NL8602765A - Transportsysteem. - Google Patents

Transportsysteem. Download PDF

Info

Publication number
NL8602765A
NL8602765A NL8602765A NL8602765A NL8602765A NL 8602765 A NL8602765 A NL 8602765A NL 8602765 A NL8602765 A NL 8602765A NL 8602765 A NL8602765 A NL 8602765A NL 8602765 A NL8602765 A NL 8602765A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
strips
conveyor belt
ejection
molding
filling device
Prior art date
Application number
NL8602765A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Fleetwood Syst Inc
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Fleetwood Syst Inc filed Critical Fleetwood Syst Inc
Publication of NL8602765A publication Critical patent/NL8602765A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G07CHECKING-DEVICES
    • G07CTIME OR ATTENDANCE REGISTERS; REGISTERING OR INDICATING THE WORKING OF MACHINES; GENERATING RANDOM NUMBERS; VOTING OR LOTTERY APPARATUS; ARRANGEMENTS, SYSTEMS OR APPARATUS FOR CHECKING NOT PROVIDED FOR ELSEWHERE
    • G07C3/00Registering or indicating the condition or the working of machines or other apparatus, other than vehicles
    • G07C3/14Quality control systems
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B07SEPARATING SOLIDS FROM SOLIDS; SORTING
    • B07CPOSTAL SORTING; SORTING INDIVIDUAL ARTICLES, OR BULK MATERIAL FIT TO BE SORTED PIECE-MEAL, e.g. BY PICKING
    • B07C5/00Sorting according to a characteristic or feature of the articles or material being sorted, e.g. by control effected by devices which detect or measure such characteristic or feature; Sorting by manually actuated devices, e.g. switches
    • B07C5/34Sorting according to other particular properties
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H29/00Delivering or advancing articles from machines; Advancing articles to or into piles
    • B65H29/26Delivering or advancing articles from machines; Advancing articles to or into piles by dropping the articles
    • B65H29/30Delivering or advancing articles from machines; Advancing articles to or into piles by dropping the articles from magnetic holders
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H29/00Delivering or advancing articles from machines; Advancing articles to or into piles
    • B65H29/58Article switches or diverters
    • B65H29/62Article switches or diverters diverting faulty articles from the main streams
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H31/00Pile receivers
    • B65H31/34Apparatus for squaring-up piled articles
    • B65H31/36Auxiliary devices for contacting each article with a front stop as it is piled
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10STECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10S209/00Classifying, separating, and assorting solids
    • Y10S209/904Feeder conveyor holding item by magnetic attraction
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10STECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10S209/00Classifying, separating, and assorting solids
    • Y10S209/933Accumulation receiving separated items
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10STECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10S271/00Sheet feeding or delivering
    • Y10S271/901Magnetic operation

