NL8602248A - Werkwijze voor het bereiden van een sojaproteine-isolaat met laag fytaatgehalte. - Google Patents

Description

#- si VO 3309 *

Titel: Werkwijze voor het bereiden van een sojaproteine-isolaat met laag fytaatgehalte.

Deze uitvinding heeft betrekking op het isoleren van zaadproteine, aangepast voor voedsel gebruik.

De stand van de techniek bevat een uitgebreide informatie over het isoleren, zuiveren en verbeteren van de voedingskwaliteit en smaak 5 van sojaproteine. Sojaproteïne in zijn natuurlijke toestand is niet smakelijk en heeft een slechte voedingskwaliteit in verband met de aanwezigheid van fytinezuurcomplexen die de minerale absorptie van het zoogdier verstoren, alsmede de aanwezigheid van anti-voedingsfactoren met inbegrip van trypsine-inhibitoren, die de proteinevertering bij zoogdieren be-10 temmeren.

In de stand van de techniek geeft men methoden aan ter vernietiging van trypsine-inhibitoren door een warmtebehandeling en ter verwijdering van fytinezuur.

Tevens geeft men methoden aan ter verbetering van de opbrengst 15 van proteïne, dat als een gezuiverd isolaat wordt verkregen, ten opzichte van het proteïne dat in het ruwe sojamateriaal aanwezig is.

McKinney et al, J. Biol. Chem. band 178, blz. 117-132 (1949) geven aan, dat fytine in alkalische dispersies bij pH 11,0 tot pH 11,5 zich langzaam van sojaproteine losmaakt en door centrifugering kan wor-20 den verwijderd.

In het Amerikaanse octrooischrift 3.736.147 wordt een ultrafil-tratiewerkwijze beschreven voor de bereiding van sojaproteine-isolaat met een verminderd fytinezuurgehalte, waarbij verschillende chemische behandelingen in combinatie met een intensieve ultrafiltratie worden 25 uitgevoerd. De chemische behandeling betreft hetzij enzymatische hydro lyse van het fytinezuur door het enzym fytase bij een neutrale pH voorafgaande aan de ultrafiltratie, ultrafiltratie in aanwezigheid van calciumionen bij lage pH of gebruik van ethyleendiaminetetra-azijnzuur bij hoge pH.

30 In het Amerikaanse octrooischrift 2.732.395 wordt een werkwijze beschreven voor het afscheiden van fytine uit verschillende oliezaden.

De werkwijze betreft zuurextractie van een olievrije zaadmeel of bloem met waterig zuur bij een pH binnen bij benadering het isoelektrische 360 2 2 4 8 ----^ -2- ! * traject van het bepaalde zaadprotelne, in het algemeen ongeveer een pH van 4,5. Het fytine wordt uit het oplosbare deel gewonnen en het proteïne uit de wrongel gewonnen door extractie bij een pH hoger dan 8 onder afscheiding van onoplosbare materialen, gevolgd door coagulatie van het 5 proteïne in het geklaarde alkalische extract door aanzuring, opnieuw binnen het isoelektrische traject van het proteïne.

De werkwijze wordt toegepast op verschillende oliezaden, met inbegrip van ontvette sojabloem, waarbij gezuiverd proteïne wordt verkregen dat naar wordt gesteld nagenoeg vrij is van organische fosforver-10 bindingen.

In het Amerikaanse octrooischrift 3.001.875 wordt een waterige extractie van ontvette sojavlokken bij een pH van 6-10,5 beschreven, onder vorming van een oplossing van het sojaproteïne, gevolgd door verwijdering van oplosbare materialen, neerslaan van het geëxtraheerde 15 proteïne bij een pH van 4,5 en het opnieuw oplossen van de wrongel bij een pH van 6 en drogen.

Volgens het Amerikaanse octrooischrift 3.397.991 wordt een pro-teïne-isolaat uit een mengsel van oplosmiddel-geëxtraheerde plantaardige melen met inbegrip van sojameel gevormd om de gewenste aminozuursamen-20 stelling in het verkregen proteïne-isolaat te leveren, door het proteïne in water bij 65-93°C en bij een pH van 9-12 collodiaal te solubiliseren, de onoplosbare materialen af te scheiden en het oplosbaar gemaakte proteïne uit de waterige oplossing te winnen door drogen of door neerslag met zuur binnen het isoelektrische traject.

25 In het Amerikaanse octrooischrift 3.261.822 wordt de bereiding van sojaproteïne-isolaat geïllustreerd door ontvette sojabloem met water bij een zure pH van 3,5-5,5 te extraheren, het oplosbare materiaal te verwerpen en de proteïnewrongel opnieuw in water bij een pH van 11 op te lossen.

30 In het Amerikaanse octrooischrift 4.072.670 wordt een fundamen- teel gebrek in de bekende werkwijze voor de bereiding van met zuur neergeslagen sojaproteïne-isolaat zoals in de bovengenoemde Amerikaanse octrooischriften 2.732.395 en 3.261.822 als voorbeeld gegeven, beschreven.

Volgens de stand van de techniek werd het sojaproteïne in de 35 vlokken met zuur in aanwezigheid van fytinezuur neergeslagen.

8602248 *0 <* - 3 -

Volgens het Amerikaanse octrooischrift 4.072.670 wordt onder deze omstandigheden een alkalisch stabiel complex tussen het proteïne en het fytinezuur gevormd, waardoor de disssociatie van het fytine uit het sojaproteine bij alkalische pH, zoals beschreven in het eerder aange-5 haalde artikel van McKinney, wordt belemmerd.

Volgens het Amerikaanse octrooischrift 4.072.670 worden bepaalde problemen van de stand van de techniek opgelost door het fytaat bij een pH van 10,6-14 onoplosbaar te maken en dit uit de proteïne af te scheiden, alvorens de proteïnen bij hun iso-eletrische punt, d.w.z. een pH 10 van 4,5, worden neergeslagen.

De nadelen van· de werkwijze als beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 4.072.670 zijn, dat het contact van de proteïnen met een extreem hoge alkalische pH een nadelig effect heeft op de voedingswaarde en dat het met commerciële, continue centrifuges niet mogelijk is het 15 zeer lichte, gesuspendeerde fytaatneerslag, dat bij hogere alkalische pH wordt gevormd, af te scheiden.

Er zijn enige werkwijzen bekend waardoor met succes in een bepaalde mate het fytaatgehalte van soja-isolaten op een kleinere laboratoriumschaal is verminderd. Geen van de voomoemde werkwijzen was echter in 20 ‘ staat een sojaproteine met laag fytaatgehalte op economisch commerciële schaal te bereiden.

De onderhavige uitvinding voorziet in een werkwijze voor het bereiden van een verbeterd, gezuiverd sojaproteine met een uitzonderlijk laag fytinezuurgehalte, met een sterk verbeterde smaak, een verbeterde 25 functionaliteit, een hoge voedingswaarde en een laag asgehalte.

Tevens wordt volgens de onderhavige werkwijze het aluminium-gehalte van het geproduceerde sojaprodukt aanzienlijk verminderd. Het aluminiumgehalte van op soja gebaseerde kinderrecepten is significant hoger dan het gehalte dat men in borstmelk aantreft. Aldus zijn uit het 30 onderhavige sojaprotelne-isolaat bereide kinderrecepten uit voedings- oogpunt beter aanvaardbaar, aangezien de vermindering van het aluminiumgehalte sojaraceptsamenstellingen levert die meer op borstmelk gelijken.

De term "sojaprotelne-isolaat" met een laag fytaatgehalte, als hierin toegepast, heeft betrekking op een sojaprotelne-produkt, dat 35 ongeveer 88% of meer in gewicht sojaproteine en minder dan ongeveer 0,3 gew.% fytaten (uitgedrukt als fytinezuurequivalent) bevat, bij voor- 860 2 24 8 ^ κ - 4 - keur minder dan 0,2 g fytaten per 100 g proteïne.

Fytinezuur, de hexaorthomonofosfaatester van myo-inositol ontstaat in betrekkelijk hoge gehaltes in graanzaden en oliezaden als het calciummagnesiumzout, fytine. In sojameel komt ruwweg 70% van het totale 5 fosforgehalte op rekening van fytine. Gebaseerd op een 0,6% fosforgehalte van ontvette sojameel kan men berekenen dat bij benadering 2 gew.% fytine in het ontvette sojameel aanwezig is. Ftyinezuur vormt gedurende de verwerking een fytaat-mineraal-protelnecomplex en er is aangetoond dat het de biologische beschikbaarheid van verschillende mineralen, zoals zink, 10 magnesium, calcium, ijzer, enz. vermindert. Gedurende de bereiding van isolaten blijft een groot deel van het fytinezuur en de fytaten met het proteïne in de vorm van complexen geassocieerd.

Wanneer de termen fytaat of fytaten hierin worden toegepast, is het de bedoeling dat zouten van fytinezuur of moleculaire complexen van 15 fytinezuur met andere sojabestanddelen zijn omvat. In het geval van de huidige verkrijgbare commerciële sojaprotelne-isolaten, zoals Edi-Pro A (Ralston Purina) en Ardex F (Archer Daniel Midland), is zelfs 2-2,5 gew.% van het isolaat fytaat.

Fytaat-verwijdering uit sojaprotelne-isolaat is wenselijk omdat 20 fytaatfosfor niet als een voedingseenheid voor mensen beschikbaar is en storend werkt op de absorptie van de uit voedingsoogpunt essentiële multivalente kationen, zoals calcium, ijzer en zink. Kleine kinderen zijn niet in staat fytaatfosfor te benutten en de aanwezigheid van betrekkelijk grote hoeveelheden van dergelijke niet-beschikbare fosfor kan tot een 25 onvoldoende bot mineralisatie leiden. Het is derhalve wenselijk het fytaatgehalte voor op soja-gebaseerde kinderrecepten te elimineren of te verminderen.

In de meest algemene zin heeft de onderhavige uitvinding betrekking op de vorming van een waterige oplossing van sojaprotelne bij een pH 30 van 8,0 - 10,0 bij een temperatuur boven 65°C, door waterige extractie van soja-uitgangsmateriaal dat sojaprotelnen bevat. Een voorkeursbron van sojaprotelne is ontvette, fijnverdeelde soja, zoals ontvette soja-bloem, korrels of vlokken. Voorafgaand contact van het natuurlijke sojabonenmateriaal met zuur resulteert in de vorming van een binding 35 tussen het fytaat en het proteïne en leidt ertoe dat iso-elektrische of 8602248 - 5 - zuur-behandelde sojaproteïne-uitgangsmaterialen ongeschikt voor de onderhavige uitvinding worden. Door de bovenstaandsextractomstandigheden wordt de extractie van fytaten en de vorming van protelne-fytaatcomplexen minimaal gemaakt. Tevens worden de proteïnen gesensibiliseerd voor neer-5 slag bij een pH, die iets hoger is dan hun isoelektrisch punt.

Het bovengenoemde sojaprotaïne-extract wordt geklaard door centrifugeren, filtratie of elk ander bekend middel, waarna het sojaproteïne door aanzuring bij een pH van 5,0-5,5 wordt neergeslagen en het neerslag wordt gewonnen. Bij deze pH zal het fytaat in de wei zijn verwijderd.

10 Gedetailleerde beschrijving van de uitvinding.

In een typerende, commerciële werkwijze worden de sojaproteïnen bij een iets alkalische pH uit sojavlokken of sojabloem geëxtraheerd.

De hoofdproteïnefractie wordt dan uit het geklaarde extract neergeslagen door de pH op het isoelektrische punt van de proteïne (pH 4,5) in te 15 stellen. Aangezien de proteïnen bij deze pH onoplosbaar zijn, kan het proteïne uit oplosbare suikers, zout, enz. door centrifugering worden afgescheiden. Om de zuivering te voltooien, wordt de proteïnewrongel met water ten minste eenmaal bij dit isoelektrische pH-punt gewassen, waarna het proteïne als zodanig of na opnieuw oplossen bij neutrale pH 20 wordt gesproeidroogd. Onder dergelijke omstandigheden zal een overwegende hoeveelheid van het in de sojavlokken aanwezige fytaat een complex vormen met het proteïne en in het soja-isolaat aanwezig zijn. In de handel verkrijgbare soja-isolaten hebben typerend een fytaatgehalte van 2,0-2,5% en in sommige gevallen zelfs 3 gew.%. Door de behandeling van 25 sojaproteïnen bij een hoge alkalische pH (pH 11,6) kan de voedingswaarde of de veiligheid van dergelijke proteïnen nadelig worden beïnvloed. Bij vele van de commercieel toegepaste méthoden ter bereiding van sojapro-teïne-isolaten worden de proteïnen neergeslagen bij een pH van ongeveer 4,5. Bij deze pH treedt echter een sterke fytaat-proteïne-interactie op 30 en het merendeel van het fytaat zal met het proteïne neerslaan, waardoor een sojaproteïne-isolaat ontstaat met meer dan 2% fytaat.

De onderhavige uitvinding voorziet verder in verbeteringen van de bekende, commerciële werkwijze door het contact met extreme alkaliteit te elimineren en voorziet, hetgeen het meest belangrijk is, voor de $602248 _____ is* - 6 - eerste maal in een economische werkwijze voor de bereiding van soja-isolaten in goede opbrengst en met fytaatconcentraties van 0,3 gew.% of minder,

Het sojaproteine-uitgangsmateriaal voor de werkwijze is fijnver-5 deelde ontvette soja, bij voorkeur ontvette sojabloem of ontvette soja-vlokken. De werkwijze betreft het vormen van een waterige oplossing van sojaproteine bij een alkalische pH uit het sojaproteïne-bevattende uitgangsmateriaal .

Het is niet de bedoeling de uitvinding tot een bepaald type uit-10 gangsmateriaal te beperken, terwijl het evenmin de bedoeling is de uitvinding tot een specifieke wijze van bereiding van dit uitgangssoja-extract te beperken, aangezien men vele modificaties kan aanbrengen afhankelijk van de verschillende doeleinden van de werkwijze. De aanvankelijke extractiesuspensie wordt gevormd door onder roeren één gewichtsdeel 15 sojaprotelne-bevattend uitgangsmateriaal toe te voegen aan 10-20 gew.dln van waterige suspensiemedia bij een pH van 8-10 en een temperatuur boven 65 °C. Hoewel men hogere pH's kan toepassen, is gevonden dat bij dergelijke hoge pH's de tendens bestaat dat de ongewenste vorming van lysino-alanine wordt verhoogd. Bij voorkeur wordt de pH bij een temperatuur van 20 70-85°C en bij voorkeur 75-80°C op 8,5-9,5 gehandhaafd. Hoewel temperatu ren hoger dan 85°C gedurende de extractie gunstig kunnen worden toegepast, is gevonden dat bij dergelijke hogere temperaturen de tendens tot ongewenste vorming van lysinoalanine toeneemt. De suspensie wordt gedurende ongeveer 1-15 en bij voorkeur 2-5 minuten op de gewenste pH en 25 temperatuur gehandhaafd.

Daarna wordt de temperatuur snel verlaagd tót 25-65°C, bij voorkeur 50-60°C en in het bijzonder 55-60°C en wordt de suspensie gedurende een extra 10-60 minuten en bij voorkeur 10-30 minuten op een dergelijke temperatuur gehandhaafd om de extractie van het sojaproteine uit het 30 uitgangsmateriaal voort te zetten. De onoplosbare fractie, die een aanzienlijk deel van de fytaten en koolhydraten bevat, wordt uit de op-losbaat gemaakte proteinefractie door gebruikelijke vaste scheidings-eenheidsmethoderi, zoals filtratie of centrifugering, afgescheiden. De voornoemde temperatuurtrajecten zijn de optimale waarden voor het ver-35 wijderen van het oplosbare sojaproteine uit het fytinezuurcomplex en ____„ „„yjfü 8602248 ST* - 7 - voor het nagenoeg geheel onoplosbaar houden van de fytaten en de fytine-zuurderivaten.

Onder bepaalde bereidingsomstandigheden kunnen echter andere tempe-ratuurtrajecten geschikter blijken, aangezien de temperatuur waarbij de 5 fytaatoplosbaarheid wordt verkregen effect heeft op de fysische aard daarvan, hetgeen zijn filtratie en centrifugeringseigenschappen beïnvloedt.

De empirische keuze van de optimale fytaat-solubiliseringstempe-ratuur voor een bepaalde gegeven bereidingsopstelling is uiteraard wenselijk. De pH van de gesolubiliseerde proteïnefracties wordt op een pH van 10 5,0-5,5 en bij voorkeur een pH van 5,2-5,4 en in het bijzonder 5,3 inge

steld met een niet-giftig, wateroplosbaar zuur, zoals zoutzuur, om het oplosbaar gemaakte söjaproteïne te doen neerslaan. Hoewel men een pH hoger dam. 5,5 kan toepassen, zullen dergelijke pH's de opbrengst van sojaproteïne doen dalen. Het proteïne wordt uit de oplosbaar gemaakte 15 proteïnefractie bij een temperatuur vam 25-65°C, bij voorkeur 50-60°C

neergeslagen. Het neergeslagen proteïne wordt van de suikers, oplosbaar fytaat, enz, afgescheiden door centrifugeren of andere gebruikelijke middelen. Door de gekozen pH zal het warmte-gesensibiliseerde proteïne neerslaam, maar het oplosbare fytaat kan in de wei worden uitgewassen.

20 Er zal geen proteïne-fytaatcomplex worden gevormd aangezien bij deze pH zowel proteïne als fytaten negatief zijn geladen. Een dergelijk complex zou zich vormen bij of onder een pH van 4,5.

Het neergeslagen en afgescheiden proteïne kan met water worden gewassen en daarna opnieuw in water worden gesuspendeerd, de suspensie 25 nat gemalen en daarna gesproeidroogd of gevriesdroogd. Naar keuze kan de proteïnewrongel opnieuw in een verdunde waterige oplossing bij een pH hoger dan het isoelektrische trajectworden opgelost en de verkregen oplossing gesproeidroogd, zoals bekend in de techniek voor de bereiding van z.g. sojaproteïnaten.

30 Tenslotte kunnen in plaats van sproeidrogen de neergeslagen en afgescheiden proteïnen opnieuw worden opgelöst bij een pH hoger dan het isoelektrische traject, waarna de verkregen sojaproteïnaatoplossing zonder droging kan worden samengesteld tot dieetprodukten door combinatie met de gewenste koolhydraat- en vetingrediënten en desgewenst vitaminen, 35 mineralen, smaakstoffen enz. Dit is niet alleen een geschikte wijze van --^ 8602248 - 8 - werken uit het oogpunt van combinatie van de verschillende ingrediënten, maar men verkrijgt ook een vloeibaar dieetprodukt met verbeterde functionele eigenschappen, zoals oplosbaarheid, suspendeerbaarheid, viscositeit, aanvoelen in de mond en emulsiestabiliteit.

5 Bij het uitvoeren van de werkwijze van de onderhavige uitvinding is gevonden dat de extractietemperatuur, de extractie-pH, de neerslag-pH, de neerslagtemperatuur en de mate van wassen belangrijk zijn voor het verkrijgen van de gewenste resultaten. De opbrengst wordt tevens beïnvloed door de extractieduur en het aantal keren dat de sojabloem opnieuw 10 wordt geëxtraheerd.

VOORBEELD I

Eén kg ontvette sojabloem wordt tot een suspensie geroerd met 16 kg heet water bij pH 9 en gedurende 2 minuten op 75°C gehandhaafd.

De dikke suspensie wordt daarna snel tot 50-60°C gekoeld en nog 10-30 15 minuten langer geëxtraheerd. Het onoplosbare deel wordt door centrifugering afgescheiden. De pH van de bovenstaande laag wordt met zoutzuur op pH 5,3 ingesteld en de onoplosbaar gemaakte protelnewrongel, die neerslaat wordt door centrifugering afgescheiden. De wrongel kan dan 1 maal worden gewassen door deze opnieuw in 10-16 kg water bij een pH van 20 5,3-5,4 en een temperatuur van 50-60°C te suspenderen en daarna opnieuw te centrifugeren. De gewassen wrongel wordt verzameld en kan als zodanig worden gesproeidroogd of eerst geneutraliseerd met een geschikte base en daarna gesproeidroogd.

VOORBEELD II

25 De werkwijze van voorbeeld I werd zes maal met de volgende resul taten herhaald: 8602248 - 9 -

Percentage fytaat en opbrengst van sojaisolaten, bereid volgens de werkwijze van de uitvinding.

% Fytaat % opbrengst (g sojaisolaat/100 g sojabloem) 0,02 31,3 5 0,03 28,9 0,05 30,5 0,05 30,9 0,11 29,9 0,07 30,4 10 a. Commerciële soja-isolaten hebben een fytaatgehalte van 2-2,5% en deze waarden illusteren dat het soja-isolaat van de uitvinding slechts ongeveer 1-5% van het fytaatgehalte, dat men in commerciële soja-isolaten aantreft, bévat.

15 Vergelijking van aluminiumgehalte van sojaisolaten, bereid volgens de werkwijze van de uitvinding en commercieel soja-isolaat (EdiPro A)

Monster 1 Monster 2 EdiPro A

Aluminium 7,5 6,2 24-40 (mc'g/g) 20 Fytaat % 0,11 0,13 >2

Uit de bovenstaande gegevens volgt duidelijk dat het met de onderhavige werkwijze mogelijk is een soja-isolaat met nagenoeg geen fytaten bij betrekkelijk goede opbrengsten zonder een significante vermindering van het aluminiumgehalte te produceren.

25 VOORBEELD III

Er werden soja-isolaatmonsters volgens de procedures van voorbeeld I bereid onder variatie van de extractietemperatuur en de pH en de neerslag-pH zoals blijkt uit de volgende tabel. Het percentage fytaat in het eind-soja-isolaat en de opbrengst worden tevens omvat.

3302243 ___^ 't -Λ?- - 10 -

Monster Extractie Neerslag % Fytaat % Opbrengst

nr. temp.in °C pH

1 75 9,0 5,3 0,02 31,3 2 _ 65 9,0 5,3 0,46 32,7 5 3 88 9,0 5,3 0,04 29,9 4 75 8,0 5,3 0,20 28,6 5 75 10,0 5,3 0,08 32,5 6 75 9,0 5,2 0,06 31,4 7 75 9,0 5,5 0,02 29,4 10 8 40 8,0 5,3 0,41 28,0 9 75 9,0 4,5 0,54 31,3 10 40 8,0 4,5 1,96 32,9

Als boven aangegeven kan men een zeer laag fytaatgehalte bereiken, wanneer het soja-isolaat onder de in deze aanvrage beschreven expe-15 rimentele omstandigheden wordt bereid. Men kan een gemiddels fytaatgehalte bereiken indien men sommige van de voorschriften van deze aanvrage volgt, zoals wanneer commerciële extractie-omstandigheden worden gecombineerd met de zuurneerslagomstandigheden van de onderhavige aanvrage (monster 8), of wanneer de proteïne-extractomstandigheden van de onder-20 havige aanvrage worden gecombineerd met de typerende neerslag-pH

(monster 9). Monster 10 typeert de omstandigheden voor de bereiding van commercieel soja-isolaat met zijn hoge fytaatgehalte.

8602248

Claims (22)

1. Werkwijze voor net bereiden van een sojaprotelne-isolaat met een significant verlaagd alurainiumgehalte, dat nagenoeg vrij is van fytaat, omvattende het behandelen van een ontvet soja-uitgangsmateriaal, dat sojaproteïne bevat, door met een waterig medium bij een pH binnen het 5 traject van 8-10 en bij een temperatuur boven 65°C gedurende een voldoende tijdsperiode om het sojaproteïne oplosbaar te maken een suspensie te vormen; maar de extractie van fytaten te verlagen; genoemde suspensie te scheiden in een onoplosbare fractie die een aanzienlijk deel van de polysacchariden en onoplosbare fytaten bevat en een oplosbare fractie 10 die het oplosbaar gemaakte sojaproteïne omvat? de pH van genoemde oplosbare fractie in te stellen op ongeveer 5,0-5,5 om het sojaproteïne te doen neerslaan en daardoor een weifractie te produceren die oplosbaar fytaat en een sojaproteïne-vastestoffractie met een fytaatconcentratie beneden 0,3% bevat; welke sojaprotelne-vastestoffractie in een waterig 15 medium kan worden uitgewassen? en genoemde gesuspendeerde sojaproteïne-vastestoffractie uit genoemde wasmedia af te scheiden.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat genoemde sojaprotelnefractie wordt gedroogd.

3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat genoemde 20 sojaprotelnefractie tot een waterige oplossing wordt gevormd bij een pH groter dan het isoelektrische traject van genoemd sojaproteïne.

4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat genoemde sojaprotelnefractie wordt gedroogd.

5. Wetkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat genoemd 25 waterig medium water is en genoemd sojaprotelne-bevattend uitgangsmateriaal daarmee wordt gesuspendeerd in een verhouding van één deel uitgangsmateriaal op 10-20 gew.dln water.

6. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat één gew.dl van genoemd sojaprotelne-bevattend uitgangsmateriaal wordt gesuspendeerd 30 met 16 gew.dln water.

7. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat genoemd soja-proteïneuitgangsmateriaal in genoemde suspensie gedurende 1-15 minuten op 70-85°C en gedurende een extra 10-60 minuten nadat genoemde suspensie-temperatuur op 50-60°C is ingesteld, wordt gehandhaafd. ---^ 8602248 i ΉΪ*> - 12 -

8. Werkwijze volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de pH van genoemde oplosbare fractie na de afscheiding uit genoemde verbruikte vaste stoffen bij een temperatuur van ongeveer 50-60°C op een pH van 5,2-5,4 wordt ingesteld.

9. Werkwijze volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de pH van genoemde oplosbaar gemaakte sojaprotelne-vastestof wordt ingesteld op pH 5,3.

10. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat genoemd ontvet soja-uitgangsmateriaal ontvette sojavlokken is.

11. Werkwijze volgens conclusie 10,waarbij 1 gew.dl van genoemd uit gangsmateriaal met 16 gew.dln water, ingesteld op een pH van 9, bij een temperatuur van 75°C gedurende 2 minuten wordt gesuspendeerd, welke suspensie daarna tot 60°C wordt gekoeld en gedurende een extra 10 minuten wordt geroerd, welke suspensie daarna vervolgens wordt gescheiden in een 15 onoplosbare fractie en een oplosbare fractie, genoemde onoplosbare fractie wordt verworpen en de pH van genoemde oplosbare fractie op 5,3 wordt ingesteld, waardoor een proteinewrongel uit genoemde suspensie wordt neergeslagen, genoemde proteinewrongel wordt afgescheiden, genoemde proteinewrcngel met 10 gew.dln water bij een pH van 5,3 wordt gewassen en 20 genoemde gewassen proteinewrongel uit genoemd waswater wordt afgescheiden.

12. Werkwijze volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat genoemde gewassen proteinewrongel wordt gedroogd.

13. Werkwijze volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de pH van genoemde gewassen proteinewrongel in een waterige oplossing bij een pH 25 hoger dan het isoelektrische traject van genoemde sojaproteine wordt omgezet.

14. Produkt, verkregen volgens de werkwijze van conclusie 1.

15. Produkt, verkregen volgens de werkwijze van conclusie 2.

16. Produkt, verkregen volgens de werkwijze van conclusie 4.

17. Produkt, verkregen volgens de werkwijze van conclusie 6.

18. Produkt, verkregen volgens de werkwijze van conclusie 9.

19. Produkt, verkregen volgens de werkwijze van conclusie 11.

20. Werkwijze voor het bereiden van een sojaproteine-isolaat, dat nagenoeg vrij is van fytaat en met een significant verlaagd aluminium- 35 gehalte, bestaande uit de volgende reeks van trappen: 8602248 - 13 - a) het vormen van een waterige suspensie van een ontvet soja-uitgangsmateriaal bij een pH binnen het traject van 8-10 bij een temperatuur boven 65°C gedurende een periode van 1—15 minuten voor het oplosbaar maken van het sojaproteïne; 5 b) het verlagen van de temperatuur tot 25-65°C gedurende een periode van 10-60 minuten; c) het scheiden van genoemde suspensie in een onoplosbare fractie en een oplosbare fractie, welke het oplosbaar gemaakte sojaproteïne omvat? 10 d) het instellen van de pH van genoemde oplosbare fractie op pH 5,0-5,5 met een niet-giftig,water-oplosbaar zuur bij een temperatuur van 25-65°C, waardoor genoemd sojaproteïne-isolaat nagenoeg vrij van fytaat en met een significant verlaagd aluminiumgehalte wordt neergeslagen en afgescheiden.

21. Werkwijze volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat trap (a) wordt uitgevoerd bij een pH van 8,5-9,5 bij 70-85°C gedurende 1-15 minuten,-trap (b) wordt uitgevoerd bij 50~60°C gedurende 10-60 minuten en trap (d) wordt uitgevoerd bij een pH van 5,2-5,4 bij 50-60°C.

22. Werkwijze volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat trap (a) 20 wordt uitgevoerd bij een pH van 8,5-9,5 bij 75-80°C gedurende 2-5 minuten; trap (b) wordt uitgevoerd bij 55-60°C gedurende 10-30 minuten en trap (d) wordt uitgevoerd bij een pH van 5,3 bij 50-60°c. 8602248