NL8601525A - Door een computer bestuurde horizontale inpakmachine. - Google Patents

Description

^ 5^5?— - 1 - «

Door een computer bestuurde horizontale inpakmachine.

Deze uitvinding heeft betrekking op een horizontale inpakmachine en meer in het bijzonder op een inpakmachine, voorzien van elektronisch bestuurde servomotoren, die zijn gekoppeld voor het aandrijven van machine-elementen met 5 een snelheid, afhankelijk van een referentiesnelheid, die .wordt geleverd door een conventionele gelijkstroommotor.

De stand van de techniek, die betrekking heeft op het onderwerp van de onderhavige uitvinding, omvat het Amerikaanse octrooischrift 4.525.977, de Europese octrooi · 10 aanvrage no. 00859122 van Carlo Ludovico Bruno, ingediend 12 december 1982 en het Amerikaanse octrooischrift 4.106.262.

Door verwijzing naar de bovengenoemde octrooien en de daarin genoemde stand van de techniek zijn deze in deze beschrijving opgenomen.

15 De onderhavige uitvinding omvat een conven tionele aandrijfmotor, die niet alleen de wikkelopneemtrans-porteur aandrijft, maar dienst doet als hoofdaandrijving in een computerbestuurde, door servoaandrijvingen gestuurde installatie, die is voorzien van twee of meer slaafaandrijvingen, die 20 zijn verbonden om de beweging van de hoofdaandrijving te volgen door stuursignalen van een door beweging gestuurde computer.

Bij deze uitvoeringsvorm wordt de servo aangedreven horizontale inpakmachine digitaal gestuurd op basis van machinetijd in plaats van de werkelijke tijd.

25 Verder maakt volgens de onderhavige uitvin ding de toepassing van digitale regeltechnieken en het uitoefenen van een proportionele regeling van de servo slaafaandrijf-motoren voor snelle en nauwkeurige plaatsfoutcorrecties een snelle wisseling van formaat mogelijk bij een minimale produk-30 tie van afval en maakt een nauwkeurige afsnij- en registratie-controle mogelijk gedurende alle bedrijfsfasen van de inpakmachine. Bovendien compenseert het toepassen van een digitaal 8601525 '' ψ - 2 .- besturingssysteem in evenredigheid aan de fout voor het in register blijven van de opdruk op de baan een geleidelijk verloop van de opdruk of de toevoereigenschappen van de baanaandrijfelementen. Ook stelt volgens de onderhavige uitvinding een computer-5 bestuurde aandrijfinrichting met een groot vermogen de servo-aandrijving van de snijkop in staat, te lopen met een betrekkelijk constante snelheid, omdat de variabele cyclische snelheid tot stand wordt gébracht door een mechanische inrichting, die een constante ingangssnelheid omzet in een variabele cyclische » 10 snelheid. Het gebruik van deze mechanische inrichting leent zich er toe, te worden aangepast voor het aandrijven van twee of meer snij- en afdichtkoppen met één servomotor.

Verder maakt volgens de onderhavige uitvinding de toepassing van een analoge regeling van de wikkelsnel-15 heid van een digitale, computerbestuurde servowikkelinrichting het met de hand instellen van de wikkelsnelheid met een potentiometer mogelijk of automatische keuze tussen meerdere vooringestelde potentiometers of automatische reactie op een analoog stuursignaal uit het proces dat de wikkelmachine voedt, prakti-20 sche en conventionele middelen mogelijk voor het automatisch regelen van de achterstand aan voorwerpen. Bovendien worden door een computerbestuurd wikkelsysteem met servoaandrijving, waarbij een één op één schakelaar voor een pulsreferentie of een voorwerp wordt toegepast in plaats van het aftasten van voor-25 werpen of groepen daarvan, onregelmatigheden vermeden of verkleind, omdat de wikkelmachine kleine onregelmatigheden in de plaats van het voorwerp zal negeren of daarop niet zal reageren. Korte beschrijving van de tekeningen.

Figuur 1 is een perspectivisch aanzicht van 30 een horizontale wikkelmachine, waarin het nieuwe volgens de onderhavige uitvinding is ondergebracht,

Figuur 2 is een schematisch perspectivisch aanzicht van een aandrijfinrichting voor een wikkelmachine, waarin elementen die een grote capaciteit bereiken zijn gecom-35 bineerd en die is voorzien van baanaandrijfrollen, aangedreven door een servomotor, 8601525 - 3.-

Figuur 3 toont ook een schematisch perspectivisch aanzicht van een wikkelmachine, waarin het afwikkelen van de baan van een rol van baanmateriaal tot stand wordt gebracht door servo aangedreven tandemvinwielen, 5 Figuur 4 komt in hoofdzaak overeen met figuur 3/ maar de aandrijving van de afdicht/plooi- en afsnij-békken heeft plaats door middel van een servomotor met variabel toerental.

Figuur 5 toont een aandrijfinrichting van 10 een wikkelmachine soortgelijk aan die volgens figuur 2, met de uitzondering, dat een enkele dubbelwerkende plooikop wordt aangedreven door een servomotor.

Figuur 6 is een elektrisch schema en toont de belangrijkste elektrische en elektronische onderdelen en hun 15 onderlinge verbindingen,

De figuren 7A, 7B en 7C zijn functiekaarten en tonen de verschillende programma's, die beschikbaar .zijn voor opslag in de computer,

Figuur 8 is een gegevenstransportkaart.

20 Korte beschrijving van de voorkeursuitvoeringsvormen.

Een wikkelmachine, die hoge wikkelsnelheden bereikt, hetgeen in deze beschrijving 250 of meer verpakkingen per minuut betékent, die in de figuren 1 en 2 is getekend, is in zijn geheel aangeduid met het verwijzingscijfer 20. Het baan-25 materiaal, dat wordt geleverd door een baanrol 22, die op een geschikte afwikkelstandaard 23 is gemonteerd, omvat een draagas 24. De baan W wordt gevoerd over vrijdraaiende rollen 26 en geslagen om en doorgevoerd tussen kneeprollen 28 en 30, waarvan één, bij voorkeur de rol 28, een met rubber beklede rol is en 30 de andere rol 30 een metalen rol is. De baan loopt over een rol 32 en over geleiderollen 34 en wordt daarna door een vormings-inrichting 35 met conventionele constructie gevoerd, die de vlakke baan omvormt tot een buis, zodanig, dat de tegenover elkaar liggende langsranden een langsvin vormen, die wordt opge-35 nomen tussen en afgedicht door verwarmde vinwielen 36. Een voor-werptoevoertransporteur 38, die kan zijn voorzien van nokken of 860 1 52 5 Ï0- ' ΐ - 4 - schoepen 40, voert een reeks in langsrichting op afstand van elkaar liggende voorwerpen in de buisvormige baan, geproduceerd door de vormingsinrichting 35, en deze worden dan op afstand van elkaar door de buisvormige baan getransporteerd naar één of meer 5 plooi-inrichtingen, die de buisvormige baan afsnijden en afdich-ten langs een dwarse lijn in het gebied van de buisvormige baan, dat niet door voorwerpen is ingenomen. De wikkelmachine volgens figuur 2 is voorzien van tandemplooi- en afdichtkoppen 42 en 44, die plooi- en afdichtinrichtingen 46 en 48 vormen, die de buis-10 vormige baan bij.elke draaiing van de as over 180° plooien, afdichten en doorsnijden. Voorwerpen die zijn opgesloten binnen een gedeelte van de buisvormige baan, worden afgevoerd naar een aflevertransporteur 50, van waaraf de voltooide verpakkingen hetzij met de hand, hetzij automatisch, in dozen worden gedaan voor 15 verzending.

Volgens de onderhavige uitvinding drijft een conventionele motor 52, bij voorkeur eengaLijkstroommotor, de invoertransporteur 38, de aflevertransporteur 50 en, via geschikte aftakassen, stroomopwaarts en stroomafwaarts gelegen 20 hulpinrichtingenaandiein de wikkelmachine kunnen zijn ondergebracht. De conventionele motor 52, die hierna soms wordt aangeduid als de hoofdaandrijfmotor, geeft een machinetijdsignaal aan een computergestuurde servoaandrijving, die slaafaandrijvingen omvat, die de beweging van de hoofdmotor volgen. De computer-25 gestuurde aandrijfinrichting met grote capaciteit, die in figuur 2 is getekend, vormt een aandrijfinrichting, waardoor een servomotor, die ondergeschikt is aan de hoofdaandrijving, loopt met een betrekkelijk constante snelheid, terwijl de daardoor aangedreven plooikoppen 42 en 44 werken met een variabele cyclische 30 snelheid door: middel van een mechanische inrichting, die de constante snelheid van de servomotor omzet in een cydische variabele snelheid.

Uit figuur 2 blijkt, dat de hoofdmotor 52 door middel van een riem 54, die de riemschijf 56 op zijn uit-35 gangsas verbindt met een riemschijf 58, een langwerpige dwarsas 60 aandrijft, waarop over zijn lengte verdeeld riemschijven 62, 8601525 * -5- 64, 66 en 68 zijn bevestigd, die door middel van synchronisatie-riemen 70, 72, 74 en 76 een stroomopwaarts gelegen langwerpige dwarsas 78, waarop een riemschijf 80 is gemonteerd, die door de riem 70 wordt aangedreven, een vermogensaftakeenheid 82, de af-5 levertransporteur 50 respectievelijk een codeerinrichting 83 aandrijven. Op het buitenboordse einde van de as 60 is een handwiel 84 gespied. De hoofdmotor 52 kan ook zijn voorzien van een tachometer 86, die dient voor het verbeteren of handhaven van de regeling van de constante snelheid met een gesloten lus.

10 De langwerpige overbrengas 78, die door de hoofdmotor 52 via de riem 70 wordt aangedreven, drijft een vermogensaftakeenheid 88 aan door een riem 90, die een riemschijf 92 verbindt met een riemschijf 94, die is bevestigd op de in-gangsas: van de vermogensaftakeenheid 88. De vermogensaftakeen-15 heden 82 en 88 kunnen worden gebruikt voor het aandrijven van meerdere hulpinrichtingen, zoals automatische toevoerinrichtingen, kaartafleginrichtingen, dateerinrichtingen in code, drukinrichtingen, bedrukkingsinrichtingen, ponsstations, vergelijkingsin-richtingen, inrichtingen voor het verpakken in dozen, en ver-20 scheidene andere hulpinrichtingen, die noodzakelijk zijn om te voldoen aan bepaalde eisen bij het wikkelen. Door middel van een riem 96 en bijbehorende riemschijven 98 en 100, die zijn bevestigd op een as 78 respectievelijk een as 102, wordt de voor-werptoevoertransporteur 38 aangedreven voor het toevoeren van 25 een reeks daardoor ondersteunde voorwerpen in de buisvormige baan. Een aandrijf riemschijf of kettingschijf 104 van de transporteur 38 is met de as 102 verbonden door middel van een kettingaan-drijving 106. Snelheidsveranderingen van de voorwerptoevoer-transporteur 38 als gevolg van de lengte van het produkt, dat 30 de afstand tussen de schoepen of nokken 40 bepaalt, worden bij voorkeur tot stand gebracht door verwisseling van het ketting-wiel 105 van de aandrijving 106, om daardoor een aandrijfver-houding te krijgen, die evenredig is aan de wikkelsnelheid.

De beschreven inrichting voor het veranderen van de snelheid van 35 de toevoertransporteur is betrekkelijk eenvoudig en goedkoop en voldoet voor de meeste toepassingen van de wikkelmachine. Echter 8601525 ** ï * - 6 - wanneer de snelheid van de voorwerptoevoertransporteur 38 en de snelheid van de baan betrekkelijk dicht bij elkaar moeten liggen, zijn meer complexe en duurder uitvoeringsvormen beschikbaar, die hierna kort zijn beschreven.

5 De kneeprollen 28 en 30 voor de baan en de vinwielen 36 worden aangedreven door een servomotor 108, die is voorzien van een geschikte ascoderingsinrichting 110, die snel-heidssignalen levert aan een computer voor industriële bewegingen, die hierna zal worden beschreven. Op de uitgangsas 112 van 10 de servomotor 108 zijn riemschijven 114. en 116 gemonteerd, die door middel van riemen 118 en 120 de kneeprol 30 via een riem-schijf 122 op een as 124, respectievelijk de vinwielen 36 via een riemschijf 126 op een as 128 aandrijven, waarbij de as 128 uitsteekt van een tandwielkast 130, die tegelijkertijd de vin-15 wielen 36 aandrijft.

Een andere servomotor 132, waarmee een co-deringsinrichting 134 is gekoppeld, drijft de plooi- en afdicht-koppen van 42 en 44 aan. De variabele cyclische snelheid voor de plooikoppen wordt tot stand gebracht door middel van mechanische 20 sleufaandrijfeenheden 136 en 138, die een conventionele constructie hebben. De servomotor 132 drijft door een riem en riemschijfoverbrenging 140 de eenheden 136 en 138 aan. Vermogens-ingangsassen 142 en 144, die met de sleufaandrijfeenheden 136 respectievelijk 138 zijn gekoppeld, drijven uitgangsassen 146 25 en 148 aan met een cyclisch variabele snelheid, zodat wanneer de plooi- en afdichtvlakken van de plooi-inrichtingen 46 en 48 in aanraking komen met de buisvormige baan, de snelheid daarvan overeenkomt met die van de buisvormige baan. De onderste plooi-inrichtingen 46a en 48a zijn bevestigd op uitgangsassen 146 en 30 148 en de bovenste plooikoppen 46b en 48b worden gelijktijdig en synchroon met de plooi-inrichtingen 46a en 46b aangedreven door middel van groepen tandwielen 150 en 152.

Wanneer foelie met een gedrukt register-merkteken wordt gebruikt, levert een verklikker 154 van dat 35 registermerkteken een signaal, dat wordt ingevoerd in de be-wegingsregelcomputer, die zodanig is geprogrammeerd, dat de 8601525 * # - 7 - servomotor 108 een vooringestelde faseverhouding handhaaft tussen de gedrukte registermerktekens op de baan en de schoepen 40 van de voorwerptoevoertransporteur 38. Een dergelijke verhouding bewerkstelligt een zeer nauwkeurige regeling van het afsnijden 5 van de baan en van de gedrukte registermerktekens door regeling van de aandrijving van de baantoevoerrollen 28 en 30.

De aandrijf inrichting van de wikkelmachine, die in figuur 3 is getekend, is wat betreft de belangrijkste onderdelen soortgelijk aan de boven beschreven inrichting en 10 dezelfde verwijzingscijfers worden gebruikt voor de aanduiding van dezelfde of soortgelijke onderdelen. De belangrijkste afwijkingen betreffen de afwezigheid van de baanaandrijfrollen 28 en 30, één van de plooikoppen en het aanbrengen van drie groepen vinwielen, die door de servomotor 108 worden aange-15 dreven. Zoals in figuur .3 is aangegeven, drijft de servomotor 108 een as 156 aan door middel van een riem 158, die loopt over een riemschijf 160 die op de as 156 is gespied. Op de as 156 is ook een riemschijf 162 gemonteerd, die een riem 164 aandrijft, die loopt over drie aandrijfriemschijven 166, 168 en 20 170, die op assen 172, 174 respectievelijk 176 zijn gespied.

Vrijdraaiende riemschijven 178 en 180 vergroten de contactboog tussen de riem 164 en de aandrijfriemschijf 166, 168 en 170. Tandwielkasten 182, 184 en 186 drijven paren tegenover elkaar opgestelde vinwielen 188, 190 en 192 aan, waarbij het aandrijf-25 vermogen daarvoor wordt geleverd door de assen 172, 174 respectievelijk 176.

Bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 3 houdt de snelheid, waarmee de baan wordt af gewikkeld van de voorraadrol, direct verband met het toerental van de servo-30 motor 108 en dienovereenkomstig komt de omtreksnelheid van de vinwielen rechtstreeks overeen met de gewenste foeliesnelheid.

Om een vooraf bepaalde baanspanning tot stand te brengen tussen het vinwiel 108 en de baan, wanneer deze van de voorraadrol 22 wordt afgewikkeld, kan een conventionele vertragings-35 rem worden gebruikt. De vinwielen 190 en 192 dienen voor het tot stand brengen van een vooraf bepaalde trekspanning in de 8601525 - 8 - baan dpor het aanbrengen van instelbare draaimomentinrichting 19.4 en 196 op de assen 174 en 176. In de handel verkrijgbare instelbare draaimöméntinrichtingen geven een percentage over-' snelheid wanneer zij onbelast zijn (hetgeen hierin betekent lopen zonder baan) en wanneer zij belast zijn slippen zij bij 5 een vooraf bepaald niveau van het draaimoment, om de gewenste trekspanning te bewerkstelligen in het baangedeelte tussen de vinwielen.

Figuur 3 toont een plooikop 198, die met een cyclisch variabele snelheid wordt aangedreven door de servo-10 aandrijf eenheid 132, maar opgemerkt wordt, dat de plooikop de baan gedurende elke omwenteling van de as 146 vastpakt, plooit en afsnijdt. Op dit gebied wordt deze aangeduid als een "enkelvoudige kop", terwijl de plooikoppen 42 en 44, die in figuur 2 zijn getekend, gewoonlijk worden aangeduid als "dubbele 15 koppen", omdat bij elke omwenteling over 360° twee plooiingen en afdichtingen tot stand worden gebracht.

De aandrijfinrichting van een wikkelmachine, die in figuur 4 is getekend, is in alle opzichten soortgelijk aan de inrichting volgens figuur 3 en dienovereenkomstig zijn 20 de overeenkomstige onderdelen aangeduid met dezelfde verwijzings-cijfers. Evenals bij de bekende inrichtingen wordt het ingangs-vermogen voor de plooikop 198 geleverd door een servomotor 132, die rechtstreeks met de as 146 is gekoppeld door de riem- en riemschijfoverbrenging 14Ö. Om een cyclisch variabele snelheid 25 van de plooikop 198 te bewerkstelligen wordt de servomotor 132 gestuurd door een programma in de industriële computer, om de juiste cyclische snelheidsvariatie voor een bepaalde wikkel-toepassing te leveren. De inrichting volgens figuur 4 maakt de sleufaandrijfeenheid 136 overbodig, die, zoals boven beschreven, 30 een constant ingangstoerental omzet in een cyclisch variabele snelheid. Het tot stand brengen van een cyclisch variabele snelheid van de plooikoppen 198 door constant variëren van de snelheid van de servomotor 132 kan, omdat de pieken van de elektrische stroom hoog zijn, een geforceerde luchtkoeling van de 35 servomotor noodzakelijk maken. Een directe servoaandrijving van de plooikop 198 is het best geschikt voor wikkel toepas singen met 8601525 > ^ - 9 - een enkelvoudige kop, waarbij veel verschillende formaten van voorwerpen moeten worden omwikkeld en waarbij wisseling van formaat snel moet worden uitgevoerd en waarbij tegelijkertijd een minder geschoolde bedienende persoon kan worden ingezet.

5 De opstelling van de onderdelen voor het wikkelen, die in figuur 5 is getekend, omvat voor een groot deel de onderdelen, die in figuur 2 zijn getekend, maar wijkt daarvan af door het weglaten van de vermogensaftakinrichting 82 en voorziet in een rechtstreekse aandrijving door middel van 10 de servomotor 132 van een dubbele plooikop 200, waarvan de snelheid bij elke draaiing over 180° door computerbesturing cyclisch wordt gevarieerd.

De wikkelinrichtingen, die in de figuren 2 tot en met 5 zijn getekend, omvatten alle een fotoëlektrische 15 verklikker 202, waarvan een deel is gemonteerd op een as 102, die de invoertransporteur 38 aandrijft, en een fotoëlektrische verklikker 204 met een soortgelijke constructie, waarvan een deel is gemonteerd op de as 146 van de plooikop 42. De verklikkers omvatten een radiaal uitstekende vlag 206, die is onder-20 steund door een kraag 208, die instelbaar op de as 102 is gemonteerd, en een lichtbron 210, die een puls opwekt, wanneer de vlag 206 bij elke omwenteling van de as 102 zijn lichtbundel kruist. Bij het instellen van de machine wordt de fotoverklik-ker 202 gecorreleerd aan de positie van de nokken of schoepen 25 40 van de invoertransporteur 38. Bij voorkeur wordt een puls op gewekt door de verklikker 202, wanneer elke schoep 40 contact verliest met een voorwerp, dat in de buisvormige baan wordt geschoven. Deze toestand kan altijd worden ingesteld voor een bepaalde lengte van het produkt, omdat de kraag 208 zodanig 30 kan worden ingesteld, dat de opgewekte puls altijd wordt afgegeven, wanneer de schoep 40 buiten aanraking komt met het voorwerp, dat in de buisvormige baan wordt geschoven. De door de verklikker 202 opgewekte puls wordt waargenomen door de computer en levert een referentiesignaal voor het besturen van de rela-35 tieve snelheid van de gehele aandrijftrein. De coderings- inrichting 83, die via de riem 76 door de as 60 wordt aange- 8601525 - 10 - dreven, geeft een digitaal snelheidssignaal af, dat overeenkomt met de snelheid van de hoofdaandrijfmotor 50, die wordt gebruikt als referentiesignaal voor de servomotoren 108 en 132. De bij de verklikker 204 behorende vlag 206 wordt zodanig op de as 146 in-5 gesteld, dat een puls wordt opgewekt, wanneer de afdicht- en plooivlakken van de plooikop, die door de as 146 is ondersteund, geheel zijn gesloten.

De servomotor 108 drijft alle baanaanvoer- en-spanelementen in de inrichting aan door middel van riemen 118 10 en 120, die de aanvoerrollen 28 en 30 respectievelijk het vin-wiel 36 aandrijven. De aanvoerrollen hebben primaire controle over de baansnelheid en het in registeijbrengen van de bedrukking door middel van de coderingsinrichting 110, die een digitaal terugkoppelsignaal afgeeft voor de snelheid van de baan.

15 De computer (hierna beschreven) is zodanig geprogrammeerd, dat de servomotor 108 de hoofdaandrijfmotor 52 volgt met een vooringe-stelde snelheidsverhouding, waardoor een gekozen lengte van baan-materiaal wordt aangevoerd bij elke schoep 40, die door de hoofdaandrijfmotor 52 wordt voortbewogen. Een nauwkeurige controle 20 op de baansnelheid wordt uitgeoefend door de aftaster 154 voor het in register blijven van de opdruk, die een puls afgeeft aan de computer bij het verklikken van een registermerkteken en op zijn beurt handhaaft de servomotor 108 door middel van de computer een snelheidsverhouding tussen het registermerkteken op 25 de baan en de schoep 40 van de aanvoertransporteur 38. Door deze maatregel wordt een zeer nauwkeurige besturing van het afsnijden van de baan en het in register brengen van de opdruk bewerkstelligd door middel van de controle van de baantoevoerrollen 28 en 30.

30 Om de gewenste baanspanning te bewerkstelli gen en te handhaven, wanneer de baan de baantoevoerrollen 28 en 30 verlaat, omvat de aandrijving van de vinwielen 36 (figuur 2) een in de handel verkrijgbare, instelbare draaimomentinrichting 212, die zodanig wordt ingesteld of versteld, dat de omtreksnel-35 heid van de vinwielen 36 ongeveer 5 % groter is dan de omtrek-snelheid van de vinwielen 26 en 28, wanneer deze draaien zonder 8601525 - - 11 - baan tussen de wielen 36. De instelbare draaimomentinrichting dient voor het spannen van de baan door te slippen bij een vooraf bepaald niveau van het draaimoment en produceert daardoor de gewenste baanspanning tussen de aanvoerrollen 28 en 30 en 5 de groep vinwielen 36.

De servomotor 132, die dient voor het aandrijven van de plooi- en afdichtkoppen 42 en 44 levert door middel van de coderingsinrichting 134 een digitaal snelheidsterug-koppelsignaal, dat overeenkomt met de snelheid van één van de 10 ingangsassen 142 of 144 van de sleuf aandrijf eenheden 136 en 138. De computer is geprogrammeerd, om het snelheidsterugkoppel-signaal van de coderingsinrichting 134 te vergelijken met de snelheid van het referentiesignaal van de coderingsinrichting 83, om de servomotor 132 te besturen, zodat een 1:1 verhouding 15 tussen de ingangsassen 142 en 144 van de sleufaandrijvingen 136 en 138 overeenkomt met één omwenteling bij elke voortbeweging van een schoep 40 van de invoertransporteur 38. De verklikker 204 controleert de beweging van de onderste as van de snijkop en produdeert een uitgangspuls voor elke plooi-, afdicht- en 20 snijcyclus. De computer is geprogrammeerd voor het vergelijken van pulsen, die hij ontvangt van de verklikkers 202 en 204 met betrekking tot de invoertransporteur 38 en voor het zodanig besturen van de servomotor 132, dat een gewenste, vooringestelde faseverhouding wordt gehandhaafd tussen de pulsen, opgewekt door 25 de verklikkers 202 en 204. Op deze wijze besturen de computer en de servomotor 132 het faseren van de snijkop ten opzichte van het voorwerp in de buis van verpakkingsmateriaal.

De sleufaandrijfeenheden 136 en 138 kunnen zijn voorzien van een schijf, voorzien van een diametrale sleuf, 30 waarin een pen is opgenomen, die is bevestigd op het vlak van een tandwiel, dat vermogen averbrengt op een reeks tandwielen, waarbij het laatste tandwiel van de reeks is gekoppeld met de onderste as, bijvoorbeeld de assen 146 en 148 van een plooi-kop. Er zijn middelen aangebracht voor het verstellen van de 35 excentriciteit van de schijf met het tandwiel, die de pen verschuifbaar ondersteunt in de sleuf, die in de schijf is gevormd.

8601525 - 12 -

Er is een Vernierinrichting aangebracht voor het instellen van de excentriciteit en dienovereenkomstig van de periode van cyclisch variabele snelheid gedurende één omwenteling van de plooikoppen 42 of 44. De grootten van de excentriciteit, die 5 nodig zijn voor verpakkingen met verschillende lengten, zijn opgeslagen in de computer en dienovereenkomstig wordt gedurende het instellen van de machine het instellen van de excentriciteit van de sleuf aandrijf eenheden 136 en 138 aangegeven door de computer, om een geschikte snelheidsverhouding te bewerkstelligen 10 tussen de plooi- en afdichtbekken met betrekking tot de afstand van de voorwerpen in de buisvormige baan, teneinde de buisvormige baan tussen de voorwerpen op de juiste wijze te plooien, af te dichten en door te snijden. Wanneer een reeks plooikoppen wordt toegepast, zoals in figuur 2 is getekend, waarbij de servo-15 motor 132 de plooikoppen 42 en 44 aandrijft, is de computer geprogrammeerd voor het bekend maken van een getal voor het instellen van de tijdschijf van de 1*1 ingancpas van de plooikop 44. Het kiezen van dit getal stelt de synchronisatie van de plooikop 44 ten opzichte van de plooikop 42 in. Bovendien maakt de 20 computer ook een getal bekend voor het instellen van de excentriciteit in de sleufaandrijfeenheid 138. Bij deze inrichting draait de servomotor 132 met een constant toerental en ontwikkelt een vliegwieleffect in de sleufaandrijfeenheden 136 en 138, dat werkzaam is om de belastingen als gevolg van de versnellingen 25 van de cyclisch variërende uitgang naar de assen 146 en 148 te compenseren. Zodoende ondergaat de servomotor 132 geen ver-snellings- en vertragingspieken, hetgeen op zijn beurt warmteontwikkeling als gevolg van sterke stromen vermijdt.

Het rechtstreeks aandrijven van een plooi-30 kop, getekend bij de uitvoeringsvorm van de machine volgens de figuren 4 en 5, vermijdt de noodzaak voor een sleufaandrijfeenheid, zoals bijvoorbeeld de eenheid 136 en aan de eis van een cyclisch variabele snelheid wordt voldaan door de computer. Terwijl de mechanische aandrijf inrichting eenvoudig is, is deze 35 langs elektronische weg ingewikkelder, omdat de servoaandrijf-inrichting voor de servomotor 132 bij elke omwenteling de snel- 8601525 - 13 - heid moet variëren. Meer in het bijzonder is de computer voorzien van een programma, toegankelijk voor de coderingsinrich-ting 134, om de cyclisch variërende snelheid tot stand te brengen. De constructie van de servomotor 132 en zijn besturings-5 inrichting is bij deze installatie veel kritischer als gevolg van versnellingen en vertragingen in de belasting, die niet worden gecompenseerd door het vliegwieleffect van een sleufaan-drijving en dienovereenkomstig zijn de stroompieken hoog, hetgeen een geschikte dimensionering van de elektrische borstels 10 en geleiders vereist. Bovendien kan de belasting op de servomotor 132 geforceerde luchtkoeling vereisen. De rechtstreekse aandrijving wordt ge—acht het best geschikt te zijn voor wikkel-toepassingen met een enkele kop, waarbij veel verschillende formaten van te omwikkelen voorwerpen voorkomen en waarbij de 15 wisseling van formaat snel moet worden uitgevoerd en waarbij het vakmanschap van de bedienende persoon tot een minimum moet zijn beperkt. Bijvoorbeeld om cyclische snelheidsveranderingen voor de plooikop tot stand te brengen, behoeft de bedienende persoon slechts informatie betreffende het te omwikkelen voor-20 werp in de computer te voeren, of wanneer de computer de taak-code in het geheugen heeft, wordt die informatie opgevoerd naar de actieve record hetgeen betekent, dat de taak wordt uitgevoerd.

De. getekende inrichting voor het aandrijven van de aflevertransporteur 50 is een goedkope en praktische 25 oplossing om te bewerkstelligen, dat de snelheid van de aflevertransporteur evenredig is aan de wikkelsnelheid. De aandrijf-verhouding, die kan worden ingesteld door keuze van geschikte riemschijfmiddellijnen, wordt optimaal gemaakt voor een gespecificeerde maximale afsluiting van een bepaalde wikkeltoepassing.

30 Ofschoon dit een bevredigende oplossing is voor de meeste wikkeltoepassingen, vereisen sommige wikkeltoepassingen, dat de snelheid van de aflevertransporteur tamelijk dicht in de buurt ligt van de baansnelheid. Dit kan worden bereikt door de servomotor 108 ook te gebruiken voor het aandrijven van de aflever-35 transporteur, een afzonderlijke gelijkstroommotor en besturings-inrichting en door het stuursignaal voor de servomotor 108 te 8601525 A \ - 14 - gebruiken als het stuursignaal voor openlusbesturing van de aandrijving van de aflevertransporteur, of door het aanbrengen van een afzonderlijke servoaandrijfmotor en stuuras voor het aandrijven van de aflevertransporteur.

5 Figuur 6 is een schema van de hoofdaan drijving en besturingselèmenten van de installatie en toont een koppeling met de bewegingsbesturingscomputer. De hoofdaan-drijfmotor 52 is elektrisch verbonden met een besturingsinrichting, die een referentiesignaal ontvangt, dat een ingesteld vol-10 tage kan zijn, zoals een voltage, tot stand gebracht door een potentiometer, of een variërend voltage, dat automatisch kan worden gevarieerd overeenkomstig tijdelijke of overgangscondi-ties, of het voltage kan worden ingevoerd overeenkomstig de snelheid, waarmee het proces zich voltrekt. Dit signaal wordt 15 toegevoerd aan de besturingsinrichting en de snelheid van de hoofdmotor 52 is evenredig aan het toegevoerde referentiesignaal.

De tachometer 86, die met de besturingsinrichting is verbonden, geeft een indicatie van de snelheid van de motor aan de besturingsinrichting en vormt zodoende een gesloten lus snelheidsbesturing 20 van de motor 52. De coderingsinrichting 83, aangedreven door de motor 52, voert een snelheidssignaal door de leiding 83a naar de bewegingsbesturingscomputer en zoals boven is beschreven, brengt dit snelheidssignaal een referentiesnelheid tot stand voor de servomotoren 108 en 132. De servomotoren 108 en 132 25 zijn gekoppeld met op de pulsbreedte gemoduleerde aandrijf-bsturingsinrichtingen (PWM), die het vermogen naar de servomotoren 108 en 132 regelen. De tachometers T leveren een snel-heidssignaal aan de pulsbreedtemodulatoren, waardoor een gesloten lus-besturing tot stand wordt gebracht. De snelheidssignalen van 30 de servomotoren 108 en 132 worden aan de computer toegevoerd door leidingen 108a en 132a. Een CRT geeft een verscheidenheid aan informatie, die kan omvatten condities voor het bedrijf van de machine en informatie, tevoorschijn gebracht door gebruik van het toetsenbord door de bedienende persoon, om een record 35 op te roepen of tot stand te brengen. Ook zijn met de bewegingsbesturingscomputer door een I/O grensvlak verbonden de pulsen,

860152J

·* % - 15 - opgewekt door de verklikker 154 voor de regi stermerkteken s, de klauwafvalverklikker 202, de verklikker 204 van de positie van de plooiinrichting, de temperatuursregeling en hét aanwijs-lichtpaneel. Een toetsenbord is met de computer verbonden voor 5 het invoeren van parameters, die noodzakelijk zijn voor het volbrengen van een bepaalde wikkeltaak.

De figuren 7a, 7b en 7c tonen tezamen beschouwd schematisch de door de computer vrijgegeven informatie, die wordt vertoond op een CRT, om een record te creëren voor 10 een bepaalde taak, die moet worden uitgevoerd. Met "taak11 wordt in hoofdzaak bedoeld informatie betreffende het te verpakken voorwerp en het te gébruiken baanmateriaal. Standaard variabele invoerfactoren, die worden ingevoerd door de bedienende persoon, bestaan uit vier groepen van gegevens omvattende verpak-15 king-gegevens, machine-gegevens, bedrijfsgegevens en onderhouds-gegevens. Bepaalde gegevens zijn fabrieksfactoren. Verpakkings-gegevens omvatten het foelietype (al of niet voorzien van regis-termerktekens), voorwerpslengten, lengten van de afgedichte verpakkingen, en afstand van de foeliesnijlijn tot de voorste rand 20 van het registermerkteken. De machinegegevens omvatten de afstand tussen de baanaftaster en het afvallen van de klauwen, leiarmgatgetal, aflezing van de schaal betreffende het uitsteken van de leiarm, en het onderdeelgetal van de vormings-inrichting 35. De bedrijfsgegevens bestaan uit één factor, 25 namelijk de foelieafsnijlengte. De onderhoudsgegevens omvatten het doen draaien van beide koppen of alleen de tweede kop (dit heeft alleen betrekking op de tandemplooimachine), afstand van het afvallen van de klauwen tot de middellijn van de eerste werkzame kop, de lengte van het part van de opneemtransporteur, 30 de steekmiddellijn van de eerste kop, het aantal plooiinrich-tingen per as op de eerste kop, de vlakbreedte van de eerste kop, de stand van de legerkast van de eerste kop, de steekmiddellijn van de tweede kop (alleen tandemplooimachine), aantal plooiinrichtingen per as van de tweede kop (alleen tandem-35 plooimachine), vlakbreedte van de tweede kop (alleen tandemplooimachine) , en stand van de legerkast van de tweede kop 8601525 - 16 - (alleen tandenjplooimachine). De fabrieksinvoergegevens omvatten enkele of tandemplooimachine, basisafstand tussen de middellijnen van de plodinrichtingen en de referentiesnelheid van de plooiinrichtingen. Opgemerkt wordt, dat de fabrieksinvoerge-5 gevens niet toegankelijk zijn voor de bedienende persoon.

Om het begrijpen van deze beschrijving te vergemakkelijken, worden bepaalde woorden als volgt gedefinieerd: Record heeft betrekking op alle informatie, die verband houdt met een 10 bepaalde taak. Deze informatie bestaat in hoofdzaak uit getallen en afmetingen. Deze getallen en afmetingen hebben betrekking op het soort foelie, de afmetingen van de verpakkingen en de instelparameters van de machine, die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van de bepaalde taak.

15 Werkzame record betekent de record, die de computer gebruikt voor het besturen van de onderhavige taak. Tot 24 gekatalogiseerde individuele records kunnen zijn opgeslagen in het geheugen van de computer en kunnen worden gekozen als de werkzame record.

20 Verpakklngsgegevens betekent alle informatie betreffende de afmetingen van foelie en verpakking voor het uitvoeren van een bepaalde taak. Machinegegevens betekent de informatie die door de bedienende persoon wordt 25 ingevoerd betreffende machine-onderdelen en -afmetingen, die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van een bepaalde taak.

Bedrij fsgegevens betekent instel- en bedrijfsparameters, die worden aanbevolen of bestuurd door de computer voor een bepaalde taak.

30 Onderhoudsgegevens hebben betrekking op ingevoerde onderhoudsinformatie betreffende machineonderdelen en -afmetingen, die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van een bepaalde taak.

Functie 35 is een beschrijvende verwijzing naar de handeling, die door de machine wordt uitgevoerd, wanneer een toets wordt ingedrukt.

8601525 - 17 -

Een toetsenbord geeft de bedienende persoon zes functietoetsen. Programma betekent een bepaalde groep van 1 tot 6 functies, die op een gegeven moment aan de zes functietoetsen op het toetsenbord 5 zijn toegewezen.

Figuur 7a toont het toetsenbord voor de bedienende persoon, dat is voorzien van verscheidene cijfer-toetsen met een enkelvoudig getal en van zes functietoetsen, die zijn aangeduid als Fl t/m F6. Bovendien zijn een invoer-10 en een wistoets in het toetsenbord opgenomen. Ofschoon een voorbeeld, dat het invoeren van de gegevens beschrijft voor het creëren van een actieve record voor een bepaalde taak, hierna zal worden beschreven, omvat de algemene procedure vier basisstappen, die worden gedaan door het achtereenvolgens indrukken 15 van de toetsen Fl t/m F4 van het toetsenbord. Bij het toevoeren van stroom aan de machine wordt het servohoofdprogramma (figuur 7b) vertoond op een beeldscherm. Het bedienen of indrukken van de toets Fl op het toetsenbord geeft toegang tot het record-manager-programma (figuur 7b), dat wordt vertoond 20 op een beeldscherm. Als de taak eerder is uitgevoerd, zal het programma alle noodzakelijke parameters bevatten en aan de bepaalde taak is een nummer gegeven. Bij het kiezen van het taak-nummer wordt de toets F6 op het toetsenbord ingedrukt eh de opgeslagen taak wordt overgebracht in de actieve record. Wan-25 neer bij het servohoofdprogramma de toets F2 wordt ingedrukt, worden de set-up parameters voor de uit te voeren taak vertoond. Deze bestaan uit eenvoudige mechanische instellingen, die aan verschillende onderdelen van de machine moeten worden uitgevoerd. De set-up instellingen worden normaal door de bedienende 30 persoon uitgevoerd en behoeven slechts eenmaal bij het begin van een taak te worden gedaan. De set-up wordt voltooid door het kiezen van de bestaande set-up functie (figuur 7c) op het setup programma.

Wanneer de te gébruiken foelie "register-35 foelie” is, wordt de toets F3 op het toetsenbord ingedrukt, om toegang te krijgen tot het registerprogramma (figuur 7b).

8801525 - 18 -

Bij het uitvoeren van een taak waarbij registerfoelie wordt gebruikt, worden bij het begin van de taak zowel de baan als de plooiinrichting in register gebracht met de hoofdaandrijving.

Wat betreft de machine betekent dit, dat de foelieregister-5 verklikker 154 en de aftasters 202 en 204 zodanig worden ingesteld, dat de computer een puls ontvangt, die referentiepunten vormt. Eenmaal in register zal de computer de 'registratie, van beide secties, dat wil zeggen de foelie en de plooiinrichting, onder normale bedrijfsomstandigheden ver beneden 1 % van de 10 verpakkingslengte houden. De registerfunctie wordt voltooid door kiezen of indrukken van de toets F6, het uitvoerregister op het registerprogramma.

Het servohoofdprogramma wordt opnieuw vertoond en het blijkt, dat het de toetspositie F4 met de tekst 15 "go" bevat. Bij het indrukken van de toets F4 op het toetsenbord wordt toegang verkregen tot het go programma (figuur 7c), teneinde het normale bedrijfsverloop in te voeren. Bij voltooiing van de uit te voeren taak k.an toegang worden verkregen tot het servohoof dprogramma (figuur 7b) , door de stop- en go-uit-20 voer-functie F6 op het gc|programma te kiezen.

Overeenkomstig de hierboven kort beschreven reeks van handelingen moet het duidelijk zijn, dat een zeer gemakkelijke uit vier stappen bestaande procedure wordt gevolgd voor het beschikbaar stellen van alle gegevens die voor een 25 taak nodig zijn, en dat aan de set-up gegevens een nummer kan worden gegeven, wanneer deze worden opgeslagen in het computergeheugen en het daarom beschikbaar is voor toekomstig gebruik. Samenvattend bestaat de eerste stap, die wordt genomen, uit het verkrijgen van toegang tot de recordmanager, waardoor een record, •30 die in het geheugen is opgeslagen, kan worden geactiveerd. Stap twee activeert het set-up programma, dat de bedienende persoon zal uitnodigen, mechanische verstellingen te kiezen. De derde stap activeert het registerprogramma (figuur 7b), dat de bedienende persoon uitnodigt de baan en de plooiinrichting of 35 plooiinrichtingen in register in te stellen. En de laatste stap is het verkrijgen van toegang tot het go-programma (figuur 7c) 8601525 * i - 19 - hetgeen invoer van de normale afloop van het bedrijf toelaat.

Het creëren van een record wordt gestart bij het indrukken van de toets F2 van het recordmanagerprogramma, hetgeen toegang geeft tot het recordcreatieprogramma (figuur 7b).

5 Het indrukken van de toets F1 op het recordcreatieprogramma geeft toegang tot het "vervolgcreatieprogramma", op welk tijdstip de computer informatie zal vragen betreffende de afmetingen van de foelie en de verpakking. Het invoeren van machine-gegevens (F2 vervolgcreatieprogramma) nodigt de computer uit, 10 informatie te vragen betreffende de mechanische machinesecties/ die zich bevindt in het programma "display record" (figuur 7b). Het invoeren van bedrijfsgegevens van de machine wordt bewerkstelligd door indrukken van F3 op het recordcreatieprogramma, dat de afsnijlengte van de foelie zal vragen. Nadat 15 alle vereiste gegevens zijn ingevoerd, wordt bij indrukken van de toets F5 op het recordcreatieprogramma de gekozen gevraagde informatie in de computer opgeslagen. De computer bepaalt dan de resterende set-up en bedrijfsparameters (registratie-tijdschakeling, en dergelijke), die nodig zijn om een bepaalde 20 taak uit te voeren. De gecreëerde record is afhankelijk van de actieve onderhoudsinvoer. Wanneer de creatie- en uitvoerfunc-ties F5 van het vervolgcreatieprogramma worden bediend, wordt de nieuwe record de actieve record. Als een actieve record moet worden vertoond, wordt F5 van het recordcreatieprogramma 25 ingedrukt. Veel van de informatie, die nodig uis„ voor het creëren van een nieuwe record, kan dezelfde zijn als die van de actieve record. Om deze gegevens te gebruiken moet F5 worden gekozen, waardoor de actieve gegevens op elk gegevensinvoer-punt worden vertoond en deze kunnen worden veranderd of onver-30 anderd worden gelaten. Om alle gegevens onveranderd te laten, behoeft men slechts "enter" (toetsenbord) in te drukken bij die gegevensinvoerpunten.

Tot de recordopslagfunctie van het recordmanagerprogramma kan toegang worden verkregen door het indruk-35 ken van de toets F3 op het toetsenbord. Bij het indrukken van F3 van de recordmanager wordt het recordopslagprogramma ver- 8601525 * s - 20 - toond en dit omvat een opslag- en uitvoerfunctie, die toegankelijk is door indrukken van F5 op het toetsenbord. Wanneer deze procedure wordt gevolgd, wordt de actieve record opgeslagen onder een gekozen recordnummer.

5 Het bijwerken van een bepaalde record wordt bewerkstelligd door het indrukken van de toets F5, voordat de overeenkomstige recordmanagerpositie het "display/bijwerk recordprogramma" vertoont of opvoert, op welk tijdstip door indrukken van Fl op het toetsenbord de record zal worden ver-10 toond doordat toegang is verkregen tot het displayrecord- programma (figuur 7b), op welk tijdstip de bedienende persoon toegang kan krijgen, door indrukken van de toets Fl, tot het "displayrecordprogramma" of het programma "bijwerken actieve record" door indrukken van F2 op het toetsenbord. De door de 15 computer bepaalde parameters kunnen door de bedienende persoon gedurende het vervaardigen van de eerste aantallen verpakkingen iets worden bijgesteld. Op dit punt is het in het algemeen gewenst, deze parameters in de actieve record bij te werken en dan de actieve record op te slaan. De bijgestelde 20 grootheden verschijnen dan als set-up en bedrijfsparameters, wanneer de record voor toekomstige taken wordt gekozen. Om alle gegevens onveranderd te laten, is het slechts noodzakelijk de toets "enter" op het toetsenbord op die gegevensinvoerpunten in te drukken. Door de bijwerk- en uitvoerfunctie (bijwerken 25 programma actieve record, toets F5) wordt de actieve record bij-gewerkt met de nieuwe parameters.

Creëren van een nieuwe record

Driücjtoets F2 op het recordmanagerprogramma in . Een record moet worden gecreëerd, wanneer een bepaalde 30 taak voor de eerste keer wordt uitgevoerd. Wanneer de record is gecreëerd, kan deze in het computergeheugen worden opgeslagen voor gemakkelijke toegang bij toekomstige taken. Alle gevraagde gegevens moeten worden ingevoerd op het recordcreatieprogramma. Het recordcreatieprogramma bestaat uit vier stappen: 1) voer 35 verpakkingsgegevens in. Druk Fl op het recordcreatieprograimna in. De computer zal informatie vragen betreffende de afmetingen i 8601525 . * - 21 - van foelie en verpakking. 2) Voer de machinegegevens in. Druk F2 op het recordcreatieprogramma in. De computer zal informatie vragen betreffende mechanische machinesecties. 3) Voer bedrijfsgegevens in. Druk F3 op het recordcreatieprogramma in. Hier 5 wordt de afsnijlengte van de foelie gevraagd. 4) Creëer een uitvoer. Druk F5 op het recordcreatieprogramma in. Deze functie wordt gekozen nadat alle gevraagde gegevens zijn ingevoerd. Op dit punt zal de computer de resterende set-up en bedrijfspara-meters (registratie, tijdschakeling, en dergelijke) bepalen die 10 nodig zijn voor het uitvoeren van een bepaalde taak. De gecreëerde record is afhankelijk van de actieve onderhoudsinvoer. Wanneer de creatie- en uitvoerfunctie wordt gekozen, wordt de nieuwe record een actieve record.

Opslaan van de actieve record 15 Druk F3 op het recordmanagerprogramma in.

Aanbevolen wordt de actieve record op te slaan na het creëren van een nieuwe record of na fijninstelling of bijwerken van de actieve record. De opslag- en uitvoerfunctie slaat de actieve record op onder het gekozen recordnummer. Zoals in de figuren 20 7b en 7c is aangegeven, geeft het kiezen van de go-functie van het servohoofdprogramma door het indrukken van de toets F4 op het toetsenbord toegang tot het gc/programma, die de fijninstel-functie beschikbaar maakt, waardoor toegang wordt verkregen tot het fijninstelprogramma door indrukken van de toets F4 25 op het toetsenbord. Drie van de bedrijfsparameters kunnen worden fijningesteld, terwijl de machine draait. Deze parameters zijn "positie van de baan" (alleen bij foelie met register-merktekens), "positie van de plooiinrichting", en "afsnij-lengte" (alleen bij niet van registermerktekens voorziene foe-30 lie). Terwijl hij zich in het fijninstelprogramma bevindt, heeft de bedienende persoon geheel de vrije hand om de parameters in te stellen, om optimale verpakkingskarakteristieken te bereiken.

De fijningestelde parameters zullen alleen deel gaan uitmaken van de actieve record door keuze van de activeer- en uitvoer-35 functie (toets F5 op het toetsenbord) en de actieve record zal onder het originele recordnummer worden opgeslagen.

8601525 * - 22 -

Om de werking van de beschreven, elektronische, horizontale wikkelmachine verder toe te lichten, zal een meer specifiek voorbeeld worden beschreven. Bij het inschakelen van de elektrische stroom op het bedieningspaneel wordt 5 het servohoofdprogramma op het beeldscherm vertoond. Het bedienen van de toets F5 geeft toegang tot het onderhoudsprogramma (figuur 7c) dat wordt vertoond op een beeldscherm. Eén van de functies in het onderhoudsprogramma voorziet in het bijwerken van onderhoudsgegevens, die worden vertoond op het beeldscherm 10 na indrukken van de toets F2 van het toetsenbord. Het gegevens-programma wordt vertoond op een beeldscherm alsmede drie beschrijvingen van onderhoudsgegevens, betreffende het lopen van beide plooikoppen of alleen de tweede plooikop, de afstand van het afvallen van de nok of schoep 40 tot de middellijn van de 15 eerste werkzame kop, en de partlengte van de opneemtransporteur hetgeen inhoudt de afstand tussen de nokken of schoepen 40.

Op het bedieningstoetsenbord wordt de variabele factor 23 ingevoerd door indrukken van de toets met cijfer 1, als beide koppen lopen, en indrukken van de toets met cijfer 2, als al-20 leen de tweede kop loopt. Bij invoer van het getal.· zal dit direct aan de rechterzijde van de eerste gegevensbeschrijving te voorschijn komen. Deze informatie wordt in de computer gebracht door indrukken van de entertoets. De afstand van het afvallen van de nok of schoep tot de middellijn van de eerste 25 werkzame kop wordt ingevoerd in inches vanaf het cijfertoetsen-bord en het ingevoerde cijfer zal ook aan de rechterzijde van de gegevensbeschrijving verschijnen. Het indrukken van de toets "enter" brengt die parameter in de computer en dan zal de bedienende persoon door middel van het cijfertoetsenbord de 30 transporteurpartlengte invoeren. Deze gang van zaken wordt voortgezet, totdat alle variabele onderhoudsbeschrijvingen of op een beeldscherm vertoonde parameters zijn ingevoerd. Nadat de laatste gegevens zijn ingevoerd, wordt het onderhoudsprogramma opnieuw op een beeldscherm vertoond, op welk tijdstip de be-35 dienende persoon de toets F6 op het toetsenbord indrukt, waarbij het servohoofdprogramma op het beeldscherm wordt gebracht.

.8601525 i * i - 23 -

Bij het indrukken van de toets Pl op het toetsenbord wordt het recordmanagerprogramma vertoond, dat omvat de functie F2, creëer record, toegankelijk door indrukken van de toets F2 op het toetsenbord om daardoor het recordcreatie-5 programma op te roepen. De record wordt gecreëerd door indrukken van Fi op het toetsenbord, waardoor het vervolgcreatie-programma wordt vertoond, dat de functietoets Fl omvat, waarbij door middel van het beeldscherm de bedienende persoon zal worden uitgenodigd verpakkingsgegevens in te voeren, omdat het gegevens-10 programma wordt vertoond. Zoals boven is beschreven omvatten de beschrijvingen van de verpakkingsgegevens het soort foelie (al of niet voorzien van registermerktekens), de voorwerpslengte, de lengte van de dichte verpakking, en de afstand van de snijlijn in de foelie tot de voorste rand van het registermerkteken. Na-15 dat de parameter, die betrekking heeft op de afstand van de snijlijn in de foelie tot de voorste rand van het registermerkteken, is ingevoerd, wordt opnieuw het vervolgcreatieprogramma vertoond. Het indrukken van de toets F2 op het toetsenbord bij het vervolgcreatieprogramma geeft toegang tot het display-20 recordprogramma, dat de bedienende persoon uitnodigt, machine-gegevens in te voeren, die omvatten de afstand tussen de baan-aftaster en het afvallen van de nok, het nummer van de hoek van de vrijdraaiende arm, de aflezing op de s;haal van het uitstekende gedeelte van de vrijdraaiende arm en het onderdeelnummer 25 van de vorminrichting. Nadat al deze gegevens zijn ingevoerd, vertoont het beeldscherm opnieuw het vervolgcreatieprogramma, dat omvat de functie "voer bedrijfsgegevens in", hetgeen wordt bereikt door indrukken van F3 op het toetsenbord, hetgeen de bedienende persoon zal uitnodigen bedrijfsgegevens in te voe-30 ren, bestaande uit de afsnijlengte van de foelie. Het vervolgcreatieprogramma wordt opnieuw vertoond en de functie creëer en voe^iit, toegankelijk door indrukken van de toets F5 op het toetsenbord, nodigt de computer uit, alle resterende gegevens te berekenen, die nodig zijn voor het uitvoeren van de taak.

35 Het recordmanagerprogramma wordt prompt daarna op het beeldscherm vertoond. Bij het toegankelijk maken van de functie 3601525 - 24 - managerrecorduitvoer door indrukken van F6 op het toetsenbord, wordt het servohoofdprogramma op het beeldscherm vertoond. Toegang tot de functie set-up op het hoofdprogramma heeft plaats, wanneer F2 op het toetsenbord wordt ingedrukt, waarbij het set-up 5 programma wordt vertoond. Gelijktijdig worden ook vertoond de waarden voor verscheidene mechanische instellingen, die door de bedienende persoon moeten worden uitgevoerd. De functie vervolg van het set-up^rogramma wordt toegankelijk door indrukken van de toets F5 op het toetsenbord, waarbij op het beeldscherm een vol-10 gende groep van mechanische instellingen worden vertoond, die moeten worden uitgevoerd. Deze instellingen kunnen bijvoorbeeld omvatten de steekmiddellijn van de tweede kop, het aantal plooiinrichtingen per as op de tweede kop, de vlakbreedte van de tweede kop, en de richting van de legerkast op de tweede kop. 15 Deze instellingen hebben slechts betrekking op een wikkelmachine, die is voorzien van tandemjplooiinrichtingen, die in figuur 2 zijn getekend. De uitvoerset-up-functie van het set-upjorogramma wordt toegankelijk door indrukken van de toets F6 op het toetsenbord, waarbij het hoofdprogramma op het beeldscherm wordt ver-20 toond.

Het volgende programma dat zal worden vertoond, en alleen wanneer van registermerktekens voorziene foelie wordt gebruikt, is de registerfunctie van het servohoofdprogramma, dat wordt vertoond door indrukken van de toets F3 op het 25 toetsenbord. Wanneer het registerprogramma wordt vertoond, wordt bij indrukken van de toets Fl op het toetsenbord het programma-registerwissen vertoond en tegelijkertijd daarmee wordt de bedienende persoon uitgenodigd de hoofdaandrijving te starten.

Als alles in orde wordt beoordeeld wordt de startknop inge-30 drukt, om het bedrijf van de machine te starten. Nadat een proefstuk, bestaande uit verscheidene herhaalde lengten van de foelie door de machine is gevoerd, wordt opnieuw het registerprogramma vertoond. De toegang tot de functie plooiinrichting van het registerprogramma, die wordt bewerkstelligd bij indrukken van de 35 toets F2 op het toetsenbord, geeft aan, dat het proefstuk van verscheidene herhaalde lengten in orde is, zodat het uitvoeren 8601525

' V

- 25 - van de taak voortgang kan vinden en daarna wordt het hoofd-programma opnieuw vertoond door indrukken van de toets P6 op het toetsenbord, waardoor het servohoofdprogramma op het beeldscherm zal worden vertoond. Op dit tijdstip worden alle inge-5 voerde gegevens geacht in orde te zijn en de bedienende persoon kan de toets F4 op het toetsenbord indrukken, waardoor toegang wordt verkregen tot het go-progrannna. Gelijktijdig zal het beeldscherm vragen om bedrijf van de machine door te vertonen "indien gereed start de hoofdaandrij ving". Op dit tijdstip 10 behoeft de bedienende persoon slechts de startknop in te drukken en de machine met de gewenste snelheid te laten lopen.

Figuur 8 illustreert functioneel het boven beschreven netwerk van de gegevensstroom. Het blijkt, dat de parameters, die in het toetsenbord worden ingevoerd, prompt 15 worden opgeslagen in de gegevensbuffer van de creatierecord en dat eventuele veranderingen van of toevoegingen aan de gegevens worden opgeslagen in de bijwerkgegevensbuffer. Gegevens uit de buffers worden in de actieve record gevoerd door door middel van de toets F5 het creatie- en uitvoerprogramma toe-20 gankelijk te maken. Bijwerkgegevens worden in de actieve record gebracht door indrukken van de toets F5 op het bijwerken recordprogramma, waarbij F5 van het onderhoudsprogramma en de toets F5 op het bijwerkprogramma van de actieve record worden ingedrukt. De groep parameters voor een bepaalde taak 25 wordt zodoende ingevoerd in de actieve record en als het gewenst is, de record op te slaan, wordt de toets F5 op het toetsenbord ingedrukt, waardoor de gegevens met een bijbehorend taaknummer voor toekomstig gebruik in het computergeheugen.worden gevoerd. Zoals in figuur 8 is aangegeven, heeft het computer-30 geheugen voldoende capaciteit voor het vasthouden van 24 afzonderlijke records.

Een taak, die in het geheugen in de computer is opgeslagen, kan in de actieve record worden gebracht door indrukken van de toets F5 van het toetsenbord, die betrekking 35 heeft op het vervolgactiveerprogramma. Als de bedienende persoon gedurende het bedrijf bijstellingen aan de parameters wil 8601525 - 26 - uitvoeren, wordt het fijnafstelprogramma toegankelijk gemaakt door indrukken van de toets F4 op het toetsenbord en zodoende het fijninstelprogramma op het beeldscherm vertoond- Het fijn-instelprogramma omvat verscheidene functies, die gedurende het 5 bedrijf van de machine kunnen worden gewijzigd. De gegevens- stroomlijn, die behoort bij de tekst "toegang hoofdprogramma" is bedoeld om aan te geven, dat het hoofdprogramma toegankelijk is voor de fijninstelgegevensbuffer en de uitgangen daarvan bestaan uit de parameters, die aan de machine worden medegedeeld om een 10 bepaalde taak uit te voeren. Gedurende het uitvoeren van een bepaalde taak kunnen door het toegankelijk maken van het fijninstelprogramma deze parameters worden bijgesteld, in het bijzonder de positie van de baan en de afgesneden lengten, wanneer dit door de bedienende persoon geschikt wordt geacht, door indrukken 15 van de toets F5, activeer en voer uit, van het fijninstelprogramma. Fijninstellingen, zoals aangegeven door de gegevensstroom-lijn, worden in de actieve record ingevoerd. De fijninstelgegevensbuffer slaat alle parameters op, die het bedrijf van de machine besturen.

20 De schakelaar die behoort bij de tekst vormt een hefboom op het bedieningspaneel, die in de positieve richting of de negatieve richting kan worden verplaatst om een fijninstelling door de bedienende persoon tot stand te brengen, wanneer een visuele waarneming bijvoorbeeld 25 aangeeft, dat de baansnelheid hoger wordt of lager wordt. Deze verstellingen worden opgeslagen in de fijninstelgegevensbuffer.

Een horizontale machine, waarin de onderhavige uitvinding is toegepast, geeft verscheidene voordelen wat betreft zijn bedrijf, onderhoud en het rekening houden met de 30 wensen van de cliënt. De taak van de bedienende persoon wordt veel gemakkelijker gemaakt, omdat door de computer berekende initiële set-ups en door de computer gevraagde cijferinstellingen voor mechanische verstellingen alle invoergrootheden geeft, die door de bedienende persoon worden vereist. Het computerprogramma 35 zorgt ook voor uitspraken, die dienen om de aandacht van de bedienende persoon te richten op een bepaald aanwezig probleem.

8601525 - 27 -

Computerbesturing heeft een grote betrouwbaarheid en stelt minder eisen aan mechanisch onderhoud, omdat veel van de meer ingewikkelde aandrijfmechanismen zijn weggelaten en tegelijkertijd foutaanwijsinrichtingen en zelf de diagnose stellende mechanismen 5 in de besturingsinrichtingen van de machine zijn ingébouwd, om de taak van het onderhoudspersoneel wat betreft het oplossen van problemen tot een minimum terug te brengen.

Met betrekking tot computerbestuurde bekende wikkelmachines is het zeer belangrijk, dat de beschreven computer-10 bestuurde wikkelmachine automatisch kan reageren op veranderingen in de aanvoersnelheid van het proces, omdat de wikkelsnelheid kan worden bestuurd door een analoog signaal naar de besturing van de gelijkstroomaandrijving van de hoofdmotor 52 van de wik-kelinrichting. Verder is de beschreven wikkelmachine volgens de 15 onderhavige uitvinding, vergeleken met bekende computerbestuurde wikkelmachines goed geschikt voor koppeling met hulpinrichtingen in een verhouding van 1:1 en is goed geschikt om een proces te volgen voor het besturen van een achterstand van voorwerpen in reactie op veranderingen in de aanvoersnelheid. Bovendien wor-20 den de computergestuurde aandrijfinrichtingen van de beschreven wikkelmachine digitaal bestuurd op een machinetijdbasis, waardoor fouten kunnen worden opgespoord en evenredige correcties in de machinetijd kunnen worden aangebracht, zodat correcties kunnen worden aangebracht bij versnelling en vertraging, alsmede 25 bij handelingen met constante snelheid van de machine. Verder met betrekking tot het besturingssysteem volgens de onderhavige uitvinding onderscheidt zich dit beschreven systeem van thans in de handel verkrijgbare systemen, doordat de hoofdaandrijfpulsgenerator een 1:1 as is. Hierdoor worden perfect gespatieerde 30 referentiepulsen op basis van machinetijd geproduceerd en dit verdient de voorkeur boven het verkrijgen van referentiepulsen door het verklikken van schoepen, nokken of voorwerpen, die niet perfect zijn gespatieerd of gericht. Het handwiel 84, dat aan de as 60 is bevestigd, laat toe de wikkelmachine te laten 35 werken, wanneer de bedienende persoon enkele verpakkingen wil maken, terwijl de hoofdmotor 52 niet is bekrachtigd. Dit is moge- 8601525 t - 28 - lijk, omdat het beschreven computerbestuurde servoaandrijf-mechanisme het de servovolgmotoren mogelijk maakt, de niet bekrachtigde hoofdaandrijfmotor 52 te volgen, wanneer de motor met het handwiel in één van beide richtingen wordt aangedreven.

5 Ofschoon de beste manier voor het toepassen van de onderhavige uitvinding hierboven is beschreven en in de tekening is weergegeven, zal het duidelijk zijn, dat wijzigingen en veranderingen kunnen worden aangêbracht, zonder buiten de omvang van de onderhavige uitvinding te gaan.

10 De uitvinding heeft betrekking op een horizon tale wikkelmachine van de soort, waarbij een reeks van voorwerpen worden toegevoerd in een zich voortbewegende buis van baanmate-riaal, die in langsrichting wordt afgedicht en wordt doorgesneden en afgedicht tussen de voorwerpen, om individuele, herme-15 tisch afgedichte verpakkingen te produceren. Een conventionele gelijkstroommotor drijft een transporteur aan, die kan zijn voorzien van voorwerptoevoerschoepen en een schakelaar, die wordt bediend bij elke omwenteling van de motoras, levert een puls die overeenkomt met elke schoep op de voorwerptoevoertranspor-20 teur. Bovendien levert een coderingsinrichting, aangedreven door de as van de gelijkstroommotor, een digitaal snelheidssignaal, dat wordt gebruikt als referentiesignaal voor servomotoren, die in combinatie of individueel kunnen worden gekoppeld met baan-aandrijftoevoerrollen, in langsrichting afdichtende wielen en 25 één of meer af dicht- en afsnijkoppen. Een aflevertransporteur, die de individuele verpakkingen transporteert, kan door middel van een geschikte aandrijftrein worden aangedreven door de gelijkstroommotor. De snelheid van de servomotoren wordt tot stand gébracht en bestuurd door een industriële computer, op een per-30 centage van de snelheid van de gelijkstroommotor. Zodoende brengt de invoer van het digitale snelheidsignaal van de gelijkstroommotor in de computer een preferentiesnelheid voor de snelheid van de servomotoren tot stand.

35 8601525

Claims (4)

1. Werkwijze voor het besturen van een horizontale wikkelmachine, omvattende een motoraandrijfinrich-5 ting voor het toevoeren van een reeks op regelmatige afstand van elkaar liggende voorwerpen in een buisvormige baan, die is vervaardigd door het omvormen van een vlakke baan tot een buis, een motoraandrijfinrichting voor het toevoeren en in langsrich-ting afdichten van de randen van de gevormde baan, en een motor-10 aandrijfinrichting voor het in dwarsrichting afdichten en doorsnijden van de buisvormige baan voor de vervaardiging van verpakkingen, waarin zich ten minste één voorwerp bevindt, welke werkwijze is gekenmerkt door de stappen van het opwekken van een signaal, dat representatief is voor de snelheid van de voorwerp-15 aanvoermotor, door het digitaliseren van het snelheidssignaal en het gebruiken van het gedigitaliseerde representatieve snelheidssignaal voor het besturen van de snelheid van de toevoer-, afdicht- en snijmotoren,

2. Werkwijze voor het besturen van de snel-20 heid, waarmee een eindloze langwerpige vlakke strook van baan-materiaal wordt omgevormd tot een buis, waarin in hoofdzaak op gelijke afstand van elkaar liggende voorwerpen worden opgenomen, en van de snelheid, waarmee een in dwarsrichting werkende af-dicht- en snijkop werkt, om de buisvormige baan af te dichten 25 en door te snijden in het gebied, dat niet door voorwerpen is ingenomen, om individuele verpakkingen te produceren, die ten minste één voorwerp bevatten, gekenmerkt door het aanvoeren van een reeks op afstand van elkaar liggende voorwerpen in de buis, het opwekken van een referentiepuls terwijl elk voorwerp in de 30 buis wordt gevoerd, het gebruiken van de puls voor het starten van de werking van een teller, het opwekken van een digitaal signaal dat de snelheid voorstelt, waarmee een voorwerp in de buisvormige baan wordt gébracht, en het beëindigen van de werking van de teller, wanneer de buis in dwarsrichting is doorge-35 sneden en afgedicht, welk digitaal signaal wordt bewerkt om een grootte van de snelheid te geven, die wordt gébruikt voor het 8601525 -3© - besturen van de snelheid/ waarmee het baanmateriaal wordt toegevoerd en wanneer de buisvormige baan in dwarsrichting wordt doorgesneden en afgedicht.

3. Wikkelmachine, voorzien van middelen voor 5 het toevoeren van een reeks in hoofdzaak op gelijke afstand van elkaar liggende voorwerpen, middelen voor het omzetten van een vlakke baan, die van een rol wordt afgewikkeld, in een buis, welke voorwerpen met · onderlinge afstand in de buisvormige baan worden gebracht, middelen voor het afdichten van de tegen-10 over elkaar liggende langsranden van de buis en middelen voor het in dwarsrichting afdichten en doorsnijden van de buisvormige baan tussen de voorwerpen, om daardoor individuele verpakkingen te produceren, met het kenmerk, dat de machine is voorzien van middelen die reageren opcteselheid, waarmee de op afstand van 15 elkaar liggende voorwerpen worden toegevoerd, voor het opwekken van een signaal, dat representatief is voor de voorwerptoevoer-snelheid, van middelen voor het aandrijven van de voorwerptoe-voermiddelén met een snelheid, die wordt bepaald door het representatieve signaal, van een computer voor het digitaal op-20 slaan van het representatieve signaal, van middelen voor het af wikkelen van de baan en het besturen van de langsafdichtings-middelen, van middelen voor het aandrijven van de in dwarsrichting werkende afdicht- en doorsnijmiddelen, welke afwikkelen aandrijfmiddelen met de computer zijn verbonden, waarbij de 25 computer de afwikkelmiddelen en de aandrijf middelen signaleert te werken met een gegeven snelheid ten opzichte van het representatieve snelheidssignaal.

4. Inrichting voor het geprogrammeerd besturen van een wikkelmachine van de soort, waarbij ten minste 30 een enkele rij van op afstand van elkaar liggende voorwerpen worden toegevoerd in een buis van wikkelmateriaal, gevormd uit een eindloze vlakke strook en waarbij de buis in langsrichting wordt afgedicht en in dwarsrichting wordt afgedicht en doorgesneden, om afzonderlijke verpakkingen te produceren, welke in-35 richting is gekenmerkt door een aanvoertransporteur, die de voorwerpen op afstand van elkaar aanvoert, door een motor voor 8601525 - 31- het aandrijven, van de aanvoertransporteur, door middelen die met de genoemde motor zijn verbonden voor het opwekken van een puls, wanneer elk voorwerp in de buisvormige baan wordt gevoerd, door middelen voor het toevoeren van de vlakke strook van 5 wikkelmateriaal aan een buisvormingsinrichting en voor het besturen van een in langsrichting afdichtende inrichting om een buis te vormen, door middelen aangedreven door de toevoermidde-len voor het opwekken van een digitaal signaal, dat representatief is voor de snelheid van de toevoermiddelen, door middelen, 10 die door de genoemde middelen voor het aandrijven van de afdichten afsnijinrichting worden aangedreven voor het opwekken van een digitaal signaal, dat representatief is voor de snelheid van de aandrijfmiddelen, door een computer, door middelen voor het toevoeren van de genoemde puls en de genoemde digitale snel-15 heidssignalen aan die computer, en door middelen voor het gebruiken van de computer voor het bewaken en verstellen van de snelheid van de toevoermiddelen en van de aandrijf middelen om te correleren met de opgewekte puls, wanneer elk voorwerp in de buisvormige baan wordt toegevoerd. 3601525 Λ ‘ --rV— J- 1/-