NL8602968A

NL8602968A - Lasverbinding voor een transportband.

Info

Publication number: NL8602968A
Application number: NL8602968A
Authority: NL
Original assignee: Dunlop Enerka Bv
Priority date: 1986-11-21
Filing date: 1986-11-21
Publication date: 1988-06-16
Also published as: DE3762664D1; ATE52585T1; EP0273479B1; EP0273479A1

Description

. -7' NO 34078 #>

Lasverbinding voor een transportband.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een lasverbinding in een band met draaddelen, welke in de langsrichting van de band zijn 5 aangebracht en die de banduiteinden overbruggen.

Een dergelijke lasverbinding is in de stand der techniek bekend en wordt bijvoorbeeld gebruikt om een lengte transportbandmateriaal te maken tot een band zonder einde. Daarbij bestaat de transportband uit rubbermateriaal met daarin aangebracht een of meer langsdraden al dan 10 niet gecombineerd met dwarsdraden. Ter plaatse van de lasverbinding wordt een deel van het rubbermateriaal weggenomen en worden in de langsrichting gerichte lasstrippen van staalkabelmateriaal aangebracht. Daarna wordt opnieuw een rubberen laag aangebracht, zodat uiterlijk geen verandering zichtbaar is. Deze verbinding heeft echter als nadeel, dat 15 dit later aangebrachte rubber niet altijd garandeert, dat het binnentreden van voor de lasstrippen agressieve stoffen vermeden wordt. Door corrosie kunnen de stalen delen op den duur beschadigd worden, waardoor de sterkte van de bandverbinding ontoelaatbaar afneemt. Bovendien bestaat het probleem, dat deze verbinding, hoewel deze in aanzienlijke mate op 20 trek belastbaar is, faalt bij het optreden van drukbelasting. Een dergelijke herhaaldelijke drukbelasting treedt op indien een transportband in looprichting omgekeerd, d.w.z. tweezijdig gebogen wordt. Het gebruik van een spanrol is een voorbeeld voor een dergelijk omkeren.

Het is het doel van de onderhavige uitvinding om deze nadelen te 25 vermijden.

Dit doel wordt bij een hierboven beschreven lasverbinding verwezenlijkt doordat de draaddelen aramide-vezelmateriaal bevatten. Omdat een dergelijk vezelmateriaal een aanzienlijke bestendigheid tegen corrosie bezit, zijn de problemen met betrekking tot het aantasten thans opge-30 lost.

Om het probleem met betrekking tot de onvoldoende druksterkte op te lossen, wordt er volgens de uitvinding in voorzien, dat de draaddelen een aanzienlijke twist hebben. Bij voorkeur bestaan de draaddelen daarbij uit tex 330 x 3/3 koord met een garentwist van 130 t.p.m. en een 35 vouwtwist van 125 t.p.m. (verdraaiingen per meter).

Volgens een verdere van voordeel zijnde uitvoering zijn groepen draaddelen in stripvorm aangebracht. Dit vereenvoudigt het maken van de las.

Volgens een verdere uitvoering, waarbij de band langsdraden heeft, 40 zijn de draaddelen zodanig aangebracht, dat zij de kettingdraden bedek- 8602968 2 4 'i ken. Indien de te lassen band eveneens dwarsdraden bevat dan worden deze draden bij voorkeur weggenomen daar waar de draaddelen moeten worden geplaatst, in het bijzonder wanneer dit plaats vindt in het vlak van de dwarsdraden.

5 De uitvinding zal hieronder aan de hand van een in de tekening af- gebeelde uitvoeringsvoorbeeld beschreven worden. Daarbij toont:

Fig. 1 een dwarsdoorsnede door een transportband ter plaatse van een las en

Fig. 2 een gedeeltelijk opengewerkt bovenaanzicht van deze lasver-10 binding.

De in fig. 1 en 2 af geheelde transportband 1 heeft aan elkaar te lassen einden 2, 3. In de transportband zijn langsdraden 4 alsmede dwarsdraden 5 aangebracht. De lasverbinding bestaat van beneden naar boven, gezien in fig. 1, uit een onderdeklaag 6, berubberd steunweefsel 15 5 en skim 10, bestaande uit een ongevulkaniseerd rubbervel, als rubber- hechtlaag. De sterkte van de lasverbinding wordt verwezenlijkt door de vervolgens aangebrachte berubberde aramidekoorden 8. Na het aanbrengen van deze lagen of strippen, wordt opnieuw een laag rubber 9 aangebracht.

20 Door het gebruik van het inerte aramidekoord, dat eventueel aan een hieronder te beschrijven voorbehandeling is onderworpen, kan voorkomen worden, dat aantasting optreedt bij het binnendringen van voor staal en dergelijke agressieve stoffen, waardoor de mechanische eigenschappen van de lasverbinding verminderen. Om het gebruik bij drukbelasting mogelijk 25 te maken, welke vooral optreedt indien de band om een verhoudingsgewijs kleine trommel geleid wordt bij geringe belasting van de band, wordt het aramidemateriaal op bijzondere wijze toegepast. Gebleken is, dat een tex 330 x 3/3 koord met een garentwist van 130 t.p.m. en een vouwtwist van 125 t.p.m., d.w.z. een koordschroefhoek van 26,5°, bijzonder goed 30 voldoet. Een dergelijke aanzienlijke twist is wel met aramidekoord te verwezenlijken, maar niet met staaldraad, zodat een band verkregen wordt, die tevens op van voordeel zijnde wijze in niet-corrosieve milieus toepastbaar is.

Voor het hechten van het aramidemateriaal aan het rubber kan een 35 gebruikelijke werkwijze gevolgd worden. Deze kan bijvoorbeeld bestaan uit het dompelen van het aramidekoord als voorbehandeling in expoxy-pre-coat, gevolgd door dompelen in een standaard resorcinol-formaldehyd dip (RFL). Verminderen van de spanning in het omhullende rubber, indien het langsdraadmateriaal een hoge modulus heeft (zoals staal) kan verwezen-40 lijkt worden door het verhogen van de modulus van het koord. Om dit te 8602968 4 3 t- verwezenlijken werd het aramidekoord, na het dompelen in epoxyprecoat gedurende li minuut onder een spanning van 30 kg bij 245 °C gedroogd.

Hierdoor wordt de voorkeursoriëntatie van het aramidekoord, die bij dergelijke hoge temperaturen verloren kan gaan, behouden. Daarna werd 5 onder een belasting van 10 kg bij 180* gedurende li minuut de opgebrachte RFL dip gedroogd. Indien vervolgens rubber opgebracht wordt, is dit in staat om door middel van de aangebrachte dip een zeer aanzienlijke hechting aan te gaan.

Om de verbeterde samendrukkingsvermoeidheid, verkregen door het 10 gebruik van aramidemateriaal, te illustreren zijn proeven uitgevoerd met als lesmateriaal zowel aramidemateriaal als staalkoord. Gebleken is, dat de meest aanzienlijke samendrukking door een lasverbinding ondervonden zal worden bij een band met geringe sterkte, bijvoorbeeld transportband ST 500, die bij geringe belasting om een verhoudingsgewijs 15 kleine snaarschijf van bijvoorbeeld 250 diameter gaat, waarbij de buigingsrichting tegenovergesteld is aan die bij beide eindtrommels van de transportbandinstallatie. Om een dergelijke installatie te simuleren, wordt een inrichting gebruikt, zoals deze bekend is uit de niet ter inzage gelegde Octrooiaanvrage NL-A 8502654. Met een dergelijke 20 inrichting werden deze omstandigheden op laboratoriumschaal benaderd door het buigen van een gedeelde verbinding, bevattende dertig koorden bij 30 kg over een 280 mm trommel. De laslengte van deze inrichting was zodanig, dat het geheel van de gedeelde lengte door de buigzone bewogen werd, waardoor twee buigingen bij één kringloop van de machine ontstaan.

25 Deze proef werd eveneens uitgevoerd bij een volgens de stand der techniek van stalen stroken voorziene lasverbinding in een transportband. Omdat bij deze laatste uitvoering reeds na 1,8 x 10^ buigingen breuk van het rubber optrad, werd de beproeving van beide monsters na dat aantal belastingen beëindigd. De lasverbindingen werden 30 nauwkeurig onderzocht. De resultaten van de druk-vermoeiingsproeven zijn hieronder in tabel A weergegeven.

8602968 4 4

Tabel A

Sterkte Spreiding Aantal % verlies in van de geme- gemeten in

Newton ten waarden waarden sterkte 5 aramidekoord-beginwaarde 4160 4000-4316 6 aramidekoord na 1,8x10^ buigingen 4190 4070-4280 7 0 staalkoord-beginwaarde 4150 3990-4200 6 staalkoord na 1,8x10^ buigingen 660 0-1360 6 84 15

Uit onderstaande tabel blijkt duidelijk, dat een lasverbinding met het aramidekoord volgens de uitvinding zeer veel betere eigenschappen heeft dan een verbinding, waarbij het gebruikelijke staalmateriaal 20 (fig.2) toegepast wordt. Onderzoek van het breukvlak van de stalen koorden gaf aan, dat breuk plaats vond op de punten waar maximale verandering in spanning optrad.

Vervolgens werd de vermoeingssterkte bij trekbelasting onderzocht. De zwaarste buigbelasting bij trek wordt ondervonden indien een zware 25 band, bijvoorbeeld een ST 1600 transportband, onder aanzienlijke belasting (10% van de breukbelasting, d.w.z, 40 kg/koord) om een zeer grote aandrijftrommel zoals 800 mm gaat. Uit praktische overwegingen is bij deze proef van een ST 1200 band gebruikt buigend over een 600 mm trommel bij een spanning van 30 kg/koord.

30 Bij beproeving van de lasverbinding met aramide na 2,0 x 10^ cycli werden de resultaten verkregen, zoals beschreven in onderstaande tabel B.

8602968 5 Λ

Tabel Β

Sterkte Spreiding Aantal % verlies in van de geme- gemeten in

Newton ten waarden waarden sterkte 5 ------------------------------------------------------------------ aramidekoord-beginwaarde 2160 4000-4316 6

Aramidekoord na 2,0x10** 3970 3870-4070 6 5 buigingen

Uit bovenstaande proeven blijkt, dat de druksterkte van de lasverbinding niet afneemt terwijl de treksterkte slechts 5% daalt na 15 bovenstaande vermoeiing.

Voor de hechting van de diverse lagen op elkaar, teneinde de las sterkte te geven, kan gebruik worden gemaakt van gebruikelijke plakmiddelen en/of vulcanisatie.

8602968

Claims

1. Lasverbinding in een band met draaaddelen, welke in de langs-richting van de band zijn aangebracht en die de banduiteinden overbruggen, met het kenmerk, dat die draaddelen aramidevezelmateriaal bevatten.

2. Lasverbinding volgens conclousie 1, met het kenmerk, dat de draaddelen een aanzienlijke twist hebben. 10

3. Lasverbinding volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de draaddelen bestaan uit tex 330 x 3/3 koord met een garentwist van 130 t.p.m. en een vouwtwist van 125 t.p.m. (draaiingen per meter).

4. Lasverbinding volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat groepen draaddelen in stripvorm aangebracht zijn.

5. Lasverbinding volgens conclusie 4, waarbij de band langsdraden heeft, met het kenmerk, dat de draaddelen zodanig aangebracht zijn, dat 20 zij de kettingdraden bedekken.

6. Lasverbinding volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de band dwarsdraden heeft, met het kenmerk, dat de dwarsdraden ter plaatse van draaddelen weggenomen zijn. 8602968