NL8502654A - Werkwijze en inrichting voor het beproeven van gesloten lussen materiaal. - Google Patents

Description

N.0. 33378 'JiÏviader! °°“elis 3-caafs

Werkwijze en inrichting voor het beproeven van gesloten Tussen materiaal_

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het beproeven 5 van gesloten Tussen materiaal, zoals eindloze transportbanden, omvattende het onder spanning aanbrengen daarvan om ten minste twee rollen en het simuleren van een belasting op de eindloze lus.

Een dergelijke werkwijze is bekend en daarbij wordt van een inrichting gebruik gemaakt waarbij de afstand tussen de twee rollen gevalt) rieerd wordt zodat de lus onder wisselende belasting komt te staan. Deze belasting moet het bedrijf van de transportband simuleren. Aan deze werkwijze kleven een aantal bezwaren. Bij een gebruikelijke belaste transportband neemt de trekkracht in de band aanvankelijk langzaam toe in het onderpart, daarna wezenlijk sneller toe in het bovenpart en 15 daalt tot slot zeer snel bij het lopen van de band over de aandrijf-rol. Bij de gevolgde werkwijze is echter de trekkracht in het oplopende part gelijk aan de trekkracht in het aflopende part van de gebruikte spanrol. De weerstanden die overwonnen moeten worden zijn de lagerweer-standen van de rollen en de buigweerstand van de band. Deze zijn echter 20 dermate gering dat het verschil in trekkracht in de band tussen het oplopend part en de trekkracht van de band in het aflopende part gelijk gesteld kan worden. De inrichting gebruikt voor het uitvoeren van deze werkwijze heeft bovendien het nadeel gecompliceerd te zijn. Doordat ten minste een rol hydraulisch bewogen moet kunnen worden is een gecompli-25 ceerd veel onderhoud vergend hydraulisch stuur- en regel stelsel noodzakelijk.

Het is het doel van de uitvinding om in een werkwijze te voorzien waarbij bovengenoemde nadelen weggenomen worden en waarmee een meer met de werkelijkheid overeenkomende belasting van eindloos gesloten Tussen 30 uitgevoerd kan worden, welke werkwijze op eenvoudige wijze verwezenlijkt kan worden.

Dit doeleinde wordt bij een hierboven beschreven werkwijze verwezenlijkt doordat het simuleren van een belasting van de gesloten lus omvat het aandrijven van de ene rol en het remmen van de andere rol.

35 Op deze wijze wordt een betere benadering verkregen van de belas ting die heerst in een eindloze lus terwijl bovendien de spanning niet meer steeds gevarieerd hoeft te worden zoals bij de hierboven beschreven inrichting voor het simuleren van een belasting. Volgens een van voordeel zijnde verdere uitvoering van de werkwijze laat men ten min-40 ste een van de rollen ten opzichte van de lus net slippen, om de wrij- Θ5 0 2 654 *r 2 vingscoëfficiënt tussen lus en rol te bepalen.

Bovendien kan men de eindloze lus op tweezijdige buiging belasten, om zo een betere simulatie van belasting onder bedrijfsomstandigheden te verkrijgen. Gebleken is dat met name de las van een eindloze lus bij 5 het in twee richtingen buigend belasten een veel geringere duursterkte heeft dan bij het eenzijdig buigend belasten, zodat de laatstgenoemde beproevingsmethode misleidende resultaten kan geven.

Volgens een verdere uitvoering van de werkwijze wordt na het simuleren van een belasting van de gesloten lus op de hierboven beschreven 10 wijze de lus vervolgens tot breuk belast.

Dit is te verwezenlijken door het verhogen van de voorspankracht waarbij tussen de aandrijftrommel en remtrommel geen toerenverschil bestaat.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een inrichting voor de 15 hierboven beschreven werkwijze. Zoals vermeld stelt de inrichting volgens de stand der techniek hoge eisen aan het hydraulische systeem.

Een inrichting die deze nadelen niet heeft wordt volgens de uitvinding verwezen!ijkt door dat deze omvat een aangedreven en een geremde rol alsmede een spanrol. Hierbij kan het gecompliceerde (hydrauli-20 sche) stuur- en regel stelsel vervallen terwijl tegelijkertijd een betere simulatie van de bedrijfsomstandigheden van een transportband verwezenlijkt wordt. Het is moge!ijk om de aangedreven rol met een elektromotor aan te drijven en de geremde rol door middel van een generator te belasten, die daardoor een deel van het opgewekte vermogen terug kan 25 leveren aan de elektromotor. Ook is het gebruik van een hydraulische motor en hydraulische rem mogelijk, waarbij de hydraulische rem dan tevens de hydraulische motor voor een deel aandrijft.

Volgens een van voordeel zijnde uitvoering wordt echter de geremde rol via een differentieel inrichting, zoals een planetair tandwielstel-30 sel, met de aangedreven rol verbonden. Daardoor kan de energiestroom van de geremde rol naar de aangedreven rol worden teruggeleid, terwijl tevens een verhoudingsgewijs compacte inrichting gebruikt kan worden. Dit is in het bijzonder van belang indien zwaardere transportbanden waarin hoge belastingen optreden, beproefd moeten worden. Andere in-35 richtingen zouden een bijzonder gecompliceerde constructie vereisen.

Volgens een verdere van voordeel zijnde uitvoering zijn de hartlijnen van de aangedreven, geremde en spanrol evenwijdig en ligt de hartlijn van de spanrol in eeen ander vlak dan het vlak dat door de hartlijnen van de aangedreven en geremde rol gaat. Op deze wijze wordt 40 in een bijzonder doelmatige bouwwijze voorzien, waarbij de simulatie 85 0 2 6 5 4 3 van de praktijk nog verder verbeterd kan worden indien aan elke zijde van de spanrol een omleidrol aanwezig is, die zodanig aangebracht zijn dat de vrijlopende parten van de gesloten lus zich in hoofdzaak evenwijdig aan het vlak door de hartlijnen van de aangedreven en geremde 5 rol uitstrekken of loodrecht daarop. Op deze wijze wordt de gesloten lus aan tweezijdige buiging onderworpen waardoor de bedrijfsbelasting daarvan beter benaderd wordt.

Volgens een verdere van voordeel zijnde uitvoering is het vlak waarin de hartlijnen van het geremde en aangedreven rol zich bevinden 10 in hoofdzaak horizontaal en bevindt de spanrol zich daarboven. In combinatie met de hierboven beschreven differentieel inrichting wordt een bijzonder overzichtelijk geheel verkregen waarbij door het boven de aangedreven en geremde rollen liggend aanbrengen van de spanrol deze aangedreven en geremde rollen zich dicht bij de bodem van de ruimte 15 kunnen bevinden waarin de inrichting volgens de uitvinding opgesteld is. De rollen zijn vrij toegankelijk voor een gesloten lus, zodat deze zonder problemen kan worden aangebracht.

Volgens een andere van voordeel zijnde uitvoering van de inrichting volgens de uitvinding omvat deze een verdere de loop van de lus 20 beïnvloedende rol. Hierdoor kunnen verdere bedrijfsbelastingen gesimuleerd worden waarbij de lus onder een geringe hoek gebogen wordt.

De uitvinding zal thans aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld met behulp van de tekeningen beschreven worden, waarin:

Fig. 1 in vooraanzicht schematisch de inrichting voor het beproe-25 ven van gesloten Tussen materiaal toont,

Fig. 2 een pricipeschets is van de energiestroom bij de verbinding tussen aangedreven rol en geremde rol via het planetaire tandwiel stelsel ,

Fig. 3 een detail van fig. 2 weergeeft, 30 Fig. 4a, b diagrammen zijn waarin de belasting op de band tegen de tijd uitgezet is voor belastingen die respectieve!ijk de werkelijke bedrijf stoestand, de beproeving volgens de stand der techniek en de beproeving volgens de onderhavige uitvinding benaderen.

In fig. 1 is de inrichting voor het beproeven van gesloten Tussen 35 materiaal zoals eindloze transportbanden in het geheel met 1 aangegeven. Deze omvat een aangedreven rol 2 alsmede een geremde rol 3. Om de spanning in de transportband 4 te kunnen handhaven is een spanrol 5 aanwezig aan weerszijden waarvan zich omTeidroTTen 6 en 7 bevinden. De spanrol 5 is verbonden met een zuigerstang 8 die past in een cilinder 9 40 van een hydraulische zuiger-cilindersamenstel dat met een niet afge- 85 0 2 85 4 4 beelde bron hydraulisch fluïdum verbonden is om de spanning van transportband 4 constant te houden. Door de aanwezigheid van de omlei drollen 6 en 7 ondergaat de transportband tweezijdige buiging. Met pijl 10 is de looprichting van de transportband aangegeven. Bovendien kan tus-5 sen de aangedreven rol 2 en geremde rol 3 een verdere rol 11 aanwezig zijn waarmee de spanhoek van de transportband te wijzigen is.

In fig. 2 is zeer schematisch de differentieel inrichting als planetair stelsel 16 afgebeeld die de aangedreven rol 2 met de geremde rol 3 verbindt, om de bij de geremde rol vrijkomende energie terug te lei-10 den en de omvang van de inrichting tot aanvaardbare porties te beperken. In deze figuur zijn met 12 pijlen aangegeven die de richting van de energiestroom aanduiden. Een elektromotor 13 drijft via een haakse overbrenging 14 de aangedreven rol 2 aan en deze drijft de transportband 4 die beproefd moet worden aan, die op zijn beurt de geremde rol 3 15 aandrijft. Deze geremde rol 3 drijft via een haakse overbrenging 15 een planetair tandwiel stelsel 16 aan dat met een variator 17 een als zodanig bekend differentieel stelsel vormt. Hierdoor wordt de energiestroom die vrij komt bij de geremde rol 3 teruggeleid naar de aangedreven trommel 2 en door het besturen van de variator kan de remwerking gere- 20 geld worden. Het planetaire stelsel is meer gedetailleerd in fig. 3 * weergegeven.

De beschreven inrichting werk als volgt: een te beproeven transportband wordt om de verschillende rollen aangebracht en met spanrol 5 onder een voorafbepaalde voorspanning gebracht. 25 Daarna wordt de aangedreven rol 2 in beweging gebracht met elektromotor 13. Al naar gelang de beproeving wordt rol 3 meer of minder geremd. In het uiterste geval zelfs tot een maximale slip van 2% om de wrijvings-coëfficient tussen geremde rol 3 en de te beproeven transportband te meten. Indien het bedrijf van de transportband gesimuleerd wordt be-30 staat er slechts een geringe kruip tussen deze rol 3 en de transsport-band 4,

In fig. 4a, b is de kracht ondervonden door de transportband uitgezet tegen de tijd. De gestippelde lijn geeft in beide figuren de spanning weer gedurende een werkelijke bedrijfssituatie. Daarbij stelt 35 deel 21 het onderpart van de transportband voor, en deel 22 de aan-drijftrommel. Het blijkt dat de spanning vanaf de aandrijftrommel geleidelijk tot een maximum toeneemt tot aan de aandrijftrommel. Met doorgetrokken lijn wordt in fig. 4a de belasting volgens de inrichting volgens de stand der techniek weergegeven waaruit blijkt dat een bij 40 zonder grote piek 23 aanwezig is gevolgd door een lage belasting. Deze 85 0 2 65 4 5 piek wordt veroorzaakt door de cyclustijd bij het uit elkaar bewegen van de twee rollen.

In fig. 4b is met doorgetrokken lijn het verloop van de krachten volgens onderhavige uitvinding weergegeven, waarbij deel 25 het part op 5 de geremde rol weergeeft. Het blijkt dat de belasting volgens de onderhavige uitvinding de werkelijke belasting veel dichter benadert dan de belasting opgelegd volgens de stand der techniek.

Begrepen moet worden dat de uitvinding slechts aan de hand van voorkeursuitvoeringen beschreven is en dat verschillende wijzigingen 10 daarbij aangebracht kunnen worden die binnen het bereik van degene bekwaam in de stand der techniek liggen.

8o 0 2 S5 4

Claims (9)

1. Werkwijze voor het beproeven van gesloten Tussen materiaal, zoals eindloze transportbanden, omvattende het onder voorspanning aan- 5 brengen daarvan op ten minste twee rollen en het simuleren van een belasting op de eindloze lus, met het kenmerk, dat het simuleren van een belasting van de gesloten lus omvat het aandrijven van de ene rol en het remmen van de andere rol.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat men ten 10 minste een van de rollen ten opzichte van de lus net laat slippen om de wrijvingscoëfficiënt tussen lus en rol te bepalen.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat men de eindloze lus op tweezijdige buiging belast.

4. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens een van 15 de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat deze omvat een aangedreven en een geremde rol alsmede een spanrol.

5. Inrichting volgens conclusies 5, met het kenmerk, dat de aangedreven rol en de geremde rol via een differentieel inrichting met elkaar verbonden zijn.

6. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de hart lijnen van de aangedreven, geremde en spanrol evenwijdig zijn en dat de hartlijn van de spanrol in een ander vlak ligt dan het vlak dat door de hartlijn van de aangedreven en geremde rol gaat.

7. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat aan weers-25 zijde van de spanrol een omleidrol aanwezig is, die zodanig aangebracht zijn, dat de vrijlopende parten van de gesloten lus zich in hoofdzaak evenwijdig aan het vlak dat door de hartlijn van de aangedreven en geremde rol gaat en loodrecht daarop uitstrekken.

8. Inrichting volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat het 30 vlak waarin de aangedreven rol en geremde rol liggen in hoofdzaak horizontaal is en de spanrol zich daarboven bevindt.

9. Inrichting volgens een van de conclusies 5 t/m 9, dat deze een de verdere loop van de gesloten lus beïnvloedende rol omvat. ++++++++++ 850 2 85 4