Description

‘ i c NL 33838-Vö/cs V —
Transportsysteem.
De onderhavige uitvinding heeft in het algemeen betrekking op materiaalhanterings- en containervormtechnieken, en in het bijzonder op een transportsysteem voor het verplaatsen van een aantal vormstroken vanaf machines, waar zij 5 eerst zijn gevormd uit of zijn afgeknipt van plaatmateriaal naar een magazijn, en op een nieuw strookhanterings- of toe-voermechanisme voor het opslaan van de vormstroken in het magazijn. Bij voorkeur is een inspectiestation en een uit-werpmechanisme aangebracht naast de transporteur voor het 10 detecteren en het uitwerpen van afgekeurde vormstroken.
Vormstroken van het type, dat wordt gehanteerd door het transportsysteem volgens de uitvinding, zijn in het algemeen goed bekend bij containervormtechnieken. Deze vormstroken omvatten vlakke, voorgevormde platen uit metaal, die 15 uit plaatmateriaal zijn gevormd en daarna tot in het algemeen cirkelvormige blikuiteinden zijn vervormd. De vlakke, voorgevormde vormstroken zijn voorzien van een onregelmatige om-treksvorm teneinde het aantal blikuiteinden, dat daaruit kan worden geponsd of gevormd te maximaliseren en om de hoeveel— 20 heid afvalmateriaal te minimaliseren, en deze zijn derhalve moeilijk te hanteren en te transporteren.
Een belangrijke overweging bij de fabricage van blikuiteinden is het vermijden van fouten, zoals kleine gaten, in de gerede uiteinden. Het is efficiënter gebleken om 25 de vormstroken eerst voorafgaande aan de vorming van blikuiteinden daarvan te inspecteren op dergelijke gaten of andere onregelmatigheden. Aangezien een aantal blikuiteinden, bijvoorbeeld zes tot achttien of meer, uit elke strook kan worden vervaardigd, is het duidelijk, dat een inspectie van de 30 stroken voorafgaande aan de vorming van de afzonderlijke blikuiteinden daaruit een aanzienlijke hoeveelheid productie-en inspectietijd kan besparen.
Een extra probleem ontstaat met betrekking tot het transporteren van de vormstroken vanaf de knipmachine naar de 35 pers of een andere machine, die de afzonderlijke blikuiteinden sok; 0 £ , £ ' - 2 - vormt. Bij voorkeur moet de in het voorgaande genoemde inspectie en uitworp van afgekeurde vormstroken plaatsvinden tijdens het transport tussen de respectievelijke machines. In dit opzicht maakt de inrichting volgens de onderhavige uit-5 vinding gebruik van een transportband met daarnaast geschikte optische inspectie- en uitworpstations. Ingezien zal worden, dat de vormstroken afzonderlijk in een vlakke stand langs de transportband moeten worden getransporteerd teneinde een dergelijke visuele inspectie mogelijk te maken. Normalerwijs is 10 het echter gewenst om de vormstroken in een vlakke, met hun oppervlakken op elkaar gelegen stand op te slaan, in welke stand ze voor een verdere bewerking aan de blikuiteindevorm-pers worden toegevoegd. Tevens moet het toevoerstation van de vormpers een adequate toevoer van stroken bewerkstelligen, 15 zodat de pers niet behoeft te worden gestopt, wanneer de knipmachine voor onderhoud of reparatie moet worden gestopt.
Een probleem, dat is ontstaan met betrekking tot het voorgaande proces heeft betrekking op het opnieuw oriënteren van de vormstroken vanuit hun vlakke met hun einden op 20 elkaar aansluitende stand, waarbij zij afzonderlijk langs de transportband bewegen, in een gestapelde stand in het magazijn ter plaatse van het toevoerstation van de vormpers. Wanneer de vlakke vormstroken slechts vanaf de transportband rechtstreeks in een magazijn of ander reservoir worden afge-25 geven, is het moeilijk of zelfs onmogelijk om hun oriëntatie te controleren. Dit betekent, dat de vormstroken in het algemeen niet in een overeindstaande of verticaal georiënteerde evenwijdige stand blijven, maar ertoe neigen om om te vallen. In het algemeen is het toevoermagazijn onder een hoek omlaag-30 hellend geplaatst teneinde het stapelen hierin van de vormstroken tengevolge van de zwaartekracht te vereenvoudigen. Deze hoek bevordert een verder kantelen van de stroken, waarbij afzonderlijke stroken zich kunnen omkeren, hetgeen resulteert in het geblokkeerd raken van het magazijn en hetgeen 35 een juiste stapeling van de vormstroken daarin of het aanbrengen van verdere vormstroken daarin verhindert.
De uitvinding beoogt dientengevolge een nieuw en verbeterd transportsysteem te verschaffen, dat de in het voorgaande genoemde problemen opheft.
$ £ Λ O 7 S Ά v ia A. s v - 3-- 4 4
De uitvinding beoogt in het bijzonder een nieuwe magnetische magazijnvulopstelling te verschaffen voor het betrouwbaar herplaatsen van vormstroken vanaf de transportband in een gestapelde stand in een magazijn of een ander 5 reservoir.
Daarnaast beoogt de uitvinding een systeem te verschaffen, dat middelen voor het inspecteren van de vormstroken bevat, teneinde afgekeurde vormstroken te herkennen wanneer deze langs de transportband bewegen en middelen voor het 10 uitwerpen van de afgekeurde vormstroken vanaf de transporteur voorafgaande aan het bereiken van het magazijn.
In het kort omvat een magazijnvulinrichting volgens de onderhavige uitvinding, in overeenstemming met de voorgaande doeleinden, een vulorgaan aan een achtereinde van een 15 transportband voor het ëën voor êên daarvan opnemen van vormstroken in een op een rand staande, seriegewijze manier en voor het herplaatsen van de vormstroken in een vlakke, met hun oppervlakken tegen elkaar gelegen gestapelde stand in een magazijn.
20 Volgens een ander aspect van de uitvinding is een orgaan voor het inspecteren van vormstroken aanwezig voor het identificeren van afgekeurde stroken en een uitwerporgaan voor het vanaf de transporteur uitwerpen van de afgekeurde stroken, die zijn geïdentificeerd door het inspectieorgaan» 25 Volgens een verder aspect van de uitvinding wordt een transportsysteem geboden met een transportband voor het transporteren van een reeks vormstroken, met een inspectieorgaan, een uitwerporgaan en een magazijnvulorgaan overeenkomstig de in het voorgaande beschreven aspecten van de uit-30 vinding.
De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin in de diverse figuren overeenkomstige referentiecijfers betrekking hebben op overeenkomstige elementen.
35 Fig. 1 toont een perspectivisch, enigszins schema tisch, aanzicht van een transportsysteem volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding;
Fig. 2 toont een bovenaanzicht van het systeem volgens fig. 1; 40 Fig. 3 toont een eindaanzicht van het systeem vol- <? 6 0 2 7 S 5 • f ' 1 - 4 - gens fig. 1;
Fig. 4 toont een op grotere schaal weergegeven zijaanzicht van een magazijnvulinrichting volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding? 5 Fig. 5 toont een op grotere schaal weergegeven ge deeltelijk aanzicht volgens de lijn 5-5 in fig. 4;
Fig. 6 toont een doorsnede volgens de lijn 6-6 in fig. 5?
