NL8602418A - Inrichting voor het weergeven van een pcm-gemoduleerd signaal, voorzien van een muteschakeling. - Google Patents

Inrichting voor het weergeven van een pcm-gemoduleerd signaal, voorzien van een muteschakeling. Download PDF

Info

Publication number
NL8602418A
NL8602418A NL8602418A NL8602418A NL8602418A NL 8602418 A NL8602418 A NL 8602418A NL 8602418 A NL8602418 A NL 8602418A NL 8602418 A NL8602418 A NL 8602418A NL 8602418 A NL8602418 A NL 8602418A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
time interval
output
signal
counter
input
Prior art date
Application number
NL8602418A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Philips Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Philips Nv filed Critical Philips Nv
Priority to NL8602418A priority Critical patent/NL8602418A/nl
Priority to US07/093,452 priority patent/US4864573A/en
Priority to EP87201817A priority patent/EP0264986B1/en
Priority to DE8787201817T priority patent/DE3783559T2/de
Priority to AT87201817T priority patent/ATE84633T1/de
Priority to KR870010522A priority patent/KR880004662A/ko
Priority to CA000547690A priority patent/CA1282168C/en
Priority to JP62239067A priority patent/JPS6390078A/ja
Publication of NL8602418A publication Critical patent/NL8602418A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B20/00Signal processing not specific to the method of recording or reproducing; Circuits therefor
    • G11B20/10Digital recording or reproducing
    • G11B20/18Error detection or correction; Testing, e.g. of drop-outs
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B20/00Signal processing not specific to the method of recording or reproducing; Circuits therefor
    • G11B20/10Digital recording or reproducing
    • G11B20/18Error detection or correction; Testing, e.g. of drop-outs
    • G11B20/1806Pulse code modulation systems for audio signals
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B20/00Signal processing not specific to the method of recording or reproducing; Circuits therefor
    • G11B20/10Digital recording or reproducing
    • G11B20/18Error detection or correction; Testing, e.g. of drop-outs
    • G11B20/1876Interpolating methods

Description

* - - 3 * 'i.} ,., - . . · ,ς 1 ~ · c * PHN 11.877 ..... 1 N.V. Philips* Gloeilampenfabrieken te Eindhoven
Inrichting voor het weergeven van een PCM-gemoduleerd signaal, voorzien van een muteschakeling.
'· · * ?. · · #*- *
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het weergeven van een puls-code-gemoduleerd signaal uit een transmissie-kanaal, bijvoorbeeld in de vorm van een spoor van een registratiedrager welk puls-code-gemoduleerd signaal is ondergebracht in een rij van op 5 elkaar volgende datawoorden, voorzien van - ontvangmiddelen voor het ontvangen van het puls-code-gemoduleerde signaal uit het transmissiekanaal, en voor het afgeven van het ontvangen signaal aan een ingang van - foutkorrektiemiddelen voor het korrigeren van fouten in één of 10 meer van de datawoorden, verder voorzien van een eerste uitgang voor het leveren van de eventueel gekorrigeerde datawoorden, en een tweede uitgang voor het afgeven van een foutvlag indien de foutkorrektie-middelen niet meer in staat zijn de fout in een datawoord te korrigeren, 15 - een stuureenheid, met een ingang gekoppeld met de tweede uitgang van de foutkorrektiemiddelen en een uitgang, welke stuureenheid is ingericht voor het genereren van een stuursignaal uit de foutvlaggen toegevoerd aan zijn ingang en voor het toevoeren van dit stuursignaal aan zijn uitgang, 20 - een mute-eenheid, met een signaalingang gekoppeld met de eerste uitgang van de foutkorrektiemiddelen, een stuuringang gekoppeld met de uitgang van de stuureenheid en een uitgang, welke mute-eenheid is ingericht voor het doorlaten van het signaal toegevoerd aan zijn ingang naar zijn uitgang bij afwezigheid van het stuursignaal aan zijn 25 stuuringang en is ingericht voor het gedurende een zekere tijd op een zekere vaste waarde houden van het signaal aan zijn uitgang bij aanwezigheid van het stuursignaal aan zijn stuuringang.
Een dergelijke inrichting is bijvoorbeeld bekend uit Philips Technical Review Vol. 40, 1982, No.6. Deze publikatie betreft het Compact Disc 30 Digital Audio Systeem. In het bijzonder het artikel "Error correction and concealment in the Compact Disc System" van H. Hoeve et al, p. 166-172, beschrijft een systeem voor het korrigeren van foute waarden van fe 6 01 h 1 j* PHN 11.877 2 « monsters van een equidistant bemonsterd signaal.
Bij dit systeem zijn monsters van een analoog audiosignaal in digitaal gekodeerde vorm op een plaat ("Compact Disc") aangebracht. Door beschadiging van of vingerafdrukken e.d. op de plaat 5 kunnen bij het uitlezen van de digitale informatie fouten optreden. Ten behoeve van het korrigeren van deze fouten is de digitale informatie versleuteld op de plaat aangebracht en zijn voorts fout-korrigerende codes op de plaat aangebracht. Hierdoor kan een aantal fouten volledig worden gekorrigeerd. Bij krassen e.d. kan echter een zeer groot aantal 10 opeenvolgende fouten, een zogenaamde burst, optreden. Indien een groter aantal fouten optreedt dan met de fout-korrigerende kodes kan worden gekorrigeerd, dan worden deze fouten alleen gedetekteerd. Door deze fouten kunnen bij het uitlezen na het ontsleutelen van de informatie één of meer monsters met een foute waarde worden gedetekteerd. Als 15 één fout monster wordt gedetekteerd, wordt de waarde ervan geschat door een (eventuele lineaire) interpolatie tussen de waarden van één of meer voorgaande en opvolgende monsters. Het is ook mogelijk de waarde van het foute monster gelijk te kiezen aan die van het voorgaande monster. Worden twee of meer opeenvolgende foute monsters gedetekteerd, 20 dan wordt de waarde van deze monsters gelijk aan nul gemaakt ("muting"). Om een geleidelijke overgang te krijgen, verloopt de waarde van een aantaL voorgaande en volgende monsters geleidelijk naar nul.
Een uitgebreidere beschrijving van de foutkorrektie in het Compact Disc Systeem is te vinden in de Philips' publikatie 25 Electronic Components and Applications, en wel in Vol. 4, 1982 No. 3, het artikel "IC's for Compact Disc Decoders" van J. Matull, p. 131-141 en in Vol. 6, 1984, No. 4, het artikel "An integrated approach to DC players" van J. Nijhof, in het bijzonder deel 2 ervan "The decoding electronics", op de pagina"s 216-222.
30 Het transmissiekanaal is in het voorgaande het spoor op een compact disc. Het transmissiekanaal kan in het algemeen een spoor op een optische, magnetische of andersoortige registratiedrager zijn. De ontvangmiddelen zijn dan uitleesmidddelen voor het uitlezen van het puls-code-gemoduleerde signaal uit het spoor van de registratiedrager.
35 Een andere mogelijkheid is dat het transmissiekanaal bijvoorbeeld een telefoniekanaal is.
De foutkorrektiemiddelen kunnen zijn ingericht voor enkel 8602410 PHN 11.877 3 het korrigeren van fouten in monsters, of kunnen zijn ingericht voor het korrigeren van monsters, en, indien dat niet meer lukt, het interpoleren tussen monsters, eventueel gekombineerd met een houdfunktie indien het aantal foute monsters te groot is om alleen maar te kunnen 5 interpoleren. Een mogelijke interpolatiemethode is bijvoorbeeld beschreven in de gepubliceerde Europese octrooiaanvrage No. 146,988 (PHN 10.859), eveneens op naam van Aanvraagster.
De mute-eenheid kan zijn ingericht om het signaal volledig te onderdrukken bij aanwezigheid van het stuursignaal. Dit 10 betekent dat de genoemde vaste waarde gelijk is aan nul. Het kan ook zijn dat de mute-eenheid het signaal bij aanwezigheid van het stuursignaal vasthoudt op de waarde van het laatst goede monster. In dat geval is de genoemde vaste waarde gelijk aan de waarde van dit laatst goede monster en is de mute-eenheid in feite een houdschakeling.
15 De stuureenheid bepaalt wanneer, na hoeveel foutvlaggen en voor hoe lang de mute-eenheid ingeschakeld wordt.
De uitvinding beoogt nu een stuureenheid te verschaffen die bijzonder geschikt is voor het afleiden van het stuursignaal uit de foutvlaggen die worden aangeboden aan haar ingang. De inrichting heeft 20 daartoe het kenmerk dat de stuureenheid N tellers bevat (N > 2), dat de eerste teller is ingericht voor het tellen van het aantal foutvlaggen die vallen binnen een eerste tijdinterval T^, en is ingericht voor het afgeven van een eerste hulpsignaal na het detekteren van n^ foutvlaggen vallend binnen het tijdinterval T^, dat de i-de teller is 25 ingericht voor het tellen van het aantal foutvlaggen die vallen binnen een i-de tijdinterval dat optreedt na het moment van afgeven van het (i-1)-de hulpsignaal door de (i-1)-de teller, en is ingericht voor het afgeven van een i-de hulpsignaal na het detekteren van n^ foutvlaggen vallend binnen het tijdinterval T^, waarbij i loopt van 2 30 tot en met N, en n^ tot en met nN gehele getallen zijn groter dan of gelijk aan 1, en dat de stuureenheid verder een stuursignaalgenerator bevat met een ingang voor het ontvangen van het N-de hulpsignaal en een uitgang gekoppeld met de uitgang van de stuureenheid, welke stuursignaalgenerator is ingericht voor het gedurende een tijdinterval 35 Tm dat optreedt na het moment van ontvangen van het N-de hulpsignaal afgeven van het stuursignaal aan zijn uitgang. Door de tellers als digitale eenheden uit te voeren heeft de stuureenheid het voordeel dat 8602416 « PHN 11.877 4 zij makkelijk geïntegreerd kan worden. Het i-de tijdinterval kan direkt na het moment van afgeven van het (i-1)-de hulpsignaal optreden. Een andere mogelijkheid is dat het i-de tijdinterval vertraagd optreedt na het moment van afgeven van het (i-1)-de hulpsignaal. Evenzo 5 kan het tijdinterval Tm direkt na het moment van afgeven van het N-de hulpsignaal optreden. Een andere mogelijkheid is ook hier dat het tijdinterval Tm vertraagd optreedt na het moment van afgeven van het N-de hulpsignaal.
De stuureenheid kan verder zijn voorzien van een (N+1)-de 10 teller die is ingericht voor het afgeven van een (N+1)- hulpsignaal na het detekteren van nm foutvlaggen vallend binnen het tijdinterval Tm, en kan de stuursignaalgenerator verder zijn ingericht voor het verlengen van het tijdinterval van optreden van het stuursignaal, bijvoorbeeld een verlenging met het tijdverschil tussen het optreden van 15 het N-de en het (N+1)-de hulpsignaal. Hiermee wordt bereikt dat, na het optreden van nffl foutvlaggen, het tijdinterval Tffl verlengd, en in het laatste geval zelfs opnieuw gestart wordt, zodat het stuursignaal langer aan de mute-eenheid wordt aangeboden. Het spreekt voor zich dat dit procédé herhaald kan worden elke keer wanneer er weer foutvlaggen 20 gedetekteerd worden gedurende de aanwezigheid van het stuursignaal.
nm en nn kunnen gelijk aan elkaar genomen worden. Dit zou kunnen betekenen dat men de N-de teller ook als de (N+1)-de teller zou kunnen gebruiken, zodat men kan volstaan met minder tellers.
Als N gelijk is aan 2 dan is n^ bij voorkeur groter dan 25 n2· Is N gelijk aan 3 dan is bij voorkeur n^ > n2 > n-^.
Voor het geval dat T.] .< T2 (voor N = 2) respektievelijk < T2 i T3 (voor N= 3) betekent dit dat de mute-eenheid pas ingeschakeld wordt indien er duidelijk sprake is van fouten in de monsters en dat de mute-eenheid pas uitgeschakeld wordt indien er weinig 30 fouten meer aanwezig zijn, en het signaal weer een (min of meer) hi-fi kwaliteit bezit.
De inrichting kan verder zijn gekenmerkt, doordat de funktie van de eerste tot en met de N-de teller in één teller wordt gekombineerd. Hierdoor kan de stuureenheid nog verder vereenvoudigd 35 worden en kan de stuureenheid in geïntegreerde vorm ook veel kleiner zijn en minder ruimte op het substraat van de geïntegreerde schakeling innemen.
8602418 » PHN 11.877 5
De i-de teller kan verder zijn ingericht voor het tellen van enkel die n^ foutvlaggen die behoren bij n^ direkt na elkaar ontvangen datawoorden, vallend binnen het tijdinterval T|, waarbij i loopt van 1 tot en met N. Vooral bij direkt op elkaar volgende 5 foutvlaggen is een interpolatie niet meer goed mogelijk, zodat het van belang is dat dan de mute-eenheid wordt ingeschakeld.
De uitvinding zal aan de hand van een aantal uitvoeringsvoorbeelden in de hierna volgende figuurbeschrijving nader worden uiteengezet. Hierin toont 10 figuur 1 een uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting volgens de uitvinding; figuur 2 de werking van de stuureenheid in de inrichting van figuur 1; figuur 3 een andere werking van de stuureenheid van 15 figuur 1; figuur 4 een eerste; figuur 5 een tweede; en figuur 6 een derde uitvoeringsvoorbeeld van de stuureenheid volgens de uitvinding.
20 Figuur 1 toont de inrichting voor het weergeven van een puls-code-gemoduleerd signaal uit een transmissiekanaal, voorzien van ontvangmiddelen 1 voor het ontvangen van het pcm-signaal uit het transmissiekanaal. De ontvangmiddelen geven het in datawoorden ondergebrachte pcm-signaal af aan een ingang 2 van foutkorrektiemiddelen 25 3, voor het korrigeren van fouten in één of meer van de datawoorden. De foutkorrektiemiddelen 3 leveren de eventueel gekorrigeerde datawoorden aan een eerste uitgang 4, die is gekoppeld met een ingang 5 van een mute-eenheid 6. Indien de foutkorrektiemiddelen 3 niet in staat zijn de fout in een datawoord te korrigeren dan geven zij 30 een foutvlag af aan de tweede uitgang 7, die is gekoppeld met een ingang 8 van een stuureenheid 9. De uitgang 10 van de stuureenheid 9 is gekoppeld met een stuuringang 11 van de mute-eenheid 6. De uitgang 12 van de mute-eenheid 6 is gekoppeld met de uitgangsklem 13 van de inrichting.
35 De foutkorrektiemiddelen 3 leiden uit de datawoorden het pcm-gekodeerde signaal af en passen zoals hiervoor vermeld een foutenkorrektie en eventueel een interpolatie toe op óf de datawoorden 860 2 4.1 6 PHN 11.877 6 óf de reeds daaruit afgeleide monsters waaruit het pcm gekodeerde signaal is opgebouwd.
Verder kan de inrichting ergens in de keten tussen de uitgang 4 en de uitgangsklem 13 een D/A omzetter bevatten voor het 5 omzetten van het pcm gekodeerde signaal in een analoog signaal. Bevindt deze D/A omzetter zich vóór de mute-eenheid 6 dan is deze eenheid een analoge mute-eenheid. In het andere geval is de mute-eenheid 6 een digitale mute-eenheid.
De stuureenheid 9 is ingericht voor het leveren van een 10 stuursignaal aan zijn uitgang 10 uit de foutvlaggen toegevoerd aan zijn ingang 8.
De werking van de stuureenheid 9 wordt hierna uiteengezet. Figuur 2 toont een mogelijke werking van de stuureenheid 9. In een eerste tijdinterval (van t = 0 tot t = , zie figuur 15 2a) wordt gekeken of er n1 foutvlaggen aan de ingang 8 aangeboden worden. De stuureenheid bevat daartoe een eerste teller (de teller 22 in figuur 5). Worden er geen n^ foutvlaggen in het tijdinterval gedetekteerd, dan blijft de stuureenheid staan in een situatie waarbij telkens gekeken wordt of er in een (eventueel steeds in de tijd 20 meelopend) tijdinterval n^ foutvlaggen worden gedetekteerd. Zoja (dat is op het tijdstip t^, zie figuur 2b), dan wordt een eerste hulpsignaal (het hulpsignaal in figuur 5) afgegeven, waarna er door middel van een tweede teller (de teller 36 in figuur 5) wordt gekeken of er n3 foutvlaggen binnenkomen aan de ingang 8, binnen een tweede 25 tijdinterval T3 (van t = t^ tot t = t^ + T2) na het optreden van het eerste hulpsignaal. Is dat niet zo, dan wordt weer overgeschakeld naar de eerste teller en wordt er gekeken of er n^ foutvlaggen vallen binnen een volgend eerste tijdinterval . Worden er wel ^ foutvlaggen gedetekteerd binnen het tijdinterval T2 (dat is op het 30 tijdstip t3, zie figuur 2c), dan wordt er een tweede hulpsignaal gegenereerd (het hulpsignaal S2 in figuur 5), waarna er door middel van een derde teller (de teller 53 in figuur 5) wordt gekeken of er n3 foutvlaggen vallen binnen een derde tijdinterval T3 (van t = t2 tot t = t2 + T3) na het optreden van het tweede hulpsignaal. Is dat niet 35 zo, dan wordt weer overgeschakeld naar de eerste teller en wordt er gekeken of er n^ foutvlaggen vallen binnen een volgend eerste tijdinterval T|. Worden er wel n3 foutvlaggen gedetekteerd binnen 8602418 PHN 11.877 7 het tijdinterval Tg (dat is op het tijdstip tg, zie figuur 2d), dan wordt er een derde hulpsignaal gegenereerd (het hulpsignaal S3 in figuur 5). Vanaf dit moment levert de stuureenheid gedurende een tijdinterval Tm (van t = t3 tot t = f3 + Tm, zie figuur 2d) het 5 stuursignaal aan zijn uitgang 10. Na het beëindigen van het tijdinterval kan dan weer worden overgeschakeld naar de eerste teller voor het detekteren van foutvlaggen in een volgend eerste tijdinterval Tj na het tijdstip t3 + Tffl (dat is het tijdinterval van t = tg + Tffl tot t = + Tffl + T^, zie figuur 2a).
10 Het is ook mogelijk de stuureenheid te voorzien van een vierde teller (de teller 63 in figuur 5) voor het tellen van de foutvlaggen die vallen binnen het tijdinterval Tm (van t = t3 naar t = t3 + TfflI zie figuur 2d). Op het tijdstip t = t4 heeft de vierde teller n^ foutvlaggen gedetekteerd en wordt er een vierde hulpsignaal 15 afgegeven, waarna het tijdinterval Tm waarbinnen het stuursignaal wordt afgegeven met het tijdverschil t4 - t3 wordt verlengd, zie de voortzetting in figuur 2d door middel van de onderbroken lijn in het tijdinterval t = tg + Tm en t = t4 + Tffl. In feite begint het tijdinterval Tm vanaf het moment t = t4 weer opnieuw te lopen.
20 Het spreekt voor zich dat het tijdinterval Tm eventueel nog verder verlengd kan worden indien nogmaals nm foutvlaggen gedetekteerd worden voor de afloop van het tijdinterval Tm. Uit figuur 2d is duidelijk dat geen foutvlaggen meer gedetekteerd worden in het tijdinterval t = t4 tot t = t4 + Tm< Op dit laatste moment wordt 25 het stuursignaal aan de uitgang 10 beëindigd.
Het stuursignaal dat wordt toegevoerd aan de stuuringang 11 van de mute-eenheid 6 zorgt ervoor dat de mute-eenheid gedurende het tijdinterval t = t3 tot t = t4 + Tm het signaal dat wordt aangeboden aan zijn ingang 5 onderdrukt (muting). Dit kan betekenen dat 30 de versterking van de mute-eenheid 6 vanaf t = tg eerst volgens een geleidelijke kromme van de ingestelde waarde (bijvoorbeeld 1x) naar de waarde nul (Ox) verloopt, gedurende een zekere tijd nul blijft en vlak voordat het interval beëindigt is (dus nog vóór t = t4 + Tm) of vanaf het moment dat het interval beëindigd is (dus vanaf t = t4 + 35 Tm) de versterking weer volgens een geleidelijke kromme naar de ingestelde waarde (weer bijvoorbeeld 1x) verloopt.
Een andere mogelijkheid is dat de mute-eenheid 6 het laatst goede 8602418 PHN 11.877 8 monster vasthoudt gedurende het tijdinterval Tm, eventueel met een geleidelijke overgang naar de waarde van de goede monsters aan het eind van het tijdsinterval Tm.
Het spreekt voor zich dat óf in de verbinding tussen de 5 uitgang 4 van de foutkorrektiemiddelen 4 naar de ingang 5 van de mute-eenheid 6, of in de verbinding van de uitgang 10 van de stuureenheid 9 en de stuuringang 11 een vertraging kan worden opgenomen om te kompenseren voor een niet korrekte gelijkloop in de tijd tussen de signalen aan de uitgangen 4 en 10 van de foutkorrektiemiddelen 3 10 respektievelijk de stuureenheid 9.
De waarde voor n^, n^ en n^ in het voorbeeld van figuur 2 zijn gelijk aan 5, 4, 3 en 3 respektievelijk. Men had naar wens ook andere waardes kunnen nemen. De keuze van de waardes hangt in feite af van de wens wanneer men de mute-eenheid wil laten 15 inschakelen en wanneer men de mute-eenheid weer wil laten afschakelen.
De keuze is ook afhankelijk van de lengte van de tijdintervallen T1f
T2' T3 en V
Voor het geval dat < T2 < T3 neemt men bij voorkeur n^ > n-j. Verder is het niet noodzakelijk nm gelijk aan 20 nN (= n3) te nemen.
Enkele typische waardes voor n^, ^ en n-j zijn in de onderstaande tabel aangegeven.
n1 n2 n3 25 4 2 2 5 4 3 6 4 2 7 5 3 8 5 3 30 8 6 3 9 4 2 9 5 2 9 5 3 35 Deze tabel is niet uitputtend.
De werking, zoals beschreven aan de hand van figuur 2 zou ook uitgebreid kunnen worden voor meer dan (N=) drie tijdintervallen.
860 24 1 8 PHN 11.877 9
Dit zou voor N=4 bij voorbeeld betekenen dat, na het detekteren van de ng foutvlaggen een derde hulpsignaal wordt afgegeven, waarna een vierde teller telt of en zo ja wanneer in een vierde tijdinterval T4, dat dan loopt van t=tg tot t=tg+T4, n4 foutvlaggen gedetekteerd 5 worden. Zo ja, dan wordt een vierde hulpsignaal afgegeven onder invloed waarvan de stuureenheid gedurende een tijdinterval Tm na het optreden van het vierde hulpsignaal het stuursignaal aan zijn uitgang 10 afgeeft.
Uit figuur 2b en 2c blijkt dat het tweede tijdinterval Tg en het derde tijdinterval Tg optreden direkt nadat n^ 10 respektievelijk ng foutvlaggen zijn gedetekteerd. Dit is niet noodzakelijk. Men zou ook kunnen kiezen voor een vertraagd optreden van de tijdintervallen T2 en Tg nadat de respektievelijk ng foutvlaggen zijn gedetekteerd. Verder is uit figuur 2d duidelijk dat het tijdinterval Tffl optreedt direkt nadat n3 foutvlaggen in het 15 tijdinterval Tg zijn gedetekteerd. Ook hier kan men eventueel kiezen voor een vertraagd optreden van het tijdinterval Tffi na de detektie van de ng foutvlaggen.
Figuur 3 toont een andere werking van de stuureenheid 9.
In dit geval zijn de aanwezige tellers ingericht voor het detekteren van 20 enkel die foutvlaggen die behoren bij n^ direkt na elkaar ontvangen datawoorden, vallend binnen het tijdinterval T^. i loopt hierbij van 1 tot en met N. Ook de (Ntl)-de teller is hier ingericht voor het tellen van enkel die foutvlaggen behorend bij nm direkt op elkaar uitgelezen datawoorden, vallend binnen het tijdinterval Tm.
25 N is hier gelijk aan 2. Het eerste tijdinterval T^ is in dit geval minimaal gelijk aan (n^-IJdt, zie figuur 3a. De werking volgens figuur 3a is dat de eerste teller n^ met tussenafstanden dt op elkaar volgende foutvlaggen detekteert, waarna het eerste hulpsignaal wordt afgegeven (op het moment t=t^, in figuur 3b).
30 Het tijdinterval T^ is in figuur 3a niet aangegeven doch bevat minstens het tijdinterval tussen t=0 en t=t^, en is zelfs precies gelijk aan dit tijdinterval indien T|=(n^-1)dt.
Op het moment (t=tj) van optreden van het eerste hulpsignaal wordt er door middel van de tweede teller gekeken of er n2 35 met tussenafstanden dt op elkaar volgende foutvlaggen optreden binnen het tweede tijdinterval T2 (van t=t^ tot t^+Tg in figuur 3b).
In het voorbeeld van figuur 3b is ng gelijk aan 4. Toch zal de teller 8602418 PHN 11.877 10 niet reageren op de drie foutvlaggen 15 die op grotere tijdafstand dan dt van elkaar liggen. De teller zal wel de twee foutvlaggen 16 tellen die op tijdafstanden dt van elkaar liggen, doch zal daarna weer terugvallen naar de tellerstand nul, aangezien het hier om minder dan 5 vier foutvlaggen gaat, die op afstanden dt direkt op elkaar volgen. Op het tijdstip t=t2 heeft de tweede teller n2( = vier) direkt op elkaar volgende foutvlaggen geteld. Er wordt nu een tweede hulpsignaal gegenereerd, waarop de stuureenheid het stuursignaal gedurende het tijdinterval Tm (van t=t2 tot t=t2+Tm) aan zijn uitgang 10 10 afgeeft.
Als binnen het tijdinterval Tm geen nffl foutvlaggen die op tijdafstanden dt direkt op elkaar volgen worden gedetekteerd met een derde teller dan wordt op het tijdstip t=t2+Tm het stuursignaal afgeschakeld. Vanaf t=t2+Tm wordt de eerste teller weer ingeschakeld 15 voor het detekteren van n^ foutvlaggen binnen een tijdinterval . Worden er binnen het tijdinterval Tm wel nm (is gelijk aan twee) foutvlaggen die behoren bij twee direkt na elkaar uitgelezen datawoorden, gedetekteerd (op het tijdstip t=t3 in figuur 3c) dan wordt er een derde hulpsignaal gegenereerd op grond waarvan het 20 tijdinterval kan worden verlengd met het tijdverschil t3-t2· Het stuursignaal blijft dan aanwezig aan de uitgang 10 van de stuureenheid tot het tijdstip t=t3+Tm. Worden er in het tijdinterval van t3 tot t3+rm vervolgens geen nm direkt op elkaar volgende foutvlaggen meer gedetekteerd dan wordt het stuursignaal op het tijdstip t3+Tm 25 afgeschakeld en wordt de eerste teller weer ingeschakeld voor het detekteren van n^ direkt op elkaar volgende foutvlaggen. Uit figuur 3a blijkt dat dit gebeurt op het tijdstip t=t^, waarna het tweede tijdinterval T2 wordt ingeschakeld, zie figuur 3b.
De waardes voor n^, n2 en nm in het voorbeeld van 30 figuur 3 zijn gelijk aan 6, 4 en 2 respektievelijk. Men had naar wens ook andere waardes kunnen nemen. Ook hier hangt de keuze van de waardes in feite af van de wens wanneer men de mute-eenheid wil laten inschakelen en wanneer men de mute-eenheid weer wil laten afschakelen. De keuze is ook afhankelijk van de lengte van de tijdintervallen , 35 T2 en Tm. Voor het geval dat T^T2 neemt men bij voorkeur n^>n2. Verder neemt men bij voorkeur nm<n2.
Enkele typische waardes voor n^ en n2 zijn in de 8602418 PHN 11.877 11 onderstaande tabel aangegeven.
ni n2 4 2 5 5 2 6 2 6 3 6 4 7 2 10 7 3 7 4 8 2 8 3 8 4 15 8 5
Deze tabel is niet uitputtend.
De werking, zoals beschreven aan de hand van figuur 3 zou ook uitgebreid kunnen worden voor meer dan (N=) twee tijdintervallen.
20 Veder kan ook hier, indien gewenst, het tijdinterval T2 en/of Tffl vertraagd optreden na de detektie van de n-j respektievelijk n2 direkt op elkaar volgende foutvlaggen in het tijdinterval respektievelijk T2.
Figuur 4 toont een eerste uitvoeringsvoorbeeld van de 25 stuureenheid in de richting volgens de uitvinding. De ingang 8 van de stuureenheid is via een EN-poort 20 gekoppeld met de telingang 21 van een eerste teller 22. De teller 22 is ingericht voor het tellen van n^ foutvlaggen die aan de telingang 21 worden aangeboden en voor het geven van een eerste hulpsignaal S1 aan zijn uitgang 23 nadat n^ 30 foutvlaggen zijn geteld. De uitgang 23 is gekoppeld met een eerste ingang 24 van een centrale (mikro) processor 25, en is via een OF-poort 26 is gekoppeld met de clear-ingang 27 van de teller 22. Een eerste uitgang 28 van de processor 25 is via de EN-poort 20 gekoppeld met de telingang 21 en via een impulsvormer 29 en de OF-poort 26 gekoppeld met 35 de clear-ingang 27 van de teller 22.
De processor 25 bepaalt via de uitgang 28 het tijdinterval T^. Het uitgangssignaal aan de uitgang 28 is dan hoog.
8602418 PHN 11.877 12
Dat betekent dat de EN-poort 20 gedurende dit tijdinterval de foutvlaggen die aan de ingang 8 worden aangeboden doorlaat naar de telingang 21 van de teller 22. De opgaande flank in het signaal aan de uitgang 28, die het begin van het tijdinterval vastlegt zorgt 5 ervoor dat de impulsvormer 29 een impuls 30 afgeeft die via de OF-poort 26 wordt toegevoerd aan de clear-ingang 27. De uitgang 23 van de teller is logisch "laag" zodat de opgaande flank van de impuls 30 de teller 22 op nul zet.
De teller 22 telt alle foutvlaggen die vallen binnen 10 het tijdinterval T1. Wordt het aantal foutvlaggen van n., niet bereikt binnen het tijdinterval , wat betekent dat "laag" blijft, dan gaat het signaal aan de uitgang 28 aan het eind van het interval T1 kort omlaag en wordt weer "hoog" zodat de impulsvormer 29 opnieuw een impuls 31 levert die de teller 22 op de tellerstand nul zet, 15 zodat de teller in een opvolgend eerste tijdinterval de foutvlaggen, aangeboden aan de ingang 8, kan tellen.
Stel dat de teller 22 n^ foutvlaggen telt binnen het tijdinterval T1. Op dat moment wordt door de teller 22 aan zijn uitgang 23 het eerste hulpsignaal afgegeven, doordat S1 van een 20 logisch "laag" niveau naar een "hoog" niveau gaat. Het eerste hulpsignaal zet de teller weer op nul. Bovendien wordt het hulpsignaal S.j toegevoerd aan de ingang 24 van de processor 25 waardoor het signaal aan de uitgang 28 weer laag wordt. Op dit moment komt aan een uitgang 32 van de processor 25 een "hoog" signaal te staan. Het signaal 25 aan de uitgang 32 bepaalt de lengte van het tweede tijdinterval T2.
De uitgang 32 is via een EN-poort 33 en een OF-poort 34 gekoppeld met een telingang 35 van een tweede teller 36. De ingang 8 is zowel via de EN-poort 33 en de OF-poort 34, als via een EN-poort 37 en de OF-poort 34 gekoppeld met de telingang 35 van de teller 36. De 30 uitgang 32 van de processor 25 is verder via een impulsvormer 37 en een OF-poort 38 gekoppeld met een clear-ingang 39 van de teller 36. De uitgang 40 van de teller 36 is via een OF-poort 41 en de OF-poort 38 eveneens gekoppeld met zijn clear-ingang 39. De uitgang 40 van de teller 36 is verder gekoppeld met een ingang 42 van de stuursignaalgenerator 35 43. De uitgang 44 van de stuursignaalgenerator 43 is gekoppeld met de telingang 35 van de teller 36 via de EN-poort 37 en de OF-poort 34, gekoppeld met de clear-ingang 39 van de teller 36 via een impulsvormer 8602418 PHN 11.877 13 45 en de OF-poorten 41 en 38, en gekoppeld met een tweede ingang 46 van de processor 25.
Op het moment dat het signaal aan de uitgang 32 het tweede tijdinterval T2 start komt er een "hoog" signaal aan de ene 5 ingang van de EN-poort 33. Foutvlaggen die aan de ingang 8 aangeboden worden kunnen nu, via de EN-poort 33, de telingang 35 van de teller 36 bereiken. De opgaande flank in het signaal van de uitgang 32 genereert in de impulsvormer 37 een impuls die via de OF-poort 37 aan de clear-ingang 39 wordt aangeboden en de teller 36 op nul zet. De teller 36 telt 10 de foutvlaggen die vanaf het begin van het tijdinterval T2 aan de ingang 8 worden aangeboden. Zolang de teller 36 geen n2 foutvlaggen heeft geteld blijft de uitgang 40 "laag", en is oök de uitgang 44 van de stuursignaalgenerator 43 laag.
Telt de teller 36 binnen het tijdinterval T2 minder dan 15 n2 foutvlaggen dan blijft de uitgang 40 van de teller 36 en ook de uitgang 44 van de munteenheid 43 laag. Dit betekent dat aan het eind van het tijdinterval nog altijd een "laag" signaal aan de ingang 46 wordt aangeboden. Het signaal aan de uitgang 32 gaat weer omlaag en de processor 25 levert weer een "hoog" signaal aan de uitgang 28 voor een 20 volgend eerste tijdinterval T^.
Telt de teller 36 in het tijdinterval T2 wel n2 foutvlaggen dan springt bij de tellerstand n2 de uitgang 40 op een "hoog* niveau. De teller levert dan het tweede hulpsignaal S2 aan de stuursignaalgenerator 43, bijvoorbeeld in de vorm van een monostabiele 25 multivibrator, waardoor de uitgang 44 "hoog" wordt en er een stuursignaal CS aan de uitgang 10 wordt afgegeven. Bovendien zorgt het tweede hulpsignaal S2 via de OF-poorten 41 en 38 ervoor dat de teller 36 weer op nul wordt gezet. Doordat de uitgang 44 "hoog" is, kunnen de foutvlaggen die aan de ingang 8 aangeboden worden, via de EN-poort 37 en 30 de OF-poort 34 de ingang 35 van de teller 36 bereiken, ongeacht of de processor 25 nog het uitgangssignaal, aangevende het tijdinterval T2, afgeeft. Loopt het tijdinterval T2 af, dan zal de processor 25 geen signaal aan de uitgang 28 afgeven zolang het signaal aan de ingang 46 hoog is (dat wil zeggen, het stuursignaal aan de uitgang 10 van de 35 stuureenheid aanwezig is).
De stuursignaalgenerator 43 is zoals gezegd een monostabiele multivibrator die een impuls met lengte Tm afgeeft aan 8602418 PHN 11.877 14 zijn uitgang 44 na een opgaande flank aan zijn ingang 42. Gedurende het tijdinterval Tm telt de teller 36 opnieuw de foutvlaggen die via de ingang 8, de EN-poort 37 en de OF-poort 34 aan zijn ingang 35 worden aangeboden. Telt de teller minder dan nm (=¾) foutvlaggen, dan valt 5 na het tijdinterval Tm de uitgang 44 van de stuursignaalgenerator 43 weer terug naar een laag niveau. De tweede teller 36 wordt op nul gezet vanwege de impuls 46 van de impulsvormer 45 die deze impuls 46 levert op de afvallende flank aan zijn ingang 47. Bovendien blokkeert de EN-poort 37 en zorgt de afvallende flank aan de uitgang 44, die wordt aangeboden 10 aan de ingang 46 van de centrale processor 25 ervoor dat een nieuw eerste tijdinterval T1 wordt ingeschakeld. Telt de teller 36 binnen het tijdinterval Tm wel nm foutvlaggen, dan wordt een derde hulpsignaal, in dit geval in de vorm van het tweede hulpsignaal S2, aan de uitgang 40 afgegeven.
15 Daar de stuursignaalgenerator 43 een hertriggerbare monostabiele multivibrator is, zal de stuursignaalgenerator 43 gedurende het tijdinterval Tm na het optreden van de tweede opgaande flank aan zijn ingang 42 een "hoog" signaal aan zijn uitgang 44 afgeven. Bovendien wordt de teller 36 weer op nul gezet, zodat de teller opnieuw gedurende 20 het tijdinterval Tffi de foutvlaggen kan tellen die via de ingang 8, de EN-poort 37 en de OF-poort 34 aan zijn ingang 35 worden aangeboden.
Het bijzondere aan dit uitvoeringsvoorbeeld is dus dat de tweede teller voor het tellen van (n2) foutvlaggen gedurende het tijdinterval T2 en de derde teller voor het tellen van de (nffl) 25 foutvlaggen gedurende een tijdinterval Tm, dezelfde teller zijn. Dus is n2=nm.
Figuur 5 toont een ander uitvoeringsvoorbeeld. De schakeling rond de eerste teller 22 voor het tellen van (n^) foutvlaggen binnen het tijdinterval T^, en de tweede teller 36 voor 30 het tellen van de (n2) foutvlaggen binnen het tijdinterval T2 is gelijk aan die van figuur 4.
De centrale processor heeft een uitgang 50 die enerzijds is gekoppeld met een EN-poort 5 en anderzijds via een impulsvormer 56 en een OF-poort 57 is gekoppeld met een clear-ingang 55 van een derde 35 teller 53. De ingang 8 is via de OF-poort 51 gekoppeld met de telingang 52 van de teller 53, waarvan een uitgang 54 via de OF-poort 57 is gekoppeld met zijn clear-ingang 35 en is gekoppeld met een ingang 59 van 860 24 1 8 PHN 11.877 15 de centrale processor 25'.
Heeft de teller 36 op een gegeven moment n2 foutvlaggen geteld binnen het tijdinterval T2 dan geeft de teller 36 aan zijn uitgang 40 het tweede hulpsignaal S2 af. Dit hulpsignaal wordt via de 5 ingang 58 aan de centrale processor 25' toegevoerd. Daarop geeft de processor 25' aan zijn uitgang 50 gedurende een tijdinterval T3 een "hoog" signaal af, waardoor de EN-poort 51 wordt geopend voor het doorlaten van foutvlaggen die binnen dit tijdinterval aan de ingang 8 worden aangeboden. Bovendien realiseert de opgaande flank in het 10 signaal aan de uitgang 50 een impuls aan de uitgang van de impulsvormer 56, zodat aan het begin van het tijdinterval T3 de teller op nul wordt gezet.
Telt de teller 53 geen n3 foutvlaggen dan wordt aan het eind van het tijdinterval T3 het uitgangssignaal aan de uitgang 50 15 weer "laag" en start er een nieuw eerste tijdinterval Tj doordat het signaal aan de uitgang 28 "hoog" wordt. Telt de teller 53 wel n3 foutvlaggen binnen het tijdinterval, dan wordt de uitgang 54 van de teller 53 "hoog". Dit is het derde hulpsignaal S3 dan wordt toegevoerd aan de ingang 59 van de processor 25'. De processor 25' breekt het 20 tijdinterval T3, indien het nog niet geheel is afgelopen, af. Het derde hulpsignaal S3 zorgt via de OF-poort 57 voor het weer op nul zetten van de teller 53. Het derde hulpsignaal wordt verder via een OF-poort 60 toegevoerd aan de ingang 42 van de stuursignaalgenerator 43, waardoor zijn uitgang 44 "hoog" wordt en gedurende het tijdinterval Tm 25 volgend op het derde hulpsignaal S3 "hoog" blijft.
Doordat het stuursignaal CS ook aan de EN-poort 61 wordt toegevoerd kunnen de foutvlaggen, aangeboden aan de ingang 8 via deze OF-poort 61 de ingang 62 van een vierde teller 63 bereiken. Deze teller 63 telt de foutvlaggen binnen het tijdinterval Tm- De teller 63 is op nul 30 gezet aan het begin van het tijdinterval Tffl door het hulpsignaal S3 dat via de OF-poort 64 aan zijn clear-ingang 65 wordt aangeboden. Telt de teller 63 minder dan n^ foutvlaggen binnen het tijdinterval Tm, dan valt de stuursignaalgenerator weer terug naar een "laag" niveau aan zijn uitgang 44. De teller 63 wordt weer op nul gezet door de impuls 46 35 van de impulsvormer 45 en de processor 25' genereert weer een eerste tijdinterval T^. Telt de teller 63 nm foutvlaggen, dan wordt de uitgang 66 van de teller 63 "hoog". Via de OF-poort 60 bereikt deze 86 0 2/(1 8 PHN 11,877 16 opgaande flank de ingang 42 van de hertriggerbare raonostabiele multivibrator, zodat opnieuw het tijdinterval Tffl ingaat. Bovendien zet de opgaande flank aan de uitgang 66, die via de OF-poort 64 aan de clear-ingang 65 wordt aangeboden, de teller 63 weer op nul.
5 Figuur 6 toont weer een ander uitvoeringsvoorbeeld. In dit uitvoeringsvoorbeeld zijn alle tellers gekombineerd in één teller. Bovendien is dit uitvoeringsvoorbeeld voorzien van tellers die zijn ingericht voor het tellen van enkel die n^ foutvlaggen die behoren bij n^ direkt na elkaar ontvangen (uitgelezen) datawoorden, 10 vallend binnen het tijdinterval T^, waarbij i loopt van 1 tot en met N (in dit geval gelijk aan drie).
De (gekombineerde) teller is opgebouwd uit een schuifregister in de vorm van een zestal D-flipflops 68.1 tot en met 68.6. De zes D-flipflops tesamen vormen de eerste teller. Dit zal 15 betekenen dat n^=6. De vier D-flipflops 68.1 tot en met 68.4 vormen de tweede teller. Dat zal betekenen dat ^=4. De flipflops 68.1 en 68.2 vormen de derde teller. Dit zal betekenen dat ^=2. Bovendien vormen de flipflops 68.1 en 68.2 de teller voor het tellen van foutvlaggen in het tijdinterval Tm. Dit zal betekenen dat nm=2.
20 De ingang 8, waaraan de foutvlaggen worden toegevoerd is via een EN-poort 70 en een OF-poort 71.1 gekoppeld met de D-ingang van flipflop 68.1. De Q-uitgang van deze flipflop 68.1 is via een OF-poort 71.2 gekoppeld met de D-ingang van flipflop 68.2. De Q-uitgang van deze flipflop, en van opvolgende flipflops is telkens via een OF-poort, te 25 weten de OF-poorten 71.3 tot en met 71.6 gekoppeld met de D-ingang van een opvolgende flipflop. De uitgang van OF-poort 71.1 is verder gekoppeld met een tweede ingang van de OF-poorten 71.2 tot en met 71.6.
De Q-uitgang van flipflop 68.6 is gekoppeld met een tweede ingang van de EN-poort 70. De Q-uitgang van flipflop 68.6 is verder, via een EN-poort 30 72 en een OF-poort 73, gekoppeld met de D-ingang van een flipflop 68.7.
De Q-uitgang van deze flipflop is via een EN-poort 74 en een OF-poort 75 gekoppeld met de D-ingang van een flipflop 68.8. De Q-uitgangen van de flipflops 68.7 en 68.8 zijn gekoppeld met tweede ingangen van de EN-poorten 72 en 74 respektievelijk. De Q-uitgangen van de flipflops 35 68.7 en 68.8 zijn via respektievelijke NAND-poorten 76 en 77 gekoppeld met een derde respektievelijk vierde ingang van de EN-poort 70. Verder zijn de Q-uitgangen van de flipflops 68.4 en 68.2 gekoppeld met 8602418 PHN 11.877 17 tweede ingangen van de NAND-poorten 76 en 77 respektievelijk. Dit zal betekenen dat n2=4 en n3=2.
De Q-uitgang van de flipflop 68.6 en de Q-uitgang van flipflop 68.7 zijn beide via een EN-poort 78 en een NOR-poort 79 5 gekoppeld met de parallel enable ingang PE en met de ingang D2 van de vierbits teller 80. De Q-uitgang van de flipflop 68.4 is via de NOR-poort 79 eveneens gekoppeld met de parallel enable ingang PE. De uitgang van de NAND-poort 77 is gekoppeld met de masterreset ingang HR van de teller 80. De ingangen D0 en D1 10 van de teller 80 zijn gekoppeld naar aarde. De ingang D3 is gekoppeld met de positieve voedingsspanning. De uitgang TC is gekoppeld met tweede ingangen van de OF-poorten 73 en 75, is verder gekoppeld met de D-ingang van een flipflop 68.9, en is bovendien via een OF-poort 81 en een NAND-poort 82 gekoppeld met de klokingang Cl van deze flipflop 68.9. De 15 uitgang van de NAND-poort 77 is nog via een inverter 83 gekoppeld met een tweede ingang van de OF-poort 81. De uitgang van een NAND-poort 84 is gekoppeld met de klokingangen Cl van de flipflops 68.7 en 68.8. Aan de NAND-poort 84 wordt een eerste signaal ECL en een tweede signaal RMTPS toegevoerd. Het signaal ECL is het kloksignaal en het signaal 20 RMTPS is een, een cyclus bepalend, konditiesignaal in de vorm van impulsen met een veel lagere frekwentie dan het kloksignaal ECL. Het signaal RMTPS wordt ook toegevoerd aan een tweede ingang van de OF-poort 71.1. De uitgang van een inverter 85 is gekoppeld met de klokingangen Cl van de D-flipflops 68.1 tot en met 68.6. Aan de inverter 85 wordt het 25 signaal ECL toegevoerd. Het signaal ECL wordt verder nog toegevoerd aan een tweede ingang van de NAND-poort 82. De Q-uitgang van de D-flipflop 68.9 is gekoppeld met de uitgang 10 voor het afgeven van het stuursignaal. De werking van de schakeling is als volgt.
De schakeling is bedoeld voor het detekteren van n.j, 30 n2 respektievelijk n3 foutvlaggen die direkt na elkaar optreden, zoals bij voorbeeld aan de hand van figuur 3 beschreven, met dit verschil dat, met de schakeling volgens figuur 6, na het detekteren van de n1 foutvlaggen het tijdinterval T2 niet direkt doch enigszins vertraagd wordt gestart. Evenzo wordt het tijdinterval T3 enigszins 35 vertraagd, na de detektie van de n2 foutvlaggen binnen het tijdinterval T2, gestart. Het signaal aan de ingang 8 is normaal logisch "hoog". Treedt er een foutvlag FL op dan wordt dat in het 8602418 PHN 11.877 18 ingangssignaal zichtbaar doordat het kortstondig "laag" wordt. In de beginsituatie zijn de Q-uitgangen van de flipflops 68.1 tot en met 68.8 "hoog" ofwel "logisch Γ. Dit alles betekent dat de signalen a, b en c toegevoerd aan de tweede, derde en vierde ingang van de EN-poort 70 "1" 5 zijn. Optredende foutvlaggen vallen in de tijd gezien met de klokmomenten ECL samen.
Is op een volgend klokmoment een foutvlag FL aanwezig aan de ingang 8, dan wordt een "0" door de flipflop 68.1 opgenomen. Is op het daarop volgende klokmoment een foutvlag FL aanwezig, dan wordt ook 10 in flipflop 68.2 een "0" opgenomen. Dat wil zeggen de Q-uitgangen van beide flipflops zijn "0". Is op het daar weer op volgende klokmoment geen foutvlag aanwezig dan springen de Q-uitgangen van beide flipflops
68.1 en 68.2 weer op "1". Na zes opvolgende klokmomenten waarop een foutvlag aanwezig was zijn de Q-uitgangen van de flipflops 68.1 tot en 15 met 68.6 alle "0". Op dit moment wordt de EN-poort 70 door het signaal a, dat logisch "0" is, geblokkeerd voor verdere foutvlaggen. De schakeling blijft in deze stand staan, ongeacht het feit dat er klokpulsen ECL aan de schakeling worden toegevoerd. Pas op het moment dat het signaal RMTPS kortstondig "hoog" wordt, zal/zullen op het 20 gelijkertijd daarmee optredende klokmoment ECL
a) de logische "0" waarde aanwezig aan de Q-uitgang van flipflop 68.6 via de EN-poort 72 en de OF-poort 73 (de uitgang TC van de teller 80 is namelijk "0") aan de D-ingang van flipflop 68.7 worden aangeboden, waardoor de Q-uitgang van flipflop 68.7 "0" wordt, 25 b) de uitgangen Q van de flipflops 68.1 tot en met 68.6 op "1" gezet worden, en c) de teller 80 worden geaktiveerd doordat onder invloed van de het signaal dat via de EN-poort 78 en de NOR-poort 79 aan de parallel enable ingang PI wordt aangeboden de tellerstand in de teller gelijk 30 gemaakt aan het 4-bits getal aanwezig aan de ingangen DQ tot en met D^, en wel gelijk aan 1100 (binair voor het getal 12).
Nu start in feite het tweede tijdinterval. Dat wil dus zeggen: vertraagd na de detektie van de zes opvolgende foutvlaggen. Het tijdinterval T2 wordt nu bepaald door de teller 80, die onder invloed 35 van de pulsen RMTPS vanaf de stand 1100 verder omhoog telt. Worden er verder geen foutvlaggen gedetekteerd dan loopt de teller door naar de stand 1111 (binair voor het getal 15) waarna de uitgang TC hoog wordt.
8602416 PHN 11.877 19
Op de eerst volgende RMTPS impuls wordt in de D-flipflop 68.7 geset, dat wil zeggen zijn Q-uitgang wordt M1". Het tijdinterval T2, dat gelijk is aan viermaal de tijdinterval tussen twee opvolgende RMTPS impulsen, is nu afgelopen. Opnieuw wordt gestart met het tellen van 6 opvolgende 5 foutvlaggen, zoals hiervoor reeds beschreven.
Worden er binnen het tijdinterval T2 vier direkt op elkaar volgende foutvlaggen gedetekteerd, dan zijn de Q-uitgangen van de D-flipflops 68.1 tot en met 68.4 alle "0". Het signaal b wordt nu logisch "0", zodat de EN-poort 70 weer geblokkeerd is voor opvolgende 10 foutvlaggen.
De D-flipflops 68.1 tot en met 68.4 blijven in deze stand staan, ongeacht het feit dat er klokpulsen ECL worden toegevoerd. Pas op het moment dat het signaal RMTPS weer kortstondig "1" wordt zal/zullen op het tegelijkertijd daarmee optredende klokmoment ECL· 15 a) de logische "0" aanwezig aan de Q-uitgang van flipflop 68.4 via de EN-poort 74 en de QF-poort 75 (de uitgang TC van de teller 80 is "0") aan de D-ingang van de flipflop 68.8 worden aangeboden, waardoor de Q-uitgang van flipflop 68.8 "0" wordt, b) de uitgangen Q van de flipflops 68.1 tot en met 68.4 op "1" gezet 20 worden, c) de teller 80 wordt onder invloed van het signaal dat vanaf de Q-uitgang van D-flipflop 68.4 via de NOR-poort 79 aan de parallel enable ingang PE wordt aangeboden, op de tellerstand 1000 (binair voor het getal 8) gezet. Dit omdat de Q-uitgang van D-flipflop 68.7 "0" en 25 dus de ingang D2 van teller 80 "0" is.
Nu start in feite het derde tijdinterval. Dat wil dus zeggen: vertraagd na de detektie van de vier opvolgende foutvlaggen in het tijdinterval T2. Het tijdinterval T3 wordt nu als volgt door de teller 80 bepaald. We nemen aan dat er geen foutvlaggen meer optreden.
30 Onder invloed van opvolgende RMTPS pulsen telt de teller 80 van de stand 1000 naar de stand 1111 waarop TC weer hoog wordt. Op de eerstvolgende RMTPS puls worden de flipflops 68.7 en 68.8 geset, dat wil zeggen de Q-uitgang worden T. Het tijdinterval T3, dat gelijk is aan achtmaal het tijdinterval tussen twee opvolgende RMTPS impulsen, is nu 35 afgelopen. Opnieuw wordt gestart met het tellen van 6 opvolgende foutvlaggen, zoals hiervoor reeds beschreven. Worden er binnen het tijdinterval T3 wel twee direkt op elkaar volgende foutvlaggen 860 2 41 β PHN 11.877 20 gedetekteerd, dan zijn de Q-uitgangen van de flipflops 68.1 en 68.2 "O". De uitgang van NAND-poort 77 wordt “laag" zodat het signaal c "0" wordt en de EN-poort 70 is geblokkeerd voor verdere foutvlaggen. Op dit moment wordt de teller 80 ten gevolg van de "0" aan de M-ingang 5 op de tellerstand 0000 gezet. De TC-uitgang is “0". Ten gevolge van het "0" signaal aan de uitgang van NAND-poort 77, die via de inverter 83 en de 0F-poort 81 aan de NAND-poort 82 wordt aangeboden, zal de Q-uitgang van de D-flipflop 68.9 op de eerstvolgende klokpuls ECL "laag" worden.
De stuureenheid levert nu het stuursignaal af voor de mute-eenheid.
10 Op opvolgende RMTPS impulsen telt de teller 80 vanaf de stand 0000 omhoog. Nemen wij aan dat er geen opeenvolgende foutvlaggen gedetekteerd worden dan telt de teller door tot de tellerstand 1111 (binair voor het getal 15) en wordt TC hoog. Op de daarop volgende RMTPS impuls worden niet alleen de Q-uitgangen van de flipflops 68.1 tot en 15 met 68.6 op "1“ gezet, doch ook de Q-uitgangen van de flipflops 68.7 en 68.8 en 68.9, zodat de beginsituatie ontstaat. Het tijdinterval Tm is dus gelijk aan 16 maal het tijdinterval tussen twee RMTPS pulsen.
Worden er binnen het tijdinterval Tm weer twee opvolgende foutvlaggen gedetekteerd dan wordt de tellerstand wederom op 20 0000 gezet en begint het tijdinterval Tm opnieuw te lopen.
Het zij vermeld dat diverse modifikaties van de getoonde uitvoeringsvoorbeelden mogelijk zijn zonder dat wordt afgeweken van datgene dat valt onder de scope van de uitvinding, zoals gedefinieerd in de conclusies.
8602416

Claims (15)

1. Inrichting voor het weergeven van een puls-code- gemoduleerd signaal uit een transmissie- kanaal, bijvoorbeeld in de vorm van een spoor van een registratiedrager, welk puls-code-gemoduleerd signaal is ondergebracht in een rij van op elkaar volgende datawoorden, 5 voorzien van - ontvangmiddelen voor het ontvangen van het puls-code-gemoduleerde signaal uit het transmissiekanaal, en voor het afgeven van het ontvangen signaal aan een ingang van - foutkorrektiemiddelen voor het korrigeren van fouten in één of 10 meer van de datawoorden, verder voorzien van een eerste uitgang voor het leveren van de eventueel gekorrigeerde datawoorden, en een tweede uitgang voor het afgeven van een foutvlag indien de foutkorrektiemiddelen niet meer in staat zijn de fout in een datawoord te korrigeren, 15. een stuureenheid, met een ingang gekoppeld met de tweede uitgang van de foutkorrektiemiddelen en een uitgang, welke stuureenheid is ingericht voor het genereren van een stuursignaal uit de foutvlaggen toegevoerd aan zijn ingang en voor het toevoeren van dit stuursignaal aan zijn uitgang, 20. een mute-eenheid, met een signaalingang gekoppeld met de eerste uitgang van de foutkorrektiemiddelen, een stuuringang gekoppeld met de uitgang van de stuureenheid en een uitgang, welke mute-eenheid is ingericht voor het doorlaten van het signaal toegevoerd aan zijn ingang naar zijn uitgang bij afwezigheid van het stuursignaal aan zijn 25 stuuringang en is ingericht voor het gedurende een zekere tijd op een zekere vaste waarde houden van het signaal aan zijn uitgang bij aanwezigheid van het stuursignaal aan zijn stuuringang, met het kenmerk, dat de stuureenheid N tellers bevat (N _> 2), dat de eerste teller is ingericht voor het tellen van het aantal foutvlaggen die vallen binnen 30 een eerste tijdinterval , en is ingericht voor het afgeven van een eerste hulpsignaal na het detekteren van n^ foutvlaggen vallend binnen het tijdinterval T^, dat de i-de teller is ingericht voor het tellen van het aantal foutvlaggen die vallen binnen een i-de tijdinterval dat optreedt na het moment van afgeven van het (i-1)-de hulpsignaal 35 door de (i-l)-de teller, en is ingericht voor het afgeven van een i-de hulpsignaal na het detekteren van n^ foutvlaggen vallend binnen het tijdinterval T^, waarbij i loopt van 2 tot en met N, en n^ tot en 8602*18 < PHN 11.877 22 met nN gehele getallen zijn groter dan of gelijk aan 1, en dat de stuureenheid verder een stuursignaalgenerator bevat met een ingang voor het ontvangen van het N-de hulpsignaal en een uitgang gekoppeld met de uitgang van de stuureenheid, welke stuursignaalgenerator is ingericht 5 voor het gedurende een tijdinterval Tffl dat optreedt na het moment van ontvangen van het N-de hulpsignaal afgeven van het stuursignaal aan zijn uitgang.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de stuureenheid is voorzien van een (N+1)-de teller die is ingericht voor 10 het afgeven van een (N+1)-de hulpsignaal na het detekteren van nm foutvlaggen vallend binnen het tijdinterval Tm, en dat de stuursignaalgenerator verder is ingericht voor het verlengen van het tijdinterval van optreden van het stuursignaal.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de 15 stuursignaalgenerator is ingericht voor het verlengen van het tijdinterval van optreden van het stuursignaal met het tijdverschil tussen het optreden van het N-de en het N+1-de hulpsignaal.
4. Inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat nm kleiner dan of gelijk is aan nN.
5. Inrichting volgens conclusie 2, 3 of 4, met het kenmerk, dat de N-de teller tevens als de (N+1)-de teller fungeert.
6. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat N gelijk is aan 2 en dat n1 groter is dan n2.
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het 25 eerste tijdinterval T1 kleiner is dan of gelijk is aan het tweede tijdinterval T2.
8. Inrichting volgens één der conclusies 1 tot en met 5, met het kenmerk, dat N gelijk is aan 3 en dat n^ groter is dan n^.
9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat 30 η^>η2>ηβ.
10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat Ti<T2<T3.
11. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de funktie van de eerste tot en met de N-de teller in 35 één teller wordt gekombineerd.
12. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de i-de teller is ingericht voor het tellen van enkel 8602418 * PHN 11.877 23 die foutvlaggen die behoren bij direkt na elkaar ontvangen datawoorden, vallend binnen het tijdinterval T^, waarbij i loopt van 1 tot en met N.
13. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de 5 (N+1)-de teller is ingericht voor het tellen van enkel die n^ foutvlaggen behorend bij direkt na elkaar uitgelezen datawoorden, vallend binnen het tijdinterval Tffl.
14. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het i-de tijdinterval vertraagd optreedt na het moment van afgeven van 10 het (i-1)-de hulpsignaal.
15. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het tijdinterval Tm vertraagd optreedt na het moment van afgeven van het N-de hulpsignaal. '0 24 1 8
NL8602418A 1986-09-25 1986-09-25 Inrichting voor het weergeven van een pcm-gemoduleerd signaal, voorzien van een muteschakeling. NL8602418A (nl)

Priority Applications (8)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8602418A NL8602418A (nl) 1986-09-25 1986-09-25 Inrichting voor het weergeven van een pcm-gemoduleerd signaal, voorzien van een muteschakeling.
US07/093,452 US4864573A (en) 1986-09-25 1987-09-04 Apparatus for reproducing a pcm modulated signal, comprising a muting circuit
EP87201817A EP0264986B1 (en) 1986-09-25 1987-09-22 Apparatus for reproducing a pcm modulated signal, comprising a muting circuit
DE8787201817T DE3783559T2 (de) 1986-09-25 1987-09-22 Geraet zur wiedergabe von pcm-modulierten signalen mit einer stummschaltung.
AT87201817T ATE84633T1 (de) 1986-09-25 1987-09-22 Geraet zur wiedergabe von pcm-modulierten signalen mit einer stummschaltung.
KR870010522A KR880004662A (ko) 1986-09-25 1987-09-23 펄스 코드 변조 신호 재생장치
CA000547690A CA1282168C (en) 1986-09-25 1987-09-24 Apparatus for reproducing a pcm modulated signal, comprising a mutingcircuit
JP62239067A JPS6390078A (ja) 1986-09-25 1987-09-25 パルス符号変調信号再生用装置

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8602418A NL8602418A (nl) 1986-09-25 1986-09-25 Inrichting voor het weergeven van een pcm-gemoduleerd signaal, voorzien van een muteschakeling.
NL8602418 1986-09-25

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8602418A true NL8602418A (nl) 1988-04-18

Family

ID=19848592

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8602418A NL8602418A (nl) 1986-09-25 1986-09-25 Inrichting voor het weergeven van een pcm-gemoduleerd signaal, voorzien van een muteschakeling.

Country Status (8)

Country Link
US (1) US4864573A (nl)
EP (1) EP0264986B1 (nl)
JP (1) JPS6390078A (nl)
KR (1) KR880004662A (nl)
AT (1) ATE84633T1 (nl)
CA (1) CA1282168C (nl)
DE (1) DE3783559T2 (nl)
NL (1) NL8602418A (nl)

Families Citing this family (43)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPH06103859B2 (ja) * 1988-10-24 1994-12-14 松下電器産業株式会社 音声信号復調回路
JP2618023B2 (ja) * 1988-10-24 1997-06-11 松下電器産業株式会社 音声信号復調回路
US5363384A (en) * 1988-10-24 1994-11-08 Matsushita Electric Industrial, Co., Ltd. Audio signal demodulation circuit
JPH02299324A (ja) * 1989-05-15 1990-12-11 Mitsubishi Electric Corp 音声符号化装置
US5187811A (en) * 1989-11-29 1993-02-16 Motorola, Inc. Error detection
US5319776A (en) * 1990-04-19 1994-06-07 Hilgraeve Corporation In transit detection of computer virus with safeguard
NL9100285A (nl) * 1991-02-19 1992-09-16 Koninkl Philips Electronics Nv Transmissiesysteem, en ontvanger te gebruiken in het transmissiesysteem.
JPH04328919A (ja) * 1991-04-26 1992-11-17 Fujitsu Ltd 無線呼出し信号方式
US5271011A (en) * 1992-03-16 1993-12-14 Scientific-Atlanta, Inc. Digital audio data muting system and method
JP3404792B2 (ja) * 1993-02-27 2003-05-12 ソニー株式会社 信号受信装置
US5598420A (en) * 1993-10-08 1997-01-28 Abb Power T&D Company, Inc. Apparatus and method for generating a power signal for a power system from signals genenrated by a communication device
JP4526705B2 (ja) * 1998-03-19 2010-08-18 富士通株式会社 波長分散等化方法と装置
KR100303795B1 (ko) * 1998-08-07 2001-09-24 윤종용 송신신호 이득 제어방법
JP3285569B2 (ja) * 2000-02-04 2002-05-27 コナミ株式会社 ゲームシステムおよびゲーム用プログラムが記憶されたコンピュータ読み取り可能な記録媒体
US20040073617A1 (en) 2000-06-19 2004-04-15 Milliken Walter Clark Hash-based systems and methods for detecting and preventing transmission of unwanted e-mail
US20030179861A1 (en) * 2001-04-25 2003-09-25 Ryuta Miyoshi Data transmitting method and device for transmitting stream data
US8561167B2 (en) 2002-03-08 2013-10-15 Mcafee, Inc. Web reputation scoring
US7124438B2 (en) * 2002-03-08 2006-10-17 Ciphertrust, Inc. Systems and methods for anomaly detection in patterns of monitored communications
US20060015942A1 (en) 2002-03-08 2006-01-19 Ciphertrust, Inc. Systems and methods for classification of messaging entities
US8578480B2 (en) 2002-03-08 2013-11-05 Mcafee, Inc. Systems and methods for identifying potentially malicious messages
US7458098B2 (en) * 2002-03-08 2008-11-25 Secure Computing Corporation Systems and methods for enhancing electronic communication security
US7694128B2 (en) 2002-03-08 2010-04-06 Mcafee, Inc. Systems and methods for secure communication delivery
US7903549B2 (en) 2002-03-08 2011-03-08 Secure Computing Corporation Content-based policy compliance systems and methods
US7096498B2 (en) 2002-03-08 2006-08-22 Cipher Trust, Inc. Systems and methods for message threat management
US8132250B2 (en) 2002-03-08 2012-03-06 Mcafee, Inc. Message profiling systems and methods
US7870203B2 (en) 2002-03-08 2011-01-11 Mcafee, Inc. Methods and systems for exposing messaging reputation to an end user
US6941467B2 (en) 2002-03-08 2005-09-06 Ciphertrust, Inc. Systems and methods for adaptive message interrogation through multiple queues
US7693947B2 (en) 2002-03-08 2010-04-06 Mcafee, Inc. Systems and methods for graphically displaying messaging traffic
US8635690B2 (en) 2004-11-05 2014-01-21 Mcafee, Inc. Reputation based message processing
US7937480B2 (en) 2005-06-02 2011-05-03 Mcafee, Inc. Aggregation of reputation data
US8763114B2 (en) 2007-01-24 2014-06-24 Mcafee, Inc. Detecting image spam
US8179798B2 (en) 2007-01-24 2012-05-15 Mcafee, Inc. Reputation based connection throttling
US7949716B2 (en) 2007-01-24 2011-05-24 Mcafee, Inc. Correlation and analysis of entity attributes
US8214497B2 (en) 2007-01-24 2012-07-03 Mcafee, Inc. Multi-dimensional reputation scoring
US7779156B2 (en) 2007-01-24 2010-08-17 Mcafee, Inc. Reputation based load balancing
US8185930B2 (en) 2007-11-06 2012-05-22 Mcafee, Inc. Adjusting filter or classification control settings
US8045458B2 (en) 2007-11-08 2011-10-25 Mcafee, Inc. Prioritizing network traffic
US8160975B2 (en) 2008-01-25 2012-04-17 Mcafee, Inc. Granular support vector machine with random granularity
US8589503B2 (en) 2008-04-04 2013-11-19 Mcafee, Inc. Prioritizing network traffic
US8621638B2 (en) 2010-05-14 2013-12-31 Mcafee, Inc. Systems and methods for classification of messaging entities
US9122877B2 (en) 2011-03-21 2015-09-01 Mcafee, Inc. System and method for malware and network reputation correlation
US8719647B2 (en) 2011-12-15 2014-05-06 Micron Technology, Inc. Read bias management to reduce read errors for phase change memory
US8931043B2 (en) 2012-04-10 2015-01-06 Mcafee Inc. System and method for determining and using local reputations of users and hosts to protect information in a network environment

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS55158711A (en) * 1979-05-28 1980-12-10 Hitachi Ltd Muting circuit
JPS5753806A (en) * 1980-09-16 1982-03-31 Toshiba Corp Processor of digital signal
GB2107496B (en) * 1981-09-30 1985-11-20 Hitachi Ltd Error flag processor
JPS58139310A (ja) * 1982-02-12 1983-08-18 Hitachi Ltd ミユ−ト回路
JPS58219852A (ja) * 1982-06-15 1983-12-21 Toshiba Corp エラ−訂正回路
EP0101180B1 (en) * 1982-07-16 1988-10-05 British Broadcasting Corporation Concealment of defects in a video signal
US4675867A (en) * 1983-12-14 1987-06-23 Canon Kabushiki Kaisha Data processing device
US4727547A (en) * 1984-07-18 1988-02-23 Willi Studer Method and apparatus for decoding
JPS6159668A (ja) * 1984-08-30 1986-03-27 Nec Home Electronics Ltd ミユ−テイング制御装置
JP2539353B2 (ja) * 1984-10-05 1996-10-02 株式会社日立製作所 Pcm信号再生方法及び装置

Also Published As

Publication number Publication date
US4864573A (en) 1989-09-05
JPS6390078A (ja) 1988-04-20
DE3783559T2 (de) 1993-07-01
EP0264986A1 (en) 1988-04-27
CA1282168C (en) 1991-03-26
KR880004662A (ko) 1988-06-07
EP0264986B1 (en) 1993-01-13
ATE84633T1 (de) 1993-01-15
DE3783559D1 (de) 1993-02-25

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8602418A (nl) Inrichting voor het weergeven van een pcm-gemoduleerd signaal, voorzien van een muteschakeling.
US4382298A (en) Binary digit or bit restoration circuit
SE451926B (sv) Signalvagsstyrkrets
US4017806A (en) Phase locked oscillator
NL8900549A (nl) Vergelijkschakeling bevattende een maskeermechanisme voor transiente verschillen, vergelijkschakelingssysteem, en verwerkingsinrichting bevattende zulke vergelijkschakelingen.
US4672482A (en) Digital apparatus for magnetic media data recovery system
US4714968A (en) Digital apparatus for data recovery system
NL8203960A (nl) Inrichting voor uitlezing uit een registratiemedium van een volgens een code met een beperkte bitwaardeduur opgenomen, impulscodegemoduleerd signaal.
JPH065593B2 (ja) 磁気ディスク装置のパルス回路
US7109769B2 (en) PWM signal generator
US4742403A (en) Digital data separator
US4812987A (en) Wave shaping circuit
GB1339840A (en) Apparatus for decoding digital information
JPH09167354A (ja) 光ディスク装置のトラックカウントパルス整形回路
EP0222133B1 (en) Digital data separator
JP3164904B2 (ja) 入力信号断検出方式
US4728899A (en) Circuit arrangement for the conversion of analog signals into binary signals
KR100303278B1 (ko) 트랙횡단펄스발생회로
JPS60164966A (ja) 情報再生装置
NL8801704A (nl) Inrichting voor het afleiden van een kloksignaal uit een n-waardig signaal.
NL8102251A (nl) Systeem voor het overdragen van een audiosignaal via een transmissiekanaal.
JPS60151876A (ja) 情報再生装置
JPS60170074A (ja) 情報再生装置
JPH0210572A (ja) 再生装置の制御装置
JPS593783B2 (ja) パリテイ計数回路

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed