NL8603056A - Werkwijze voor het vervaardigen van een elektromagnetische afbuigeenheid en elektronenstraalbuis met aldus vervaardigde afbuigeenheid. - Google Patents

Description

f» PHN 11.955 1 N.V. Philipsf Gloeilampenfabrieken te Eindhoven "Werkwijze voor het vervaardigen van een elektromagnetische afbuigeenheid en elektronenstraalbuis met aldus vervaardigde afbuigeenheid."

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een elektromagnetische afbuigeenheid voor een elektronenstraalbuis welke afbuigeenheid tenminste één paar zadelvormige afbuigspoelen bevat, waarbij een respectievelijke 5 zadelvormige spoel in een mal wordt gewikkeld en daarna door deze spoel een stroom wordt gevoerd waardoor windingen van deze spoel met elkaar worden verbonden en aldus verkregen spoelen met andere delen van de afbuigeenheid worden samengebouwd.

De uitvinding heeft ook betrekking op een 10 elektronenstraalbuis bevattende een elektromagnetische afbuigeenheid vervaardigd volgens de werkwijze volgens de uitvinding, voor het afbuigen van ten minste één elektronenbundel, welke afbuigeenheid tenminste één paar zadelvormige afbuigspoelen bevat die met andere delen van de afbuigeenheid zijn samengebouwd.

15 Een werkwijze van de in de aanhef genoemde soort is bekend uit Amerikaans octrooischrift 3,086,562. De zadelvqrmige spoelen, die op de bekende wijze in een mal worden gewikkeld, hebben spoeluitlopers, die bij het afkomen van de spoelen van de wikkelmachine een willekeurige positie innemen. De verdere be- of verwerking van de 20 spoelen geschiedt handmatig, omdat een gemechaniseerde fabrikage van afbuigeenheden juist door de willekeurige positie van de spoeluitlopers grote problemen veroorzaakt.

Met de uitvinding wordt onder meer beoogd deze problemen althans in belangrijke mate te vermijden. De uitvinding berust onder 25 meer op het inzicht dat gemechaniseerde fabrikage goed mogelijk wordt wanneer de spoeluitlopers bij het wikkelproces van de spoel worden gefixeerd.

De in de aanhef vermelde werkwijze wordt volgens de uitvinding derhalve daardoor gekenmerkt, dat voorafgaande aan het 30 wikkelen van een respectieve zadelvormige spoel een elektrisch isolerende drager voorzien van afhechtpunten voor spoeluitlopers in de mal wordt gebracht en vervolgens de spoel wordt gewikkeld, de 8603056 * f PHN 11.955 2 spoeluitlopers aan de afhecht-punten worden bevestigd en na stroomdoorvoer de spoel met de drager als een geheel uit de mal wordt genomen.

Door het meewikkelen van de drager kunnen de spoeluit-5 lopers op een eenvoudige wijze in een gemechaniseerde fabrikage aan de afhechtpunten worden bevestigd, zodat de positie van de spoeluitlopers nauwkeurig vastgelegd wordt.

Een uitvoeringsvorm van een werkwijze volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de spoeluitlopers over de elektrisch 10 geleidende afhechtpunten worden gevoerd waarvan lippen over de spoeluitlopers worden gebogen en daaraan worden vastgelegd. Hierdoor wordt niet alleen de positie van de spoeluitlopers nauwkeurig vastgelegd, maar tevens levert deze verbinding van de spoeluitlopers met de elektrisch geleidende afhechtpunten de basis voor de op eenvoudige wijze te 15 mechaniseren verdere verwerking van de spoel.

Een verdere uitvoeringsvorm van een werkwijze volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat het vastlassen geschiedt door middel van een sandwich-las. In de praktijk blijkt bij een sandwich-las, waarbij door verwarming van twee zijden de spoeluitloper aan het afhecht-20 punt wordt bevestigd, de overgangsweerstand tussen spoeluitloper en het elektrisch geleidende afhechtpunt voldoende klein te zijn.

In nog een verdere uitvoeringsvorm van een werkwijze volgens de uitvinding wordt voor het verbinden van de zadelvormige spoel met andere spoelen en met andere aansluitingen naar buiten een aansluit-25 blok met pennen passend in stekerbussen die deel uitmaken van de afhechtpunten gebruikt. In een afbuigeenheid bevinden zich verscheidene spoelen die voor het verkrijgen van de gewenste afbuigvelden op verschillende manieren met elkaar verbonden dienen te worden. Door de beschreven uitvoeringsvorm kan dit verbinden eenvoudig geschieden en kunnen 30 tegelijkertijd aansluitingen naar buiten worden verkregen.

Aan een buiten de afhechtpunten gelegen gedeelte van de drager, welk gedeelte in de spoel wordt ingebed, wordt volgens een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding in hoofdzaak een vlakke vorm gegeven. Aan het ingebedde gedeelte van de drager kan zich 35 een uitsteeksel bevinden dat de verankering van de drager in de spoel begunstigt.

Het is gebruikelijk dat door een gewikkelde zadelvormige 8603056 t ¥ PHN 11.955 3 spoel een stroom wordt gestuurd waardoor de windingen die voorzien zijn van een zogeheten thermo-plak-laag, met elkaar worden verbonden.

Vervolgens wordt dan ter verdere montage de spoel in een kap geplaatst.

Dit plaatsen van de spoel in de kap is echter niet nauwkeurig 5 reproduceerbaar.

Een uitvoeringsvorm van een werkwijze volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat als drager een kap wordt toegepast. De verscheidene spoelen die zich in een afbuigeenheid bevinden worden nadat ze zijn gewikkeld tot één geheel samengebouwd. Wordt nu tijdens het 10 spoelwikkelen een kap meegewikkeld, dan verkrijgt men door bijvoorbeeld aan de kap de gewenste vorm en referentievlakken aan te brengen, een eenvoudige en nauwkeurig samen te bouwen geheel. Doordat verder bij stroomdoorvoer de windingen van de spoel met elkaar en met de drager worden verbonden verkrijgt men een stevige verankering tussen drager en 15 spoel welke nauwkeurig reproduceerbaar is.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van enige voorbeelden en van bijgaande tekening. In de tekening toont: figuur 1 schematisch en in aanzicht een deel van een afbuigeenheid in een stadium van vervaardiging met behulp van de werk-20 wijze volgens de uitvinding, figuur 2 schematisch en in aanzicht een detail van de afbuigeenheid volgens de doorsneden-II in figuur 1, figuur 3 schematisch en in aanzicht een detail III van de afbuigeenheid van figuur 1 in een vroeger stadium van vervaardiging, 25 figuur 4 schematisch en in aanzicht een hulpmiddel bij de uitvoering van de werkwijze volgens de uitvinding, en figuur 5 in aanzicht een aansluitblok met pennen.

Bij conventionele werkwijzen voor het vervaardigen van een elektromagnetische afbuigeenheid voor een elektronenstraalbuis, 30 welke afbuigeenheid tenminste één paar zadelvormige lijnafbuigspoelen bevat, waarbij een respectieve zadelvormige spoel in een mal wordt gewikkeld en daarna door de spoel een stroom wordt gevoerd waardoor windingen van de spoel met elkaar worden verbonden en aldus verkregen spoelen met andere delen van de afbuigeenheid worden 35 samengebouwd, treden vaak problemen op bij de mechanisatie van het monteren van deze spoelen ten gevolge van de aanwezigheid van spoeluitlopers in een willekeurige positie.

8603056 * ♦ t 1 PHN 11.955 4

Bij de werkwijze volgens de uitvinding wordt daarom voorafgaande aan het wikkelen van een zadelvormige lijnafbuigspoel 1, zoals in figuur 1 wordt getoond, een elektrisch isolerende drager 3 voorzien van elektrisch geleidende afhechtpunten 4 voor spoeluitlopers 2 5 in de mal gebracht waarna de spoel 1 wordt gewikkeld. De spoeluitlopers 2 worden aan de afhechtpunten 4 bevestigd en na stroomdoorvoer door de windingen van de spoel 1, welke windingen voorzien zijn van een thermo-plaklaag wordt de spoel 1 met de drager 3 als een geheel uit de mal genomen.

10 Dit bevestigen kan op eenvoudige wijze in een gemechani seerde fabricage worden uitgevoerd. De spoeluitlopers 2 worden over de afhechtpunten 4 gevoerd waarvan lippen 6, zoals in figuur 3 wordt getoond, over de spoeluitlopers 2 worden gebogen en vastgelast. Daar de spoeluitlopers 2 via de afhechtpunten 4 stroom krijgen toegevoerd, dient 15 de overgangsweerstand tussen de afhechtpunten 4 en de spoeluitlopers zo gering mogelijk te zijn. Dit kan worden bereikt door het vastlassen met behulp van een sandwich-las uit te voeren, waarbij de spoeluitlopers 2 van twee zijden worden verwarmd.

Verdere aansluitingen zoals doorverbindingen met andere 20 spoelen in de afbuigeenheid en met aansluitingen naar buiten worden verkregen door middel van een in figuur 5 weergegeven aansluitblokje 10 met pennen 11 passend in stekerbussen 7 die deel uitmaken van de afhechtpunten 4. Aan een buiten de afhechtpunten 4 gelegen gedeelte van de drager 3, welk gedeelte in de spoel 1 wordt ingebed, wordt een 25 in hoofdzaak vlakke vorm gegeven. Aan het ingebedde gedeelte van de drager kan zich een uitsteeksel 8 bevinden dat de verankering van de drager 3 in de spoel 1 begunstigt zoals in figuur 2 getoond is.

Door de gewikkelde zadelvormige spoel 1 wordt op een gebruikelijke wijze een stroom gestuurd waardoor de wikkelingen met 30 elkaar worden verbonden en de spoel dus zelfdragend wordt, waarna de spoel 1 in een kap wordt geplaatst. Bij voorkeur wordt als drager een kap 9 toegepast (waarvan een deel in fig. 1 is getoond en waarvan de getekende drager 3 deel uitmaakt) waarna door de spoel 1 een stroom wordt gevoerd waardoor de windingen 5 van de spoel 1 via de thermo-35 plaklaag met elkaar en met de kap 9 worden verbonden. Hiervoor dient de kap 9 van een materiaal vervaardigd te zijn dat deze verbinding toestaat. Een geschikt materiaal is bijvoorbeeld een kunststof zoals 860 3 05 6 9 > PHN 11.955 5 polyfenyleenoxide (PPO) met gemodificeerd acryl-butadieen-styreen (ABS).

Hierna worden spoel 1 en kap 9 als een geheel uit de mal genomen waarna verdere montage kan plaats vinden.

Worden twee van de volgens de uitvinding vervaardigde 5 zadelspoelen tegenover elkaar op een afbuigeenheid geplaatst, dan verkrijgt men op eenvoudige wijze een schakeling tussen beide spoelen door de lengte van de pennen 11 van het aansluitblok 10 (zie figuur 5) zodanig te kiezen dat de stekerbussen aan de afhechtpunten van de respectievelijke spoelen elektrisch met elkaar worden verbonden wanneer 10 het aansluitblok 10 in de stekerbussen worden ingebracht.

De uitvinding is niet beperkt tot de gegeven voorbeelden. Op de beschreven wijze kunnen bijvoorbeeld ook zadelvormige beeldafbuigspoelen worden vervaardigd. Bij een gemechaniseerde vervaardiging kan de drager met afhechtpunten worden verkregen, 15 uitgaande van een kunststofdrager, eventueel als onderdeel van een kap, en een band van afhechtpunten (zie fig. 4) die op een gebruikelijke wijze, bijvoorbeeld door insteken of insert-moulding, met de kunststofdrager worden verbonden.

De zadelvormige lijnafbuigspoelen kunnen ook met 20 toroldaal gewikkelde beeldafbuigspoelen worden samengebouwd.

Het zal duidelijk zijn dat binnen het raam van de uitvinding de beschreven werkwijze door de vakman op velerlei wijze gevarieerd kan worden.

8603056

Claims (10)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een elektromagnetische afbuigeenheid voor een elektronenstraalbuis, welke afbuigeenheid tenminste één paar zadelvormige afbuigspoelen bevat, waarbij een respectieve zadelvormige spoel in een mal wordt 5 gewikkeld en daarna door deze spoel een stroom wordt gevoerd waardoor windingen van deze spoel met elkaar worden verbonden en de aldus verkregen spoel met andere delen van de afbuigeenheid worden samengebouwd, met het kenmerk, dat voorafgaande aan het wikkelen van de zadelvormige spoel een elektrisch isolerende drager voorzien van 10 afhechtpunten voor spoeluitlopers in de mal wordt gebracht, waarna de spoel wordt gewikkeld, de spoeluitlopers aan de afhechtpunten worden bevestigd en na stroomdoorvoer de spoel met de drager als een geheel uit de mal wordt genomen.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 15 afhechtpunten van elektrisch geleidend materiaal vervaardigd zijn.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de spoeluitlopers over de afhechtpunten worden gevoerd waarvan de lippen over de spoeluitlopers worden gebogen en daaraan worden vastgelast.

4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het 20 vastlassen door middel van een sandwich-las plaats vindt.

5. Werkwijze volgens conclusie 2,3 of 4, met het kenmerk, dat voor het doorverbinden van de zadelvormige spoelen en met aansluitingen naar buiten een aansluitblok met pennen passend in stekerbussen die deel uitmaken van de afhechtpunten wordt gebruikt.

6. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat aan een buiten de afhechtpunten gelegen gedeelte van de drager, welk gedeelte in de spoel wordt ingebed, in hoofdzaak een vlakke vorm wordt gegeven.

7. Werkwijze volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat aan 30 het ingebedde gedeelte van de drager een uitsteeksel wordt aangebracht ter verankering van de drager in de spoel.

8. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het 8603056 + τ ΡΗΝ 11.955 7 kenmerk, dat ais drager een kap wordt toegepast.

9. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat bij stroomdoorvoer de windingen vande spoel met elkaar en met de drager worden verbonden.

10. Elektronenstraalbuis bevattende een elekromagnetische afbuigeenheid voor het afbuigen van ten minste één elektronenbundel, welke afbuigeenheid ten minste één paar zadelvormige afbuigspoelen bevat die met andere delen van de afbuigeenheid zijn samengebouwd, welke afbuig-eenheid vervaardigd is volgens de werkwijze 10 volgens een der conclusies 1 t/m 9. 8603056