Fig. 7 toont een op grotere schaal weergegeven ge-10 deeltelijk aanzicht volgens het vlak van de lijn 7-7 in fig. 4;
Fig. 8 toont een op grotere schaal weergegeven bovenaanzicht van een voorkeursuitvoeringsvorm van een uit-werpmechanisme volgens de onderhavige uitvinding? en 15 Fig. 9 toont een aanzicht volgens het vlak van de lijn 9-9 in fig. 8.
De fig. 1 tot 3 tonen een transportsysteem 10 volgens de uitvinding. Opgemerkt wordt/ dat de fig. 1 tot 3 enigszins schematische weergaven tonen, terwijl de resteren-20 de figuren details van in het systeem toegepaste constructies tonen.
In het algemeen omvat het systeem 10 een magnetische bandtransporteur 12 voor het dragen van een reeks relatief vlakke vormstroken 14, die zich hierop in een 25 vlakke, op afstand van elkaar gelegen rand tegen rand of op hun rand staande stand bevinden tussen de uitvoertransporteur 16 van de knipmachine (niet getoond) en het magazijn 24 ter plaatse van het toevoerstation van een blikuiteindevormpers (eveneens niet getoond). Bij voorkeur is een inspectiestation 30 15 naast de baan van de transporteur 12 aangebracht voor het inspecteren van de vormstroken 14 voor het identificeren van afgekeurde stroken, die vervolgens ter plaatse van een afkeurstation 20 worden uitgeworpen.
De vormstroken 14 worden vervaardigd uit dunne 35 metalen platen en bezitten een onregelmatige omtrek, zoals getoond, om het later daaruit vormen van een maximaal aantal in het algemeen cirkelvormige blikuiteinden mogelijk te maken. Derhalve is het uitermate efficiënt, wanneer een vorm-strook 14, die onregelmatigheden bezit zoals gaten of derge- 8602733 -5- * , lijke, voorafgaande aan de vorming van een aantal individuele blikuiteinden wordt geïndentificeerd.
De vormstroken 14 worden afzonderlijk aan de transporteur 12 toegevoerd door middel van de transporteur 16, 5 die behoort bij de knipmachine en die geen deel uitmaakt van de uitvinding. Het volstaat mede te delen, dat de transporteur 16 de afzonderlijke vormstroken 14 een voor een afgeeft aan een centreer- of positioneermagazijn 18, waardoor een eindgedeelte van de transporteur 12 loopt, zie fig. 2. Dit 10 centreer- of positioneermagazijn 18 plaatst de door de transporteur te dragen vormstroken in de getoonde stand.
Hiertoe zijn de vormstroken gevormd uit een ferromagnetisch materiaal, terwijl de transporteur 12 een magnetische "rand-transporteur" bezit, die gebruik maakt van een reeks aange-15 dreven transportbanden die zijn aangebracht over stationaire magneten, teneinde de vormstroken daarop stationair en op de getoonde wijze georiënteerd vast te houden. De constructie van de magnetische transporteur 12 is bekend, en is derhalve niet in detail weergegeven en beschreven.
20 Volgens een ander kenmerk van de uitvinding is een uitwerpstation 20 aangebracht naast de transporteur 12 voor het, voorafgaande aan het afgeven van de vormstroken aan de persinrichting voor het vormen van afzonderlijke blikuiteinden, uitwerpen van de afgekeurde stroken 14, die ter 25 plaatse van het inspectiestation 15 zijn geïdentificeerd.
Het uitwerpstation 20 is met betrekking tot de bewegingsrichting van de vormstroken 14 langs de magnetische band-transporteur 12 op een verder punt naast de transportband geplaatst.
30 Tevens kan worden opgemerkt, dat in de getoonde uitvoeringsvorm een of meer hoek- of omkeerorganen 28, 30 kunnen worden toegepast tussen diverse segmenten van de bandtransporteur 12, teneinde de relatief flexibele vormstroken 14 daartussen om te keren, waardoor de ruimte, welke 35 vereist is voor het installeren van het transportsysteem 10 wordt beperkt of geminimaliseerd. Natuurlijk kunnen tevens andere opstellingen worden toegepast zonder het kader van de uitvinding te verlaten. Deze organen 28 en 30 omvatten in het algemeen cilindrische trommelvormige rolorganen 28a en 8002785 » » -6- 30a, die onder elke gewenste hoek ten opzichte van de diverse segmenten van de bandtransporteur 12 kunnen worden geplaatst voor het daartussen geleiden van de vormstroken 14.
Volgens een ander kenmerk van de uitvinding is ter 5 plaatse van het uiteinde van de bandtransporteur 12 een opneem- en magazijnvulinrichting 22 aangebracht voor het vanaf de transporteur een voor een in een rechtop staande stand opnemen van de vormstroken 14 en voor het omkeren of een andere stand geven van de vormstroken, namelijk een even-10 wijdige met hun oppervlakken tegen elkaar gelegen stand, zodat deze in hun vlakke, met hun oppervlakken tegen elkaar gelegen stand in een magazijn 24 worden gestapeld. Het magazijn 24 voert de vormstroken 14 rechtstreeks toe aan de blikuiteindevorminrichting. Daarnaast kan een stapel stroken 15 14 worden verwijderd en naar een andere locatie worden ge transporteerd teneinde de vormstroken 14, die nu zijn geïnspecteerd door de in het voorgaande beschreven inrichting 15 en waarvan afgekeurde exemplaren zijn verwijderd, toe te voeren aan verdere bewerkings- of vorminrichtingen.
20 Bij voorkeur omvat het inspectiestation 15 een ge automatiseerde optische opstelling teneinde het optisch inspecteren van de vormstroken te vereenvoudigen. Zoals getoond is het inspectiestation 15 aangebracht naast een spleet of opening 26 in de bandtransporteur 12 en omvat dit 25 station in het algemeen een lichtbron 15a aan de ene zijde van deze spleet 26 en een lichtregistratie-inrichting 15b aan de tegenovergelegen zijde. Dientengevolge kunnen gaten, openingen of andere fouten ten opzichte van de gewenste vormgeving van de vormstroken 14 worden afgeleid uit de hoe-30 veelheid licht, die wordt ontvangen vanuit de lichtbron 15a ter plaatse van de lichtgevoelige inrichting 15b, wanneer elke vormstrook 14 de spleet 26 passeert. Het is duidelijk, dat tevens reflectiesensoren kunnen worden toegepast in plaats van de zojuist beschreven "transmissiesensoren", zon-35 der het kader van de uitvinding te verlaten.
Na het passeren van het inspectiestation 15 bereiken de vormstroken het uitwerpstation 20. Aangezien de snelheid van de bandtransporteur 12 bekend is en bestuurd kan worden, kan het uitwerpmechanisme ter plaatse van het sta- 6302765 -7- * « tion 20, dat aan de hand van de fig. 8 en 9 hierna gedetailleerder zal worden beschreven, zodanig worden ingesteld en bestuurd, dat elke onjuist gevormde strook vanaf de baan van de transporteur 12 wordt verwijderd.
5 Fig* 4 toont aanvullende details van de opneem- en magazijnvulinrichting 22 volgens een voorkeursuitvoering van de uitvinding. Deze inrichting omvat een omhulling met een bodemwand 44 en een paar tegen over elkaar gelegen zijwanden, waarbij een van deze zijwanden 46 zichtbaar is in fig.
70 4, en waarbij het duidelijk is, dat de tegenovergelegen zij wand 47 (zie bijvoorbeeld fig. 2) althans nagenoeg identiek is. De eerste zijwand 46 bepaalt echter een langgerekte, relatief dunne intrede-opening 48 voor het opnemen van afzonderlijke, op een rand staande vormstroken vanaf de band-75 transporteur 12. Bovendien bepalen deze drie wanden 44, 46 en 47 gezamenlijk een dwarsdoorsnede van het inwendige van de magazijnvulinrichting 22, welke althans nagenoeg gelijk is aan de maximale omvangsafmetingen van de vormstroken 14.
Hierbij wordt eraan herinnerd, dat de vormstroken 14, zoals 20 bijvoorbeeld in fig. 1 is weergegeven, onregelmatig zijn gevormd, zodat de vormstroken 14 in de door deze wanden gevormde inwendige ruimte in een althans nagenoeg rechtstandige stand kunnen worden opgenomen, althans nagenoeg loodrecht op al deze wanden, zoals door streeplijnen is 25 weergegeven in fig. 4.
Verder is een magnetische strookcentreer- en stand-handhavingsinrichting 50 aangebracht voor het in het vulma-gazijn 22 vasthouden, omkeren en centreren van de in fig. 4 in een evenwijdige en op een afstand van elkaar gelegen 30 stand weergegeven stroken, zodat de vlakke oppervlakken van de vormstroken althans nagenoeg loodrecht verlopen ten opzichte van de bovenwand, bodemwand en zijwanden, zoals in het voorgaande is aangeduid. In de getoonde uitvoeringsvorm omvat het magazijnvulinrichting 22 verder een intrede-35 geleidingsdeel 52, dat in het algemeen is omgezet teneinde een in het algemeen omlaag hellende stand te verkrijgen van de magazijnvulinrichting 22 en van het daarachter geplaatste magazijn 24 ten opzichte van de transportband 12. Deze omlaag hellende stand vereenvoudigt in het algemeen de q Λ Π ^ 7 λ λ Ï-- ' ^ «w » ---- —1 , · * -8- beweging van de vormstroken door de inrichting 22, zoals in het algemeen is weergegeven door pijl 54, en vereenvoudigt daarna het handhaven van de vormstroken in een gestapelde stand in het magazijn 24 ten gevolge van de zwaartekracht.
5 Onder verwijzing naar de fig. 5-7 blijkt, dat de magnetische strookcentreer- en standhandhavingsinrichting 50 een magneetsamenstel 50 bezit dat grenst aan het bovenste gedeelte van de inrichting 22, voor het magnetiseren van de vormstroken 14 teneinde deze in het algemeen in de in fig. 4 IQ getoonde stand te handhaven. Dit wil zeggen, dat de vormstroken 14 worden gehandhaafd in een evenwijdige, op een afstand van elkaar gelegen stand, althans nagenoeg loodrecht op de wanden van de magazijnvulinrichting 22 en althans nagenoeg langs de omvang daarvan en tenminste totaan een 15 ingang van het magazijn 24, dat is bevestigd aan een ver verwijderd of volgend uiteinde daarvan met betrekking tot de bewegingsrichting van de stroken 14. Het magneetsamenstel 50, dat is weergegeven in de fig. 4-7, omvat een aantal langgerekte magneetdelen of samenstellen 62, 64, 66 en 68, 20 waarvan, er in het getoonde uitvoeringsvoorbeeld vier aanwezig zijn. Elk magneetdeel of samenstel omvat, zoals bijvoorbeeld het best zichtbaar is in fig. 5, een aantal afzonderlijke of discrete staafmagneten 70, 72, 74 en 76, die voorafbepaalde magnetische polariteitsrichtingen bezitten, zoals 25 weergegeven door de letters N en S in de fig. 5 en 7, teneinde de vormstroken in de in fig. 4 getoonde stand te handhaven. De magneten 70, 72, 74 en 76 vormen een karakteristiek magneetsamenstel 62, en zijn bij voorkeur, zoals getoond, aangebracht binnen een in het algemeen rechthoekig 30 niet magnetisch huis 79, dat is bevestigd aan een niet magnetische plaat 78 door middel van geschikte organen, zoals van schroefdraad voorziene bevestigingsorganen 81 en 83. Alhoewel een aantal van dergelijke magnetische delen zijn getoond, wordt erop gewezen dat tevens slechts een enkel mag-35 netisch deel zou kunnen worden toegepast. De magnetische samenstellen 62-68 zijn zodanig aangebracht, dat hun respectievelijke N-S-polariteit zich dwars op de lengte van de eindplaat 78 en de bewegingsbaan van de vormplaten 14 daarlangs uitstrekt. De andere eindgedeelten van de magnetische 8502765 -9- • *· % delen zijn vanuit een magnetisch oogpunt neutraal.
Fig. 6 toont een langsdoorsnede van het magnetische samenstel 62, waarbij een reeks vormstroken 14 gedeeltelijk in een eindaanzicht zijn getoond. De magnetische opstelling 5 en het circuit, dat wordt gevormd door de magneten 70-76 met polariteit als getoond, is zodanig dat de metalen vormstroken 14 op effectieve wijze worden geïnduceerd met magnetische polariteiten, zoals weergegeven door de letters N en S in fig. 6. Het netto-effect is, dat de aangrenzende stro-10 ken 14 worden geïnduceerd met tegenovergestelde magnetische polariteiten, zodat ze elkaar afstoten, als weergegeven door de pijlen 75.
Bovendien zorgen de, door de magneetsamenstellen 50 gecreeerde, krachten voor het aantrekken van de metalen 15 stroken 14 in de richting van de afzonderlijke saraenstellen 62-68 en in de richting van en tegen de niet-magnetische plaat 70.
Derhalve zal, zoals zal worden toegelicht, het toevoeren van vormstroken 14 aan de magazijnvulrinrichting 22 20 ervoor zorgen, dat reeds in deze inrichting 22 aanwezige stroken in langsrichting naar het magazijn 24 worden gedrukt. In het bijzonder zal een strook 14, wanneer deze de inrichting 22 binnentreedt, onder invloed geraken van het magneetsamenstel 50 en aanvankelijk in de richting van de 25 niet-magnetische plaat 78 worden aangetrokken. Verder zal de strook 14 worden geïnduceerd met een magnetische polariteit, die tegengesteld is aan die van de voorafgaande aangrenzende strook 14, zodat de aangrenzende stroken elkaar afstoten.
Tevens wordt eraan herinnerd, dat, zoals is getoond in fig.
30 4, de magazijnvulinrichting 22 en de magneetsamenstellen 50 hellend zijn geplaatst, zodat de zwaartekracht de stroken binnenwaarts tracht te bewegen, alhoewel het aantrekken van de stroken door het magnetische samenstel 50 verhindert, dat de stroken 14 kantelen. Het netto-effect bestaat hieruit, 35 dat wanneer een strook 14 de inrichting 22 binnentreedt de onmiddellijk hieraan grenzende strook 14 over een korte afstand langs de plaat 78 in de richting van het magazijn 24 wordt gedrukt. Deze strook stoot vervolgens de daaropgren-zende strook 14 af waarbij een overeenkomstige beweging 860 ?. ~ 3 . . * -10- wordt veroorzaakt. Wat plaats vindt, is in essentie een kettingreactie waarbij elke strook elke aangrenzende strook afstoot en de stroken langs de plaat 78 in de richting van en in het magazijn 24 bewegen.
5 Aldus worden de, de inrichting 22 binnentredende, vormstroken 14 met de getoonde oriëntatie van de magazijn-vulinrichting 22 en de rangschikking van de magnetische samenstellen 50 in een in het algemeen evenwijdige, rechtstandige oriëntatie gehouden, en wordt verhinderd dat deze 10 kantelen. Verder zullen de respectieve vormstroken 14, wanneer aanvullende stroken 14 de magazijnvulinrichting 22 binnentreden, langs de plaat 78 bewegen, waarbij de stroken uiteindelijk in het magazijn 24 belanden voorafgaande aan de afgifte aan een blikuiteindevormpers. Met deze opstelling 15 kan een aanzienlijke voorraad aan vormstroken 14 worden opgeslagen in het magazijn 24 en de vulinrichting, zodat wanneer de vormstrookknipmachine zou haperen of de werking daarvan anderzins zou worden onderbroken, de vormpers nog gedurende een aanzienlijke tijdsspanne kan werken. Tevens 20 kan worden ingezien dat zonder de toepassing van de stroken 14 en.de magnetische samenstellen 50 voor het handhaven van de positionering van de stroken 14, de stroken ertoe, zouden neigen om te vallen, zodat slechts een relatief kleine voorraad in het magazijn 24 zou kunnen worden opgeslagen.
25 Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvin ding zijn sommige magneetdelen 62, 64, 66 en 68, zoals getoond, zwenkbaar naar en vanaf het gebied, waarin de vormstroken 14 worden opgenomen, bevestigd, waarbij de bovenste begrenzingen van de stroken gezamenlijk worden bepaald door 30 de basisdelen 78, 80, 82 en 84 van de respectievelijke magneetdelen of magneetsamenstellen. In de getoonde uitvoeringsvorm is zichtbaar, dat de magneetdelen of magneetsamenstellen 62 en 66 door middel van scharnierorganen 86, 88 zwenkbaar of scharnierend zijn bevestigd aan de respec-35 tievelijke magneetsamenstellen 62 en 68 teneinde deze beweging relatief ten opzichte van de bovenste gedeelten van de vormplaten 14 te verkrijgen, zodat de totale magnetische krachten, die daarop worden uitgeoefend, naar wens kunnen worden gevarieerd. Met betrekking hiertoe is gebleken, dat B6ö27r I ___________ -11- ·' « met een in werking zijnde aangrenzende persinrichting aanzienlijke trillingskrachten ter plaatse van en in de magazijnvulinrichting 22 worden ervaren, zodat in het algemeen alle vier de magneetsamenstellen worden vereist ten-5 einde de gewenste stand van de vormstroken te handhaven.
Wanneer de persinrichting echter buiten werking is, is gebleken dat de totale magnetische kracht, die door deze vier magneetsamenstellen wordt uitgeoefend in het algemeen te groot is om de gewenste beweging van de vormstroken in de 10 richting 54 voor het stapelen in het magazijn 24 te verkrijgen. Dientengevolge maakt het onder bepaalde omstandigheden van de vormstroken wegscharnieren of -zwenken van twee van deze magneetdelen of -samenstellen zowel de gewenste oriëntatie van de vormstroken alsmede hun continue 15 beweging voor een stapeling binnen het magazijn 24 mogelijk, ook wanneer de blikuiteindevormpers buiten gebruik is.
Volgens een verder kenmerk van de getoonde uitvoeringsvorm kan het gehele magneetsamenstel 50 van de zijwanden 46 en 47 van de magazijnvulinrichting 22 af bewegen voor 20 het verschaffen van een toegang tot het inwendige daarvan.
In de getoonde uitvoeringsvorm bezit de magazijnvulinrichting 22 tevens een frontale of voorste wanddeel 90, dat ten opzichte van de zijwanden 46, 47 en de bodemwand 44 is gefixeerd. Dientengevolge is de spleet of opening 48 voor het 25 inbrengen van vormstroken in het samenstel 22 bepaald tussen deze wand 90 en een naar deze zijde gericht randgedeelte van de zijwand 46. De wand 90 is aldus aangebracht aangrenzend aan een eindgedeelte van het transportbandsysteem 12 en dient voor het geleiden van de vormstroken in de magazijn-3q vulinrichting 22 nadat deze stroken de bandtransporteur 12 hebben verlaten. De wand 90 omvat een scharnierorgaan of samenstel 92 voor een verzwenkbare of scharnierbare bevestiging van de magneetsamenstellen 50 voor een beweging naar en verwijderd van de bovenzijde van de inrichting 22 teneinde 35 toegang te verkrijgen tot het inwendige daarvan.
In het bijzonder past de getoonde uitvoeringsvorm een verder draagorgaan of samenstel 100 toe, dat een van doorgaande openingen voorziene, bevestigings- of draagarm 102 omvat met een aantal langgerekte stangen 104, 106, welke
Sjü27;3 * ’ . -12- zich verschuifbaar en verstelbaar door deze uitstrekken.
Deze stangen 104 en 106 zijn door geschikte koppelingen 108, 110 met een bovenste oppervlak van de respectievelijke mag-neetdelen of magneetsamenstellen 64 en 68 gekoppeld. Ge-5 schikte maatregelen, zoals op een afstand van elkaar gelegen doorgaande openingen 112, 114 in de respectievelijke stangen 104 en 106, met daarbijbehorende pennen of andere organen (niet getoond) kunnen worden toegepast teneinde de afstand van de respectievelijke magneetdelen of magneetsamenstellen 10 64 en 68 tot een ondervlak van de draagarm 102 in te stel len. Dientengevolge kan de effectieve hoogte van alle magneetsamenstellen en in het bijzonder van de ondervlakken daarvan, welke de bovenste begrenzingen vormen van het vorm-strookopnemende oppervlak, worden ingesteld ten opzichte van 15 het inwendige van de magazijnvulinrichting 22. Dit maakt tevens een selectieve variatie van de effectieve inwendige hoogte van het samenstel 22 mogelijk voor aanpassing aan vormstroken van verschillende afmetingen. Tevens kan een geschikt extra afstandsorgaan of samenstel (niet getoond) 20 worden toegepast naast het inwendige van de zijwanden 46 en/of 47 teneinde een aanpassing te verkrijgen aan vormstroken van verschillende lengten.
In de getoonde uitvoeringsvorm is de draagarm 102 door het scharnier 92 scharnierbaar bevestigd aan de wand 25 90. Een extra aandrijforgaan in de vorm van een cilinder- zuigersamenstel 120 is middels een uithouder 122 aan de wand 90 bevestigd en ter plaatse van 124 zwenkbaar gekoppeld met een uitstekend gedeelte 102a van de draagarm 102 voor het zwenkbaar rond het scharnier 92 bewegen van de draagarm 102 30 en de daaraan bevestigde magneetsamenstellen 50.
Opgemerkt wordt, dat het magazijn 24, dat in fig. 4 gedeeltelijk is weergegeven, is afgebeeld met een extra transporteur of rolorgaan 125, dat afzonderlijke vormstroken 14 daaruit opneemt, om deze toe te voeren aan een vormpers.
35 Dit extra rolorgaan of andere overeenkomstige toevoercon-structie maakt echter geen onderdeel uit van de uitvinding en behoeft niet te worden toegepast. Het magazijn 24 kan zelfs losneembaar zijn ten opzichte van de inrichting 22 teneinde te worden getransporteerd naar een andere locatie $ δ 0 2 / Q 3 j ------ -υ- » «r voor het verder bewerken van de daarin opgenomen vormstro-ken 14.
De fig. 8 en 9 tonen details van het uitwerpsamen-stel 20 overeenkomstig een voorkeursuitvoeringsvorm van de 5 uitvinding. Het uitwerpsamenstel 20 omvat een paar op een afstand van elkaar gelegen uitwerpvingers 140, 142, die beweegbaar zijn tussen een ruststand, waarin geen samenwerking bestaat met de bewegingsbaan van de vormstroken 14 langs de bandtransporteur 12 en een uitwerpstand, waarin de vingers 10 in de bewegingsbaan van de vormstroken 14 langs de bandtransporteur aangrijpen. In de laatstgenoemde uitwerpstand, welke is weergegeven in fig. 8, maken de vingers 140 en 142 in het algemeen een hoek met de transporteur 12, teneinde de vormstroken van de transporteur af te leiden naar een op-15 slagbak 144 voor afgekeurde exemplaren naast de transportband. In dit verband bezit de transportband een beweegbaar banddeel 12a, dat relatief smal is ten opzichte van de breedte of hoogte van de vormstrook 14 en de hoogte van het totale transportsamenstel 12 (zoals het best zichtbaar is in 20 fig. 9). Dit banddeel 12a is tevens bij voorkeur gecentreerd ten opzichte van het transportbandsamenstel 12 en de vormstroken 14, die daarlangs bewegen. In hun werkzame stand zijn de uitwerpvingers 140 en 142 aan weerszijden van het transportbanddeel 12a geplaatst, zodat een beweging van het 25 banddeel 12a tussen deze vingers mogelijk is, waardoor als het ware een "afpellen" van de vormstrook 14 wordt verkregen, wanneer de vingers zich in de uitwerpstand, welke in fig. 8 is getoond, bevinden.
De opslagbak is verder voorzien van een intrede-30 opening 146, die op een lijn ligt met de uitwerpvingers 140 en 142, wanneer deze in de uitwerpstand zijn geplaatst, waarbij de van richting veranderde vormstroken 14 daardoor worden opgenomen, zoals is aangeduid door pijl 150. De opslagbak omvat tevens een geleidingsdeel 152 aangrenzend aan 35 en enigszins achter de opening 146, waardoor de vormstroken verder in het inwendige van de opslagbak worden geholpen.
Zoals het best zichtbaar is in fig. 8 omvat dit geleidingsdeel een wigvormige constructie, die in het algemeen aansluit op een buitenste uiteinde van de vingers 140 en 142, f302765 , * * -14- wanneer deze zich in de uitwerpstand bevinden voor het in het algemeen opnemen van vormstroken daarvan en het geleiden daarvan in het inwendige van de opslagbak 144.
Hiermee samenwerkend bezit een achterwandgedeelte 5 154 van de opslagbak 144 een paar openingen 156, 158, welke bedoeld zijn voor het opnemen van de eindgedeelten van de respectievelijke uitwerpvingers 140 en 142, waardoor de vormstroken in het inwendige van de opslagbak 144 en langs het geleidingsdeel 142 over enige afstand voorbij de intre-10 de-opening 146 kunnen worden geleid.
Zoals het duidelijkst zichtbaar is in fig. 8 zijn de uitwerpvingers zwenkbaar bevestigd aan een as 160. Voor het tussen de rust- en uitwerpstand bewegen van de uitwerpvingers 140 en 142 is een geschikt aandrijforgaan toegepast, 15 dat een cilinder-zuigersamenstel 162 omvat, dat aan een uiteinde is bevestigd aan een uithouder 164, welke is bevestigd aan de achterzijde v.an het transporteursamenstel 12 en waarvan het andere uiteinde aan een uitstekend gedeelte 166 van de vingers 140 en 142 is bevestigd, dat zich althans nage-20 noèg onder een rechte hoek buitenwaarts daarvanaf uitstrekt. In de getoonde uitvoeringsvorm is het dit verlengdeel 166, d.at zwenkbaar is bevestigd aan de as 160. De uitwerpvingers 140 en 142 zijn aan een uiteinde van het verlengdeel 166 bevestigd, dat zich enigszins ter zijde van de as 160 tegen-25 over de verbinding daarvan met het cilinder-zuigersamenstel 162 uitstrekt. De vingers 140 en 142 zijn hierbij zodanig ten opzichte van het oppervlak van het transportbanddeel 12a gelegen, dat ze in het algemeen in een vlak met het oppervlak van de transportband 12 en juist achter het banddeel 30 12a zijn gelegen, wanneer ze zich in de ruststand bevinden, en dat ze buitenwaarts op de in fig. 8 getoonde wijze uitsteken, wanneer ze zich in de uitwerpstand bevinden, al naar gelang de respectievelijke uitgeschoven of ingetrokken stand van het cilinder-zuigérsamenstel 162.
35 Wanneer het transportsysteem 10 volgens de onder havige uitvinding werkt, zullen vormstroken 14 de (niet getoonde) knipinrichting verlaten en op de transporteur 16 worden aangebracht voor het afgeven aan een centreer- of positioneermagazijn 18. Zoals zichtbaar is in fig. 2 strekt 5602765 -15- het voorste uiteinde van de magnetische bandtransporteur 12 zich uit tot in het magazijn 18. Wanneer de stroken 14 derhalve het magazijn 18 binnentreden, hechten zij aan de bandtransporteur 12 en worden zij langs de baan van deze trans-5 porteur getransporteerd.
De stroken 14 zullen het inspectiestation 15 passeren, waarbij enige onregelmatigheden of gaten in de strook zullen worden gedetecteerd. De strook zal vervolgens verder bewegen naar het uitwerpstation 20. Aannemende dat de strook 10 14 geen fouten bezit, zal deze het station 20 passeren om te worden afgegeven aan de magazijnvulinrichting 22. Wanneer onvolledigheden zijn gedetecteerd ter plaatse van het inspectiestation 15, zal het uitwerpmechanisme, zie fig. 8 en 9, worden bediend teneinde de foutieve strook in de opslag-15 bak 144 op te nemen.
Na aankomst bij de magazijnvulinrichting 22 zullen de stroken 14 de transporteur 12 verlaten en door de wand 90 in de inrichting 22 worden geleid. Wanneer de stroken de vulinrichting 22 binnentreden komen zij onder de invloed van 20 het magnetisme, dat wordt veroorzaakt door de magnetische samenstellen 50. Aanvankelijk zullen de stroken binnenwaarts ter plaatse van de vulinrichting 22 bewegen, zowel ten gevolge van de zwaartekracht, omdat de vulinrichting 22 onder een hoek met de horizontaal is geplaatst, alsmede onder in-25 vloed van het magnetische veld binnen de inrichting. De stroken 14 zullen in de richting van het magnetische samenstel 50 worden aangetrokken en zullen worden geïnduceerd met de tegengestelde magneetspolariteiten, zoals in het voorgaande is beschreven. De magnetische samenstellen 50 zullen 30 de stroken 14 in de gewenste stand handhaven, waarbij het binnentreden van elke volgende strook 14 in de vulinrichting 22 de beweging veroorzaakt van de daarvoor opgenomen stroken langs de lengte van de inrichting 22 in de richting van en in het magazijn 24. De stroken 14 zullen gedeeltelijk ten 35 gevolge van de afstootkrachten 75 en gedeeltelijk ten gevolge van de zwaartekracht over de lengte van de magnetische samenstellen bewegen. Wanneer de stroken het uiteinde van de magnetische samenstellen 50 bereiken, verlaten zij het magnetische veld en zullen zij onder invloed van de 3302755 . ’ ‘ » -16— zwaartekracht in het magazijn 24 vallen, van waaruit zij door de transporteur 125, zie fig. 4, kunnen worden afgegeven aan de blikuiteindevormpers (niet getoond).
Met het systeem 10 volgens de onderhavige uitvin-5 ding wordt derhalve een geschikte en continue toevoer van stroken 14 aan de blikuiteindepers verschaft. Wanneer verder het knipmechanisme zou uitvallen kan het systeem 10 worden gebruikt voor het verwijderen van de vormstroken 14 van de bandtransporteur 12, welke stroken worden afgegeven aan het 10 magazijn 24. Derhalve vereist een mankement van de knippers niet, dat de nog steeds operationele blikuiteindevormpers moet worden gestopt. Wanneer daarentegen de blikuiteindevormpers zou uitvallen kan het systeem 10 verder werken gedurende een aanzienlijke tijdsspanne, waarbij vormstroken 14 15 aan de vulinrichting 22 en het magazijn 24 worden afgegeven.
De uitvinding is niet beperkt tot de in het voorgaande beschreven uitvoeringsvorm, die binnen het kader der uitvinding op velerlei wijzen kan worden gevarieerd.
8502765

Claims (18)

1. Transportsysteem met een transportband voor het dragen van een reeks van relatief vlakke vormstroken in een vlakke, achter elkaar en op een afstand van elkaar gelegen stand, gekenmerkt door een inrichting (15) voor 5 het inspecteren van de vormstroken om afgekeurde exemplaren te bepalen, een inrichting (20) voor het uitwerpen van de afgekeurde exemplaren vanaf de transportband, en een maga-zijnvulinrichting (22) die aan een uiteinde van de transportband is geplaatst voor het daarvanaf een voor een in de 10 achter elkaar gelegen stand opnemen van de vormstroken en voor het herplaatsen van deze vormstroken in een evenwijdige, met de oppervlakken naar elkaar toegekeerde op een afstand van elkaar gelegen stand, voor het stapelen in een vlakke met de afstanden tegen elkaar gelegen stand in een 15 magazijn (24).
2. Systeem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de inspectie-inrichting (15) een optische inspectie-inrichting (15a, 15b) omvat.
3. Systeem volgens conclusie 1, met het 20 kenmerk, dat de uitwerpinrichting, gezien in de bewegingsrichting van de transportband, achter de inspectie-inrichting is geplaatst.
4. Systeem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de magazijnvulinrichting een holte omvat 25 met een bodemwand (44) en een paar tegen over elkaar gelegen zijwanden (46, 47), die gezamenlijk een dwarsdoorsnedevorm-geving bepalen, die gelijk is aan de maximale omtreksafmeting van de vormstroken, terwijl de vulinrichting verder is voorzien van een intrede-opening (48) voor het op een rand 30 opnemen van de stroken vanaf de transporteur, en een strook-centreerinrichting (50) voor het herplaatsen van de stroken in de genoemde evenwijdige op een afstand van elkaar gelegen stand, zodat de vlakke oppervlakken' van de vormstroken zich althans nagenoeg loodrecht op de bodemwand (44) en de zij-35 wanden (46, 47) uitstrekken.
5. Systeem volgens conclusie 4, m e t h e t kenmerk, dat de vulinrichting (22) verder is voorzien 3 o \i 11 o δ . * -18- van een intredegeleidingsdeel (52), dat een onder een hoek omlaag gerichte stand ten opzichte van de transportband bezit, teneinde het in een gestapelde stand brengen en houden van de vormstroken in het magazijn ten gevolge van de zwaar-5 tekrachte te vereenvoudigen.
6. Systeem volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de strookcentreerinrichting (50) magneetsamenstellen (62, 64, 66, 68) omvat, welke grenzen aan de bovenste gedeelten van de omhulling, die wordt gedefini- 10 eerd door de bodemwand (44) en de zijwanden (46, 47), en die is voorzien van voorafbepaalde magnetische polariteitsrich-tingen voor het op een zodanige wijze magnetiseren van de vormstroken, dat deze stroken in de genoemde evenwijdige op een afstand van elkaar gelegen stand althans nagenoeg lood- 15 recht ten opzichte van de wanden van de vulinrichting (22) en althans nagenoeg over de gehele afmeting van deze inrichting (22) worden gehandhaafd.
7. Systeem volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de magneetsamenstellen (62, 64, 66, 68) 20 een aantal langgerekte magneetdelen (70, 72, 74, 76) omvatten, die op een lijn liggen met de bewegingsrichting van de vormstroken door de vulinrichting (22) en die in hun evenwijdige op een afstand van elkaar gelegen stand zijn geplaatst en althans nagenoeg evenwijdig verlopen met de zij- 25 wanden (46, 47), waarbij de noord-zuidpolariteit van elk magneetdeel dwars op de bewegingsbaan van de vormstroken en longitudinaal op de lengte van deze stroken, zoals deze in de vulinrichting (22) zijn geplaatst, verloopt.
8. Systeem volgens conclusie 7, met het 30 kenmerk, dat tenminste bepaalde magneetdelen naar de vormstroken toe en daarvanaf beweegbaar bevestigd zijn teneinde de resulterende magnetische krachten, die worden uit-geoefend op deze vormstroken, te kunnen variëren.
9. Systeem volgens conclusie 8, met het 35 kenmerk, dat vier magneetsamenstellen (62, 64, 66, 68. zijn toegepast, waarvan twee samenstellen (62, 66) zwenkbaar zijn bevestigd aan de andere twee samenstellen (64, 68) teneinde een beweging in de richting van en verwijderd van de vormstroken te verkrijgen. 9β027δ5 -19- :. S
10. Systeem volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de magneetsamenstellen (62, 64, 66, 68) zijn bevestigd aan een beweegbaar draagsamenstel (100) teneinde de effectieve hoogte van deze magneten (70, 72, 74, 5 76) ten opzichte van de vulinrichting (22) te variëren.
11. Systeem volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de vulinrichting (22) verder een gelei-dingswand (90) bezit, die in het algemeen evenwijdig aan en grenzend aan het achterste uiteinde van de transportband is 10 geplaatst, alsmede is voorzien van scharnieren (92) door welke de beweegbare drager (100) verzwenkbaar is bevestigd ten opzichte van de achterwand, zodat deze in een richting naar en in een richting vanaf de bovenste randen van de zijwanden (46, 47) kan zwenken teneinde een toegang te ver- 15 schaffen tot het inwendige van de vulinrichting (22).
12. Systeem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de uitwerpinrichting tenminste een af-keurvinger (140) bezit, die beweegbaar is tussen een ruststand, waarin deze niet samenwerkt met de bewegingsbaan van 20 de vormstroken langs de transportband en een uitwerpstand, waarin deze vinger (140) zich uitstrekt tot in de bewegingsbaan van de vormstroken langs de transportband, waarbij de vormstroken van de transportband worden afgeleid, terwijl verder een naar wens bedienbare aandrijving (162) voor het 25 aandrijven van de uitwerpvinger (140) tussen de genoemde rust- en uitwerpstand is aangebracht.
13. Systeem volgens conclusie 16, gekenmerkt door een opslagbak (144) voor afgekeurde exemplaren, welke bak naast de transportband is geplaatst voor de 30 door de uitwerpvinger (140) verwijderde vormstroken.
14. Systeem volgens conclusie 13, m e t h e t kenmerk, dat de opslagbak (144) een doosvormige omhulling bezit met een intrede-opening (146), die op een lijn ligt met de uitwerpvinger, wanneer deze vinger in de 35 uitwerpstand is gebracht voor het door de opening leiden van de verwijderde vormstroken.
15. Systeem volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de opslagbak (144) verder is voorzien van een geleidingsdeel (152), dat grenst aan de intrede- 8602/33 1 , -20- opening (146), voor het in een inwendig gedeelte van de op-neembak (144) leiden van de vormstroken alsmede een verdere opening (156) in de omhulling naast het geleidingsdeel voor het opnemen van tenminste een gedeelte van de uitwerpvinger 5 (140), teneinde het in de opslagbak (144) leiden van de vormstrippen door de vinger te garanderen.
16. Systeem volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de uitwerpvinger (140) is voorzien van een langgerekt deel, dat verzwenkbaar ten opzichte van de Ί0 transportband is aangebracht en waarbij de aandrijving (162) een cilinder-zuigersamenstel omvat, dat werkzaam is verbonden met de vinger (140) voor het verzwenken daarvan tussen de rust- en uitwerpstand.
17. Magazijnvulinrichting voor toepassing in een 15 transportsysteem volgens een der voorgaande conclusies.
18. Uitwerpinrichting voor toepassing in een transportsysteem volgens een der voorgaande conclusies. £3ΰ27β5 i ___________
NL8602765A 1985-11-01 1986-10-31 Transportsysteem. NL8602765A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US79404285 1985-11-01
US06/794,042 US4727991A (en) 1985-11-01 1985-11-01 Scroll strip conveyor system

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8602765A true NL8602765A (nl) 1987-06-01

Family

ID=25161511

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8602765A NL8602765A (nl) 1985-11-01 1986-10-31 Transportsysteem.

Country Status (7)

Country Link
US (1) US4727991A (nl)
JP (1) JPS62111864A (nl)
DE (1) DE3636926A1 (nl)
FR (1) FR2589455A1 (nl)
GB (2) GB2182317B (nl)
IT (1) IT1199285B (nl)
NL (1) NL8602765A (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP3109777B2 (ja) * 1993-03-11 2000-11-20 富士写真フイルム株式会社 写真フイルムパトローネ胴板の集積装置
DE19816232A1 (de) * 1998-04-10 1999-10-14 Schlafhorst & Co W Transportsystem für Spinnspulen und Spulenhülsen mit einem einen Durchgang überbrückenden Transportweg
US6241460B1 (en) * 1999-08-27 2001-06-05 Todd C. Werner Offset sorter for envelopes
US20070051669A1 (en) * 2005-03-01 2007-03-08 Mandrell Timothy M Screening machine with removable feed hopper
US9969566B1 (en) * 2016-11-15 2018-05-15 Nordco Inc. Magnetic singulator for bulk rail fasteners

Family Cites Families (25)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1282626A (en) * 1915-06-14 1918-10-22 Powers Accounting Machine Company Auxiliary card-feed.
US2312357A (en) * 1940-03-02 1943-03-02 American Can Co Sorting machine
US2527911A (en) * 1946-03-19 1950-10-31 Buccicone Dario Magnetic sheet piling
US2609928A (en) * 1946-12-31 1952-09-09 Doust James Frederick Apparatus for sorting postal packets
US2640605A (en) * 1947-12-30 1953-06-02 American Can Co Magnetic stacking mechanism
US2533422A (en) * 1948-10-16 1950-12-12 Control Instr Co Inc Card delivery mechanism for sorting machines
US2570288A (en) * 1949-05-03 1951-10-09 Howard Paper Mills Inc Photoelectric inspection of sheet materials
BE516718A (nl) * 1952-02-19
US2697514A (en) * 1952-07-03 1954-12-21 Walter A Stahl Mail sorting device
US2795340A (en) * 1954-12-28 1957-06-11 American Can Co Magnetic stacking mechanism
US3051479A (en) * 1958-05-23 1962-08-28 Miehle Goss Dexter Inc Sheet handling apparatus
US3307716A (en) * 1965-02-23 1967-03-07 Charles W Ross Magnetic stacking device
US3533319A (en) * 1967-08-01 1970-10-13 Owens Illinois Inc Shear stacker
US3672663A (en) * 1970-12-21 1972-06-27 Acme Visible Records Inc Conveyor drop box
SE414017B (sv) * 1978-09-05 1980-07-07 Lars Gunnar Johansson Anleggning for transport av vesentligen platt- eller skivformiga lengder av magnetiskt material
JPS5574680A (en) * 1978-11-30 1980-06-05 Tokyo Shibaura Electric Co Paper item treatment unit
JPS55124886A (en) * 1979-03-20 1980-09-26 Laurel Bank Machine Co Paper documents processing unit
JPS5627490A (en) * 1979-08-09 1981-03-17 Tokyo Shibaura Electric Co Paper document classifier
JPS56147258A (en) * 1980-04-15 1981-11-16 Laurel Bank Mach Co Ltd Bank note deposition machine
JPS57106996A (en) * 1980-12-24 1982-07-03 Tokyo Shibaura Electric Co Currency automatic dealing device
JPS58106675A (ja) * 1981-12-21 1983-06-25 武蔵株式会社 紙幣選別計数機
JPS58109338A (ja) * 1981-12-22 1983-06-29 Fuji Photo Film Co Ltd シ−ト材料搬送装置
JPS59201190A (ja) * 1983-04-30 1984-11-14 武蔵エンジニアリング株式会社 金種判定機能付計数帯封機
JPS59184989A (ja) * 1983-04-04 1984-10-20 株式会社東芝 区分集積装置
DE3431308A1 (de) * 1984-08-25 1986-03-06 Karges-Hammer-Maschinen Gmbh & Co Kg, 3300 Braunschweig Abstapelmagazin fuer dosendeckel

Also Published As

Publication number Publication date
GB2201404A (en) 1988-09-01
GB2182317B (en) 1990-08-29
GB8800220D0 (en) 1988-02-10
DE3636926A1 (de) 1987-05-07
IT8648604A0 (it) 1986-10-30
IT1199285B (it) 1988-12-30
US4727991A (en) 1988-03-01
GB8625820D0 (en) 1986-12-03
FR2589455A1 (fr) 1987-05-07
GB2182317A (en) 1987-05-13
GB2201404B (en) 1990-08-29
JPS62111864A (ja) 1987-05-22

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL193103C (nl) Inrichting voor het transporteren en gegroepeerd overbrengen van flesvormige houders voor het verpakken daarvan.
US4878971A (en) Method of continuously assembling chemical analysis slides
KR101721829B1 (ko) 물품 자동분류시스템과 이의 운영방법
EP1619148A1 (de) Lager zum automatischen Ein- und Auslagern von Waren, insbesondere von Arzneimittelpackungen
NL8103133A (nl) Inrichting voor het vrijgeven van voorwerpen uit transportgrijpers.
NL8303182A (nl) Inrichting voor het gericht toevoeren van platte prismatische voorwerpen.
NL8602765A (nl) Transportsysteem.
EP0482334B1 (de) Einrichtung zum Überführen von Stückgütern
US4462201A (en) Method and apparatus for discharging objects from holders
KR101661193B1 (ko) 물품 이송 장치
PL209028B1 (pl) Urządzenie do cięcia opakowań oraz sposób i system separacji różnorodnych jednostek produktów zawartych w opakowaniach
JP5808442B2 (ja) 選果機
NL9000813A (nl) Inrichting voor het transporteren en afleggen van voorwerpen.
CN111891690A (zh) 一种物流输送用定位系统及其定位装置
AT511598B1 (de) Automatisiertes warenumschlaglager
EP2246276B1 (en) Apparatus for automatically sorting out packaged pharmaceutical products
JP2007535453A (ja) 特定された包装ユニットを輸送するための方法と装置
CN211309971U (zh) 分料装置及分料系统
CN111661637A (zh) 抓持装置、分离装置及抓持物体的方法和抓持装置的用途
CN216547096U (zh) 一种cpc卡的分拣消毒打包设备
CN220065653U (zh) 一种电子元件自动化检测装置
JPH04311416A (ja) カット品の整列装置
NL1000807C2 (nl) Inrichting voor het overbrengen van chips vanaf een dragervel.
US3669448A (en) Sheet feeding and stacking apparatus
JPH04503497A (ja) 小瓶一般、及び特に注射器小瓶用の方向付け・収容装置

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed