelvormig; echter in langsrichting verlopende ribben en verscheidene andere vormen worden ook door de onder-15 havige uityinding beoogd. Het binnenoppervlak 48 van het aanzetstuk 12 heeft ook een plat oppervlak 54, dat tegenover het platte buitenoppervlakdeel 52 ligt. Dit platte binnenopper-vlakdeel 54 heeft een breedte, die ongeveer dezelfde is als die van de tegenover elkaar liggende tegenhoudlippen 24 en 20 26, zodat de lippen in aanraking komen met dit platte binnen- oppervlakdeel 54 voor het vasthouden van het aanzetstuk 12 op het platte basisdeel 14.

De tegenhoudlippen 24 en 26 zijn centraal op de schakel geplaatst en beslaan ongeveer een derde van de breedte 25 van de schakel. Deze opstelling van de tegenhoudlichaam wordt geacht de beste tegenhoudkracht te leveren, terwijl toch voldoende dikte voor het veerkrachtige aanzetstuk overblijft, zodat het doelmatig kan werken. De tegenhoudlippen 24 en 26 zijn om de betreffende einden 44 en 46 van het buisvormige 30 aanzetstuk gebogen en steken binnenwaarts uit van de holten van dat aanzetstuk, om het op de schakel vast te houden.

De werkwijze voor het maken en assembleren van de schakel 10 en het aanzetstuk 12 zijn als volgt: eerst wordt een plat basiselement gestampt uit een plaat van metaal, omvatten-35 de uitsteeksels voor de schamierogen 20 en 22 en de lippen 24 en 26, en voorzien van de afgeronde inkepingen 36 en 37. Vervolgens worden de schamierogen gebogen in de richting van de achterkant van het platte basiselement, en de tegenhoudlippen worden gebogen in de richting van de voorkant van het platte 8Ê Π ~ ·* λ * *· . v V .· V,' ♦ - 6 - basiselement, en in hun uiteindelijke vorm gebracht. Vervolgens worden de geleideschoenen 28 en 30 op de achterkant van de schakel 10 bevestigd. Dan wordt het veerkrachtige grijpelement 12 op de onderschakel 10 aangebracht door één van de tegenhoud- 5 lippen 24 of 26 over de eindrand en in de holte van het grijpelement 12 te schuiven; dan wordt het veerkrachtige element 12 gebogen, om de andere tegenhoudlip 26 of 24 over het betreffende eindvlak van het grijpelement 12 te schuiven; en dan wordt het grijpelement los gelaten, zodat het op de 10 platte basis 14 rust en door de lippen 24 en 26 wordt tegenge houden. Op de gebruiksplaats kan de methode voor het aanbrengen van het veerkrachtige aanzetstuk worden omgekeerd voor het verwijderen van een beschadigd aanzetstuk, en een nieuw aanzetstuk kan dan op de boven beschreven wijze worden gemonteerd.

15 Een alternatieve uitvoeringsvorm van de ketting- schakel volgens de uitvinding is in de fig. 13 en 14 getekend en is voorzien van een veerkrachtig grijpelement 60, van een plaatvormig orgaan 62 waarop het grijpelement 60 is gemonteerd, van een zadelvormig orgaan 64 dat op de ketting 72 is gemonteerd 20 en dat is voorzien van een binnenprofiel 66 en van een buitenpro fiel 68 die met elkaar zijn verbonden en op het plaatvormige orgaan 62 zijn bevestigd. Het plaatvormige orgaan 62 en het zadelvormige orgaan 64 kunnen van metaal of kunststof zijn vervaardigd en kunnen hetzij uit één stuk bestaan, hetzij met 25 elkaar zijn verbonden door een klinknagel 70, zoals in fig.

13 is getekend. Het binnenprofiel 66 van het zadelvormige orgaan 64 omvat een paar opstaande benen 74 en 76, die zijn voorzien van openingen 78 respectievelijk 80, die passen op de einden van een pen 82, die deel uitmaakt van de ketting 30 72, om daardoor de schakel op de ketting 72 te monteren. Het zadelyormige orgaan 64 kan losneembaar op de pen 82 worden gesnapt en wanneer dit type montage wordt gewenst, bestaat het zadel vormige orgaan 64 bij voorkeur uit buigzaam materiaal. Het buitenprofiel 68 is voorzien van een paar flenzen of 35 geleideschoenen 84 en 86 en van een paar opstaande benen 88 en 90, die dragen tegen de benen 74 en 76 en de ppeningen 78 en 80 sluiten, om daardoor de schakel zijdelings op de pen 82 te positioneren. Opgemerkt wordt, dat het zadelvormige orgaan 64 en het deel vanhet plaatvormige orgaan 62, dat aan 860 3 182 - 7 - het zadelvormige orgaan 64 is bevestigd, soortgelijk kan zijn aan het opsnapbare platensamenstel, dat in het Amerikaanse octrooischrift 4.096.943 is beschreven.

Het plaatvormige orgaan 62 omvat een vlak deel 92, 5 dat een frontoppervlak 94 en een achteroppervlak 96 heeft, waarop het orgaan 64 is bevestigd, en een eerste en een tweede zijdelingse einde 98 respectievelijk 100. Een eerste en een tweede, tegenover elkaar liggende tegenhoudlippen 102 en 104 steken uit van het eerste respectievelijk het tweede einde 10 van het plaatvormige orgaan. Elk van de tegenover elkaar liggende tegenhoudlippen 102 en 104 omvat een eerste deel 106, dat van het vlakke deel 92 van het plaatvormige orgaan 62 uitsteekt, en een tweede deel 108, dat uitsteekt in het veerkrachtige grijpelement 60. Het eerste deel 106 kan loodrecht 15 ten opzichte van het vlakke deel 92 uitsteken en het tweede deel 108 steekt bij voorkeur in hoofdzaak evenwijdig aan het vlakke deel 92 van het plaatvormige orgaan 62 uit.

Het veerkrachtige grijpelement 60 kan hol zijn en werkt, evenals het veerkrachtige aanzetstuk 12 dat in 20 de fig. 1-3 is getekend, samen met aangrenzende veerkrachtige grijpelementen 60, om voorwerpen, die op de transporteurketting worden getransporteerd, vast te grijpen. Het veerkrachtige grijpelement 60 kan ook zijn vervaardigd van geschikt veerkrachtig materiaal, zoals urethaan of rubber. Het grijpelement 25 60 wordt op het plaatvormige orgaan 62 vastgehouden door de tegenhoudlippen 102 en 104 en kan dezelfde zijdelingse lengte hebben als het plaatvormige orgaan 62. Het grijpelement 60 heeft een eerste en een tweede zijdelings einde 110 respectievelijk 112 en een binnen- en buitenoppervlak 114 respectieve-30 lijk 116. Een deel van het buitenoppervlak 114 van het grijp element 60 ligt aan tegen het frontoppervlak 94 van het vlakke deel 92 van het plaatvormige orgaan 62, Evenals het veerkrachtige aanzetstuk 12 kan het grijpelement 60 verscheidene geschikte vormen hebben.

35 Ofschoon de boven beschreven ketting en ketting- schakel de voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding zijn, zal het voor deskundigen duidelijk zijn, dat talrijke wijzigingen in die uitvoeringsvorm kunnen worden aangebracht, zonder buiten de omvang van de onderhavige uitvinding te gaan.

ar c\ y < f? o V V h· >» iL·

Claims (12)

1. Kettingschakel voor een produktenvangketting, omvattende: een vlak basisdeel met een boven- en onderoppervlak, een eerste en een tweede einde, en een voor- en achterrand; 5 schamierogen, die uitsteken van de voor- en achterrand voor het verbinden van de schakel met andere soortgelijke schakels; tenminste één geleideschoen die uitsteekt van het onderoppervlak voor het ondersteunen van de schakel op 10 een rail; een eerste en een tweede tegenover elkaar liggende tegenhoudlippen uit één stuk met het vlakke basisdeel en die uitsteken van het eerste en het tweede einde voor het tegenhouden yan een veerkrachtig grijpelement op het bovenopper-15 vlak, waarbij elk van de lippen bestaat uit een eerste deel in hoofdzaak loodrecht op de vlakke basis, en uit een tweede deel in hoofdzaak evenwijdig aan de vlakke basis boven het bovenoppervlak.

2. Kettingschakel volgens conclusie 1, verder 20 omvattende: een yeerkrachtig, hol, buisvormig grijpelement met in hoofdzaak dezelfde lengte als het vlakke basisdeel, voorzien van een eerste en een tweede einde en van een binnen- en buitenoppervlak, en omvattende een vlak buitenopper-25 vlakdeel, dat in aanraking komt met het bovenoppervlak van de vlakke basis; waarbij de tegenover elkaar liggende tegenhoudlippen grijpen om de einden van het holle, buisvormige grijpelement en uitsteken binnen het grijpelement voor het vasthouden 3Q daarvan op het vlakke basisdeel.

3. Kettingschakel volgens conclusie 2, waarbij het binnenoppervlak van het veerkrachtige grijpelement een vlak deel begrenst tegenover het vlakke deel op zijn buitenoppervlak, welk vlakke deel op het binnenoppervlak van het 35 grijpelement in hoofdzaak dezelfde breedte heeft als de tegenover elkaar liggende lippen, zodat de lippen in aanraking komen met het vlakke binnenoppervlakdeel voor het vasthouden 8603182 - 9 - van het veerkrachtige grijpelement op de vlakke basis.

4. Kettingschakel volgens conclusie 3, waarbij elk van de tegenover elkaar liggende lippen is voorzien van een voorste en een achterste rand, waarbij elk van de randen 5 is voorzien van een afgeronde inkeping aan de overgang van het eerste op het tweede deel van de betreffende lip, teneinde een gladde rand te vormen die in aanraking komt met het veerkrachtige grij pelement.

5. Werkwijze voor het maken van een kettingschakel IQ voor een produktenvangketting, omvattende de stappen van: het eerst stampen van een vlak basiselement uit een plaat van metaal, welk vlakke basiselement is voorzien van uitsteeksels voor scharnierogen op zijn voorste en achterste rand en is voorzien van uitsteeksels voor tegenhoud-15 lippen aan zijn eerste en tweede einde; vervolgens het buigen van de scharnierogen onder het vlakke basiselement en het buigen van de tegehoudlippen boven het vlakke basiselement; vervolgens het bevestigen van geleideschoenen 20 aan de onderzijde van het vlakke basiselement; vervolgens het aanbrengen van een hol, veerkrachtig grijpelement op het vlakke basiselement door het schuiven van één van de tegenhoudlippen rondom het einde van en in het holle, veerkrachtige grijpelement en dan het buigen van 25 het grijpelement, teneinde de andere tegenhoudlip rondom het andere einde van het grijpelement te schuiven, en dan het loslaten van het veerkrachtige grijpelement, zodat het op de vlakke basis rust en door de tegenhoudlippen wordt tegengehouden.

6. De sierlijke vormgeving voor een kettingschakel voor een produktenvangketting zoals beschreven en weergegeven.

7. Kettingschakel voor een produktenvangketting, voorzien van een dragend element omvattende: een plaat met een front- en achteroppervlak en 35 een eerste en tweede zijdelingse einde; middelen die aan het achteroppervlak van de plaat zijn bevestigd voor het bevestigen van het dragende element op de ketting; een veerkrachtig grijpelement met een eerste en een 800310? * '» - JO - tweede einde die zijn voorzien yan een eerste respectievelijk een tweede opening, welk grijpelement is geplaatst tegen het frontopperylak van de plaat met zijn einden aangrenzend aan het eerste respectievelijk het tweede zijdelingse einde van de plaat; en een eerste en een tweede tegenover elkaar liggende tegenhoudlippen uit éën stuk met de plaat en uitstekend van het eerste respectievelijk het tweede zijdelingse einde van de plaat, waarbij de eerste lip een eerste deel heeft, dat uitsteekt van het eerste zijlingse einde van de plaat, en een tweede deel heeft, dat uitsteekt in de eerste opening in het grijpelement om het grijpelement tegen de plaat vast te houden, waarbij de tweede lip een eerste deel heeft dat uitsteekt van het tweede zijdelingse einde van de plaat, en een tweede deel heeft dat uitsteekt in de tweede opening in het grijpelement, om het grijpelement tegen de plaat vast te houden.

8. Kettingschakel volgens conclusie 7, waarbij: het veerkrachtige grijpelement hol, buisvormig is 20 en een binnen- en buitenoppervlak heeft, voorzien van een vlak buitenoppervlakdeel, dat in aanraking komt met het frontoppervlak van de plaat, en de eerste en tweede tegenhoudlippen grijpen rondom de eerste respectievelijk tweede opening in het grijpelement. 25

9. Kettingschakel volgens conclusie 8, waarbij de eerste delen van de eerste en tweede lip loodrecht staan op de plaat en de tweede delen van de eerste en tweede lip evenwijdig zijn aan de plaat.

10. Kettingschakel-draagelement voor een produkten- 3Q vangkettmg, voorzien van een draagelement, omvattende: een plaat met een front- en achteroppervlak en een eerste en tweede zijdelingse einde, middelen die uitsteken van het achteroppervlak van de plaat voor het bevestigen van het draagelement op de ketting; 35 een veerkrachtig grijpelement met een eerste en een tweede einde, die een eerste respectievelijk een tweede opening hebben, waarbij het grijpelement is geplaatst tegen het frontoppervlak van de plaat met zijn eerste en tweede opening aangrenzend aan het eerste respectievelijk het tweede 860 318’2 « 5 -11- zijdelingse einde van de plaat; en tegenhoudmiddelen die van de plaat uitsteken en zijn voorzien van een eerste respectievelijk een tweede lip, die uitsteken in de eerste respectievelijk de tweede opening 5 voor het onbeweeglijk vasthouden van het grijpelement op de plaat. JJ. Kettingschakelelement volgens conclusie 10, waarbij: het grijpelement een vlak deel heeft tegen de plaat; 10 en de tegenhoudmiddelen het vlakke deel onbeweeglijk op de plaat vasthouden.

12. Kettingschakel volgens conclusie 10, waarbij: het grijpelement hol, buisvormig is en is voorzien 15 van een eerste en een tweede opening, waarbij de buisvormige vorm een wanddeel tegen de plaat omvat; en de tegenhoudmiddelen het wanddeel onbeweeglijk tegen de plaat vasthouden,

13. Kettingschakel volgens conclusie 10, waarbij 20 het plaatvormige orgaan is voorzien van een losneembare opsnapverbinding met de ketting. 860 31 82